18
Meters
Kilometerteller/dagteller
Bij het aanzetten van het contact wordt de
kilometerteller of de dagteller weergegeven,
afhankelijk van welke weergave bij het afzetten
van de motor was geselecteerd.-
b
ij de dagteller wordt TRIP weergegeven.
Houd, als de dagteller wordt weergegeven, een
van de twee knoppen 1 ingedrukt om de dagteller
op nul te zetten.
Brandstofniveaumeter
Laag brandstofniveau
Als het minimumbrandstofniveau is
bereikt, gaat dit verklikkerlampje op
het instrumentenpaneel branden in
combinatie met een geluidssignaal.
Als de auto is gestrand met een lege brandstoftank,
moet minimaal 5 liter brandstof worden getankt.
Boordcomputer
De boordcomputer geeft actuele informatie over
het rijden (actieradius, brandstofverbruik enz.).
Weergave van de gegevens
* Afhankelijk van de uitvoering. F
D
ruk op de knop op het stuur wiel om
achtereenvolgens de verschillende functies
van de boordcomputer weer te geven.
-
T
otale kilometerstand.
-
T
raject
A.
-
T
raject
B.
-
T
ijd per traject van de STOP-stand van het
Stop & Start-systeem*.
-
T
otale tijd van de STOP-stand van het Stop
& Start-systeem*.
-
D
e buitentemperatuur*.
-
Ac
tueel brandstofverbruik.
-
G
emiddeld brandstofverbruik.
-
Ac
tieradius.
-
G
emiddelde snelheid.
-
D
immer verlichting.
Druk op de een van de knoppen 1 om afwisselend
d e kilometerteller en de dagteller weer te geven:
-
b
ij de kilometerteller wordt ODO weergegeven,
De brandstofniveaumeter geeft de resterende hoeveelheid
brandstof aan:
-
1/
1
en zes segmenten: de brandstoftank is vol.
-
R
en één segment: het minimumbrandstofniveau is bereikt.
Er zit dan nog ongeveer 5 liter brandstof in
de tank.
Instrumentenpaneel