2
.
.
Instrumentenpanelen 8
D isplays 9
Waarschuwingslampjes
9
Meters
18
Boordcomputer
18
Tijd instellen
20 S
leutels
22
"Keyless entry and start"-systeem
2
3
Portieren
26
Achterklep
27
Elektrisch bedienbare voorportierruiten
2
8
Zijruiten achter
2
9
Elektrisch bedienbaar canvasdak
2
9
Onderhoudstips
31
Voorstoelen
32
Achterbank
34
Spiegels
35
Stuurwielverstelling
36
Ventilatie
36
Verwarming
37
Handbediende airconditioning
3
7
Automatische airconditioning
3
8
Ontwasemen – Ontdooien voorruit en zijruiten
4
0
Achterruitverwarming
41
Plafonnier
4
1
Verlichting bagageruimte
4
1
Interieurvoorzieningen
4
2
Hoedenplank
44
Voorzieningen in de bagageruimte
4
5Lichtschakelaar
46
Automatisch inschakelen verlichting
4
8
Richtingaanwijzers
48
Koplampen verstellen
49
R
uitenwisserschakelaar
49
Ruitenwisserbladen vervangen
5
0
Algemene aanbevelingen met betrekking tot
de veiligheid 5 1
C l a xo n
51
Alarmknipperlichten
5
2
ESP-systeem
52
Veiligheidsgordels
5
4
Airbags
56
Kinderzitjes
59
Uitschakelen van de airbag vóór aan
passagierszijde
60
ISOFIX-bevestigingen en -kinderzitjes
6
6
i-Size-kinderzitjes
70
Kinderbeveiliging
71
InstrumentenpaneelToegang
Overzicht
Ergonomie en comfort Verlichting en zicht
Veiligheid
Eco-rijden
Instrumenten en bedieningsknoppen 4
M ilieubewust rijden
6
Inhoudsopgave
4
Instrumenten en bedieningsknoppen1
Buitenspiegels
Elektrische ruitbediening
Centrale vergrendeling
2
Motorkap openen
3
Zekeringen dashboard
4
Instrumentenpaneel
Toerenteller
Centraal display
Waarschuwingslampjes
Controlelampjes
Boordcomputer
5
Plafonnier
Ontgrendelingsknop elektrisch bedienbaar
vouwdak
snelheidslimietherkennings- en
snelheidsadviessysteem
Active City Brake
Binnenspiegel
Zonneklep
6
Touchscreen
Radio
Instellen van de tijd
7
Verwarming, ventilatie
Handbediende airconditioning
Automatische airconditioning
Ontwasemen – ontdooien voorruit en zijruiten
Ontwasemen – ontdooien achterruit
8
12
V-aansluiting
USB-aansluiting
Jack-aansluiting
9
Handgeschakelde versnellingsbak
ETG-versnellingsbak
Opschakelindicator
Hill Start Assist
10
Handbediende parkeerrem
11
Airbag voorpassagier
12
Zij-uitstroomopeningen
13
Dashboardkastje
Uitschakelen van de airbag vóór aan
passagierszijde
Resetten van het
bandenspanningscontrolesysteem
Overzicht
5
Cockpit (vervolg)1
Lichtschakelaar
Richtingaanwijzers
2
Stop & Start
Active City Brake
Elektrische verstelling buitenspiegels
Koplampen verstellen
DSC- en TRC-systeem uitschakelen.
Mistlampen vóór (accessoire)
3
Openen van de brandstofvulklep
4
Schakelflippers ETG-versnellingsbak
5
Hoogteverstelling stuurwiel
Claxon
Bestuurdersairbag
6
Stuurkolomschakelaars
-
T
ouchscreen, audiosysteem
-
L
ane Departure Warning System
7
Snelheidsbegrenzer
8
Ruitenwisserschakelaar
9
Contact, starten/afzetten (sleutel)
Contact, starten/afzetten ("Keyless entry and
start"-systeem)
10
Alarmknipperlichten
.
Overzicht
9
Centraal display van de uitvoering
met ETG-versnellingsbak
1.Stand van de selectiehendel en
ingeschakelde versnelling.
2. Informatie over de auto met:
-
K
ilometerteller en dagteller.
-
I
nformatie van de boordcomputer.
-
In
formatie van de snelheidsbegrenzer.
-
B
uitentemperatuur. De temperatuur
knippert bij kans op gladheid.
3. Brandstofniveaumeter.
Display verklikkerlampjes
veiligheidsgordels
achterpassagiers en airbag
vóór aan passagierszijde2.Informatie over de auto met:
- K
ilometerteller en dagteller.
-
I
nformatie van de boordcomputer.
-
In
formatie van de snelheidsbegrenzer.
3. Brandstofniveaumeter.
A.Verklikkerlampje veiligheidsgordel links
a c h t e r.
B. Waarschuwingslampje veiligheidsgordel
rechts achter.
C. Verklikkerlampje airbag vóór aan
passagierszijde uitgeschakeld.
D. Verklikkerlampje airbag vóór aan
passagierszijde ingeschakeld.
Het verklikkerlampje C of D blijft branden,
afhankelijk van de status van de airbag vóór aan
passagierszijde (uitgeschakeld of ingeschakeld).
Waarschuwingslampjes
De verklikkerlampjes (weergegeven als
symbolen) informeren de bestuurder over
een defect (waarschuwingslampjes) of
de werking van een systeem (werking of
uitschakeling waarschuwingslampjes).
Bepaalde waarschuwingslampjes branden op
twee manieren (vast of knipperend) en/of in
verschillende kleuren.
Bijbehorende waarschuwingen
Het branden van een lampje kan in combinatie
met een geluidssignaal plaatsvinden en/of een
weergegeven melding op het display.
De manier van oplichten van het lampje t.a.v. de
werkingsfase bepaalt of de situatie normaal is of
dat er een fout is opgetreden, zie de beschrijving
van ieder lampje voor meer informatie.
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan bepaalde
rode of oranje waarschuwingslampjes enkele
seconden branden. Deze lampjes moeten doven
als de motor draait.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor meer
informatie over uitrusting of een functie.
1
Instrumentenpaneel
12
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Veiligheidsgordels
vóórKnippert in
combinatie met een
geluidssignaal.De bestuurder heeft zijn/haar veiligheidsgordel
niet heeft vastgemaakt of weer losgemaakt.
De voorpassagier heeft zijn/haar
veiligheidsgordel losgemaakt.
AirbagsPermanent. Een van de airbags of gordelspanners
is defect. Voer (3) uit.
ETG-
versnellingsbak Permanent.
Er is een storing in de ETG -
versnellingsbak. Voer snel (3) uit.
Koppeling Knippert in
combinatie met een
geluidssignaal. De temperatuur van de koppeling is
te hoog.
Voer (1) uit, zet de selectiehendel van de ETG -
versnellingsbak in de stand
N en wacht ongeveer 15
m inuten
om de temperatuur van de koppeling te laten zakken.
StuurbekrachtigingKnippert of blijft
branden in combinatie
met een geluidssignaal.Er is een storing met betrekking tot de
stuurbekrachtiging. Rijd voorzichtig en met lage snelheid en voer dan (3) uit.
Laadtoestand
accu Permanent.
Er is een storing in het laadstroomcircuit
van de accu (ver vuilde accuklemmen,
aandrijfriem dynamo niet correct
gespannen of gebroken enz.).Reinig de nokjes en bevestig deze weer. Als het
waarschuwingslampje niet uitgaat wanneer de motor is
gestart, voer (2) uit.
Portier(en)/
achterklep open Permanent in
combinatie met een
geluidssignaal. Een portier of de achterklep is niet
goed gesloten.
Sluit het portier of de achterklep.
Instrumentenpaneel
14
Waarschuwings- resp.
verklikkerlampjeStatus
Oorzaak Acties/Opmerkingen
Dynamische
stabiliteitscontrole
(DSC)Permanent.Er is bij stilstaande auto langer dan
3 seconden op de toets gedrukt.
De antispinregeling (TRC) en het
elektronisch stabiliteitsprogramma
(ESP) zijn uitgeschakeld. Druk op de toets om de systemen in te schakelen.
Het ESP-systeem wordt automatisch ingeschakeld als
de motor wordt gestart.
Antispinregeling
(TRC) Permanent.
Er is kort op de toets gedrukt.
De antispinregeling (TRC) is
uitgeschakeld.
Druk op de toets om het systeem in te schakelen.
Het TRC-systeem wordt automatisch ingeschakeld als de motor
wordt gestart.
Na uitschakelen van de systemen worden ze automatisch opnieuw
ingeschakeld bij snelheden hoger dan ongeveer 50
km/h.
Airbag
voorpassagier
(ON)Permanent.
De airbag vóór aan passagierszijde is
geactiveerd.
De schakelaar staat in de stand " ON". Plaats in dit geval GEEN kinderzitje met de "
rug in
de rijrichting " op de voorpassagiersstoel – risico op
zwaar letsel!
Airbag
voorpassagier
(OFF) Permanent.
De airbag vóór aan passagierszijde is
uitgeschakeld.
De schakelaar staat in de stand " OFF". U kunt een kinderzitje met de rug in de rijrichting
plaatsen, behalve in het geval van een storing in het
airbagsysteem (brandend waarschuwingslampje
Airbags).
Systeem Keyless
entrée and star t Knippert in
combinatie met een
geluidssignaal. De batterij van de elektronische sleutel
is defect.
Vervang de batterij.
U verlaat de auto zonder dat u
de
stand " OFF" geactiveerd hebt. Druk, als u
de elektronische sleutel bij u draagt, op de
START/STOP-knop om de stand " OFF" te activeren.
De elektronische sleutel wordt niet
herkend. Controleer of u
de elektronische sleutel bij u draagt.
Er is een storing in het Keyless entry
and start-systeem. Voer (3) uit.
Instrumentenpaneel
22
Sleutels
Met de sleutel kunnen de voorportieren, de
achterklep en het stuurslot worden vergrendeld
en ontgrendeld, kan de airbag vóór aan
passagierszijde worden uitgeschakeld en kan het
contactslot worden bediend.
Vergrendeling
- Steek de sleutel in het slot van een van de voorportieren en draai hem richting de
achterzijde van de auto om het desbetreffende
portier te vergrendelen.
-
S
teek de sleutel in het slot van de achterklep
en draai hem naar rechts om de achterklep te
vergrendelen.
Ontgrendeling
- Steek de sleutel in het slot van een van de voorportieren en draai hem richting de
voorzijde van de auto om het desbetreffende
portier te ontgrendelen.
-
S
teek de sleutel in het slot van de achterklep
en draai hem naar links om de achterklep te
ontgrendelen.
Afstandsbediening
Hiermee kunt u op afstand de vergrendel- en
o ntgrendelfuncties van de auto uitvoeren.
De radiografische afstandsbediening is een systeem met
een groot bereik. Het is raadzaam om niet met de knop
van de afstandsbediening te spelen om te voorkomen
dat de portieren per ongeluk ontgrendeld worden.
Druk nooit herhaaldelijk op de knoppen van uw
afstandsbediening wanneer u
buiten het bereik van uw
auto bent, want dan werkt de afstandsbediening mogelijk
niet meer.
Uitklappen/inklappen van de
sleutel
F Druk op deze knop om de sleutel uit of in te klappen.
Vergrendelen
F Druk op deze knop om de auto te vergrendelen.
De richtingaanwijzers knipperen één keer.
Toegang tot de auto
42
Voorzieningen vóór1.Zonneklep.
2. Dashboardkastje.
3. Radio, touchscreen of opbergvak.
4. 12
volt aansluiting (max. 120 W) Houd u aan
het maximaal toegestane vermogen om
schade aan apparatuur te voorkomen.
5. USB-poort.
6. Jack-aansluiting.
7. Opbergvakken en bekerhouders.
8. Bekerhouder.
9. Portiervakken. Opbergvak voor waterfles.
Zonneklep
De zonneklep is voorzien van een make-
upspiegel met klep en een kaarthouder (of
tickethouder).
Dashboardkastje
In het dashboardkastje kan de
boorddocumentatie, enz. worden opgeborgen.
F
T
rek de handgreep omhoog om het
dashboardkastje te openen.
Hierin is de schakelaar voor het
uitschakelen van de passagiersairbag
A en de knop voor het resetten van het
bandenspanningscontrolesysteem B opgenomen
(afhankelijk van de uitvoering).
Daarnaast is er ook een opbergvak aan de zijkant
beschikbaar voor het opbergen van een fles water
(maximaal 1
liter).
Ergonomie en comfort