Page 113 of 180

111
Na het ver wisselen van een wiel
Laat zo snel mogelijk het aanhaalmoment van
de wielbouten en de bandenspanning van het
reservewiel controleren door een PEUGEOT-
dealer of een gekwalificeerde werkplaats.
Laat de lekke band zo spoedig mogelijk
repareren en verwissel deze met het reservewiel.
Rijd met een noodreser vewiel niet sneller
dan 80 km/h.
Bij het rijden met het reser vewiel moet
het Lane Departure Warning System
uitgeschakeld worden.
Een lamp vervangen
1. LED-parkeerlichten*.
2. Richtingaanwijzers (PY21W, amberkleurig).
3. Dimlicht/grootlicht (HiR2-55W)
4. Mistlampen
5. Dagrijverlichting (LED* ). Onder bepaalde weersomstandigheden
(lage temperatuur, vochtigheid) kan zich een
laagje condens aan de binnenzijde van de
koplampen en de achterlichten vormen; dit
verdwijnt enkele minuten na het ontsteken
van de koplampen.
*
L
ED: Light Emitting Diode. De koplampunits zijn voorzien van glas van
polycarbonaat met een speciale vernislaag:
F
r
einig de koplampen nooit met een
droge of schurende doek en gebruik
geen oplosmiddelen,
F
g
ebruik een spons met zeepwater of een
pH-neutraal product,
F
w
anneer u met een hogedrukreiniger
hardnekkig vuil probeert te verwijderen,
houd de straal dan nooit langdurig op
de koplampen, de achterlichten en de
randen er van gericht, om beschadiging
van de vernislaag en de afdichtrubbers
te voorkomen.
Verlichting vóór
8
In geval van pech
Page 114 of 180

112
Parkeerlichten (LED)
Bij het ver vangen van lampen moet
het contact en de verlichting minstens
enkele minuten zijn uitgeschakeld – om
brandwonden te voorkomen!
F
R
aak de lamp niet met de vingers aan,
maar gebruik een niet-pluizende doek.
Het is van belang dat u
uitsluitend lampen
van het type anti-ultraviolet (UV) toepast om
beschadiging van de koplamp te voorkomen.
Ver vang een kapotte lamp altijd door een
nieuwe lamp met dezelfde specificaties.Richtingaanwijzers (PY21W
oranje).
Dimlicht/grootlicht (HiR2-55W) Mistlampen vóór
F Draai de lamphouder een kwartslag en
verwijder deze.
F
T
rek de lamp eruit en ver vang deze.
Neem bij moeilijkheden contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
F
T
rek aan de borglip om de beschermkap te
verwijderen. F
D
ruk de veer uit elkaar om de lamphouder te
kunnen verwijderen.
F
M
aak de lamphouder/lamp los en ver vang
deze.
Voer voor de montage dezelfde handelingen in
omgekeerde volgorde uit.
Neem bij moeilijkheden contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om dit type verlichting
te laten vervangen.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om dit type verlichting
te laten vervangen.
In geval van pech
Page 115 of 180

113
LED-dagrijverlichting
Achterlichten
1.Remlichten (P21/5W).
2. Parkeerlichten (P21/5W).
3. Richtingaanwijzers (PY21W).
4. Achteruitrijlicht (P21W) of mistlamp (P21W).
Deze lampen kunnen ver vangen worden door de
lampunit te verwijderen.
F
O
pen de achterklep.
F
D
raai de kunststof afdekking en verwijder de schroef.
F
V
er wijder de zijbekleding met uitoefening van kracht.
Ver vorming van de bekleding is normaal.
F
D
raai de moer los en ver wijder deze (laat de moer
niet in het scherm vallen).
F
V
er wijder de lampunit door deze hard naar buiten toe
te trekken.Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om dit type verlichting
te laten vervangen.
F
V
erwijder de defecte lamp via de achterzijde
van de lampunit en vervang de lamp. Voer voor de montage dezelfde handelingen in
omgekeerde volgorde uit en zorg dat de lampunit
correct wordt teruggeplaatst.
Kentekenplaatverlichting (W5W)
F Steek een kleine schroevendraaier in een van
de buitenste openingen van het lampglas.
F
D
uw de schroevendraaier naar buiten om het
lampglas los te maken.
F
V
erwijder het lampglas.
F
V
er vang de defecte lamp.
Druk het lampglas vast in de houder.
8
In geval van pech
Page 116 of 180

114
Derde remlicht (4 W5W-lampen)
Zijknipperlichten (WY5W oranje)
Een zekering vervangen
De zekeringkasten bevinden zich onder et
dashboard in het interieur en naast de accu in de
motorruimte.
Toegang tot het gereedschap
De tang voor het verwijderen van zekeringen
is bevestigd aan de zekeringkast onder de
motorkap. Zorg bij het losmaken van de kunststof
afdekking dat u
de afdichting niet verwijdert.
F
O
pen de achterklep en maak de kunststof kap
los.
F
D
ruk op de metalen borglippen om de
lampunit te ontgrendelen.
F
V
erwijder de lampunit vanaf de buitenzijde van
de achterklep.
F
D
ruk de twee kunststof borglippen naar
binnen en verwijder de lamphouder.
F
V
er vang de defecte lamp(en).
Voer voor de montage dezelfde handelingen in
omgekeerde volgorde uit. F
D
ruk het zijknipperlicht naar voren of achteren
en trek het in uw richting los.
F
M
aak de lamphouder los en ver vang deze.
F
M
aak de kunststof afdekking onderaan de
voorruit los door op beide borglippen te
drukken.
In geval van pech
Page 117 of 180

115
Een zekering vervangen
OKDefectVoordat u een zekering ver vangt, moet u:
F
n
agaan wat de oorzaak van het doorbranden
is en deze verhelpen,
F
all
e stroomverbruikers uitschakelen,
F
d
e auto stilzetten en het contact uitzetten,
F
d
e defecte zekering opsporen met behulp
van de tabellen en schema's op de volgende
bladzijden.
F
M
aak het deksel op de zekeringenkast los
door rechts op de borglip te drukken.
F
T
rek de tang los. Ta n g
Voor werkzaamheden aan een zekering, moet u:
F
d
e speciale tang gebruiken om de zekering uit
de houder te verwijderen en controleren of het
smeltdraadje van de zekering intact is.
F
e
en defecte zekering altijd vervangen door
een zekering met dezelfde stroomsterkte
(zelfde kleur); een afwijkende stroomsterkte
kan storingen veroorzaken (brand).
Mocht de storing kort na het ver vangen van de
zekering terugkeren, laat dan de elektrische
uitrusting controleren door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Elektrische accessoires monteren
Bij het ontwerp van het elektrische circuit van uw auto
is reeds rekening gehouden met de montage van
zowel de standaarduitrusting als eventuele opties.
Raadpleeg uw PEUGEOT-dealer of een
gekwalificeerde werkplaats voordat u
andere
elektrische voorzieningen of accessoires in de auto
monteert of laat monteren.
PEUGEOT is niet aansprakelijk voor kosten
die voortvloeien uit storingen veroorzaakt
door het monteren van extra accessoires
die niet door PEUGEOT aanbevolen en
geleverd worden, en niet volgens haar
voorschriften zijn gemonteerd. Dit geldt met
name als het totale stroomverbruik van alle
extra accessoires meer dan 10
milliampère
bedraagt.
8
In geval van pech
Page 118 of 180
116
Zekeringen dashboard
De zekeringkast bevindt zich aan de onderzijde
van het dashboard (bestuurderszijde).
F
M
aak de witte kunststof borglip los voor
toegang tot de zekeringen.
Plaats het deksel na de werkzaamheden
zorgvuldig terug.
In geval van pech
Page 119 of 180

117
Zekering nr.Stroomsterkte (A)Functies
1 5Achteruitrijlicht – Brandstofinjectiesysteem – Audiosysteem – VSC-systeem
2 15Ruitensproeiers voor en achter
3 5Intelligente servicecentrale – Instrumentenpaneel – Display – Airconditioning – Achterruit- en buitenspiegelverwarming –
Stoelver warming – Elektrisch bedienbaar canvasdak – Audiosysteem
4 5Elektrische stuurbekrachtiging – Stop & Start
5 15Ruitenwisser achter
6 5Motor ventilatorgroep – ABS-systeem – VSC-systeem
7 25Ruitenwissers vóór
8 10Buitenspiegelverwarming
9 1512
V-aansluiting (max. 120 W)
10 7, 5Buitenspiegels – Audiosysteem – Stop & Start – Instrumentenpaneel – Display
11 5Stuurslot – Brandstofinjectiesysteem – ETG-versnellingsbak
12 7, 5Airbags
13 5Instrumentenpaneel – Display – Stop & Start
14 15Stuurbekrachtiging – Brandstofinjectiesysteem – Remlichten
15 7, 5Brandstofinjectiesysteem – Stop & Start
16 7, 5Motordiagnosesysteem
17 10Remlichten – Derde remlicht – Brandstofinjectiesysteem – ABS-systeem – VSC-systeem – ETG -versnellingsbak –
"Keyless entry and start"-systeem
8
In geval van pech
Page 120 of 180
118
1810Parkeerlichten – Kentekenplaatverlichting – Mistachterlicht – Mistlampen vóór – Achterlichten – Dimmer verlichting
19 40Airconditioning
20 40Airconditioning – Motordiagnosesysteem – Achterlichten – Kentekenplaatverlichting – Mistachterlichten – Mistlampen
vóór – Achterlichten – Dimmer dashboardverlichting – Remlichten – Derde remlicht – Brandstofinjectiesysteem – ABS-
systeem – VSC-systeem – ETG -versnellingsbak – "Keyless entry and start"-systeem – Elektrische ruitbediening
21 30Brandstofinjectiesysteem – Stop & Start – Intelligente servicecentrale
22 7, 5Brandstofinjectiesysteem
23 20Brandstofinjectiesysteem – Stop & Start
24 25Intelligente servicecentrale
25 30Elektrische ruitbediening
26 25Elektrische ruitbediening
27 10Airconditioning
28 5Mistachterlicht
In geval van pech