Page 33 of 122

5-1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Functie s van ins trumenten en bedienin gselementen
DAU77490
Stuur schakelaar s
Links
Recht s
DAU73921Dimlicht schakelaar/licht sig naal schake-
laar “ / /PASS”
Zet deze schakelaar op “ ” voor grootlicht
en op “ ” voor dimlicht.
Als u een grootlichtsignaal wilt geven, drukt u op de lichtsignaalzijde “PASS” van de
schakelaar terwijl de koplampen op dimlicht
staan.
DAU66040Richtin
gaanwijzer schakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de richting-
aanwijzers uit te schakelen wordt de scha-
kelaar ingedrukt nadat hij is teruggekeerd in
de middenstand.
DAU66030Claxon schakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU77450Noods topschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” alvorens de
motor te starten. Zet deze schakelaar op
“ ” om de motor direct uit te schakelen in
een noodgeval, zoals wanneer de machine
omslaat of als de gaskabel blijft hangen.
DAU77290Schakelaar “ON/ ”
Druk met de Smart-schakelaar ingescha-
keld en binnen het bereik op deze schake-
laar om de machinevoeding in te schakelen.
Druk met de zijstandaard omhoog en terwijl
u de voor- of achterrem bekrachtigt op deze
schakelaar om de motor te starten met de
startmotor. Zie pagina 7-2 voor startinstruc-
ties voordat u de motor start.
DAU79601Schakelaar alarmverlichtin g “”
Met de voertuigvoeding aan of in de par-
keermodus kan deze schakelaar worden
gebruikt voor het inschakelen van de alarm-
verlichting (gelijktijdig knipperen van alle
richtingaanwijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
1. Selectieschakelaar “ / ”
2. Menuschakelaar “MENU”
3. Dimlichtschakelaar /lichtsignaalschakelaar
“ / /PASS”
4. Instelschakelaar cruise control “RES+/SET–” (XP530D-A)
5. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
6. Claxonschakelaar “ ”
7. Aan-uitschakelaar cruise control “ ” (XP530D-A)
1. Noodstopschakelaar “ / ”
2. Modusschakelaar “MODE” (XP530-A, XP530D-A)
3. Schakelaar alarmverlichting “ ”
4. Schakelaar “ON/ ”
RES
SETP A SS
1
2
3
4
5
6
7
M ODE
1
3
4
2
BV1-9-D1.book 1 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分
Page 34 of 122

Functies van ins trumenten en bedienin gselementen
5-2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.
LET OP
DCA10062
Gebruik de alarmverlichtin g niet gedu-
rende lan gere tijd al s de motor niet draait
omdat hierdoor de accu kan ontladen.
DAU73951Cruis e-control schakelaars
Zie pagina 4-1 voor uitleg over de werking
van cruise control.
DAU77301Menus chakelaar “MENU”
Deze schakelaar wordt gebruikt om instel-
lingen in het multifunctionele display te wij-
zigen. (Zie pagina 5-5.)
DAU77311Selectie schakelaar “ / ”
Deze schakelaar wordt gebruikt om instel-
lingen in het multifunctionele display te wij-
zigen. (Zie pagina 5-5.)
DAU73931Rijmodusschakelaar “MODE”
Zie pagina 4-3 voor uitleg over de rijmodus.
DAU77122
Controlelampje s en
waar schuwin gslampje s
DAU11032Controlelampje s richting aanwijzer s
“” en “”
Elk controlelampje gaat knipperen wanneer
de bijbehorende richtingaanwijzer knippert.
DAU110 81Controlelampje g rootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de koplamp
is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU77550Controlelampje s cruis e control
Zie pagina 4-1 voor uitleg over de werking
van deze controlelampjes.
DAU77560Waar schuwings lampje motor storin g
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
er een storing wordt gedetecteerd in de mo-
tor of een ander regelsysteem van de ma-
chine. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het boorddiagnos esysteem te con-
1. Controlelampje grootlicht “ ”
2. Controlelampje tractieregeling “ ”
3. Controlelampjes richtingaanwijzers “ ” en
“”
4. Controlelampje Smart-sleutelsysteem “ ”
5. ABS-waarschuwingslampje “ ”
6. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
7. Controlelampjes cruise control (XP530D-A)
12 45 6
3
7
ABS
BV1-9-D1.book 2 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分
Page 35 of 122

Functies van ins trumenten en bedienin gselementen
5-3
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
troleren.
Het elektrische circuit van het waarschu-
wingslampje kan worden gecontroleerd
door de machinevoeding in te schakelen.
Het waarschuwingslamp je moet enkele se-
conden oplichten en dan uitgaan.
Als het waarschuwingslampje helemaal niet
gaat branden, of permanent aan blijft, laat
de machine dan nakijken door een Yamaha
dealer.
DAU77072Waar schuwings lampje anti-blokkeer-
voorziening remsysteem “ ”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
er een storing wordt gedetecteerd in de
ABS. (Zie pagina 5-19.)
Als de machinevoeding wordt ingescha-
keld, gaat dit lampje branden om vervol-
gens weer te doven als een rijsnelheid van
10 km/h (6 mi/h) is bereikt. Als het waar-
schuwingslampje:
niet gaat branden als de machinevoe-
ding wordt ingeschakeld
niet uitgaat bij een snelheid van 10
km/h (6 mi/h) of hoger
gaat branden of knipperen tijdens het
rijden
werkt de anti-blokkeervoorziening remsy-
steem mogelijk niet goed. Laat de machine
zo snel mogelijk controleren door een
Yamaha dealer.
WAARSCHUWING
DWA16041
Al s het ABS-waar schuwings lampje niet
uit gaat zodra met een snelheid van 10
km/h (6 mi/h) of ho ger wordt gereden, of
al s het waar schuwings lampje tijden s het
rijden gaat branden of knipperen, keert
het rem sy steem teru g naar conventio-
neel remmen. Al s een van de boven-
s taande gevallen zich voordoet, of al s
het waar schuwin gslampje helemaal niet
g aat branden, rij dan extra voorzichti g
om te voorkomen dat de remmen in
noods ituaties blokkeren. Laat het rem- s
ysteem en de elektri sche circuit s zo
s nel mo gelijk door een Yamaha dealer
controleren.
OPMERKING
Het ABS-waarschuwingslampje kan gaan
branden wanneer gas wordt gegeven terwijl
de machine op de middenbok staat. Er is
dan echter geen sprake van een storing.
DAU740 82Controlelampje tractiere gelin g “”
Dit controlelampje knippert als de tractiere-
geling is ingeschakeld.
Als de tractieregeling wordt uitgeschakeld,
gaat dit controlelampje branden.
OPMERKING
Als de machine wordt ingeschakeld, moet
dit lampje enkele seconden oplichten en
dan uitgaan. Als het lampje niet gaat bran-
den of blijft branden, vraag dan uw Yamaha
dealer om de machine te controleren.
DAU7 80 80Controlelampje Smart- sleutel systeem
“”
Dit controlelampje knippert wanneer de ma-
chine en Smart-sleutel met elkaar commu-
niceren en bij uitvoering van bepaalde
bewerkingen van het Smart-sleutelsy-
steem.
Het controlelampje kan ook knipperen bij
een fout in het Smart-sleutelsysteem.
OPMERKING
Als op de startschakelaar wordt gedrukt,
gaat het controlelampje ongeveer een se-
conde lang branden en dooft het vervolgens
weer. Als het controlelampje niet zoals ge-
bruikelijk gaat branden of dooft, laat dan
een Yamaha dealer de machine controle-
ren.
ABS
BV1-9-D1.book 3 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分
Page 36 of 122
Functies van ins trumenten en bedienin gselementen
5-4
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU77131
Snelheids meter
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid van
het voertuig aan.
Als de machinevoeding wordt ingescha-
keld, slaat de naald van de snelheidsmeter
uit tot het maximum en keert daarna weer
terug naar nul om het elektrische circuit te
testen.
DAU77141
Toerenteller
De toerenteller geeft het motortoerental
weer in aantal toeren per minuut (tpm) van
de krukas.
Als de machinevoeding wordt ingescha-
keld, slaat de naald van de toerenteller uit
tot het maximum en keert daarna weer te-
rug naar nul om het elektrische circuit te tes-
ten.
LET OP
DCA23050
Laat de motor niet draaien in de ho ge-
toerenzone van de toerenteller.
Ho getoerenzone: 8250 tpm en ho ger
1. Snelheidsmeter
1
1. Toerenteller
2. Hogetoerenzone
1
2
BV1-9-D1.book 4 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分
Page 37 of 122

Functies van ins trumenten en bedienin gselementen
5-5
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU77336
Multifunctioneel di splay
OPMERKING
Bepaalde weergave-items van het multi-
functionele display kunnen worden afge-
steld via de menumodus. (Zie pagina 5-10.)
WAARSCHUWING
DWA12313
Zet de machine stil voordat u wijzi ging en
aanbren gt in de in stelling en van het mul-
tifunctionele di splay. Het aanbren gen
van wijzi ging en tijden s het rijden kan u afleiden en ver
groot het ris ico op een
ongeval.
Brand stofniveaumeter
De brandstofniveaumeter geeft aan hoe-
veel brandstof in de tank aanwezig is. De
displaysegmenten van de brandstofniveau-
meter verdwijnen van “F” (vol) naar “E”
(leeg) naarmate het brandstofniveau verder
daalt. Als het laatste segment begint te
knipperen, dient u zo snel mogelijk te tan-
ken.
OPMERKING
Als er een probleem wordt gedetecteerd in
het elektrische circuit van de brandstofni-
veaumeter, gaat de brandstofniveaumeter
knipperen. Vraag een Yamaha dealer de
machine te controleren.
Temperatuurmeter koelvloei stof
1. Informatieweergave
2. Functieselectiepictogram
3. Brandstofniveaumeter
4. Klok
5. Pictogrammen handvatverwarming/zadelver-
warming
6. Rijmodusweergave (XP530-A, XP530D-A)
7. Temperatuurmeter koelvloeistof
1. Indicator olieverversing “Oil”
2. Indicator V-snaarvervanging “V-Belt”
3. Eco-controlelampje “ECO”
1 2 3 4 5
6
7
1 2
3
1. Brandstofniveaumeter
1. Temperatuurmeter koelvloeistof
1
1
BV1-9-D1.book 5 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分
Page 38 of 122

Functies van ins trumenten en bedienin gselementen
5-6
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
De koelvloeistoftemperatuur is afhankelijk
van de weersomstandigheden en de motor-
belasting. Als het bovenste segment begint
te knipperen, schakelt de informatieweerga-
ve automatisch naar “C-TEMP” en knippert
“Hi”. Stop het voertuig en laat de motor af-
koelen. (Zie pagina 8-35.)
OPMERKING
U kunt de informatieweergave niet wijzigen
tijdens oververhitting van de motor.
LET OP
DCA10022
Laat de motor niet draaien terwijl deze
oververhit i s.
Eco-controlelampje
Dit controlelampje gaat aan wanneer de
machine wordt gebruikt op een milieuvrien-
delijke, energiezuinige manier. Het contro-
lelampje gaat uit als u de machine stopt.
OPMERKING
Hierna volgen enkele tips om het brandstof-
verbruik te verlagen:
Voer het motortoerental tijdens acce-
lereren niet te hoog op.
Rijd met een constante snelheid. Rijmodus
weergave (XP530-A, XP530D-
A)
Deze weergave geeft aan welke rijmodus is
geselecteerd: “S” spor tmodus of “T” toer-
modus. (Zie pagina 4-3.)
Indicator V-s naarvervangin g
Deze indicator knippert om de 20000 km
(12500 mi), wanneer de V-snaar moet wor-
den vervangen.
Stel de indicator voor V-snaarvervanging
terug nadat de V-snaar is vervangen. (Zie
pagina 5-13.)
OPMERKING
Als de V-snaar wordt vervangen voordat de
indicator voor V-snaarvervanging knippert,
moet de indicator worden teruggesteld zo-
dat het eerstvolgende tijdstip voor V-snaar-
vervanging weer correct wordt
aangegeven.
1. Eco-controlelampje “ECO”
1
1. Rijmodusweergave
1. Indicator V-snaarvervanging “V-Belt”
1
1
BV1-9-D1.book 6 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分
Page 39 of 122

Functies van ins trumenten en bedienin gselementen
5-7
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Olieverver sin gs indicator
Deze indicator knippert zodra de eerste
1000 km (600 mi) zijn afgelegd en na 5000
km (3000 mi). Vervolgens gaat de indicator
om de 5000 km (3000 mi) knipperen, om zo
aan te geven dat het tijd is om de motorolie
te verversen.
Nadat de motorolie is ververst moet de indi-
cator olieverversing worden teruggesteld.
(Zie pagina 5-13.)
OPMERKING
Als de motorolie wordt ververst voordat de
indicator olieverversing knippert, moet de
indicator worden teruggesteld zodat het
eerstvolgende tijdstip voor olieverversing
weer correct wordt aangegeven.
Pictogrammen handvatverwarmin g/za-
delverwarmin g
Deze pictogrammen verschijnen wanneer de handvatverwarming of zadelverwarming
is ingeschakeld.
Functie
selectie
Houd de schakelaar “MENU” een seconde
lang ingedrukt om de weergave te wisselen
tussen afstelling van handvatverwarming,
afstelling van zadelverwarming en selectie
van informatieweergave.
OPMERKING
Voor XP530D-A: U kunt de afstelling
van kuipruit, afstelling van handvatver-
warming en afstelling van zadelver-
warming selecteren.
Voor XP530E-A, XP530-A: Voor
handvatverwarming en zadelverwar-
ming is een accessoire nodig en u kunt
deze niet selecteren.
De stand van het kuipruit afstellen
Als u de kuipruit hoger wilt stellen, drukt u
op de “ ”-zijde van de selectieschakelaar.
Als u de kuipruit lager wilt stellen, drukt u op
de “ ”-zijde van de selectieschakelaar.
De handvatverwarming afstellen
Deze machine kan worden voorzien van
handvatverwarming, die alleen kan worden
gebruikt als de motor loopt. Er zijn 4 instel-
lingen voor de handvatverwarming.
1. Indicator olieverversing “Oil”
1. Pictogrammen handvatverwarming/zadelver- warming
1
1
BV1-9-D1.book 7 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分
Page 40 of 122

Functies van ins trumenten en bedienin gselementen
5-8
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Als u de temperatuur van de handvatver-
warming wilt verhogen, drukt u op de “ ”-
zijde van de selectieschakelaar. Als u de
temperatuur van de handvatverwarming wilt
verlagen, drukt u op de “ ”-zijde van de
selectieschakelaar.
LET OP
DCA17931
Draag hands choenen wanneer u de
handvatverwarmin g g ebruikt.
Al s de om gevin gstemperatuur 20
C (68 F) of meer bedraag t, moet u
de handvatverwarmin g niet op de
ins telling Hoog zetten.
Als het stuurhandvat of de g as hen-
del ver sleten of be schadi gd i s, ge-
bruik de handvatverwarmin g dan
niet meer en vervan g handvat en
hendel.
Zadelverwarming afstellen
Deze machine kan worden voorzien van za-
delverwarming, die alleen kan worden ge-
bruikt als de motor loopt. Er zijn 4
instellingen voor de zadelverwarming. Als u de temperatuur van de zadelverwar-
ming wilt verhogen, drukt u op de “ ”-zijde
van de selectieschakelaar. Als u de tempe-
ratuur van de zadelverwarming wilt verla-
gen, drukt u op de “ ”-zijde van de
selectieschakelaar.
LET OP
DCA239
80
Zor g dat u be schermende kledin g
draag t die uw heupen en benen be-
dekt wanneer u de zadelverwar-
min g g ebruikt.
Al s de om gevin gstemperatuur 20
C (68 F) of hog er bedraa gt, moet u
de zadelverwarmin g niet op de
hoogs te stand zetten.
Als het zadel ver sleten of be scha-
dig d is , gebruik de zadelverwar-
min g dan niet meer en vervan g het
zadel.
De informatieweergave wijzigen
De items van de informatieweergave zijn
gegroepeerd op 3 displaypagina’s.
Druk op de “ ”- of “ ”-zijde van de se-
lectieschakelaar om tussen de 3 displaypa-
gina’s te wisselen.
OPMERKING
De items voor elke displaypagina kunnen
worden aangepast. (Zie pagina 5-14.)
Uit
Laag
Middel Weergave
Instelling
Hoog
Uit
Laag
Middel Weergave
Instelling
Hoog
BV1-9-D1.book 8 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分