Page 31 of 122

Speciale kenmerken
4-4
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Sportmodus “S”
Vergeleken met de toermodus biedt deze
modus een sportievere motorrespons in het
lage- en middelhogetoerenbereik.DAU772 81
Tractiere gelin g
De tractieregeling (TCS) draagt bij aan het
behouden van grip bij het optrekken op
gladde oppervlakken, zoals onverharde of
natte wegen. Wanneer sensoren detecte-
ren dat het achterwiel begint te slippen (on-
gecontroleerde slip), gr ijpt de tractieregeling
in door het motorvermogen te reguleren tot-
dat de grip is hersteld.
Als tractieregeling in werking is, knippert het
controlelampje “ ”. Mogelijk merkt u ver-
andering in de reactie van de motor of het
uitlaatgeluid.
WAARSCHUWING
DWA1 8860
De tractiereg eling vormt geen vervan-
g in g voor vers tandig rijgedra g dat i s
aan gepa st aan de om standig heden. De
tractiere geling biedt geen be schermin g
te gen gripverlie s door te s nel ingaan van
bochten, snel optrekken bij schuin over-
han gen of door remmen, en kan we gglij-
den van het voorwiel niet voorkomen.
Rijd altijd voorzichti g op oppervlakken
die mo gelijk glad kunnen zijn en vermijd
bijzonder gladde oppervlakken.
Tractiere gelin g in stellen
Als u de machine inschakelt, wordt tractie-
regeling automatisch ingeschakeld.
Zie pagina 5-10 om de tractieregeling uit te
schakelen.
1. Controlelampje tractieregeling “ ”
1
BV1-9-D1.book 4 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分
Page 32 of 122

Speciale kenmerken
4-5
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
OPMERKING
Als de machine vast is komen te zitten in
modder, zand of een ander zacht opper-
vlak, schakel dan de tractieregeling uit om
het vrijmaken van het achterwiel te verge-
makkelijken.
LET OP
DCA16 801
Gebruik uit sluitend de voor geschreven
banden. (Zie pa gina 8-17.) Bij g ebruik
van banden met een andere maat zal de
tractiereg eling de wielrotatie niet nauw-
keuri g kunnen re gelen.
De tractiere gelin g teru gstellen
De tractieregeling wordt onder de volgende
omstandigheden automatisch uitgescha-
keld, bijvoorbeeld als een sensorfout wordt
gedetecteerd of wann eer langer dan enkele
seconden slechts één wiel kan draaien. Als
dit gebeurt, gaat het controlelampje “ ”
branden en mogelijk ook het waarschu-
wingslampje “ ”.
OPMERKING
Geef niet langdurig gas wanneer de machi-
ne op de middenbok staat. Anders wordt de
tractieregeling automa tisch uitgeschakeld
en moet deze opnieuw worden ingesteld.
Als de tractieregeling automatisch wordt uit-
geschakeld, kunt u deze als volgt terugstel-
len.
1. Stop de machine en schakel deze vol- ledig uit.
2. Wacht enkele seconden en schakel de
machinevoeding vervolgens in.
3. Het controlelampje “ ” dient uit te gaan en het systeem dient te worden
ingeschakeld.
OPMERKING
Als het controlelampje “ ” na het terug-
stellen blijft branden, kan nog steeds met de
machine worden gereden; laat de machine echter zo snel mogel
ijk nakijken door uw
Yamaha dealer.
4. Laat een Yamaha dealer het voertuig nakijken en het controlelampje “ ”
uitschakelen.
BV1-9-D1.book 5 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分
Page 51 of 122

Functies van ins trumenten en bedienin gselementen
5-19
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU655 82
Anti-blokkeervoorzienin g
rem systeem (ABS)
Het ABS-systeem van dit model bestaat uit
een dubbel uitgevoerd elektronisch regelsy-
steem dat de voorrem en achterrem onaf-
hankelijk aanstuurt.
Gebruik de remmen met ABS net zoals con-
ventionele remmen. Bij activering van het
ABS-systeem kan een pulsatie worden ge-
voeld in de remhendels. Ga in dat geval
door met remmen en laat het ABS-systeem
het werk doen. Ga niet “pompend” remmen,
dit vermindert de remeffectiviteit.
WAARSCHUWING
DWA16051
Houd altijd een veili ge af stand tot voor-
liggers , zelfs al s uw voertui g is uit geru st
met ABS.
Het ABS- sys teem functioneert het
effectief st over lan ge remwe gen.
Op bepaalde oppervlakken, zoal s
s lechte we gen of g rindwegen, kan
de remaf stand met het ABS- sy-
s teem lan ger zijn dan zonder ABS-
sy steem.
Het ABS-systeem wordt bewaakt door een
ECU die het systeem bij een storing laat te-
rugkeren naar conventioneel remmen.
OPMERKING
Telkens wanneer het voertuig wordt
ingeschakeld en de snelheid 10 km/h
(6 mi/h) of hoger bereikt, voert het
ABS-systeem een zelfdiagnosetest
uit. Tijdens deze test hoort u een klik-
kend geluid en wanneer u een rem-
hendel licht aantrekt, voelt u eventueel
een trilling in de hendel. Dit is normaal.
Dit ABS-systeem is uitgerust met een
testfunctie, waarbij de bestuurder pul-
saties kan voelen in de rembediening
terwijl ABS actief is. Er is echter speci-
aal gereedschap vereist, dus neem
contact op met uw Yamaha dealer.
LET OP
DCA20100
Let op dat de wiel sen sor en de rotor van
de wiel sen sor niet be schadi gd raken,
ander s kan het ABS- systeem niet meer
naar behoren werken.
1. Opneemring voorwielsensor
2. Voorwielsensor
1. Opneemring achterwielsensor
2. Achterwielsensor
1
2
1
2
BV1-9-D1.book 19 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分
Page 66 of 122

7-1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Gebruik en belan grijke rij-informatie
DAU15952
Lees de gebruikershandleiding zorgvuldig
door om u vertrouwd te maken met alle be-
dieningselementen. Als u de werking van
een functie of bedieningselement niet be-
grijpt, vraag dan uw Yamaha dealer om uit-
leg.
WAARSCHUWING
DWA10272
Een onvoldoende vertrouwdheid met de
bedienings elementen kan leiden tot ver-
lie s van de controle, met mo gelijk een
on geval of let sel tot gevol g.
DAU77750
OPMERKING
Dit model is uitgerust met:
een hellingshoeksensor, waarbij de
motor afslaat bij kanteling. In dat geval
gaat ook het waarschuwingslampje
motorstoring branden, maar dit is geen
storing. Schakel de machinevoeding
uit zodat het waarschuwingslampje
uitgaat. Wanneer u dit niet, doet zal de
motor niet aanslaan, ook al probeert
de startmotor de motor op gang te
brengen na het indrukken van de start-
knop.
een automatische motorstop. De mo-
tor stopt automatisch als deze 20 mi-
nuten stationair draait. Als de motor
stopt, druk dan simpelweg op de start-
knop om de motor opnieuw te starten.
BV1-9-D1.book 1 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分
Page 117 of 122

Gebruikersinformatie
11-2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
DAU69910
Dia gno ses tekker
De diagnosestekker bevindt zich op de aan-
gegeven plaats.
DAU74702
Re gis tratie van
voertuigge gevens
De ECU van dit model slaat bepaalde voer-
tuiggegevens op voor ondersteuning bij de
storingsdiagnose en voor onderzoeks- en
ontwikkelingsdoeleinden. Deze gegevens
worden alleen geüpload wanneer een spe-
ciaal diagnosegereedschap van Yamaha
op de machine wordt aangesloten, bijvoor-
beeld bij de uitvoering van controles of on-
derhoudsprocedures.
Hoewel de sensors en geregistreerde gege-
vens van model tot model verschillen, zijn
de belangrijkste gegevenspunten:
Informatie over de voertuigstatus en
motorprestaties
Informatie over brandstofinspuiting en
emissie
Yamaha deelt deze gegevens niet met an-
dere partijen, behalve:
Met toestemming van de voertuigeige-
naar
Als dat wettelijk verplicht is
Voor gebruik door Yamaha bij juridi-
sche procedures
Voor algemeen onderzoek door
Yamaha waarbij de gegevens niet
kunnen worden herleid tot een indivi-
duele machine of eigenaar
1. Diagnosestekker
1
BV1-9-D1.book 2 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分