63
LVNEK AD NEuzstādiet uz aizmuguri vērstu bērnu sēdeklīti priekšējā pasažiera sēdvietā, kurā ir AKTIVIZĒTS priekšējais DROŠĪBAS GAISA S
PILVENS. Tas var izraisīt BĒRNA NĀVI vai radīt NOPIETNUS IEVAINOJUMUS.
MT Qatt m'ghandek thalli tifel/tifla marbut f'siggu dahru lejn l-Airbag attiva, ghaliex tista' tikkawza korriment serju jew anke mewt lit-tifel/tifla
NL Plaats NOOIT een kinderzitje met de rug in de rijrichting op een zitplaats waar van de AIRBAG is INGESCHAKELD. Bij het afgaan van de airbag kan
het KIND LEVENSGEVA ARLIJK GEWOND R AKEN
NO Installer ALDRI et barnesete med ryggen mot kjøreretningen i
et sete som er beskyttet med en frontal AKTIVERT KOLLISJONSPUTE, BARNET
risikerer å bli DREPT eller HARDT SK ADET.
PL NIGDY
nie instalować fotelika dziecięcego w pozycji "tyłem do kierunku jazdy" na siedzeniu wyposażonym w CZOŁOWĄ PODUSZKĘ
P
OWIETRZNĄ w stanie AKT Y WNYM. Może to doprowadzić do ŚMIERCI DZIECK A lub spowodować u niego POWA ŻNE OBR A ŻENIA CIAŁA.
PT NUNCA instale um sistema de retenção para crianças de costas para a
estrada num banco protegido por um AIRBAG frontal ACTIVADO. Esta
instalação
poderá provocar FERIMENTOS GR AVES ou a MORTE da CRIANÇA.
RO Nu instalati NICIODATA un sistem de retinere pentru copii, dispus cu spatele in directia de mers, pe un loc din vehicul protejat cu AIRBAG frontal
ACTIVAT. Aceasta ar putea provoca MOARTEA COPILULUI sau R ANIREA lui GR AVA.
RU ВО
ВСЕХ СЛУЧА ЯХ ЗАПРЕЩАЕТСЯ использовать обращенное назад детское удерживающее устройство на сиденье, защищенном
Ф
УНКЦИОНИРУЮЩЕЙ ПОДУШКОЙ БЕЗОПАСНОСТИ, установленной перед этим сиденьем. Это может привести к ГИБЕЛИ РЕБЕНК А
и
ли НАНЕСЕНИЮ ЕМУ СЕРЬЕЗНЫХ ТЕЛЕСНЫХ ПОВРЕЖ ДЕНИЙ
SK NIKDY
neinštalujte detské zádržné zariadenie orientované smerom dozadu na sedadlo chránené AKTIVOVANÝM čelným AIRBAGOM. Mohlo by
d
ôjsť k SMRTEĽNÉMU alebo VÁ ŽNEMU POR ANENIU DIEŤAŤA.
SL NIKOLI
ne nameščajte otroškega sedeža s hrbtom v smeri vožnje, če je VARNOSTNA BLA ZINA pred sprednjim sopotnikovim sedežem
A
KTIVIR ANA. Takšna namestitev lahko povzroči SMRT OTROK A ali HUDE POŠKODBE.
SR NIK ADA
ne koristite dečje sedište koje se okreće unazad na sedištu zaštićenim AKTIVNIM VA ZDUŠNIM JASTUKOM ispred njega, jer mogu
n
astupiti SMRT ili OZBILJNA POVREDA DETETA.
SV Passagerarkrockkudden fram MÅSTE vara avaktiverad om en bakåtvänd bilbarnstol installeras på denna plats. Annars riskerar barnet att DÖDAS
eller SK ADAS ALLVARLIGT.
TR KESİNLKLE
HAVA YASTIĞI AKTİF olan ön koltuğa yüzü arkaya dönük bir çocuk koltuğu yerleştirmeyiniz. Bu ÇOCUĞUN ÖLMESİNE veya ÇOK
A
ĞIR YAR ALANMASINA sebep olabilir.
5
Veiligheid
65
Bevestiging kinderzitjes met de veiligheidsgordel
Overeenkomstig de Europese wetgeving toont dit overzicht de mogelijkheden voor het bevestigen met de veiligheidsgordel van een universeel gehomologeerd
kinderzitje (a) in uw auto, gerangschikt naar het gewicht van het kind en de plaats in de auto.
Gewicht van het kind/leeftijdsindicatie
Zitplaats Tot 13
kg
Groep 0 (b) en 0+
Tot ongeveer 1
jaar9 -18
kg
Groep 1
Van 1
tot ± 3 jaar15 -25
kg
Groep 2
Van 3
tot ± 6 jaar22-36
kg
Groep 3
Van 6
tot ± 10 jaar
Passagiersstoel vóór (c) (e)U (R)* U (R)* U (R)* U (R)*
Zitplaatsen achter (d) UUUU
d: Als u
een kinderzitje met de rug of
het gezicht in de rijrichting op een
achterzitplaats bevestigt, moet u
de
voorstoel naar voren schuiven en de
rugleuning er van rechtop zetten zodat er
voldoende ruimte is voor het kinderzitje
en de benen van het kind.
e: Wanneer u
een kinderzitje met
de rug in de rijrichting op de
voorpassagiersstoel plaatst, moet
de airbag vóór aan passagierszijde
worden uitgeschakeld. Het kind kan
anders bij het afgaan van de airbag
levensgevaarlijk gewond raken . Als
een kinderzitje met het gezicht in de
rijrichting op de voorpassagiersstoel
is bevestigd, moet de airbag vóór aan
passagierszijde ingeschakeld blijven.
*
Op de voorstoel:
-
B ij het aanbrengen van een kinderzitje op de
zitting: indien de rugleuning in de weg zit bij
het bevestigen van het kinderzitje op de zitting,
verstel de rugleuning dan zodanig dat deze niet
meer in de weg zit.
-
B
ij het aanbrengen van een kinderzitje "met
het gezicht in de rijrichting": indien er ruimte
zit tussen het kinderzitje en de rugleuning,
verstel de rugleuning dan zodanig dat het
kinderzitje en de rugleuning contact maken.
Als de bevestigingsring van de gordel zich vóór
de gordelgeleider van het kinderzitje bevindt,
schuif de voorstoel dan naar voren.
-
B
ij het aanbrengen van een stoelverhoger: als
het kind teveel rechtop zit, verstel de rugleuning
dan voor een comfortabelere zithouding. Als
de bevestigingsring van de gordel zich vóór
de gordelgeleider van het kinderzitje bevindt,
schuif de voorstoel dan naar voren.a: Universeel kinderzitje: kinderzitje dat in
alle auto's met de veiligheidsgordel kan
worden bevestigd.
b: Groep 0: vanaf de geboorte tot 10
kg.
Reiswiegen en "autobedjes" mogen
niet op de passagiersstoel vóór worden
bevestigd. Als ze op een zitplaats in de
2e zitrij worden geplaatst, zijn de andere
zitplaatsen mogelijk niet meer bruikbaar.
c: Raadpleeg de wettelijke bepalingen van
uw land alvorens een kinderzitje op deze
plaats te bevestigen.
5
Veiligheid
71
Kinderzitje achterin
Laat bij de achterzitplaatsen altijd voldoende
ruimte tussen de voorstoel en:
-
e
en kinderzitje dat met de rug in de
rijrichting wordt geplaatst,
-
d
e voeten van het kind wanneer het
kinderzitje in de rijrichting wordt geplaatst.
Schuif daartoe de voorstoel naar voren en zet
de rugleuning er van, indien nodig, rechter op.
Voor een optimale bevestiging van het
kinderzitje met "het gezicht in de rijrichting"
is het noodzakelijk dat de afstand tussen
de rugleuning van het kinderzitje en de
rugleuning van de stoel van de auto zo klein
mogelijk is.
Kinderen voorin
De regelgeving met betrekking tot
het ver voer van kinderen op de
voorpassagiersstoel verschilt per land. Houd
u
aan de regels die gelden in het land waar
u
zich bevindt.
Schakel de airbag vóór aan passagierszijde
uit zodra een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op de voorpassagiersstoelen
wordt geplaatst.
Anders kan een kind bij het afgaan van de
airbag levensgevaarlijk gewond raken. Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de
veiligheidsgordel moet over de schouder van
het kind liggen zonder de hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over de
bovenbenen van het kind ligt.
Er wordt aanbevolen een stoelverhoger met
rugleuning te gebruiken voorzien van een
gordelgeleider ter hoogte van de schouder.
Extra beveiliging
Gebruik de kinderbeveiliging om te
voorkomen dat de portieren en de
portierruiten achter per ongeluk geopend
worden.
Zorg er voor dat de achterzijruiten niet verder
dan voor 1/3
deel worden geopend.
Plaats zonneschermen op de achterste
zijruiten om jonge kinderen tegen de zon te
beschermen.
Laat uit veiligheidsoverwegingen:
-
g
een kinderen zonder toezicht achter in
een auto,
-
n
ooit een kind of een dier in een auto
achter wanneer alle ruiten gesloten zijn
en de auto in de zon staat,
-
d
e sleutels nooit binnen bereik van de
kinderen achter in de auto.
Kinderbeveiliging
Als de kinderbeveiliging is ingeschakeld, kunnen
de achterportieren niet meer van binnenuit
geopend worden.
De knop bevindt zich op de zijkant van beide
achterportieren.
F
D
uw de hendel omlaag.
Controleer bij het aanzetten van het contact altijd
de stand van de kinderbeveiliging.
Dit systeem werkt onafhankelijk van de centrale
vergrendeling.
5
Veiligheid
117
Zekering nr.Stroomsterkte (A)Functies
1 5Achteruitrijlicht – Brandstofinjectiesysteem – Audiosysteem – VSC-systeem
2 15Ruitensproeiers voor en achter
3 5Intelligente servicecentrale – Instrumentenpaneel – Display – Airconditioning – Achterruit- en buitenspiegelverwarming –
Stoelver warming – Elektrisch bedienbaar canvasdak – Audiosysteem
4 5Elektrische stuurbekrachtiging – Stop & Start
5 15Ruitenwisser achter
6 5Motor ventilatorgroep – ABS-systeem – VSC-systeem
7 25Ruitenwissers vóór
8 10Buitenspiegelverwarming
9 1512
V-aansluiting (max. 120 W)
10 7, 5Buitenspiegels – Audiosysteem – Stop & Start – Instrumentenpaneel – Display
11 5Stuurslot – Brandstofinjectiesysteem – ETG-versnellingsbak
12 7, 5Airbags
13 5Instrumentenpaneel – Display – Stop & Start
14 15Stuurbekrachtiging – Brandstofinjectiesysteem – Remlichten
15 7, 5Brandstofinjectiesysteem – Stop & Start
16 7, 5Motordiagnosesysteem
17 10Remlichten – Derde remlicht – Brandstofinjectiesysteem – ABS-systeem – VSC-systeem – ETG -versnellingsbak –
"Keyless entry and start"-systeem
8
In geval van pech
170
Aansluiten MirrorLink ............................................ 5
Aansluiting 12 V ............................................ 42
- 43
ABS
........
............................................................. 52
Accessoires ......................................................... 51
Accu
................................................... 102, 121-123
Accu laden
........................................................ 123
Achterlichten
..................................................... 11
3
Achterruitverwarming
......................................... 41
Achteruitrijcamera
............................................... 91
Achteruitrijlicht
.................................................. 113
Active City Brake
..................................... 15
, 8 6 - 89
Afmetingen
........................................................ 126
Afstandsbediening
.................................. 2
2-23, 26
Afstellen van de koplamphoogte
........................49
Airbags
................................
..............14, 56 -58, 60
Airbags vóór
............................................. 57- 5 8 , 61
Airconditioning
................................................ 6, 38
Airconditioning (handbediend)
.....................3 7, 4 0
Alarmknipperlichten
............................................ 52
A
llesdragers
........................................................ 98
Antiblokkeersysteem (ABS)
................................52
Antispinregeling
...................................... 14, 52- 5 3
Antispinregeling (ASR) ~ Antislipregeling
.......... 13
A
pple CarPlay verbinding
.....................................4
Audio-aansluitingen
............................................ 43
Audiokabel
............................................................ 9
Audiosysteem ........................................................ 1
Automatische airconditioning ~ Airconditioning, automatische
.................... 3
8-40
Automatisch inschakelen verlichting
............46, 48 CD
.......................................................................10
CD MP3
...............................................................10
Centrale vergrendeling
..................................22-24
Claxon
.................................................................51
Controlelampjes
..................................................11
Controles
.............................................. 9
9, 102-103A
B
C
Bagageruimte ...................................................... 27
Banden ................ .......................................... 6, 103
Banden oppompen
.......................................... 103
Bandenspanning
............................... 103, 107, 127
Bandenspanningscontrole (met set)
......... 10
4, 10 6
Bandenspanning te laag (detectie)
.....................92
D
DAB (Digital Audio
Broadcasting) – Digitale radio ....................8, 8 -9
Dagteller
.............................................................. 18
Dashboardkastje
................................................. 42
Derde remlicht
................................................... 114
Detectie te lage bandenspanning ~
Bandenspanning, detectie
................. 9
2- 93, 107
Digitale radio – DAB (Digital Audio Broadcasting)
...................................8, 8 -9
Dimlicht
.................................................. 17, 46, 112
Dimmer dashboardverlichting ~ Dashboardverlichting (dimmer)
................... 1
8 -19
Display
................................................................ 18
Display instrumentenpaneel
.............................8-9
Eco-mode ~ Eco-modus
.....................................98
Eco-rijden (adviezen)
............................................ 6
Electronic Stability Program (ESC)
...13 -14, 52- 5 3
Elektrisch bedienbaar vouwdak ..........................29
Elektronische remdrukregelaar (REF)
...............52
Elektronische remdrukregelaar (REF) ~ Electronic Brake
Force Distribution (EBD)
.................................. 52
E
lektronische sleutel
..................................... 23-26
Elektronische startblokkering ~ Startblokkering, elektronische
......................... 75
ES
P ..................................................................... 14
ETG-versnellingsbak
...................6, 12, 76 -79, 103
E
Batterij afstandsbediening
vervangen ~
Afstandsbediening, batterij vervangen
............23
Batterij afstandsbediening ~ Afstandsbediening, batterij
.............................. 23
Ba
tterij elektronische sleutel
..............................26
Batterij van de elektronische sleutel vervangen
............................................. 26
B
ediening autoradio aan stuurkolom ~ Autoradio,
bedieningen aan stuurkolom
.......................... 6
, 3
Bekerhouder
................................
.......................42
Beladen
................................................................. 6
Benzinemotor
........................................ 97, 99, 125
Binnenspiegel
..................................................... 35
Bluetooth (handsfree set)
.............................1 0 , 11
Bluetooth (telefoon)
....................................... 1 0 , 11
Boordcomputer
............................................. 18 -20
Brandstof
............................................. 6, 18, 96 -97
Brandstofniveaumeter
...................................18, 9 6
Brandstoftank
................................................ 18, 9 6
Brandstof tanken
........................................... 96 -97
Brandstofverbruik
..................................... 6, 18, 96
Buitenspiegels ..................................................... 35
Trefwoordenregister
173
U
V
W
Z
Uitschakelen airbag passagier ~ Passagiersairbag uitschakelen ............5 7, 6 0 - 6 1
USB
.............................................................. 9, 9 -10
USB-aansluiting
.................................... 42- 43, 9, 9
USB-poort
......................................................... 9, 9
Veiligheidsgordels
.......................12, 34, 54-56, 64
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
................... 5
7, 59 - 61, 64, 66 - 68, 70 -71
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen ~ Kinderen
(veiligheidsvoorzieningen)
................... 5
7, 59 - 61,
64, 66 - 68, 70
Ventilatie
............................................. 6, 36 -37, 40
Ventilatieroosters
................................................ 36
V
ergrendelen/ontgrendelen portier van binnenuit ~
Interieur vergrendelen/ontgrendelen
......... 2
6-27
Verkeersinformatie (TA)
........................................ 8
Verklikkerlampje airbags ~ Airbaglampjes
.........14
Verklikkerlampje emissieregeling
....................... 13
V
erklikkerlampje geopend portier .......................12
Verklikkerlampje handrem ~ Handremlampje
....11
Verklikkerlampje laag brandstofniveau ~ Brandstofreservelampje
.....13
Verklikkerlampje remsysteem ~ Remlampje
...... 11
V
erklikkerlampjes ~ Controlelampjes
..............9 -10
Verklikkerlampjes ~ Waarschuwingslampjes
.....10
Verklikkerlampje veiligheidsgordels ~ Gordel (lampje)
...............12
Verlichting
......................................................... 112
Verlichting bagageruimte ~ Bagageruimteverlichting
..................................41
Verlichting overdag ~ Dagrijverlichting
............... 46
V
ersnellingshendel
............................................... 6
Verversen
................................................... 10 0 -101
Verwarming
............................................... 6, 37, 40
Voor stoelen
......................................................... 32Waarschuwing vergeten verlichting
...................47
Wassen (adviezen) .............................................. 99
Wiel demonteren
.........................1 0 7-1 0 8 , 11 0 -111
Wiel monteren
.............................1 0 7-1 0 8 , 11 0 -111
Wiel verwisselen
.........................1 0 7-1 0 8 , 11 0 -111
Window-airbags
................................
..................58
Woordenlijst autoradio
.......................................... 2
Z
ekeringen
..........................................114 -11 6 , 11 9
Zekeringen vervangen
........................114 -11 6 , 11 9
Zekeringkast dashboard
.....................114 -11 6 , 11 9
Zekeringkast motorruimte
...................114 -11 6 , 11 9
Zicht ..................................................................... 36
Zij-airbags
...................................................... 5
7- 5 8
Zijknipperlicht
....................................................114
Zijruiten achter
....................................................29
Zonneklep
...........................................................42
Zuinig rijden
..........................................................6
.
Trefwoordenregister