183
Bluetooth®-audiosysteem
10Informatie en tips
Via het menu "Telefoon" hebt u onder
andere toegang tot de volgende functies:
"Telefoonboek", als uw telefoon geheel
compatibel is, "Oproepenlijst", "Gekoppelde
apparaten bekijken".
Afhankelijk van het type telefoon kan het nodig
zijn toestemming te geven voor de toegang van
het systeem tot de verschillende functies.
Raadpleeg de website van het merk voor
meer informatie (compatibiliteit, extra
informatie, ...).
Verbindingen beheren
De verbinding met de telefoon is
automatisch ook geschikt voor Bluetooth
en streaming van audio.
De mogelijkheid van het systeem om maar
één profiel te koppelen, hangt af van de
telefoon. Het is mogelijk dat er standaard
beide profielen kunnen worden verbonden.
Druk op de toets MENU.
Selecteer "Verbindingen ".
Druk op OK om te bevestigen.
Selecteer "Bluetooth Beheer Bluetooth-
verbindingen " en bevestig. Er wordt een
lijst met de gekoppelde telefoons weergegeven.
Druk op OK om te bevestigen.
Geeft aan dat een apparaat is verbonden.
Een cijfer geeft aan dat het profiel met
het systeem is verbonden:
– 1 voor media of 1 voor telefoon.– 2 voor media en telefoon.
Geeft aan dat er een geschikte verbinding voor streaming audio is.Geeft aan dat het profiel voor handsfree bellen actief is.Selecteer een telefoon.
Druk op OK om te bevestigen.
Vervolgens selecteert en bevestigt u:
– Aansluiten telefoon / Telefoon afsluiten :
om alleen de telefoon of de handsfreeset te
verbinden/de verbinding ervan te verbreken.
– Aansluiten mediaspeler / Mediaspeler
afsluiten: om alleen de streaming-verbinding te
realiseren/te verbreken.
– Aansluiten telefoon en mediaspeler
/ Telefoon + mediaspeler afsluiten /: om
de telefoon (handsfreeset en streaming) te
verbinden/de verbinding ervan te verbreken.
– Verbinding verwijderen : koppeling
verwijderen.
Als u een koppeling uit het systeem verwijdert, vergeet dan niet om deze
koppeling ook uit uw telefoon te verwijderen.
Druk op OK om te bevestigen.
Een gesprek aannemen
Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en
verschijnt een pop-upvenster op het scherm.
Selecteer met de toetsen het tabblad " JA"
op het scherm.
Bevestig met OK.
Druk op deze stuurwieltoets om het gesprek aan te nemen.
Bellen
Via het menu "Telefoon".
Selecteer "Bellen".
Selecteer "Nummer kiezen ".
Of
Selecteer "Telefoonboek".
Of
Selecteer "Logboek ".
Bevestig met OK.
Houd deze toets langer dan twee seconden ingedrukt om het telefoonboek
te openen. Vervolgens kunt u met de draaiknop
door het telefoonboek scrollen.
192
CITROËN Connect Radio
Druk op het gearceerde gedeelte om te bevestigen.
Als "FM-DAB" is geactiveerd, kan er een onderbreking van een paar seconden zijn
wanneer het systeem schakelt naar
"FM"-analoge radio, en in sommige gevallen
kan het volume veranderen.
Wanneer de kwaliteit van het digitale
signaal weer goed is, schakelt het systeem
automatisch weer over op "DAB".
Als de "DAB"-zender waarnaar u luistert niet beschikbaar is als "FM" of "FM-DAB"
niet is geactiveerd, wordt het geluid
onderbroken als het digitale signaal te zwak
wordt.
Media
USB-poort
Steek de USB-geheugenstick in de
USB-poort, of sluit het USB-apparaat via
een kabel (niet meegeleverd) op de USB-poort
aan.
Gebruik geen USB-verdeelstekker, om
beschadiging van het systeem te
voorkomen.
Het systeem maakt afspeellijsten aan (in het
tijdelijke geheugen). Het aanmaken van deze
Schakel ?INFO" in of uit.
Druk op het gearceerde gedeelte om te
bevestigen.
Verkeersinformatie (TA)
beluisteren
De TA-functie (Traffic Announcement)
geeft voorrang aan het luisteren naar de
TA-verkeersinformatie. Voor een correcte
werking van deze functie is een goede ontvangst
van een radiozender nodig die deze berichten
uitzendt. Zodra een verkeersinformatiebericht
wordt uitgezonden, wordt de geluidsbron die op
dat moment wordt weergegeven automatisch
onderbroken voor de weergave van het
TA-verkeersinformatiebericht. Zodra dit bericht
is afgelopen, wordt het afspelen van de vorige
media hervat.
Druk op RAD MEDIA om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om het
vervolgscherm weer te geven.
Schakel "TA " in of uit.
Druk op het gearceerde gedeelte om te
bevestigen.
Audio-instellingen
Druk op RAD MEDIA om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om het
vervolgscherm weer te geven.
Druk op "Audio-instellingen ".
Selecteer het tabblad "Klank",
"Verdeling", "Geluid ", "Spraak", of
"Beltonen" om de geluidsinstellingen te
configureren.
Druk op de pijl Terug om te bevestigen.
Op het tabblad "Klank" zijn de
geluidsinstellingen Equalizer, Bass,
Medium en Treble voor elke geluidsbron
verschillend en onafhankelijk van elkaar.
Op het tabblad "Verdeling" zijn de
instellingen Alle passagiers, Bestuurder en
Alleen vóór gelijk voor alle bronnen.
Schakel, op het tabblad, " Geluid",
"Snelheidsafhankelijke volumeregeling ",
"Extra ingang" en "Geluiden touchscreen "
in of uit.
De balans/verdeling (of spatialisatie met
het Arkamys©-systeem) verwerkt audio
zodanig dat de geluidskwaliteit wordt
afgestemd op het aantal personen in de auto.
Audio in de auto: Arkamys Sound Staging© optimaliseert de verdeling van
geluid in het passagiersgedeelte.
Digitale radio
(DAB, Digital Audio
Broadcasting)
Digitale radio
Digitale radio biedt een betere geluidskwaliteit.
De verschillende "multiplex/bundels" bieden
keuze uit radiozenders die op alfabetische
volgorde zijn gerangschikt.
Druk op RAD MEDIA om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om het
vervolgscherm weer te geven.
Druk op "Band" om "DAB-band" te
selecteren.
Druk op het gearceerde gedeelte om te
bevestigen.
FM-DAB
"DAB" is niet overal in het land beschikbaar.
Als het digitale signaal zwak is, kunt u met
"FM-DAB" dezelfde zender blijven beluisteren
omdat het systeem automatisch overschakelt op
de desbetreffende analoge "FM"-zender (indien
beschikbaar).
Druk op RAD MEDIA om het
beginscherm weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om het
vervolgscherm weer te geven.
Schakel "FM-DAB" in of uit.
197
CITROËN Connect Radio
11Automatisch opnieuw verbinden
Wanneer u met de telefoon waarmee het
laatst verbinding is gemaakt, terugkomt in
uw auto wordt deze automatisch herkend en
wordt er binnen ongeveer 30 seconden na
het inschakelen van het contact automatisch
verbinding gemaakt met de telefoon (indien
Bluetooth is ingeschakeld).
Het verbindingsprofiel wijzigen:
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "TEL" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Bluetooth-verbinding" om
een lijst met gekoppelde apparatuur
weer te geven.
Druk op de toets "Details" van een gekoppeld apparaat.Selecteer één of meer profielen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
Telefoonverbindingen beheren
Met deze functie kunt u een apparaat aansluiten
of ontkoppelen, of een koppeling verwijderen.
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "TEL" om het vervolgscherm
weer te geven.
Selecteer "Bluetooth-verbinding" om
een lijst met gekoppelde apparatuur
weer te geven.
Druk op de naam van de telefoon die in de lijst is geselecteerd om de koppeling
ongedaan te maken.
Druk er nogmaals op om de telefoon weer te
koppelen.
Verwijderen van een telefoon
Druk op het prullenbaksymbool rechts
boven op het scherm om een prullenbak
naast de geselecteerde telefoon weer te geven.
Druk op het prullenbaksymbool naast de
naam van de telefoon te verwijderen.
Een gesprek aannemen
Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en
verschijnt een pop-upvenster op het scherm.
Druk kort op de toets TEL op het stuur om
het gesprek aan te nemen.
En
houd de toets
TEL op het stuurwiel langer ingedrukt om
het gesprek te weigeren.
Of
Druk op "Ophangen ".
Bellen
Gebruik de telefoon bij voorkeur niet
onder het rijden.
Parkeer de auto.
Gebruik de toetsen op het stuurwiel om te
bellen.
Een nieuw nummer bellen
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Voer het nummer in via het digitale
toetsenbord.
Druk op "Bellen" om het nummer te
bellen.
Een contact bellen
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Of, houd
de TEL-toets op het stuurwiel ingedrukt.
Druk op "Contacten".
Selecteer het gewenste contact in de getoonde
lijst.
Druk op "Bellen".
Een recent gebruikt nummer
bellen
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Of
Houd
198
CITROËN Connect Radio
Druk op "Lichtsterkte".Verplaats de schuifbalk om de helderheid van het scherm en/of het
instrumentenpaneel (afhankelijk van de
uitvoering) in te stellen.
Druk op de pijl Terug om te bevestigen.
Druk op "Animatie".
Schakel "Automatische tekstweergave "
in of uit.
Selecteer "Overgangen met animaties".
Druk op de pijl Terug om te bevestigen.
De taal selecteren
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op "Configuratie" om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Taal" om de taal te wijzigen.
Druk op de pijl Terug om te bevestigen.
De tijd instellen
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op "Configuratie" om het
vervolgscherm weer te geven.
Druk op "Datum en tijd ".
Selecteer "Tijd: ".
de toets op het stuurwiel ingedrukt.
Druk op "Gesprekkenlijst".
Selecteer het gewenste contact in de getoonde
lijst.
U kunt altijd rechtstreeks met uw telefoon
bellen. Zet in dat geval de auto uit
veiligheidsoverwegingen stil.
De beltoon instellen
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om het
vervolgscherm weer te geven.
Druk op "Volume beltoon: " om de
volumebalk weer te geven.
Druk op de pijlen of verplaats de schuifbalk om het volume van de beltoon
in te stellen.
Configuratie
Profielen configureren
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op "Profielen".
Selecteer "Profiel 1", "Profiel 2", "Profiel 3", of
"Gemeensch.prof.".
Druk op deze toets om een profielnaam in te voeren via het virtuele toetsenbord.
Druk op "OK" om op te slaan.
Druk op de pijl Terug om te bevestigen.
Druk op deze toets om het profiel te activeren.Druk nogmaals op de pijl Terug om te bevestigen.Druk op deze toets om het geselecteerde profiel te resetten.
Helderheid instellen
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op Lichtsterkte.
Verplaats de schuifbalk om de helderheid van het scherm en/of het
instrumentenpaneel (afhankelijk van de
uitvoering) in te stellen.
Druk op het gearceerde gedeelte om te
bevestigen.
Systeeminstellingen
wijzigen
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op "Configuratie" om het
vervolgscherm weer te geven.
Druk op "Systeemconfiguratie".
Druk op het tabblad " Eenheden" om de
eenheden voor afstand, brandstofverbruik en
temperatuur te wijzigen.
Druk op het tabblad " Fabrieksparameters " om
de begininstellingen te herstellen.
Als het systeem wordt teruggezet op de fabrieksinstellingen, wordt Engels als taal
ingesteld (afhankelijk van de uitvoering).
Druk op het tabblad " Systeeminfo" om de
versie van de verschillende in het systeem
geïnstalleerde modules te controleren.
Druk op het tabblad " Privacy",
of
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op "Privacy " om de
privégegevensmodus in of uit te
schakelen.
Schakel het volgende in of uit:
– "Niet delen (gegevens, locatie van de
auto)".
– "Alleen gegevens delen"– "Gegevens en locatie van de auto delen "Druk op de pijl Terug om te bevestigen.
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op "Configuratie" om het
vervolgscherm weer te geven.
Druk op "Schermconfig.".
220
CITROËN Connect Nav
Het verbindingsprofiel wijzigen:Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om de tweede
pagina weer te geven.
Selecteer "Bluetooth-verbinding " om
een lijst met gekoppelde apparatuur weer
te geven.
Druk op de toets "Details".
Selecteer één of meer profielen.
Druk op "OK" om te bevestigen.
De mogelijkheid van het systeem om
maar één profiel te koppelen hangt af
van de telefoon.
Alle drie profielen kunnen standaard
verbinding maken.
De beschikbaarheid van de diensten is
afhankelijk van het netwerk, de simkaart
en de compatibiliteit van de gebruikte
Bluetooth-apparaten. Raadpleeg de
handleiding van uw telefoon en uw provider
om te zien welke diensten u kunt gebruiken.
Het systeem ondersteunt de volgende
profielen: HFP, OPP, PBAP, A2DP,
AVRCP, MAP en PAN.
Ga naar de website van het merk voor meer
informatie (compatibiliteit, aanvullende
instructies, enz.).
Telefoonverbindingen beheren
Met deze functie kunt u een apparaat
aansluiten of ontkoppelen, of een
koppeling verwijderen.
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om de tweede
pagina weer te geven.
Selecteer "Bluetooth-verbinding " om
een lijst met gekoppelde apparatuur weer
te geven.
Druk op de naam van de telefoon die in de lijst is geselecteerd om de koppeling
ongedaan te maken.
Druk er nogmaals op om de telefoon weer te
koppelen.
Verwijderen van een telefoon
Selecteer de prullenbak rechts boven op
het scherm om een prullenbak naast de
geselecteerde telefoon weer te geven.
Druk op de prullenbak naast de
geselecteerde telefoon om deze telefoon
te verwijderen.
Een gesprek aannemen
Als u gebeld wordt, klinkt een beltoon en
verschijnt een pop-upvenster op het scherm.
Druk kort op de toets TEL op het stuur om
het gesprek aan te nemen.
En
houd de toets
TEL op het stuurwiel langer ingedrukt om
het gesprek te weigeren
Of
Selecteer "Ophangen ".
Bellen
Gebruik de telefoon bij voorkeur niet
onder het rijden.
Parkeer de auto.
Gebruik de toetsen op het stuurwiel om te
bellen.
Een nieuw nummer bellen
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Voer het nummer in via het digitale
toetsenbord.
Druk op "Bellen" om het nummer te
bellen.
Een contact bellen
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Of houd
TEL op het stuurwiel enige tijd ingedrukt.
Selecteer "Contact".
Selecteer het gewenste contact in de getoonde
lijst.
Selecteer "Bellen".
Een recent gebruikt nummer
bellen
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Of
Houd
op het stuurwiel enige tijd ingedrukt.
Selecteer "Oproepen".
Selecteer het gewenste contact in de getoonde
lijst.
U kunt altijd rechtstreeks met uw telefoon
bellen. Zet in dat geval de auto uit
veiligheidsoverwegingen stil.
Contacten/items beheren
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Selecteer "Contact".
Selecteer "Aanmaken "om een nieuw
contact toe te voegen.
222
CITROËN Connect Nav
Druk op "Beluisteren" om het bericht af
te spelen.
E-mailberichten beheren
Druk op Telefoon om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om de tweede
pagina weer te geven.
Selecteer "Email" om de berichtenlijst
weer te geven.
Selecteer het tabblad "Ontvangen",
"Verzonden" of "Ongelezen”.
Selecteer het bericht dat u in een van deze
lijsten hebt geselecteerd.
Druk op "Beluisteren" om het bericht af
te spelen.
De toegang tot "Email" is afhankelijk van
de compatibiliteit van de smartphone met
het systeem in de auto.
Configuratie
Audio-instellingen
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Selecteer "Audio-instellingen ".
Selecteer "Equalizer".
Of
"Verdeling".
Of
"Geluid ".
Of
"Spraak".
Of
"Beltonen".
Druk op "OK" om de instellingen op te
slaan.
De balans/verdeling (of spatialisatie met
het Arkamys©-systeem) verwerkt audio
zodanig dat de geluidskwaliteit wordt
afgestemd op het aantal personen in de auto.
Uitsluitend beschikbaar in de configuratie met
luidsprekers voor en achter.
De instelling voor Equalizer (keus uit 6
sferen) en ook voor Bass , Medium en
Treble zijn verschillend en apart in te stellen
voor elke geluidsbron.
Schakel "Loudness" in of uit.
De instellingen " Verdeling" (Alle passagiers,
Bestuurder en Alleen vóór) zijn gelijk voor alle
bronnen.
Schakel "Geluiden touchscreen ",
"Snelheidsafhankelijke volumeregeling ",
en "Extra ingang" in of uit.
Audio in de auto: Arkamys Sound Staging© optimaliseert de balans/
verdeling van geluid in het interieur.
Profielen configureren
Het configureren van de profielen mag,
om veiligheidsredenen en vanwege het
feit dat deze handeling volledige aandacht
van de bestuurder vraagt, uitsluitend worden
uitgevoerd als de auto stilstaat.
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Configuratie van de
profielen".
Selecteer "Profiel 1", "Profiel 2", "Profiel 3", of
"Gemeenschappelijk profiel ".
Druk op deze toets om een profielnaam in te voeren via het virtuele toetsenbord.Druk op "OK" om te bevestigen.
Druk op deze toets om een profielfoto toe te voegen.Plaats een USB-stick met daarop de foto
in de USB-aansluiting.
Selecteer de foto.
Druk op "OK" om toestemming te geven
voor de overdracht van de foto.
Druk nogmaals op "OK" om de
instellingen op te slaan.
Het kader voor de foto heeft een
vierkante vorm, het systeem past de
oorspronkelijke vorm van de foto aan dit
vierkant aan.
Druk op deze toets om het geselecteerde profiel te resetten.
Wanneer het geselecteerde profiel wordt
gereset, wordt standaard het Engels
geactiveerd.
Selecteer een " Profiel" (1, 2 of 3) om de "Audio-
instellingen " aan te koppelen.
Selecteer "Audio-instellingen ".
Selecteer "Equalizer".
Of
"Verdeling".
Of
"Geluid ".
Of
"Spraak".
Of
"Beltonen".
Druk op "OK" om de instellingen op te
slaan.
Systeeminstellingen
wijzigen
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Schermconfiguratie".
Selecteer "Animatie".
223
CITROËN Connect Nav
12Druk op deze toets om het geselecteerde profiel te resetten.
Wanneer het geselecteerde profiel wordt
gereset, wordt standaard het Engels
geactiveerd.
Selecteer een " Profiel" (1, 2 of 3) om de "Audio-
instellingen " aan te koppelen.
Selecteer "Audio-instellingen ".
Selecteer "Equalizer".
Of
"Verdeling".
Of
"Geluid ".
Of
"Spraak".
Of
"Beltonen".
Druk op "OK" om de instellingen op te
slaan.
Systeeminstellingen
wijzigen
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Schermconfiguratie".
Selecteer "Animatie".
Schakel "Automatische tekstweergave "
in of uit.
Selecteer "Lichtsterkte".
Verplaats de schuifbalk om de helderheid van het scherm en/of het
instrumentenpaneel in te stellen.
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Systeemparameters ".
Selecteer "Eenheden" om de eenheden voor
afstand, brandstofverbruik en temperatuur te
wijzigen.
Selecteer "Fabrieksparameters " om de
begininstellingen te herstellen.
Als het systeem wordt teruggezet naar de fabrieksinstellingen, wordt Engels als
taal ingesteld.
Selecteer "Systeeminfo" om de versie van de in
het systeem geïnstalleerde modules te bekijken.
De taal selecteren
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om de tweede
pagina weer te geven.
Selecteer "Talen" om de taal te wijzigen.
De datum instellen
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Instellen tijd-datum ".
Selecteer "Datum".
Druk op deze toets om de datum in te stellen.Druk op "OK" om te bevestigen.
Selecteer hoe de datum wordt
weergegeven.
U kunt alleen de tijd en de datum
instellen wanneer "GPS-synchronisatie"
is uitgeschakeld.
Overschakelen naar zomer- of wintertijd
gebeurt door de tijdzone te wijzigen.
De tijd instellen
Druk op Instellingen om het beginscherm
weer te geven.
Druk op de toets "OPTIES " om het
vervolgscherm weer te geven.
Selecteer "Instellen tijd-datum ".
Selecteer "Tijd ".
Druk op deze toets om de tijd in te stellen via het virtuele toetsenbord.