Page 345 of 746

3455-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)
5
Rijden
AHS (Adaptive High Beam-systeem)
●Past de helderheid en het verlichte gebied van het grootlicht aan op
basis van de rijsnelheid.
●Regelt het variabele grootlicht
zo, dat het gebied rond tegen-
liggers en voorliggers gedeelte-
lijk niet wordt verlicht terwijl
andere gebieden wel verlicht
worden door het grootlicht.
Het variabele grootlicht helpt het
zicht naar voren te verbeteren ter-
wijl tegenliggers en voorliggers
minder worden verblind.
●Past de intensiteit van het grootlicht tijdens het rijden in bochten
aan, zodat het gebied in de richting waarin de auto draait helderder
wordt verlicht dan andere gebieden.
●Past het stralingsbereik van de dimlichten aan in overeenstemming
met de afstand tot een voorligger.
Het Adaptive High Beam-systeem gebruikt een camerasensor
aan de bovenzijde van de voorruit om de helderheid van de ver-
lichting van tegenliggers en voorliggers, straatverlichting, enz.
te beoordelen en, indien nodig, automatisch de verspreiding van
het licht van de koplampen te regelen.
Verlicht gedeelte door grootlicht
Verlicht gedeelte door dimlicht
WAARSCHUWING
■Beperkingen van het Adaptive High Beam-systeem
Vertrouw niet blindelings op het Adaptive High Beam-systeem. Rijd altijd
voorzichtig, houd hierbij de omgeving in de gaten en schakel indien nodig
handmatig het grootlicht in of uit.
■Voorkomen van onjuiste werking van het Adaptive High Beam-systeem
Voorkom overbelading van uw auto.
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book Page 345 Wednesday, December 14, 2016 1:05 PM
Page 346 of 746
3465-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)
Duw de hendel van u af terwijl
de lichtschakelaar in de stand
of staat.
Druk op de schakelaar van het
Adaptive High Beam-systeem.
Het controlelampje van het Adap-
tive High Beam-systeem gaat
branden als de koplampen auto-
matisch worden ingeschakeld om
aan te geven dat het systeem is
ingeschakeld.
Het Adaptive High Beam-systeem activeren
IO53PH033
1
IO53PH034
2
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book Page 346 Wednesday, December 14, 2016 1:05 PM
Page 347 of 746
3475-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)
5
Rijden
■Dimlicht inschakelen
Trek de hendel naar u toe,
zodat deze in de oorspronke-
lijke stand terugkomt.
Het controlelampje van het
Adaptive High Beam-systeem
gaat uit.
Duw de hendel van u af om het
Adaptive High Beam-systeem
weer in te schakelen.
■
Grootlicht inschakelen
Druk op de schakelaar van het
Adaptive High Beam-systeem.
Het controlelampje van het
Adaptive High Beam-systeem
dooft en het controlelampje van
het grootlicht gaat branden.
Druk op de schakelaar om het
Adaptive High Beam-systeem
weer in te schakelen.
Handmatig in- en uitschakelen van het grootlicht
IO53PH031
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book Page 347 Wednesday, December 14, 2016 1:05 PM
Page 348 of 746

3485-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)
■Omstandigheden waarin de regeling van de lichtverspreiding van
de koplampen automatisch verandert
●Als aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan, wordt het grootlicht
automatisch ingeschakeld en werkt het systeem:
• De rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of hoger.
*
• Er zijn geen tegenliggers of voorliggers met ingeschakelde koplampen of
achterlichten.
• Het gebied voor de auto is niet verlicht.
*: Als de rijsnelheid ongeveer 30 km/h of hoger is, wordt het gebied in de rich-
ting waarin de auto draait helderder verlicht dan andere gebieden tijdens
het rijden in bochten.
●Als aan alle onderstaande voorwaarden wordt voldaan, wordt het variabele
grootlicht ingeschakeld en wordt het stralingsbereik van het dimlicht auto-
matisch aangepast, afhankelijk van de locatie van tegenliggers en voorlig-
gers:
• De rijsnelheid is ongeveer 15 km/h of hoger.
• Er zijn tegenliggers of voorliggers met ingeschakelde koplampen of ach-
terlichten.
• Het gebied voor de auto is niet verlicht.
●Als aan een van onderstaande voorwaarden wordt voldaan, wordt automa-
tisch geschakeld van grootlicht of variabel grootlicht naar dimlicht:
• De rijsnelheid is lager dan ongeveer 15 km/h.
• Het gebied voor de auto is verlicht.
• Er zijn veel tegenliggers en/of voorliggers.
• De positie van tegenliggers of voorliggers verandert snel en het grootlicht
kan de bestuurders van de andere voertuigen verblinden.
■Informatie werking camerasensor
●In de volgende situaties wordt mogelijk niet automatisch geschakeld van
grootlicht naar variabel grootlicht:
• Als plotseling een tegenligger uit een bocht opdoemt
• Als plotseling een andere auto voor de eigen auto invoegt
• Als tegenliggers of voorliggers aan het zicht zijn onttrokken als gevolg van
een reeks bochten, wegafscheidingen of bomen langs de weg
• Wanneer tegenliggers opdoemen uit de rechter tegemoetkomende rij-
strook op een brede weg
• Wanneer er tegenliggers of voorliggers met uitgeschakelde verlichting zijn
●Er wordt mogelijk niet geschakeld van grootlicht naar variabel grootlicht als
een tegenligger wordt gesignaleerd die zijn mistlampen aan heeft terwijl de
koplampen uit zijn.
●Door de aanwezigheid van huisverlichting, straatverlichting, verkeerslichten
of verlichte billboards of andere borden wordt mogelijk geschakeld van groot-
licht naar variabel grootlicht, wordt mogelijk niet geschakeld van grootlicht
naar variabel grootlicht of wordt het niet verlichte gebied mogelijk gewijzigd.
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book Page 348 Wednesday, December 14, 2016 1:05 PM
Page 349 of 746

3495-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)
5
Rijden
●De volgende factoren kunnen van invloed zijn op de reactietijd voor het in- of
uitschakelen van het grootlicht of op de snelheid waarmee de niet verlichte
gebieden veranderen:
• De helderheid van koplampen, mistlampen en achterlichten van tegenlig-
gers en voorliggers
• De beweging en richting van tegenliggers en voorliggers
• Als de verlichting van een tegenligger of voorligger slechts aan één kant
werkt
• Als een tegenligger of voorligger een voertuig op twee wielen betreft
• De toestand van de weg (stijgingspercentage, bochten, toestand van het
wegdek, enz.)
• Het aantal inzittenden en de hoeveelheid bagage
●De regeling van de lichtverspreiding van de koplampen kan onverwacht ver-
anderen.
●Fietsen of vergelijkbare objecten worden mogelijk niet gesignaleerd.
●In de onderstaande situaties kan het systeem de helderheid van het omge-
vingslicht mogelijk niet juist signaleren. Hierdoor blijven de dimlichten moge-
lijk branden of zorgt het grootlicht mogelijk voor problemen bij voetgangers,
tegenliggers of voorliggers of anderen. In dergelijke gevallen moet handmatig
worden geschakeld tussen grootlicht en dimlicht.
• Bij slecht weer (regen, mist, sneeuw, zandstormen, enz.)
• Het zicht door de voorruit wordt belemmerd door damp, wasem, ijs, vuil, enz.
• De voorruit is gebarsten of beschadigd.
• De camerasensor is vervormd of vuil.
• De temperatuur van de camerasensor is extreem hoog.
• De helderheid van het omgevingslicht komt overeen met die van koplam-
pen, achterlichten of mistlampen.
• Tegenliggers hebben de koplampen niet ingeschakeld, of de koplampen
zijn vuil, hebben een andere kleur of zijn niet correct afgesteld.
• De auto wordt geraakt door water, sneeuw, stof, enz. van een voorligger.
• In gebieden waar lichte en donkere stukken elkaar afwisselen.
• Als geregeld en herhaaldelijk over stijgende en dalende wegen wordt gere-
den, of over wegen met een slecht of oneffen wegdek (zoals klinkerwegen,
zandwegen, enz.)
• Als geregeld en herhaaldelijk over bochtige wegen wordt gereden.
• Er bevindt zich een sterk spiegelend voorwerp, zoals een spiegel, voor de
auto.
• De achterzijde van een voorligger is sterk spiegelend, zoals een container
op een truck.
• De koplampen van de auto zijn beschadigd of vuil.
• De auto helt naar één kant over door bijvoorbeeld een lekke band of ligt
aan de achterzijde wat lager doordat een aanhangwagen is aangekoppeld.
• Er wordt herhaaldelijk en op een abnormale manier geschakeld tussen
dimlicht en grootlicht.
• De bestuurder meent dat andere bestuurders of voetgangers last hebben
van het grootlicht.
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book Page 349 Wednesday, December 14, 2016 1:05 PM
Page 350 of 746
3505-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)■Als “Headlight System Malfunction Visit Your Dealer” (Storing in kop-
lampsysteem. Ga naar uw dealer) op het multi-informatiedisplay wordt
weergegeven
Er is mogelijk een storing in het systeem aanwezig. Laat de auto nakijken
door een erkende Toyota-dealer of hersteller/reparateur of een andere naar
behoren gekwalificeerde en uitgeruste deskundige.
■Persoonlijke voorkeursinstellingen
Bepaalde functies kunnen worden aangepast aan de persoonlijke voorkeur.
(→Blz. 708)
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book Page 350 Wednesday, December 14, 2016 1:05 PM
Page 351 of 746
3515-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)
5
Rijden
Schakelaar mistlampen
Schakelt de mistlam-
pen voor en de mist-
achterlichten uit
Schakelt de mistlam-
pen voor in
Schakelt de mistlam-
pen voor en het mist-
achterlicht in
Als de schakelaarring wordt losge-
laten, keert de ring terug naar de
stand .
Door de schakelaarring nogmaals te draaien, worden alleen de mistachter-
lichten uitgeschakeld.
■Mistlampen kunnen worden gebruikt als
Mistlampen voor: de parkeerlichten voor zijn ingeschakeld.
Mistachterlichten: De mistlampen voor zijn ingeschakeld.
De mistlampen zorgen voor uitstekend zicht bij ongunstige
rijomstandigheden, zoals bij regen of mist.
Bedieningsinstructies
IO53PH036
1
2
3
OPMERKING
■Voorkomen van ontlading van de 12V-accu
Laat de verlichting niet langer ingeschakeld dan noodzakelijk is als het
hybridesysteem niet is ingeschakeld.
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book Page 351 Wednesday, December 14, 2016 1:05 PM
Page 352 of 746
3525-3. Bedienen van verlichting en ruitenwissers
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE)
Ruitenwissers en -sproeiers
De werking van de ruitenwisser wordt geselecteerd door de hendel
als volgt te bewegen:
Uit
Stand AUTO
Lage snelheid
Hoge snelheid
Enkele slag
In de stand AUTO werken de rui-
tenwissers automatisch wanneer
de sensor signaleert dat het
regent. De wissnelheid wordt auto-
matisch afgestemd op de hoeveel-
heid neerslag en de rijsnelheid.
In de stand AUTO kan de sensorgevoeligheid worden ingesteld.
Verhoogt de gevoeligheid
Verlaagt de gevoeligheid
Bedienen van de ruitenwisserhendel
IO53PH037
1
2
3
4
5
6
7
PRIUS PHV_OM_OM47A89E_(EE).book Page 352 Wednesday, December 14, 2016 1:05 PM