Page 25 of 180

23
Wanneer u de auto hebt vergrendeld en merkt dat
e en van de portieren niet goed is gesloten, sluit
dan het portier en vergrendel de auto opnieuw.
Ontgrendeling
F Druk op deze knop om de auto te ontgrendelen.
De richtingaanwijzers knipperen twee keer.
Lokaliseren van de auto
F Druk op deze toets om de eerder vergrendelde auto te lokaliseren
op een parkeerplaats.
De richtingaanwijzers knipperen gedurende
enkele seconden.
Batterij van de
afstandsbediening vervangen
Batterij ref.: CR 2016/3 volt.
F W ip het deksel met een kleine
schroevendraaier bij de uitsparing los.
F
V
erwijder het deksel.
F
V
erwijder de lege batterij.
F
P
laats een nieuwe batterij in de juiste richting
in de houder.
F
P
laats het deksel terug en druk het vast.Gooi de lege batterijen van de
afstandsbediening niet weg: ze bevatten
metalen die schadelijk zijn voor het milieu.
Lever ze in bij het PEUGEOT-netwerk of
bij een speciaal inzamelpunt.
"Keyless entry and start"-
systeem
Systeem dat het ontgrendelen, vergrendelen en
starten van de auto mogelijk maakt ter wijl u de
elektronische sleutel gewoon op zak houdt.
Elektronische sleutel
Uit veiligheidsoverwegingen hebben de
detectiezones waarbinnen de elektronische
sleutel werkt een bereik van ongeveer 70
cm
rond elke knop voor het openen.
Deze elektronische sleutel kan ook worden
gebruikt als afstandsbediening.
Hij omvat een ingebouwde fysieke sleutel.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over de afstandsbediening
.
2
Toegang tot de auto
Page 26 of 180

24
Openen van de auto
Ontgrendelen via de portieren
Ontgrendelen via de achterklep
F Als u de elektronische sleutel op zak hebt
binnen één van de detectiezones, kunt
u
de auto ontgrendelen door op één van de
knoppen op de voorportierhandgrepen te
drukken.
F
T
rek ver volgens aan de portiergreep om het
portier te openen. Het ontgrendelen wordt bevestigd door
het twee keer snel knipperen van de
richtingaanwijzers.Sluiten van de auto
Vergrendeling
De richtingaanwijzers knipperen één keer.
Als een van de portieren of de achterklep
geopend is of als een van de elektronische
sleutels van het Keyless entry and start-
systeem zich in de auto bevindt, wordt
u
gewaarschuwd door een geluidssignaal en
werkt de centrale vergrendeling niet.
Als de auto wordt ontgrendeld en de
portieren en de achterklep gesloten blijven,
wordt de auto na ongeveer 30
seconden
automatisch weer vergrendeld.
Stel de elektronische sleutel nooit bloot aan
extreme temperaturen (lager dan -20°C
en hoger dan 60°C). Dit kan storingen
veroorzaken.
F
A
ls u
de elektronische sleutel op zak hebt
binnen de detectiezone aan de achterzijde,
kunt u
de auto ontgrendelen en de achterklep
een stukje openen door op de knop op de
handgreep van de achterklep te drukken.
F
B
eweeg de achterklep omhoog om hem
volledig te openen.
F
D
ruk, als de sleutel zich binnen een van de
detectiegebieden bevindt, op de knop van de
portiergreep van een van de voorportieren of
druk op de knop onder de achterklep. Laat omwille van de veiligheid en ter
voorkoming van diefstal de elektronische
sleutel nooit in de auto achter, ook niet
wanneer u
in de buurt bent.
Het is raadzaam de sleutel bij u
te houden.
Toegang tot de auto
Page 27 of 180

25
Noodprocedure
Met de geïntegreerde sleutel kan de auto
vergrendeld of ontgrendeld worden als de
elektronische sleutel niet werkt en als er een
storing in het "Keyless entry and start"-systeem
is:
-
b
atterij sleutel leeg, accu ontladen of
losgekoppeld…
-
a
uto bevindt zich in een omgeving met veel
elektromagnetische straling.
F
H
oud de nok 1 ingedrukt om de geïntegreerde
sleutel 2
uit de houder te halen.
Ontgrendelen
F Steek de geïntegreerde sleutel in het slot van het bestuurdersportier en draai hem richting
de voorzijde van de auto om de auto te
ontgrendelen.
Vergrendelen
F Steek de geïntegreerde sleutel in het slot van het bestuurdersportier en draai hem richting
de achterzijde van de auto om de auto te
vergrendelen.
Batterij van de elektronische
sleutel sparen
Om de batterij te sparen, kan de werking van de
elektronische sleutel worden uitgeschakeld (geen
ontvangst van radiogolven).
F
D
ruk tweemaal op het open
hangslot, terwijl u
het gesloten
hangslot ingedrukt houdt.
2
Toegang tot de auto
Page 28 of 180

26
Controleer of het lampje op de elektronische
sleutel 4 keer knippert.
Hoewel deze functie is geactiveerd, is het
"Keyless entry and start"-systeem buiten werking.
Om de elektronische sleutel te activeren, drukt
u
op één van de knoppen (open of gesloten
hangslot).
Batterij van de elektronische
sleutel vervangen
Batterijtype: CR2032/3 volt.
A ls de batterij van de
elektronische sleutel defect is,
gaat dit verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel branden. F
P
laats een nieuwe batterij in de juiste richting
in de houder.
F
B
reng het afdekplaatje weer op zijn plaats.
F
K
lik het deksel op de afstandbediening vast.
Instructies
Afstandsbediening/elektronische sleutel
Deze radiografische afstandsbedieningen
zijn erg gevoelig. Het is raadzaam om niet
met de knoppen er van te spelen om te
voorkomen dat de portieren per ongeluk
ontgrendeld worden.
Druk nooit op de knoppen van uw
afstandsbediening of uw elektronische
sleutel wanneer u
buiten het bereik en
het zicht van uw auto bent. Dan werkt de
afstandsbediening mogelijk niet meer. De
afstandsbediening zou dan moeten worden
gereset.
Vergrendelen van de auto
Het rijden met vergrendelde portieren kan
in noodgevallen de toegang tot het interieur
voor de hulpdiensten bemoeilijken.
Neem uit veiligheidsoverwegingen (kinderen
in de auto) de sleutel met afstandsbediening
of de elektronische sleutel mee als u
de auto
verlaat, zelfs al is dit voor korte duur. Sleutels, afstandsbediening,
elektronische sleutel verloren
Ga met het kentekenbewijs van de auto,
uw legitimatiebewijs en indien mogelijk
de sticker met de sleutelcode naar het
PEUGEOT-netwerk.
Het PEUGEOT-netwerk kan de speciale
code van de sleutel en de transponder
opzoeken en voor nieuwe sleutels zorgen.
Bij het aanschaffen van een gebruikte auto
Laat door het PEUGEOT-netwerk controleren
of alle in uw bezit zijnde sleutels met uw auto
zijn gelinkt, zodat u
er zeker van kunt zijn dat
deze sleutels de enige zijn waarmee uw auto
ontgrendeld en gestart kan worden.
F Wip het deksel met een kleine schroevendraaier bij de uitsparing los.
F
T
il het deksel op.
F
V
er wijder het afdekplaatje van de batterij door
dit omhoog te trekken.
F
V
erwijder de lege batterij.
Portieren
Vergrendelen/ontgrendelen
van binnenuit
Toegang tot de auto
Page 29 of 180

27
Om een portier te ver-/ontgrendelen, druk op/trek
aan knop A.
Uitvoeringen zonder centrale
vergrendeling
Door de knop A te bedienen wordt alleen het
desbetreffende portier vergrendeld/ontgrendeld.
Uitvoeringen met centrale
vergrendeling
Door de knop A aan bestuurderszijde te
bedienen worden alle portieren en de achterklep
vergrendeld/ontgrendeld.
Door de knop A aan passagierszijde te
bedienen wordt alleen het desbetreffende portier
vergrendeld/ontgrendeld.
Met het bedienen van de handgreep kan
het portier altijd vanuit het interieur worden
geopend, zelfs wanneer het vergrendeld is.
Portier geopend
Als de schakelaar in deze stand staat, blijft de
plafonnier branden als een portier is geopend.
Vergrendelen/ontgrendelen
en openen van de achterklep
Met de sleutel
- Steek de sleutel in het slot en draai hem rechtsom om de achterklep te ontgrendelen
en op een kier te zetten. De portieren blijven
vergrendeld.
-
B
eweeg de achterklep omhoog via de
handgreep aan de buitenzijde.
Als u
de achterklep sluit, wordt hij meteen
vergrendeld.
Met de afstandsbediening
F Druk op deze knop om de auto en de bagageruimte te ontgrendelen.
F
D
ruk op de knop voor het openen om de
achterklep gedeeltelijk te openen.
F
T
il de achterklep op aan de hendel aan de
buitenkant om deze te openen.
F
D
ruk op deze knop om de
achterklep en de auto te
vergrendelen.
2
Toegang tot de auto
Page 30 of 180

28
Met het "Keyless entry and
start "- systeem
Als de auto al was ontgrendeld via de
voorportieren, hoeft u
de elektronische sleutel
niet bij u
te dragen om de achterklep met de
ontgrendelknop te ontgrendelen.
F
D
ruk ter wijl u de elektronische sleutel bij
u
draagt op de knop onder de achterklep om
de achterklep te vergrendelen.
of
Vergrendel de auto via de voorportieren. Sla de achterklep niet dicht: begeleid de
klep bij het sluiten en laat hem pas los als hij
bijna is gesloten.
Noodbediening
Hiermee kan bij een lege accu of een eventuele
storing in de centrale vergrendeling de achterklep
mechanisch ontgrendeld worden.
Ontgrendelen
F Klap de rugleuning van de achterbank neer
om bij het slot in de bagageruimte te komen.
F
V
erwijder met een schroevendraaier
waar van het uiteinde is omwikkeld met
een doek de 4
klemmen en ver volgens de
bagageruimtebekleding.
F
B
eweeg de pal naar rechts om de achterklep
te ontgrendelen.
Elektrisch bedienbare
voorportierruiten
(Afhankelijk van de uitvoering).
1. Linksvoor.
2. Rechtsvoor.
Druk bij aangezet contact op een van de
schakelaars om de desbetreffende ruit te openen
of trek hem omhoog om de ruit te sluiten. De ruit
stopt zodra de schakelaar wordt losgelaten.
Aan de bestuurderszijde bevinden zich schakelaars voor zowel
het bestuurdersportier als het voorportier aan passagierszijde.
De ruitbediening werkt niet als het contact
is afgezet.
Het onvoorzichtig sluiten van de ruiten kan
leiden tot ernstige verwondingen.
Zorg er voor dat niets het sluiten van de
ruiten kan hinderen en let er met name op
dat kinderen zich niet kunnen bezeren.
F
D
ruk ter wijl u
de elektronische sleutel bij
u
draagt op de ontgrendelknop van de
achterklep om de achterklep te ontgrendelen
en op een kier te zetten.
De portieren worden dan ook ontgrendeld.
F
B
eweeg de achterklep omhoog via de
handgreep aan de buitenzijde.
Toegang tot de auto
Page 31 of 180

29
Zijruiten achter
Bij de 5 -deurs uitvoering zijn de zijruiten achter
uitstelbaar voor een optimale ventilatie van de
achterste zitplaatsen.
Openen
F Draai de hendel naar buiten.
F D uw de hendel zo ver mogelijk naar buiten om
de ruit in de geopende stand te vergrendelen.
Sluiten
F Trek de hendel naar binnen om de ruit te ontgrendelen.
F
B
eweeg de hendel volledig naar binnen om de
ruit in de gesloten stand te vergrendelen.
Elektrisch bedienbaar
canvasdak
(Afhankelijk van de uitvoering.)
Uw auto kan zijn uitgerust met een elektrisch
bedienbaar vouwdak.
Elektrisch bediend openen
en sluiten
U kunt het dak openen en sluiten door op de
bediening te drukken op de plafonnier: 1 om te
openen en 2
om te sluiten.
De asymmetrische vorm van de
openingsbediening voorkomt onbedoeld
sluiten.
U kunt het dak bedienen als het contact aan
staat, bij draaiende motor en tijdens het rijden.
Om de accu geladen te houden, raden we
aan om het dak met draaiende motor te
bedienen. Afhankelijk van de acculading kan de
beweging van het dak stoppen, wanneer
u
het opent of sluit ter wijl de auto op contact
staat en tegelijkertijd de motor start. Om het
dak verder te openen of sluiten, herhaalt
u de bedieningsactie nadat u de motor heeft
gestart.
Bediening van het dak kan leiden tot
ernstige ver wondingen: voordat u dit doet,
moet u zeker weten dat niemand binnen
of buiten de auto wordt blootgesteld aan
de risico's die verband houden met een
schuivend dak en dat er geen voor werpen in
de weg zitten.
Posities van het dak
2
Toegang tot de auto
Page 32 of 180

30
Stand 0:Dak volledig gesloten.
S t a n d 1: Positie waarin het dak stopt bij het
automatisch sluiten.
Stand 2: Dak volledig geopend.
Openen
F Druk kort op de zijde "openen" van de
schakelaar om het dak in stappen te openen.
of
F
H
oud de zijde "openen" van de schakelaar
ingedrukt totdat het dak begint te bewegen;
het dak wordt volledig geopend. Door
nogmaals op de schakelaar te drukken wordt
de beweging van het dak gestopt.
Sluiten
F Druk kort op de zijde "sluiten" van de schakelaar om het dak in stappen te sluiten.
of
F
H
oud de zijde "sluiten" van de schakelaar
ingedrukt totdat het dak begint te bewegen;
het dak wordt gesloten tot de positie 1 . Door
nogmaals op de schakelaar te drukken wordt
de beweging van het dak gestopt.
F
H
oud, om het dak (tussen de posities 1 en 0)
volledig te sluiten, de schakelaar ingedrukt
totdat u
het dak hoort vergrendelen. Het sluiten van het dak kan ernstige
verwondingen veroorzaken: pas vooral goed
op met kinderen.
Als het dak niet goed gesloten kan worden:
-
c
ontroleer of niets het sluiten hindert (afgezet
contact),
-
h
erhaal de sluitprocedure (draaiende motor).
Als het probleem zich blijft voordoen, neem dan
contact op met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Beveiliging van de elektromotoren
voor het openen en sluiten van het
dak
Als het dak herhaaldelijk wordt geopend en
gesloten, kunnen de elektromotoren over verhit
raken, waardoor het dak niet meer geopend of
gesloten kan worden. Laat de elektromotoren
afkoelen door het dak gedurende 10
minuten niet
te bedienen.
Storing
Raadpleeg in geval van een elektrische storing het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Windscherm
Er is een windscherm beschikbaar om het
comfort van de inzittenden onder bepaalde
rijomstandigheden (hoge snelheid) te verbeteren.
Hierdoor worden de luchtturbulenties in het
interieur zoveel mogelijk beperkt.
Bij het openen van het dak wordt het windscherm
uitgeklapt.
Bij het sluiten van het dak wordt het windscherm
automatisch weer ingeklapt.
Toegang tot de auto