Page 89 of 122

Periodiek onderhoud en afstellin g
8-18
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
OPMERKING
De slijtagelimiet voor bandprofieldiepte is
voor diverse landen verschillend. Neem al-
tijd de lokale voorschriften in acht.
WAARSCHUWING
DWA10472
Laat sterk vers leten banden door
een Yamaha dealer vervan gen. Rij-
den op een machine met ver sleten
banden i s niet alleen verboden,
maar dit heeft ook een averecht s ef-
fect op de rij stabiliteit, waardoor u
de macht over het stuur zou kunnen
verliezen.
De vervan gin g van onderdelen van
wielen en remmen, inclu sief ban-
den, dient te worden over gelaten
aan een Yamaha dealer, die over de
nodig e vakkundi ge kenni s en erva-
rin g be schikt om dit te doen.
Rijd niet te s nel direct na het verwi s-
s elen van een band. Het bandopper-
vlak dient eer st te zijn in gereden
voordat het zijn optimale eig en-
schappen verkrijg t.
Bandeninformatie
Dit model is uitgerust met tubeless banden
en bandventielen.
Banden verouderen, zelfs als ze niet of
slechts sporadisch z ijn gebruikt. Scheuren
in het rubber van het loopvlak en de wang
van de band, soms in combinatie met ver-
vorming van het karkas , zijn een teken van
veroudering. Oude banden moeten worden
gecontroleerd door bandenspecialisten om
na te gaan of ze geschikt zijn voor verder
gebruik.
WAARSCHUWING
DWA16101
Monteer altijd voor- en achterban-
den van hetzelfde merk en type.
Ver schillende banden kunnen het
we ggedra g van de machine veran-
deren, wat kan leiden tot een on ge-
val.
Controleer altijd of de ventieldopje s
s tevi g zijn beves tig d om zo lucht-
lekka ge te voorkomen.
Gebruik uit sluitend de hierna ver-
melde bandventielen en luchtven-
tielbui sje s om te voorkomen dat de
banden onder het rijden lee glopen.
Na uitgebreide tests zijn alleen de hieronder
vermelde banden door Yamaha goedge-
keurd voor dit model.
Minimale bandprofieldiepte (voor en
achter):
1.6 mm(0.06 in)
Voorband:Maat:
120/70R15M/C(56H)
Fabrikant/model: BRIDGESTONE/BATTLAXSCF
(XP530-A, XP530E-A)
DUNLOP/ROADSMART3
(XP530D-A)
Bandventiel: PVR59A
Luchtventielbuis:
#9100 (origineel)
Achterband: Maat:
160/60R15M/C(67H)
Fabrikant/model: BRIDGESTONE/BATTLAXSCR
(XP530-A, XP530E-A)
DUNLOP/ROADSMART3
(XP530D-A)
Bandventiel: TR412
Luchtventielbuis:
#9100 (origineel)
BV1-9-D1.book 18 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分
Page 90 of 122

Periodiek onderhoud en afstelling
8-19
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU51921
Gietwielen
Let ten aanzien van de voorgeschreven
wielen op het volgende voor een optimale
prestatie, levensduur en veilige werking van
uw voertuig.
Voor elke rit moeten de velgranden
worden gecontroleerd op scheurtjes,
verbuiging, kromheid of andere scha-
de. Laat in geval van schade het wiel
door een Yamaha dealer vervangen.
Probeer het wiel nooit zelf te repare-
ren, hoe klein de reparatie ook is. Ver-
vang een wiel dat vervormd is of
haarscheurtjes vertoont.
Na het vervangen van een wiel of band
moet het wiel worden uitgebalanceerd.
Een niet uitgebalanceerd wiel zal mo-
gelijk slecht functioneren of kan een
slechte wegligging en een verkorte le-
vensduur van de banden tot gevolg
hebben.
Draai na reparatie of vervanging van
de voorband de ventielmoer en de
borgmoer vast met het voorgeschre-
ven aanhaalmoment.
DAU50 861
Vrije s lag van voor- en
achterremhendel controleren
Voor
Achter
Aan de uiteinden van de remhendels mag
geen vrije slag aanwezig zijn. Als er toch
een vrije slag is, laat dan een Yamaha dea-
ler het remsysteem inspecteren.
WAARSCHUWING
DWA14212
Een zacht of sponzi g g evoel in de rem-
hendel kan betekenen dat er lucht in het
hydrauli sch sys teem aanwezi g is. Al s er
lucht in het hydrauli sch systeem zit, laat
dan het systeem door een Yamaha dea-
ler ontluchten voordat de machine wordt
g ebruikt. Lucht in het hydraulis ch sy-
s teem heeft een ne gatief effect op de
remwerkin g, waardoor u de macht over
het stuur zou kunnen verliezen met een
ong eluk al s g evol g.
1. Ventielmoer
2. Ventielborgmoer
Aanhaalmomenten:
Ventielmoer:2.0 N·m (0.20 kgf·m, 1.5 lb·ft)
Borgmoer ventiel: 3.0 N·m (0.30 kgf·m, 2.2 lb·ft)
1
2
1. Geen vrije slag remhendel
1. Geen vrije slag remhendel
1
1
BV1-9-D1.book 19 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分
Page 91 of 122

Periodiek onderhoud en afstellin g
8-20
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU53033
Af stellen van de
achterremblokkeerkabel
Controleer de lengte van de achterremblok-
keerkabel regelmatig en stel deze indien
nodig af. 1. Los de achterremblokkeerhendel.
2. Om de achterremblokkeerkabel langer te maken draait u de stelmoer bij de
achterremklauw in de richting (a). Om
de achterremblokk eerkabel korter te
maken draait u de stelmoer in de rich-
ting (b).
3. Controleer of de achterremblokkeer- hendel (pagina 5-1 8) correct werkt en
het achterwiel vrij draait als de hendel
is gelost.
WAARSCHUWING
DWA20290
Vraag een Yamaha dealer de af stelling te
doen al s de jui ste af stelling niet haalbaar
is volg ens de be schreven werkwijze.
DAU52293
Achterremblokkerin g
controleren
De achterremblokkering moet worden ge-
controleerd volgens de intervalperioden
vermeld in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema.
1. Achterremblokkeerkabel afstellen.
2. Bekrachtig de achterremblokkering en
probeer de machine dan iets vooruit te
duwen om te controleren of de achter-
remblokkering naar behoren werkt.
3. De achterremblokkeerklauw is voor- zien van een slijtage-indicator die u in
staat stelt om de toestand van de ach-
terremblokkeerblokken te controleren.
Controleer om de achterremblokkeer-
blokken te controleren de positie van
de indicator terwijl de achterremblok-
keerhendel is aangetrokken. Als de in-
dicator voorbij de slijtage-
indicatorgroef beweegt, laat dan uw
Yamaha dealer de achterremblokke-
ring controleren.
4. Controleer of er geen scheuren of bar- sten in de rubberen mof zitten.
1. Stelmoer
2. Lengte achterremblokkeerkabel
Len gte achterremblokkeerkabel:
43–45 mm (1.69–1.77 in)
12
(a)
(b)
1. Slijtage-indicatorgroef
2. Slijtage-indicator
3. Rubberen mof
2 31
BV1-9-D1.book 20 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分
Page 92 of 122

Periodiek onderhoud en afstelling
8-21
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU22312
Controleren van voor- en
achterremblokken
Voorrem
Achterrem
De remblokken in de voor- en achterrem
moeten worden gecontroleerd op slijtage
volgens de intervalperioden voorgeschre-
ven in het periodieke smeer- en onder-
houdsschema. Elk remblok heeft een eigen
slijtage-indicator zodat het remblok kan
worden gecontroleerd zonder de rem te de-
monteren. Bekrachtig de rem en let op de
stand van de slijtage-indicator om de rem-
blokslijtage te controleren. Wanneer een
remblok zover is afgesleten dat de slijtage-
indicator de remschijf bijna raakt, vraag dan
een Yamaha dealer de remblokken als set
te vervangen.
DAU225 83
Het remvloeis tofniveau
controleren
Controleer alvorens te gaan rijden of de
remvloeistof boven de merkstreep voor mi-
nimumniveau staat. Controleer het rem-
vloeistofniveau met het reservoir rechtop.
Vul indien nodig remvloeistof bij.
LET OP
DCA17641
Remvloei stof kan gelakte of kun sts tof
onderdelen be schadi gen. Vee g g emor s-
te remvloei stof steed s direct af.
Voorrem
Achterrem
Naarmate de remblokken afslijten, zal het
remvloeistofniveau geleidelijk verder dalen.
Een laag remvloeistofniveau kan dui-
1. Slijtage-indicator remblok
1. Slijtage-indicator remblok
1
1
Aanbevolen remvloei stof:
DOT 4
1. Merkstreep minimumniveau
1. Merkstreep minimumniveau
1
LOWER
1
LOWER
BV1-9-D1.book 21 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分
Page 93 of 122

Periodiek onderhoud en afstellin g
8-22
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
den op versleten remblokken of lekka-
ge in het remsysteem. Controleer
daarom de remblokken op slijtage en
het remsysteem op lekkage.
Vraag als het remvloeistofniveau plot-
seling sterk is gedaald een Yamaha
dealer om een inspectie alvorens ver-
der te rijden.
WAARSCHUWING
DWA15991
Onjuis t uitgevoerd onderhoud kan res ul-
teren in verlie s van remvermo gen. Neem
de vol gende voorzor gsmaatre gelen in
acht:
Bij een te laa g remvloei stofniveau
kan lucht binnendrin gen in het rem-
s y steem, waardoor de rempres ta-
tie s afnemen.
Reini g de res ervoirdop alvorens
deze te verwijderen. Gebruik uit slui-
tend DOT 4 remvloei stof uit een on-
aan gebroken verpakkin g.
Gebruik uit sluitend de aanbevolen
remvloei stof, ander s kunnen de
rubberafdichting en beschadi gd ra-
ken met lekkag e tot gevol g.
Vul bij met hetzelfde type remvloei-
stof. Toevoe ging van een ander
type remvloei stof dan DOT 4 kan re-
s ulteren in een s chadelijke chemi-
s che reactie.
Pa s op en zor g dat tijdens bijvullen
g een water het remvloei stofre ser-
voir kan binnendring en. Water zal
het kookpunt van de remvloei stof
aanzienlijk verla gen zodat dampbel-
vormin g kan optreden.
DAU22734
De remvloeis tof verversen
Laat de remvloeistof elke 2 jaar verversen
door een Yamaha dealer. Laat bovendien
de keerringen van de hoofdremcilinders en
remklauwen en de remslangen vervangen
volgens de hieronder vermelde intervalperi-
oden of eerder als ze lek of beschadigd zijn.
Remkeerringen: elke 2 jaar
Remslangen: elke 4 jaar
BV1-9-D1.book 22 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分
Page 94 of 122

Periodiek onderhoud en afstelling
8-23
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU51991
Doorbui ging aandrijfriem
De doorbuiging van de aandrijfriem moet
door een Yamaha dealer worden gecontro-
leerd en afgesteld volgens de intervalperio-
den vermeld in het periodieke smeer-en
onderhoudsschema.
DAU2309 8
Kabels controleren en smeren
De werking van alle bedieningskabels en de
conditie van alle kabe ls moet voorafgaand
aan elke rit worden gecontroleerd en de ka-
bel en kabeleinden moeten indien nodig
worden gesmeerd. Vraag een Yamaha
dealer een kabel te controleren of te vervan-
gen wanneer deze is beschadigd of niet
soepel beweegt. WAARSCHUWING!
Schade aan de buitenbehuizin g van ka-
bel s kan leiden tot interne roe stvormin g
en storing veroorzaken met de bewe ging
van kabel s. Vervan g be schadi gde ka-
bel s zo s nel mo gelijk om onveili ge om-
s tandig heden te voorkomen.
[DWA10712]
Aanbevolen smeermiddel:
Yamaha-kabelsmeermiddel of een
ander geschikt kabelsmeermiddel
BV1-9-D1.book 23 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分
Page 95 of 122

Periodiek onderhoud en afstellin g
8-24
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU23115
Controleren en smeren van
g asgreep en g askabel
De werking van de gasgreep hoort vooraf-
gaand aan elke rit te worden gecontroleerd.
Daarnaast moet de kabel door een Yamaha
dealer worden gesmeerd volgens de inter-
valperioden vermeld in het periodieke on-
derhoudsschema.
De gaskabel is voorzien van een rubber af-
dekking. Zorg ervoor dat de afdekking ste-
vig is aangebracht. Ze lfs als de afdekking
correct is aangebracht, is de kabel niet vol-
ledig beschermd tegen binnendringend wa-
ter. Let er daarom op dat er geen water
direct op de afdekking of kabel komt bij het
wassen van de machine. Als de kabel of de
afdekking vies wordt, wrijf deze dan schoon
met een vochtige doek.
DAU23173
Smeren van voor- en
achterremhendel s
Voorremhendel
Achterremhendel
De scharnierpunten van de voor- en achter-
remhendels moeten worden gesmeerd vol-
gens de intervalperi oden voorgeschreven in
het periodieke smeer- en onderhoudssche-
ma.
Aanbevolen smeermiddel:
Siliconenvet
BV1-9-D1.book 24 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分
Page 96 of 122

Periodiek onderhoud en afstelling
8-25
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU23215
Middenbok en zijs tandaard
controleren en s meren
De werking van de middenbok en de zij-
standaard moet voorafgaand aan elke rit
worden gecontroleerd en de scharnierpun-
ten en de metaal-op-metaal contactvlakken
moeten indien nodig worden gesmeerd.
WAARSCHUWING
DWA10742
Als de middenbok of de zij standaard niet
s oepel omhoo g en omlaa g bewee gt,
vraag dan een Yamaha dealer deze te
controleren of te repareren. Een slecht
functionerende middenbok of zijs tan-
daard kan het we gdek raken en u aflei-
den, waardoor u de controle over de
machine kunt verliezen.
DAU23273
Voorvork controleren
De conditie en de werking van de voorvork
moeten als volgt worden gecontroleerd vol-
gens de intervalperioden vermeld in het pe-
riodieke smeer- en onderhoudsschema.
Om de conditie te controleren
Controleer de binnenste vorkbuizen op
krassen, beschadigingen en overmatige
olielekkage.
Om de werkin g te controleren
1. Zet de machine op een vlakke onder- grond en houd deze rechtop.
WAARSCHUWING! Onder steun de
machine zorg vuldig om omvallen
en mo gelijk let sel te voorko-
men.
[DWA10752]
2. Bekrachtig de voorrem en druk het stuur een paar keer stevig naar bene-
den om te controleren of de voorvork
soepel in- en uitveert.
LET OP
DCA10591
Als s chade wordt gevonden of de voor-
vork niet s oepel bewee gt, vraa g dan een
Yamaha dealer te repa reren of te contro-
leren.
Aanbevolen smeermiddel:
Lithiumvet
BV1-9-D1.book 25 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分