Smart-sleutelsys teem
3-12
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Om het dek sel van het voor ste opber g-
compartiment te sluiten
Duw het deksel in de oorspronkelijke stand.
DAU77251
Parkeermodu s
Het stuur is vergrendeld en de alarmverlich-
ting en richtingaanwijzers kunnen worden
ingeschakeld, maar a lle andere elektrische
systemen zijn uit.
De parkeermodu s ins chakelen
1. Vergrendel het stuur. (Zie pagina 3-9.)
2. Houd de schakelaar “ / ” een se- conde lang ingedrukt.
OPMERKING
Als het stuurslot niet is vergrendeld, klinkt
de zoemer 3 seconden (het controlelampje
van de Smart-sleutel knippert ook) en kan
de parkeermodus niet worden ingescha-
keld.
3. Na verificatie van de Smart-sleutel klinkt de zoemer twee keer en wordt
de machine in de parkeermodus ge-
zet. Het controlelampje van de Smart-
sleutel gaat branden.
OPMERKING
Het zadel, de brandstoftankdop en het voor-
ste opbergcompartiment (voor XP530-A,
XP530D-A) kunnen in de parkeermodus
niet worden geopend.
LET OP
DCA20760
Als u de alarmverlichtin g of de richting -
aanwijzer s lan gduri g g ebruikt, kan dit de
accu ontladen.
De parkeermodu s uit schakelen
Druk op de schakelaar “ / ”. Na verifica-
tie van de Smart-sleutel klinkt de zoemer
één keer en gaat het controlelampje van het
Smart-sleutelsysteem uit.
BV1-9-D1.book 12 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分
5-1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Functie s van ins trumenten en bedienin gselementen
DAU77490
Stuur schakelaar s
Links
Recht s
DAU73921Dimlicht schakelaar/licht sig naal schake-
laar “ / /PASS”
Zet deze schakelaar op “ ” voor grootlicht
en op “ ” voor dimlicht.
Als u een grootlichtsignaal wilt geven, drukt u op de lichtsignaalzijde “PASS” van de
schakelaar terwijl de koplampen op dimlicht
staan.
DAU66040Richtin
gaanwijzer schakelaar “ / ”
Druk deze schakelaar naar “ ” om afslaan
naar rechts aan te geven. Druk deze scha-
kelaar naar “ ” om afslaan naar links aan
te geven. Na loslaten keert de schakelaar
terug naar de middenstand. Om de richting-
aanwijzers uit te schakelen wordt de scha-
kelaar ingedrukt nadat hij is teruggekeerd in
de middenstand.
DAU66030Claxon schakelaar “ ”
Druk deze schakelaar in om een claxonsig-
naal te geven.
DAU77450Noods topschakelaar “ / ”
Zet deze schakelaar op “ ” alvorens de
motor te starten. Zet deze schakelaar op
“ ” om de motor direct uit te schakelen in
een noodgeval, zoals wanneer de machine
omslaat of als de gaskabel blijft hangen.
DAU77290Schakelaar “ON/ ”
Druk met de Smart-schakelaar ingescha-
keld en binnen het bereik op deze schake-
laar om de machinevoeding in te schakelen.
Druk met de zijstandaard omhoog en terwijl
u de voor- of achterrem bekrachtigt op deze
schakelaar om de motor te starten met de
startmotor. Zie pagina 7-2 voor startinstruc-
ties voordat u de motor start.
DAU79601Schakelaar alarmverlichtin g “”
Met de voertuigvoeding aan of in de par-
keermodus kan deze schakelaar worden
gebruikt voor het inschakelen van de alarm-
verlichting (gelijktijdig knipperen van alle
richtingaanwijzers).
De alarmverlichting wordt gebruikt in een
noodgeval of om andere verkeersdeelne-
1. Selectieschakelaar “ / ”
2. Menuschakelaar “MENU”
3. Dimlichtschakelaar /lichtsignaalschakelaar
“ / /PASS”
4. Instelschakelaar cruise control “RES+/SET–” (XP530D-A)
5. Richtingaanwijzerschakelaar “ / ”
6. Claxonschakelaar “ ”
7. Aan-uitschakelaar cruise control “ ” (XP530D-A)
1. Noodstopschakelaar “ / ”
2. Modusschakelaar “MODE” (XP530-A, XP530D-A)
3. Schakelaar alarmverlichting “ ”
4. Schakelaar “ON/ ”
RES
SETP A SS
1
2
3
4
5
6
7
M ODE
1
3
4
2
BV1-9-D1.book 1 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分
Functies van ins trumenten en bedienin gselementen
5-2
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
mers te waarschuwen als uw machine stil-
staat in een mogelijk gevaarlijke
verkeerssituatie.
LET OP
DCA10062
Gebruik de alarmverlichtin g niet gedu-
rende lan gere tijd al s de motor niet draait
omdat hierdoor de accu kan ontladen.
DAU73951Cruis e-control schakelaars
Zie pagina 4-1 voor uitleg over de werking
van cruise control.
DAU77301Menus chakelaar “MENU”
Deze schakelaar wordt gebruikt om instel-
lingen in het multifunctionele display te wij-
zigen. (Zie pagina 5-5.)
DAU77311Selectie schakelaar “ / ”
Deze schakelaar wordt gebruikt om instel-
lingen in het multifunctionele display te wij-
zigen. (Zie pagina 5-5.)
DAU73931Rijmodusschakelaar “MODE”
Zie pagina 4-3 voor uitleg over de rijmodus.
DAU77122
Controlelampje s en
waar schuwin gslampje s
DAU11032Controlelampje s richting aanwijzer s
“” en “”
Elk controlelampje gaat knipperen wanneer
de bijbehorende richtingaanwijzer knippert.
DAU110 81Controlelampje g rootlicht “ ”
Dit controlelampje brandt terwijl de koplamp
is ingeschakeld voor grootlicht.
DAU77550Controlelampje s cruis e control
Zie pagina 4-1 voor uitleg over de werking
van deze controlelampjes.
DAU77560Waar schuwings lampje motor storin g
“”
Dit waarschuwingslampje gaat branden als
er een storing wordt gedetecteerd in de mo-
tor of een ander regelsysteem van de ma-
chine. Vraag in dat geval een Yamaha
dealer het boorddiagnos esysteem te con-
1. Controlelampje grootlicht “ ”
2. Controlelampje tractieregeling “ ”
3. Controlelampjes richtingaanwijzers “ ” en
“”
4. Controlelampje Smart-sleutelsysteem “ ”
5. ABS-waarschuwingslampje “ ”
6. Waarschuwingslampje motorstoring “ ”
7. Controlelampjes cruise control (XP530D-A)
12 45 6
3
7
ABS
BV1-9-D1.book 2 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分
12-1
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
Index
A
Aandachtspunten voor veilig rijden ......... 1-5
Accu ......................................................8-27
Achterremblokkeerhendel ..................... 5-1 8
Achterremblokkeerkabel, afstellen ........ 8-20
Achterremblokkering, controleren ......... 8-20
Achteruitkijksp iegels ............................. 5-26
Anti-blokkeervoorzi ening remsysteem
(ABS) .................................................. 5-19
B
Banden.................................................. 8-17
Batterij van Smart-sleutel, vervangen ..... 3-6
Bereik van het Smart-sleutelsysteem ..... 3-2
Bougies, controleren ............................... 8-9
Brandstof............................................... 5-21
Brandstofverbruik, tips voor een zuinig ... 7-5
C
Claxonschakelaar ................................... 5-1
Controlelampje grootlicht ........................ 5-2
Controlelampjes cruise control................ 5-2
Controlelampjes en waarschuwingslampjes......................... 5-2
Controlelampje Smart-sleutelsysteem .... 5-3
Controlelampjes richtingaanwijzers ........ 5-2
Controlelampje tractieregeling ................ 5-3
Cruise-controlschakelaars ...................... 5-2
Cruise control (XP530D-A) ..................... 4-1
D
De machine inschakelen ......................... 3-7
De middenbok vergrendelen ................. 3-10
Diagnosestekker ................................... 11-2
Dimlichtschakelaar/ lichtsignaalschakelaar .......................... 5-1
D-mode (rijmodus) (XP530-A, XP530D-A) ........................................... 4-3
Doorbuiging aandrijfriem ....................... 8-23
F
Filterbus ................................................8-10
G
Gasgreep en gaskabel, controleren en
smeren................................................ 8-24
Gelijkstroom aans luitcontact voor
accessoires......................................... 5-2 8
Gereedschapsset .................................... 8-2
Gloeilamp richtingaanwijzer (voor), vervangen ........................................... 8-31
Gloeilamp van kentekenverlichting,
vervangen ........................................... 8-32
H
Het stuurslot vergrendelen ...................... 3-9
I
Identificatienummers ............................ 11-1
Inrijperiode .............................................. 7-5
K
Kabels, controleren en smeren ............ 8-23
Klepspeling ........................................... 8-16
Koelvloeistof ......................................... 8-13
Kuipruit (XP530E-A, XP530-A) ............. 5-25
L
Luchtfilterelement, motor ...................... 8-14
M
Machinevoeding uitschakelen ................ 3- 8
Matkleur, let op ....................................... 9-1
Menuschakelaar ..................................... 5-2
Middenbok en zijstandaard, controleren en smeren ....................... 8-25
Modelinformatiesticker ......................... 11-1
Motorolie en oliefilterpatroon ................ 8-10
Multifunctioneel display .......................... 5-5
N
Noodmodus .......................................... 8-36
Noodstopschakelaar............................... 5-1
O
Onderhoud en smering, periodiek .......... 8-4
Onderhoud, uitstootcontrolesysteem ...... 8-3
Opbergcompartimenten ........................ 5-23
Overloopslang brandstoftank ............... 5-22
P
Panelen, verwijderen en aanbrengen ..... 8-7
Parkeermodus ...................................... 3-12
Parkeren ................................................. 7-6
Plaats van de onderdelen....................... 2-1
Problemen oplossen ............................. 8-33
R
Registratie van gegevens, voertuig ...... 11-2
Remhendel, achterrem ......................... 5-1 8
Remhendels, smeren ........................... 8-24
Remmen ................................................. 7-4
Remvloeistofniveau, controleren .......... 8-21
Remvloeistof, verversen ....................... 8-22
Richtingaanwijzerschakelaar .................. 5-1
Rijmodusschakelaar ............................... 5-2
S
Schakelaar alarmverlichting ................... 5-1
schakelaar ON/Start ............................... 5-1
Schokdemperunit ................................. 5-27
Selectieschakelaar ................................. 5-2
Serienummer motorblok ....................... 11-1
Sleutel, Smart- en mechanische sleutel gebruiken .................................. 3-3
BV1-9-D1.book 1 ページ 2018年6月8日 金曜日 午後4時28分