Page 9 of 237

Kort en bondig71Elektrische ruitbediening .......23
2 Buitenspiegels ......................20
3 Zijdelingse ventilatieope‐
ningen ................................... 99
4 Richtingaanwijzers,
lichtsignaal, dim-/grootlicht .... 86
Parkeerlichten ....................... 87
Knoppen voor Driver
Information Center ................73
5 Cruisecontrol ...................... 124
Adaptieve cruisecontrol ......129
Snelheidsbegrenzer ............126
Verwarmd stuurwiel ..............55
6 Instrumenten ......................... 63
Driver Information Centre ...... 73
7 Bedieningselementen van
infotainment
8 Wis-/wasinstallatie
voorruit, wis-/
wasinstallatie achter ............. 56
9 Aan/Uit-knop ....................... 103
10 Centrale vergrendeling ........11
11 Middelste luchtroosters ........9912Bedieningselementen
voor display .......................... 75
13 Status-led alarmsysteem .....18
14 Info-Display .......................... 75
15 Alarmknipperlichten .............86
16 Handschoenenkastje ...........47
17 Verwarming en ventilatie .....92
18 USB-laadpoort .....................59
19 Elektrische aansluiting ..........59
20 Parkeerhulp /
Geavanceerde
parkeerhulp ........................ 143
Lane Keep Assist ................158
Stop/Start-systeem .............106
Elektronische stabiliteits‐
regeling en Traction Control 122
21 Handgeschakelde
versnellingsbak ..................118
Automatische
versnellingsbak ..................114
22 Handbediende handrem ....119
Elektrische handrem ..........119
23 Contactslot .......................... 10224Stuurwiel verstellen ..............55
25 Claxon .................................. 56
26 Zekeringhouder ..................182
27 Ontgrendelingshandgreep
motorkap ............................ 169
28 Lichtschakelaar ....................81
Koplampverstelling ............... 83
Mistlampen /
mistachterlichten ..................87
Instrumentenverlichting ........88
Page 10 of 237

8Sleutels, portieren en ruitenSleutels, portieren
en ruitenSleutels, sloten .............................. 8
Sleutels ........................................ 8
Handzender ................................. 9
Elektronisch sleutelsysteem ......10
Centrale vergrendeling ..............11
Automatisch vergrendelen .........15
Kindersloten .............................. 16
Portieren ...................................... 17
Bagageruimte ............................ 17
Antidiefstalbeveiliging ..................18
Vergrendelingssysteem .............18
Diefstalalarmsysteem ................18
Startbeveiliging .......................... 20
Buitenspiegels ............................. 20
Bolle vorm ................................. 20
Elektrische verstelling ................20
Inklapbare spiegels ...................20
Verwarmde spiegels ..................21
Binnenspiegel .............................. 21
Binnenspiegels .......................... 21
Handmatige dimfunctie ..............22
Automatische dimfunctie ...........22Ruiten.......................................... 22
Voorruit ...................................... 22
Elektrisch bediende ruiten .........23
Achterruitverwarming ................24
Zonnekleppen ............................ 25
Rolschermen ............................. 25
Dak .............................................. 25
Panoramadak ............................ 25Sleutels, sloten
SleutelsVoorzichtig
Bevestig geen zware of massieve
voorwerpen aan de contactsleutel.
Reservesleutels
Het sleutelnummer staat vermeld op
een verwijderbaar etiket.
Bij het bestellen van reservesleutels
moet het sleutelnummer worden
vermeld aangezien de sleutels deel
uitmaken van de startbeveiliging.
Sloten 3 201.
Centrale vergrendeling 3 11.
Motor starten 3 105.
Handzender 3 9.
Elektronische sleutel 3 10.
Het codenummer van de adapter
voor de wielborgmoeren vindt u op
een kaart. Vermeld het wanneer u
een nieuwe adapter bestelt.
Wiel verwisselen 3 192.
Page 11 of 237

Sleutels, portieren en ruiten9Sleutel met uitklapbare
sleutelbaard
Om uit te klappen toets indrukken.
Om in te klappen eerst toets indruk‐
ken.
Handzender
Voor het bedienen van de volgende
functies via de toetsen op de hand‐
zender:
● centrale vergrendeling 3 11
● vergrendelingssysteem 3 18
● diefstalalarmsysteem 3 18
● achterklep ontgrendelen en openen
● elektrisch bediende ruiten 3 23
● buitenspiegels in-/uitklappen 3 20
● autozoekverlichting 3 89
● wegverlichting 3 90
De handzender heeft een bereik van
maximaal 100 meter, maar dat kan
veel meer zijn door invloeden van
buitenaf. Brandende alarmknipper‐
lichten dienen als bevestiging.
Afstandsbediening met zorg behan‐
delen, vochtvrij houden, beschermen
tegen hoge temperaturen en onnodig gebruik vermijden.
Batterij in handzender vervangen
Batterij meteen vervangen zodra het
systeem niet meer goed werkt of het
bereik ervan afneemt.
Bij een ontladen accu brandt C op
de instrumentengroep en verschijnt
er een waarschuwingsbericht op het
Driver Information Center.
Driver Information Center 3 76.
Page 12 of 237

10Sleutels, portieren en ruitenBatterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
1. Haal de achterafdekking van de afstandsbediening.
2. Verwijder de lege batterij.
3. Vervang de batterij door een batterij van hetzelfde type. Let op
de installatiepositie.
4. Klik de achterafdekking op zijn plaats.
Storing
Als de centrale vergrendeling niet met
de handzender kan worden vergren‐
deld of ontgrendeld, kan dit het
gevolg zijn van het volgende:
● Storing in de handzender.
● De accuspanning is te laag.
● Overbelasting van de centrale vergrendeling door herhaalde,
snel opeenvolgende activering
van de afstandsbediening, waar‐
door de stroomvoorziening voor korte tijd wordt onderbroken.
● Storing door radiogolven afkom‐ stig van externe zenders met eenhoog vermogen.
Handmatig ontgrendelen 3 11.Elektronisch sleutelsysteem
Hier kunt u, afhankelijk van de versie,
de volgende functies sleutelloos
bedienen:
● centrale vergrendeling 3 11
● contact inschakelen en motor starten 3 105
U hoeft alleen de elektronische sleu‐
tel bij zich te dragen.
De elektronische sleutel bevat ook de
functionaliteit van de handzender
3 9.
Page 13 of 237

Sleutels, portieren en ruiten11Afstandsbediening met zorg behan‐
delen, vochtvrij houden, beschermen
tegen hoge temperaturen en onnodig
gebruik vermijden.
Batterij elektronische sleutel
vervangen
Batterij meteen vervangen zodra het
systeem niet meer goed werkt of het
bereik ervan afneemt.
Bij een ontladen accu brandt C op
de instrumentengroep en verschijnt
er een waarschuwingsbericht op het
Driver Information Center.
Driver Information Center 3 76.
Batterijen horen niet in het huisvuil
thuis. Ze moeten via speciale inza‐
melpunten gerecycled worden.
1. Verwijder het deksel.
2. Verwijder de lege batterij.
3. Vervang de batterij door een batterij van hetzelfde type. Let op
de installatiepositie.
4. Plaats het deksel.
Storing
Als de centrale vergrendeling niet kan
worden vergrendeld of ontgrendeld of als de motor niet kan worden gestart,
kan dit de volgende oorzaken
hebben:
● Storing in elektronische sleutel.
● De elektronische sleutel is buiten
ontvangstbereik.
● De accuspanning is te laag.
● Overbelasting van de centrale vergrendeling door herhaalde,
snel opeenvolgende activering
van de afstandsbediening, waar‐
door de stroomvoorziening voor korte tijd wordt onderbroken.
● Storing door radiogolven afkom‐ stig van externe zenders met eenhoog vermogen.
Om de storing te verhelpen, de positie van de elektronische sleutel verande‐
ren.
Handmatig ontgrendelen 3 11.
Centrale vergrendeling
Ontgrendelen en vergrendelen van
portieren, bagageruimte en tankvul‐
klep.
Door aan de binnenste portierhand‐ greep te trekken wordt het desbetref‐
fende portier ontgrendeld. Door nog
eens aan de handgreep te trekken
gaat het portier open.
Page 14 of 237

12Sleutels, portieren en ruitenLet op
Bij een ongeval waarbij de airbags of
gordelspanners in werking treden,
wordt het voertuig automatisch
ontgrendeld.
Werking van handzender
Ontgrendelen
a indrukken.
Let op
Wanneer na ontgrendeling met de
afstandsbediening geen van de
portieren word geopend, worden
deze na korte tijd automatisch
opnieuw vergrendeld. Een voor‐
waarde is dat de instelling is geacti‐
veerd in de persoonlijke instellingen
3 78.
De ontgrendelmodus kan worden
ingesteld in het menu Persoonlijke
instellingen op het Info-Display. U
kunt uit twee instellingen kiezen:
● Alle portieren, de achterklep en de tankvulklep zijn met één druk
op a te ontgrendelen.
● Alleen het bestuurdersportier en de tankvulklep zijn met één druk
op a te ontgrendelen. Om alle
portieren, de achterklep en de
tankvulklep te ontgrendelen,
drukt u tweemaal op a.
Kies de relevante instelling in
Persoonlijke instellingen.
Persoonlijke instellingen 3 78.
Achterklep ontgrendelen
Druk op ? om alleen de achter‐
klep te ontgrendelen.
Ontgrendelen en openen van de achterklep 3 17.Vergrendelen
Portieren, bagageruimte en tankvul‐
klep sluiten.
b indrukken.
Bij een niet goed gesloten auto werkt de centrale vergrendeling niet.
Bevestiging
De werking van de centrale vergren‐
deling wordt bevestigd door de alarm‐ knipperlichten. Een voorwaarde is dat
de instelling in de persoonlijke instel‐
lingen 3 78 is geactiveerd.
Page 15 of 237

Sleutels, portieren en ruiten13Werking elektronisch
sleutelsysteem
Dit systeem biedt de mogelijkheid om
de auto automatisch eenvoudig te
vergrendelen en te ontgrendelen door detectie van de elektronische sleutel.
De elektronische sleutel moet zich
buiten de auto bevinden.
● Zone 1: inschakelen van instap‐ verlichting
● Zone 2: automatisch vergrende‐ len bij uitstappen
● Zone 3: automatisch ontgrende‐ len bij naderen van de auto
Let op
Na een korte tijd na automatische
ontgrendeling wordt de auto weer
vergrendeld als er geen portier is
geopend.
Als het contact gedurende meer dan
negen dagen uitgeschakeld is of als
de accu van de auto niet voldoende
opgeladen is, wordt de automatische functie uitgeschakeld. Steek een
hand achter de portiergreep van het
bestuurdersportier om de auto te
ontgrendelen of druk op de achter‐
klepknop.
Ontgrendelen
De ontgrendelmodus kan worden ingesteld in het menu Persoonlijke instellingen op het Info-Display. U
kunt uit twee instellingen kiezen:
● Alleen het bestuurdersportier en de tankvulklep worden ontgren‐
deld.
● Alle portieren, de achterklep en de tankvulklep worden ontgren‐
deld.
Persoonlijke instellingen 3 78.Bediening met toetsen op de
elektronische sleutel
De centrale vergrendeling kan ook
worden bediend met de toetsen op de
elektronische sleutel.
Druk op a om te ontgrendelen.
Druk op b om te vergrendelen.
Druk ? om alleen de achterklep
te ontgrendelen.
Werking van handzender 3 11.
Page 16 of 237

14Sleutels, portieren en ruitenBevestiging
De werking van de centrale vergren‐
deling wordt bevestigd door de alarm‐
knipperlichten. Een voorwaarde is dat de instelling in de persoonlijke
instellingen 3 78 is geactiveerd.
Slimme toegang
Met die functie kan een smartphone
als elektronische sleutel worden
gebruikt. De auto wordt bediend via
een app.
Bevestig bij het naderen van de auto
het bericht op de smartphone om de
auto te openen.
Centrale vergrendelingstoets Alle portieren, de achterklep en de
tankvulklep zijn vanuit de passagiers‐ ruimte te vergrendelen of ontgrende‐len.
Druk op b om te vergrendelen. Het
led-lampje in de toets brandt.
Druk nogmaals op b om te ontgren‐
delen. Het led-lampje in de toets
dooft.
Bediening met de sleutel bij een
storing in de centrale
vergrendeling
Bij een storing, bijvoorbeeld omdat de
accu of de batterij van de handzen‐
der / elektronische sleutel leeg is,
kunt u het voorportier met de mecha‐
nische sleutel vergrendelen en
ontgrendelen.
Handmatig ontgrendelen
Elektronische sleutel: druk op de pal
om de geïntegreerde sleutel te voor‐
schijn te halen.