Page 105 of 136
103
ZekeringnummerStroomsterkteFuncties
14 15 ARuitenwisser achter.
15 7, 5 AInstrumentenpaneel.
16 7, 5 AVerwarming.
17 20 AStoelverwarming.
18 10 AOptie.
19 7, 5 ABuitenspiegelverwarming.
20 20 ARuitenwissers vóór.
21 7, 5 AAirbags.
22 30 AAchterruitverwarming.
23 30 AVerwarming.
24 -Niet gebruikt.
25 10 AAutoradio.
26 15 AZekering interieur. De zekeringkast bevindt zich in de ruimte
onder de voorklep onder het reser voir van de
verwarmingsvloeistof. Alleen deze zekeringen
kunnen vervangen worden.
Het vervangen van zekeringen in andere
zekeringkasten
(vacuümpomp en 12V-accu)
m
oet door het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats worden uitgevoerd.
Zekeringen in de ruimte
onder de voorklep
8
Storingen verhelpen
Page 106 of 136
104
Toegang tot de zekeringen
F Open de voorklep.
F K lik het deksel los en ver wijder het door het
in zijn geheel naar u toe te trekken.
F
V
ervang de zekering.
F
S
luit na het ver vangen van de zekering
zorgvuldig het deksel voor een goede
afdichting van de zekeringkast.
Zekeringnummer StroomsterkteFuncties
1 -
Niet gebruikt.
2 30 A
Interne zekering.
3 40 A
Elektromotor.
4 40 A
Koelventilator.
5 40 A
Elektrische ruitbediening.
6 30 A
Vacuümpomp.
7 15 A
Elektronische eenheid tractiebatterij.
8 15 A
Derde remlicht.
9 15 A
Mistlampen.
10 15 A
Koelvloeistofpomp.
11 10 A
Ingebouwde lader.
12 10 A
Richtingaanwijzers.
13 10 A
Claxon.
14 10 A
Dagrijverlichting.
15 15 A
Ventilator tractiebatterij.
16 10 A
Aircocompressor.
17 20 A
Dimlicht rechts.
18 20 A
Dimlicht links, koplampverstelling.
19 10 AGrootlicht rechts.
20 10 AGrootlicht links.
Storingen verhelpen
Page 107 of 136

105
Slepen van de auto
Procedure voor het slepen van uw auto met
behulp van een vast sleepoog.Algemene aanwijzingen
Volg de huidige wetgeving in uw land op.
Controleer of het gewicht van de
trekkende auto hoger is dan van de auto
die wordt gesleept.
Er moet iemand achter het stuur wiel van
de gesleepte auto blijven zitten. Deze
persoon moet beschikken over een geldig
rijbewijs.
Gebruik bij het slepen met 4 wielen op de
grond altijd een goedgekeurde sleepstang;
touwen en riemen zijn verboden.
De bestuurder van de slepende auto moet
voorzichtig wegrijden.
Als de auto wordt gesleept met
uitgeschakelde motor, werken ook de rem-
en stuurbekrachtiging niet.
Schakel in de volgende gevallen een
professioneel bergingsbedrijf in:
-
a
ls de auto is gestrand op de
autosnelweg of autoweg,
-
b
ij auto's met vier wielaandrijving,
-
a
ls het niet mogelijk is de
versnellingsbak in de neutraalstand te
zetten, het stuurslot te ontgrendelen of
de parkeerrem vrij te zetten,
-
b
ij takelen met slechts twee wielen op
de grond,
-
b
ij het ontbreken van een
goedgekeurde sleepstang.
Slepen van uw auto
Het sleepoog is onder de voorbumper aan het
chassis gelast.
F
Be
vestig de sleepstang.
F
S
tart de auto (lampje "Ready" brandt).
F
Z
et de transmissie met de selectiehendel in
de stand N .
F
Z
et de parkeerrem vrij.
F
S
chakel de alarmknipperlichten van uw
auto
in.
F
L
aat de auto slepen met een snelheid van
maximaal 30
km/h en over een afstand
van hoogstens 30
km.
Als deze aanwijzingen genegeerd worden,
bestaat er kans op ernstige schade aan
het remsysteem en/of de elektromotor.
Slepen van een andere auto
Uw auto mag nooit gebruikt worden om
een andere auto te slepen.
8
Storingen verhelpen
Page 108 of 136

106
Elektromotor en tractiebatterij
Modelcode:1 N ZK Y Z
Elektromotor Y51
Technologie Synchrone elektromotor met permanente neodymium magneten
Max. vermogen: ECE-norm (kW) 49
Toerental bij max. vermogen (t/min) 4000-8800
Max. koppel: ECE-norm (Nm) 19 6
Toerental bij max. koppel (t /min) 0-300
Tractiebatterij Lithium-ion
Capaciteit nieuwe tractiebatterij (kWh) 14,5
Normaal laadsysteem
Spanning (V) AC 230
Laadtijd
(*)(**):
- 16 A
- 14 A
- 10 A
- 8 A Ongeveer 6 uur
6 uur
8 uur
11 u u r
Snelladen
Spanning (V) DC 300
Laadtijd (80% van max. capaciteit)** 30
minuten
De actieradius van de auto is afhankelijk van de klimatologische omstandigheden, de rijstijl van de bestuurder, het gebruik van elektrische uitrustingen,
de frequentie van het laden (normaal en snelladen) en de leeftijd van de tractiebatterij. *
A
fhankelijk van het lokale elektriciteitsnet.
**
T
ijd gemeten bij een buitenluchttemperatuur tussen 20 en 25 °C. Afhankelijk van het gebruik van uitrusting zoals de radio en/of de airconditioning
kan de laadtijd langer zijn.
Technische gegevens
Page 109 of 136
107
Gewicht (kg)
ElektromotorY51
Tractiebatterij Lithium-ion
Modelcode: 1 N ZK Y Z
Ledig gewicht 10 65
Gewicht rijklaar 114 0
Maximum technisch toegestane massa totaal 145 0
Maximum toegestaan treingewicht 145 0
Maximum daklast (inclusief het gewicht van de allesdragers) 43
Uw auto is niet geschikt voor de montage van een trekhaak. Het trekken van een aanhanger is niet mogelijk.
9
Technische gegevens
Page 110 of 136
108
Afmetingen (in mm)
Technische gegevens
Page 111 of 136

109
Identificatie
De auto is voorzien van verschillende zichtbare
merktekens voor de identificatie en registratie
van de auto.B. Sticker bandeninformatie.
Deze sticker is op de middenstijl aan de
bestuurderszijde aangebracht.
De sticker bevat de volgende informatie:
-
d
e bandenspanning (in bar),
-
d
e specificatie van de banden,
-
h
et type band.
C. Constructeursplaatje.
Dit plaatje is met behulp van popnagels op de
linker middenstijl bevestigd.
D. VIN (voertuigidentificatienummer).
Dit nummer is ingeslagen op de rechter
wielkast in de bagageruimte.
A. Identificatieplaatje (APV-PR).
Dit plaatje is met popnagels bevestigd aan de
binnenkant van de voorklep.
Het bevat o.a. de volgende informatie:
-
h
et type auto,
-
d
e kleurcode van de lak,
-
de
modelcode enz. De auto kan bij levering zijn voorzien van
banden met een andere aanduiding voor
belasting en snelheid dan vermeld op de
sticker: dit maakt voor de bandenspanning
geen verschil.
Controle van de bandenspanning
Controleer de bandenspanning minimaal één
keer per maand, bij koude banden.
De op de sticker aangegeven
bandenspanningen gelden voor koude banden.
De banden zijn warm nadat u ten minste
10
minuten of 10 kilometer hebt gereden met
een snelheid van meer dan 50
km/h. In dat
geval moet u de bandenspanning 0,3
bar
(30
kPa) verhogen ten opzichte van de op de
sticker aangegeven waarden. Verlaag nooit de spanning van een warme
band.
Een te lage bandenspanning verhoogt
het elektrische verbruik van uw auto
waardoor de actieradius kleiner wordt.
9
Technische gegevens
Page 112 of 136