Page 17 of 122

Smart-sleutelsys teem
3-2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
LET OP
DCA15764
Het Smart- sleutel systeem gebruikt
zwakke radio golven. Het Smart- sleutel-
s ysteem werkt in de vol gende situatie s
mo gelijk niet.
De Smart- sleutel i s g eplaat st in een
locatie die i s bloot ges teld aan s ter-
ke radio golven of andere elektro-
ma gneti sche rui s
Er bevinden zich faciliteiten in de
buurt die s terke radio golven uitzen-
den (televi sie- of radiotorens , ener-
g iecentrale s, uitzend station s,
luchthaven s, etc.)
U draa gt of g ebruikt communicatie-
apparaten zoals radio’s of mobiele
telefoons dicht bij uw Smart- sleutel
De Smart- sleutel maakt contact met
of wordt bedekt door een metalen
voorwerp
Andere voertui gen die zijn uit geru st
met een Smart- sleutel sys teem be-
vinden zich in de nabijheid
Verplaat s de Smart-s leutel in zulke situ-
atie s naar een andere locatie en voer de
bewerking opnieuw uit. Al s dit het pro-
bleem niet oplo st, gebruikt u de mecha-
nis che sleutel om de bewerkin g in de
noodmodus uit te voeren. (Zie pa gina
8-36.)
DAU77213
Bereik van het Smart-
sleutel systeem
Het bereik van het Smart-sleutelsysteem
bedraagt ongeveer 80 cm (31.5 in) vanaf
het midden van het stuur.
OPMERKING
Aangezien het Smart-sleutelsysteem
gebruikmaakt van zwakke radiogol-
ven, kan het ontvangstbereik ervan
worden beïnvloed door de omgeving.
Als de batterij van de Smart-sleutel
ontladen raakt, werkt de Smart-sleutel
mogelijk niet of kan het bereik ervan
zeer klein worden.
Als de Smart-sleutel is uitgeschakeld,
zal de machine de Smart-sleutel niet
herkennen, ook niet als deze zich bin-
nen het ontvangstbereik bevindt.
Als de schakelaar “ON/ ”, de scha-
kelaar “OFF/LOCK” of de schakelaar
“ / ” herhaaldelijk wordt ingedrukt
terwijl de Smart-sleutel buiten bereik is
of niet met de machine kan communi-
ceren, worden alle schakelaars tijdelijk
1. “ / ”-schakelaar
2. Schakelaar “OFF/LOCK”
12
BV1-9-D1.book 2 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分
Page 18 of 122

Smart-sleutel sys teem
3-3
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
uitgeschakeld.
Als de Smart-sleutel wordt opgebor-
gen in het voorste of achterste opberg-
compartiment, kan dit de
communicatie tussen de Smart-sleutel
en de machine belemmeren. Als de
achterste bagageruimte of het voorste
opbergcompartiment is vergrendeld
met de Smart-sleutel erin, wordt het
Smart-sleutelsysteem mogelijk uitge-
schakeld. Draag de Sm art-sleutel altijd
bij u.
WAARSCHUWING
DWA17952
U dient de Smart Key bij u te dra-
g en. Bewaar deze niet in het voer-
tui g.
Wee s erop alert dat wanneer de
Smart Key zich binnen het wer-
kin gsbereik bevindt, andere per so-
nen die de Smart Key niet dra gen de
motor kunnen s tarten en het voer-
tuig kunnen bedienen.
DAU61646
De Smart-s leutel en
mechani sche sleutel g ebruiken
De machine wordt geleverd met één Smart-
sleutel (met een geïntegreerde mechani-
sche sleutel) en één mechanische reserve-
sleutel met een identificatiekaart. Bewaar
de mechanische reservesleutel en de kaart
afzonderlijk van de Smart-sleutel. Als de
Smart-sleutel beschadigd of verloren raakt,
of wanneer de batterij ontladen is, kunt u in
plaats daarvan de mechanische sleutel ge-
bruiken. Het zadel kan worden geopend,
het identificatienumme r van het Smart-sleu-
telsysteem kan handmatig worden inge-
voerd, en de machine kan worden gebruikt.
(Zie pagina 8-36.) We raden u aan om het
identificatienummer te noteren voor
noodg evallen.
Als de Smart-sleutel en de identificatiekaart
van de mechanische sleutel beide verloren
of beschadigd zijn geraakt en het identifica-
tienummer niet is genoteerd, moet het ge-
hele Smart-sleutelsysteem worden
vervangen.
OPMERKING
Het identificatienummer is ook vermeld op
de Smart-sleutel zelf.
1. Smart-sleutel
2. Mechanische sleutel
3. Identificatienummerkaart
1234 56
123
BV1-9-D1.book 3 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分
Page 19 of 122

Smart-sleutelsys teem
3-4
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
LET OP
DCA21573
De Smart- sleutel bevat elektroni sche
precis ieonderdelen. Neem de vol gende
voorzor gsmaatre gelen om s toringen of
s chade te voorkomen.
Plaat s of bewaar de Smart- sleutel
niet in een opberg compartiment. De
Smart- sleutel kan be schadi gd ra-
ken door rijtrilling en of overmatige
hitte.
Laat de Smart- sleutel niet vallen,
buig deze niet en s tel deze niet
bloot aan harde s chokken.
Dompel de Smart- sleutel niet onder
in water of andere vloeis toffen.
Plaats g een zware voorwerpen op
de Smart- sleutel en s tel deze niet
bloot aan overmati ge druk.
Plaat s de Smart-s leutel niet in een
om gevin g met direct zonlicht, ho ge
temperaturen of een ho ge vochti g-
heid sgraad.
Probeer niet om de Smart- sleutel te
s lijpen of te wijzi gen.
Houd de Smart- sleutel uit de buurt
van sterke ma gneti sche velden en
ma gneti sche voorwerpen zoal s
s leutelhouder s, televi sie s en com-
puters .
Houd de Smart- sleutel uit de buurt
van elektri sche medi sche appara-
tuur.
Laat de Smart- sleutel niet in contact komen met olie, polij
stmiddel of
a g re ssieve chemi sche stoffen. Hier-
door kan de behuizin g van de
Smart- sleutel verkleuren of bar sten.
OPMERKING
De levensduur van de batterij van de
Smart-sleutel is ongeveer twee jaar,
maar dit kan variëren naargelang de
gebruiksomstandigheden.
De batterij van de Smart-sleutel kan
ontladen raken, zelfs als deze op af-
stand van het voertuig wordt bewaard
en niet wordt gebruikt.
Als de Smart-sleutel doorlopend radio-
golven ontvangt, zal de batterij van de
Smart-sleutel snel ontladen raken.
(Bijvoorbeeld als de Smart-sleutel in
de omgeving van elektrische appara-
ten zoals televisies, radio’s of compu-
ters wordt bewaard.)
Vervang de batterij van de Smart-sleutel als
het controlelampje van het Smart-sleutelsy-
steem ongeveer 20 seconden knippert na-
dat het contact wordt ingeschakeld of
wanneer het controlelampje van het Smart-
sleutelsysteem niet gaat branden wanneer
op de schakelaar “ON/OFF” wordt gedrukt.
(Zie pagina 3-6.) Als het Smart-sleutelsy-
steem niet werkt na het vervangen van de
batterij van de Smart-sleutel, laat dan een
Yamaha dealer de machine controleren.
OPMERKING
U kunt maximaal zes Smart-sleutels
registreren voor dezelfde machine.
Neem voor extra Smart-sleutels con-
tact op met uw Yamaha dealer.
Als u een Smart-sleutel kwijtraakt,
neem dan onmiddellijk contact op met
een Yamaha dealer om diefstal van de
machine te voorkomen.
1. Identificatienummer
1
BV1-9-D1.book 4 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分
Page 20 of 122

Smart-sleutel sys teem
3-5
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU77223
Smart-s leutel
Als de Smart-sleutel is ingeschakeld en bin-
nen het bereik wordt gebracht, stelt het
Smart-sleutelsysteem u in staat om het
voertuig te bedienen zonder een mechani-
sche sleutel in te steken.
Als de Smart-sleutel is uitgeschakeld kan
de machine niet worden bediend, zelfs niet
als de Smart-sleutel binnen het bereik van
de machine is.
De huidige status van de sleutel kan wor-
den gecontroleerd door kort op de schake-
laar “ON/OFF” te drukken.
Kort knipperen: de sleutel is ingescha-
keld
Lang knipperen: de sleutel is uitge-
schakeld
De Smart- sleutel in- en uit schakelen
Houd om de Smart-sleutel in of uit te scha-
kelen de schakelaar “ON/OFF” een secon-
de lang ingedrukt. Het controlelampje van
de Smart-sleutel knippert. Als de sleutel kort
knippert, is de sleutel ingeschakeld. Als de
sleutel lang knippert, is de sleutel uitge-
schakeld.
OPMERKING
Om accucapaciteit te sparen, schakelt het
Smart-sleutelsysteem zichzelf ongeveer
een week nadat de machine voor het laatst
is gebruikt automatisch uit. Druk in dat geval een keer op de schakelaar “ON/ ” om het
Smart-sleutelsysteem in te schakelen, en
nog een keer om de machinevoeding in te
schakelen.
De mechani
sche sleutel gebruiken
Trek de mechanische sleutel uit de Smart-
sleutelbehuizing. Plaats de mechanische
sleutel na gebruik weer terug in de Smart-
sleutel.
1. Schakelaar “ON/OFF”
2. Controlelampje Smart-sleutel
3. Mechanische sleutel
1
2
3
BV1-9-D1.book 5 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分
Page 21 of 122

Smart-sleutelsys teem
3-6
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU79071
De batterij van de Smart- sleutel
vervan gen
Vervang de batterij in de volgende situaties.
Als het controlelampje van het Smart-
sleutelsysteem ongeveer 20 secon-
den knippert nadat het contact wordt
ingeschakeld.
Als het controlelampje van het Smart-
sleutelsysteem niet gaat branden wan-
neer u op de schakelaar “ON/OFF”
drukt.
WAARSCHUWING
DWA20630
De Smart- sleutel bevat een knoopcelba-
tterij.
Houd nieuwe en gebruikte batterij-
en uit de buurt van kinderen.
Al s het batterijvak niet goed sluit,
s top dan met het gebruik van de
Smart- sleutel en houd deze uit de
buurt van kinderen.
Explos iegevaar - voorkom verkeerd ge-
bruik van de batterij.
Onjuis te vervan ging kan re sulteren
in brand of explo sie.
Vervan g de batterij uit sluitend door
een exemplaar van hetzelfde of een
g elijkwaardi g type.
Stel de Smart- sleutel niet bloot aan
overmati ge hitte, zoal s van de zon
of vuur. Gevaar voor chemi
sche brandwonden -
s lik de batterij niet in.
Al s de batterij wordt in geslikt kan
deze binnen s lechts 2 uur ern sti g e
inwendi ge brandwonden veroorza-
ken, mog elijk met de dood tot ge-
vol g.
Raadplee g onmiddellijk een art s al s
u vermoedt dat een batterij i s ing e-
s likt of in eni g deel van het lichaam
is terecht gekomen.
LET OP
DCA24010
Oefen geen overmati ge kracht uit
op de Smart- sleutel bij het vervan-
g en van de batterij.
Gebruik geen schroevendraaier of
ander hard voorwerp om de sleutel
met kracht te openen.
Voorkom dat de waterdichte afdich-
tin g be schadi gd of vervuild raakt.
Raak de interne circuit s en aan slui-
tin gen niet aan. Hierdoor kunnen
s toring en ont staan.
Zor g ervoor dat de batterij correct
wordt geplaat st. Controleer de rich-
tin g van de pos itieve/“+” kant van
de batterij.
De batterij van de Smart- sleutel vervan-
g en
1. Wrik de behuizing van de Smart-sleu- tel voorzichtig open.
2. Verwijder de batterijkap en de O-ring.
1. Controlelampje Smart-sleutelsysteem “ ”
1
BV1-9-D1.book 6 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分
Page 22 of 122

Smart-sleutel sys teem
3-7
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
3. Verwijder de batterij.
OPMERKING
Voer de verwijderde batterij af volgens de
lokaal geldende voorschriften. 4. Plaats een nieuwe batterij zoals ge- toond. Let op de polariteit van de bat-
terij.
5. Breng de O-ring en de batterijkap aan.
6. Klik de behuizing van de Smart-sleutel voorzichtig dicht.
DAU77232
De machine in schakelen
1. Druk met de Smart-sleutel ingescha-
keld en binnen het bereik kort op de
schakelaar “ON/ ”.
2. Na verificatie van de Smart-sleutel klinkt de zoemer twee keer en gaat het
controlelampje van het Smart-sleutel-
systeem kort branden. Alle sloten wor-
den automatisch ontgrendeld.
OPMERKING
Als het stuurslot zichzelf niet automa-
tisch kan loszetten, gaat het controle-
lampje van het Smart-sleutelsysteem
knipperen. Probeer het stuur voorzich-
tig naar links of rechts te draaien en
druk dan nogmaals op de schakelaar
“ON/ ”.
Als het stuur nog steeds vergrendeld is
en niet wordt losgezet, knippert het
controlelampje van het Smart-sleutel-
systeem 16 keer en stopt het loszetten
van het stuurslot halverwege. Draai
het stuur voorzichtig naar links en
rechts om het loszetten van het stuur-
slot te vergemakkelijken en druk weer
op de schakelaar “ON/ ”.
Als het slot van de middenbok zichzelf
niet automatisch kan ontgrendelen,
gaat het controlelampje van het
Smart-sleutelsysteem knipperen. Be-
weeg de machine voorzichtig naar vo-
ren of achteren en druk dan nogmaals
op de schakelaar “ON/ ”.
1. Accukap
2. O-ring
Verei ste batterij:
CR2025
1. Accu
2. O-ring
3. Accukap
1
2
1
2
3
1. Schakelaar “ON/ ”
M ODE
1
BV1-9-D1.book 7 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分
Page 23 of 122

Smart-sleutelsys teem
3- 8
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Als de middenbok nog steeds is ver-
grendeld en niet loskomt, knippert het
controlelampje van het Smart-sleutel-
systeem 16 keer en stopt het ontgren-
delen van het middenbokslot
halverwege. Beweeg de machine naar
voren en achteren zodat het midden-
bokslot loskomt en druk dan nogmaals
op de schakelaar “ON/ ”.
LET OP
DCA15 826
Al s het stuur slot of middenbok slot niet
kan worden ont grendeld en het controle-
lampje van het Smart- sleutel systeem
knippert, laat dan een Yamaha dealer het
Smart-s leutelsysteem controleren.
3. De machinevoeding wordt ingescha- keld wanneer alle sloten zijn ontgren-
deld. Het multifunctionele display
wordt ingeschakeld.
4. De motor kan nu worden gestart. (Zie pagina 7-2.)
OPMERKING
Zie pagina 8-36 voor informatie over de
noodmodus en hoe de machinevoeding kan
worden ingeschakeld zonder de Smart-
sleutel.
DAU7 8031
Machinevoedin g uits chakelen
Om de machinevoeding uit te schakelen en
de motor af te zetten als deze draait, drukt u
op de schakelaar “OFF/LOCK”.
Na verificatie van de Smart-sleutel klinkt de
zoemer eenmaal om te bevestigen dat de
machinevoeding is uitgeschakeld, en de
sloten van opbergcom partimenten en tank-
dop worden ontgrendeld.
OPMERKING
De bestuurder moet de machinevoe-
ding handmatig uitschakelen.
De machinevoeding zal niet automa-
tisch worden uitgeschakeld, zelfs niet
als de Smart-sleutel buiten het bereik
van het Smart-sleutelsysteem wordt
gebracht.
De machinevoeding kan niet worden
uitgeschakeld met de schakelaar
“OFF/LOCK” wanneer de machine
rijdt.
Als de Smart-sleutel zich niet binnen het be-
reik bevindt of niet met de machine kan
communiceren als u op de schakelaar
“OFF/LOCK” drukt, zal de machine niet
worden uitgeschakeld en zal de zoemer ge-
durende drie seconden klinken (het contro-
lelampje van het Smart-sleutelsysteem zal
ook knipperen) om u te waarschuwen dat
de machinevoeding niet is uitgeschakeld.
Bevestig de locatie en toestand van de
Smart-sleutel en probeer nogmaals om de
1. Schakelaar “OFF/LOCK”
1
BV1-9-D1.book 8 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分
Page 24 of 122

Smart-sleutel sys teem
3-9
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
machine uit te schakelen.
OPMERKING
Zonder de Smart-sleutel kan de machine-
voeding worden uitgeschakeld door nog-
maals op de schakelaar “OFF/LOCK” te
drukken terwijl het controlelampje van het
Smart-sleutelsysteem knippert.
Automati sche ver grendelin g
Nadat de motor is afgezet met de schake-
laar “OFF/LOCK” (of wanneer de machine-
voeding wordt uitgeschakeld), worden de
sloten van alle opbergcompartimenten (in-
dien aanwezig) en het tankdopdeksel tijde-
lijk ontgrendeld en kunnen deze
compartimenten worden geopend. Na 60
seconden worden alle compartimenten au-
tomatisch vergrendeld.
Wanneer u de sloten van compartimenten
ontgrendelt met de schakelaar “ / ”, wor-
den de compartimenten na 10 seconden
automatisch vergrendeld.
DAU8 0000
Het stuurslot ver grendelen
Parkeer de machine op een veilige plaats
en schakel de machinevoeding uit. Draai
het stuur geheel naar li nks en druk dan kort
op de schakelaar “OFF/LOCK”.
OPMERKING
Als het stuurslot correct vergrendelt,
klinkt de zoemer één keer.
Als het stuurslot niet correct vergren-
delt, klinkt de zoemer gedurende drie
seconden en knippert het controle-
lampje van het Smart-sleutelsysteem.
Draai het stuur nogmaals geheel naar
links en houd de schakelaar
“OFF/LOCK” weer één seconde inge-
drukt.
WAARSCHUWING
DWA14742
Bedien het stuur slot niet terwijl het voer-
tui g bewee gt.
BV1-9-D1.book 9 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分