132
Praktische informatie
Compatibiliteit van
brandstoffen
Benzine die voldoet aan de norm EN228 met
respectievelijk tot 5% en 10% ethanol.
Diesel die voldoet aan de normen
EN590, EN16734 en EN16709, met een
methylvetzuurgehalte tot respectievelijk 7%,
10%, 20% en 30%. Bij het gebruik van B20- of
B30-brandstof, zelfs af en toe, gelden speciale
onderhoudsvoorschriften die onder "Zware
omstandigheden" vallen.
Diesel met paraffine volgens de norm EN15940.
Het gebruik van elk ander type (bio)
brandstof (zuivere of verdunde
plantaardige of dierlijke olie, stookolie ...) is
nadrukkelijk verboden (kans op schade aan
de motor en het brandstofcircuit).
Alleen brandstofadditieven die voldoen aan de norm B715001(benzine) of
B715000 (diesel) zijn toegestaan.
Diesel bij lage
buitentemperaturen
Bij temperaturen beneden het vriespunt kan
paraffine in zomerdiesel vlokvorming en
storingen in de motor veroorzaken. Bij deze
temperaturen is het raadzaam winterdiesel te
tanken en de tank voor minimaal 50% gevuld te
houden.
Bij temperaturen beneden -15 °C is het beter om de auto binnen te parkeren (verwarmde garage)
om problemen bij het starten te voorkomen.
Reizen naar het buitenland
Bepaalde brandstoffen kunnen de motor van
uw auto beschadigen.
In bepaalde landen kan het nodig zijn een
specifieke brandstofsoort te gebruiken
(specifiek octaangetal, specifieke
commerciële benaming enz.) om de goede
werking van de motor te garanderen.
Neem voor meer informatie contact op met uw
dealer.
Tanken
Inhoud brandstoftank: ongeveer 45 liter.
Reservevolume: ongeveer 5 liter.
Laag brandstofniveau
/2 11Als de brandstoftank bijna leeg is, gaat een van deze
waarschuwingslampjes op het
instrumentenpaneel branden, in combinatie met
een melding op het scherm en een
geluidssignaal. Als het lampje gaat branden,
bevat de tank nog ongeveer 5 liter brandstof.
Zolang er niet voldoende brandstof is bijgetankt,
wordt dit waarschuwingslampje telkens
weergegeven wanneer het contact wordt
ingeschakeld, samen met een melding op het
scherm en een geluidssignaal. Onder het rijden
worden deze melding en het geluidssignaal
steeds vaker herhaald terwijl het brandstofniveau
naar 0 gaat.
Ga zo snel mogelijk tanken om te voorkomen dat
u met een lege tank strandt.
Zie het betreffende hoofdstuk voor meer
informatie over een lege brandstoftank
(diesel).
Stop & Start
Tank nooit als de motor in de STOP-
stand staat. Zet in dat geval altijd het contact
af.
Tanken
Als er minder dan 5 liter brandstof wordt getankt,
wordt deze stijging van het brandstofniveau niet
weergegeven op de brandstofniveaumeter.
Bij het openen van de brandstofvuldop kan er
een aanzuiggeluid van lucht hoorbaar zijn. Dit is
volkomen normaal en wordt veroorzaakt door de
onderdruk die ontstaat door de afdichting van het
brandstofcircuit.
Veilig tanken:
133
Praktische informatie
7► Zet altijd eerst de motor af.
► Druk, als de auto is ontgrendeld, op het midden van het achterste deel van de
brandstofvulklep om deze te openen.
► Kies de juiste brandstof bij het tankstation (deze staat vermeld op de sticker aan de
binnenzijde van de brandstofvulklep van de
auto).
► Draai de brandstofvuldop linksom.
► Verwijder de brandstofvuldop en plaats deze op de steun (op de brandstofvulklep).► Steek het vulpistool tot de aanslag in de vulopening voordat u het vulpistool inknijpt (om
spatten te voorkomen).
► Vul de brandstoftank.Laat het vulpistool maximaal drie keer
afslaan, aangezien er anders storingen
kunnen optreden.
► Plaats de vuldop terug.► Draai de dop rechtsom.► Druk de brandstofvulklep dicht.
Als u per ongeluk verkeerde brandstof voor de auto tankt, moet de tank eerst
worden afgetapt en weer gevuld voordat de
motor kan worden gestart.
De auto is voorzien van een katalysator die
schadelijke bestanddelen in de uitlaatgassen
vermindert.
Bij benzinemotoren mag uitsluitend loodvrije
benzine worden gebruikt.
Door de smallere vulpijp kan er alleen loodvrije
benzine worden getankt.
Onderbreking
brandstoftoevoer
Uw auto is voorzien van een beveiliging die bij
een aanrijding onmiddellijk de brandstoftoevoer
afsluit.
Tankbeveiliging (diesel)
(Afhankelijk van het land van verkoop.)
Dit mechanisme is aangebracht in auto's met
een dieselmotor, waardoor het onmogelijk is om
benzine te tanken.
Deze voorziening, die in de tankopening is
ingebouwd, is zichtbaar zodra u de vuldop
verwijdert.
Werking
Wanneer u bij een auto met dieselmotor een
benzinetankpistool in de tankopening plaatst,
wordt dit tegengehouden door een klep.
Daardoor blijft het pistool vergrendeld en kan er
dus niet worden getankt.
Probeer in dat geval niet alsnog te tanken,
maar kies een dieseltankpistool.
Het vullen van de brandstoftank met
behulp van een jerrycan is wel mogelijk.
229
Trefwoordenregister
Brandstofvuldop ~ Brandstoftankdop 132–133Brandstofvulklep ~ Brandstoftankklep 132–133Buitenspiegels 44–45, 121
C
Carrosserie 148
Carrosserie-onderhoud 148CD 180, 193, 218CD MP3 180–181, 193, 218CD-/MP3 -speler 180–181, 218Centrale vergrendeling 27–28, 32Claxon 69Configuratie van de auto 18–21Contact 49, 96, 221Contact aangezet 96Controlelampjes 9–10Controle motorolieniveau ~ Motorolieniveau, controle 15Controles 140–141, 143–144
D
DAB (Digital Audio Broadcasting) - Digitale radio 178–179, 192, 217Dagteller 17–18Dashboardkastje 51Datum (instellen) 18–19, 23, 199, 223Datum instellen 18–19, 23, 199, 223
Detectie obstakels 123Detectie te lage bandenspanning ~ Bandenspanning, detectie 104, 153Dieselmotor 132, 141, 149, 172Digitale radio - DAB (Digital Audio Broadcasting) 178, 192, 217Dimlicht 59, 157–158Display instrumentenpaneel 22Dodehoekbewaking 121
Draadloze lader 52
E
Eco-mode ~ Eco-modus 138Eco-rijden (adviezen) 6Electronic Stability Program (ESC) 72–73Elektrische ruitbediening 37Elektronische remdrukregelaar (REF) 71Elektronische remdrukregelaar (REF) ~ Electronic Brake Force Distribution (EBD) 71–72Elektronische sleutel 26–28Elektronische startblokkering ~ Startblokkering, elektronische 93Elektronisch Stabiliteits Programma (ESP) 71–73ESP (Elektronisch Stabiliteits Programma) 71
F
Flacon AdBlue® 146
Follow me home verlichting ~ Follow-me-home-verlichting 61–62Frequentie (radio) 216Functie snelweg (richtingaanwijzers) 60
G
Gereedschap 149, 149–150
Gereedschapskist 57Gesproken commando's ~ Spraakcommando's 205–207Gewichten 169–170, 172GPS 209Grip control 73Grootlicht 59, 157–158Grootlichtassistent 62–63
H
Haken 56Halogeenlampen 157Handgeschakelde versnellingsbak ~
Versnellingsbak,
handgeschakeld 98, 102–104, 144Handgrepen 54Handopvoerpomp 149Handrem 97, 144Handsfree set 182–183, 196–197, 219Head-up display 107–108Helderheid 198