Page 57 of 393
55
308_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Batterij vervangen
Gooi de lege batterijen van de
afstandsbediening niet weg: ze bevatten
metalen die schadelijk zijn voor het milieu.
Lever lege batterijen in bij een speciaal
verzamelpunt.
Als de batterij van de
afstandsbediening leeg is, wordt u
gewaarschuwd door dit lampje op het
dashboard, een geluidssignaal, en
een melding op het display.
F
Z
et het contact af.
F
Z
et de sleutel in de stand 2
(Contact) . Batterij ref.: CR1620
/ 3
V.
F
D
ruk zo snel mogelijk gedurende
enkele seconden op de
vergrendelknop (gesloten hangslot)
van de afstandsbediening.
F
Z
et het contact af en ver wijder de sleutel
uit het contactslot.
De afstandsbediening werkt nu weer.
Synchroniseren
F Wip het deksel los door een kleine schroevendraaier in de uitsparing te
steken.
F
T
il de deksel op.
F
V
erwijder de lege batterij.
F
P
laats de nieuwe batterij in de juiste
richting.
F
K
lik het deksel vast.
2
Toegang tot de auto
Page 58 of 393

56
308_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
"Keyless entry and start" met afstandsbediening
Volledig ontgrendelen Selectief ontgrendelen
U kunt om de auto te ontgrendelen (openen) of vergrendelen (sluiten) de centrale vergrendeling bedienen met de sleutel in het portierslot of met de
afstandsbediening.
De sleutel met afstandsbediening dient tevens voor de lokalisatie en het starten van de auto en maakt deel uit van de diefstalbeveiliging.Standaard is de volledige ontgrendeling
geactiveerd.
Het ontgrendelen wordt bevestigd door
het gedurende twee seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering worden
gelijktijdig de buitenspiegels uitgeklapt.
Bovendien wordt het inbraakalarm
uitgeschakeld (indien aanwezig).F
D
ruk om uitsluitend het
bestuurdersportier te ontgrendelen
één keer op deze knop.
F
D
ruk op deze knop om de auto te
ontgrendelen.
F
D
ruk nogmaals op deze knop om de
overige portieren te ontgrendelen en de
achterklep te openen.
Deze functie kan worden ingesteld via het
menu "Rijhulpsysteem"
en vervolgens
"Configuratie auto" en "Toegang auto".
Druk op deze toets om aanvullende
informatie weer te geven.
Vergrendelen
Het vergrendelen wordt bevestigd
door het gedurende enkele seconden
branden van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering van
uw auto worden de buitenspiegels
ingeklapt en wordt het inbraakalarm
ingeschakeld. F
D
ruk op deze knop om de auto
volledig te vergrendelen.
H
oud deze knop ingedrukt tot de
ruiten volledig gesloten zijn.
Als de portieren vergrendeld zijn,
kunnen de hulpdiensten in geval van
nood mogelijkerwijs moeilijker toegang
krijgen tot het interieur.
Zorg ervoor dat kinderen zich tijdens
het bedienen van de ruiten niet kunnen
bezeren. Als een portier of de achterklep niet
goed is gesloten, zal bij draaiende
motor of als de auto sneller dan
10
km/h rijdt gedurende enkele
seconden een melding worden
weergegeven.
Toegang tot de auto
Page 59 of 393

57
308_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Met deze functie kunt u uw auto op afstand
lokaliseren, wat vooral praktisch is bij weinig licht.
De auto dient hiervoor wel vergrendeld te zijn.
Lokaliseren van de auto
F Druk op deze toets.
Verlaat om veiligheidsredenen
(kinderen in de auto) de auto nooit,
zelfs niet voor een korte tijd, zonder de
sleutel van het Keyless entry and start-
systeem mee te nemen.
Wees bedacht op diefstal als de sleutel
van het Keyless entry and start-
systeem zich binnen het detectiebereik
bevindt ter wijl uw auto ontgrendeld is.
Om te voorkomen dat de batterij van
de elektronische sleutel ontladen raakt,
gaan de "Keyless entry"-functies over
in de waakfase als de auto langer
dan 21
dagen niet is gebruikt. Om
de functies weer te activeren, dient
u op een van de knoppen van de
afstandsbediening te drukken of de
motor te starten met de elektronische
sleutel in de lezer.
Hierna zullen gedurende ongeveer tien
seconden de plafonniers gaan branden en de
richtingaanwijzers gaan knipperen.
2
Toegang tot de auto
Page 60 of 393

58
308_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Volledig ontgrendelen
"Keyless entry and start"
Systeem waarmee de auto ontgrendeld
(geopend), vergrendeld (gesloten) en gestart
kan worden zonder dat u de elektronische
sleutel tevoorschijn hoeft te halen.F
A
ls u de elektronische sleutel op zak
hebt binnen de detectiezone A , kunt u
de auto ontgrendelen door uw hand op
de achterzijde van een voorportiergreep
te leggen. Trek vervolgens aan de
portiergreep om het portier te openen.
De centrale vergrendeling werkt niet:
-
a
ls het contact is aangezet,
-
a
ls een van de portieren of de
achterklep nog geopend is,
-
a
ls een sleutel van het Keyless entry
and start-systeem zich nog in de
auto bevindt.
Als de auto is vergrendeld en per
ongeluk wordt ontgrendeld zonder dat
binnen ongeveer 30
seconden een van
de portieren wordt geopend, wordt de
auto automatisch weer vergrendeld.
Het alarmsysteem (indien aanwezig)
wordt in dat geval niet meer
ingeschakeld.
Het in- en uitklappen van de
buitenspiegels met de afstandsbediening
kan worden uitgeschakeld door
het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.Selectief ontgrendelen
Als de selectieve ontgrendeling van het
bestuurdersportier is geactiveerd:
F
W
anneer de elektronische sleutel zich in
de detectiezone aan de bestuurderszijde
bevindt, legt u uw hand achter de
portiergreep van het bestuurdersportier
om alleen het bestuurdersportier te
ontgrendelen. Trek vervolgens aan de
portiergreep om het portier te openen.
F
W
anneer de elektronische sleutel
zich in de detectiezone zich aan de
passagierszijde bevindt en u uw hand
achter de portiergreep van het voorportier
aan passagierszijde legt, wordt de gehele
auto ontgrendeld. Trek vervolgens aan de
portiergreep om het portier te openen.
Standaard is de volledige ontgrendeling
geselecteerd.
Deze instelling kan worden uitgevoerd via
het menu "Rijhulpsysteem" en vervolgens
"Configuratie auto" en "Toegang auto".
Druk op deze toets om aanvullende
informatie weer te geven.
Het ontgrendelen wordt bevestigd door
het gedurende enkele seconden snel
knipperen van de richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering van
uw auto worden de buitenspiegels
uitgeklapt en wordt het inbraakalarm
uitgeschakeld.
Toegang tot de auto
Page 61 of 393

59
308_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Vergrendelen
F Druk, als de sleutel zich binnen het detectiegebied A bevindt, met een van uw
vingers op een van de voorportiergrepen
(bij de merktekens) of druk op de
vergrendelschakelaar van de achterklep
om de auto te vergrendelen.
H
oud uw vinger op de portiergreep tot de
ruiten volledig gesloten zijn.
Let erop dat niemand het correcte
sluiten van de ruiten in de weg staat.
Zorg ervoor dat kinderen zich tijdens
het bedienen van de ruit niet kunnen
bezeren.Omwille van de veiligheid en ter
voorkoming van diefstal: laat nooit de
elektronische sleutel in de auto achter,
ook niet wanneer u in de buurt bent.
Het is raadzaam de sleutel bij u te
houden.
Als een portier of de achterklep niet
goed is gesloten, zal met draaiende
motor of als de auto sneller dan
10
km/h rijdt gedurende enkele
seconden een melding worden
weergegeven. Het vergrendelen wordt bevestigd door het
gedurende enkele seconden branden van de
richtingaanwijzers.
Afhankelijk van de uitvoering worden de
buitenspiegels ingeklapt en wordt het
inbraakalarm ingeschakeld.
2
Toegang tot de auto
Page 62 of 393

60
308_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Supervergrendeling
De supervergrendeling blokkeert het
van buitenaf en van binnenuit openen
van de portieren.
Als de supervergrendeling is
ingeschakeld, is ook de knop van de
centrale vergrendeling in het interieur
buiten werking.
Schakel daarom nooit de
supervergrendeling in als er zich
iemand in de auto bevindt.
Met de afstandsbediening
F Druk op deze knop om de auto volledig te vergrendelen.
Houd de knop ingedrukt om de
ramen te sluiten.
Met Keyless entry and start
Via de portieren of de achterklep:
F D ruk, ter wijl u de elektronische sleutel bij u
hebt (deze moet zich in de detectiezone
A
bevinden), met een vinger op de
portiergreep (bij de merktekens) of op de
vergrendelschakelaar op de achterklep
(rechts) om de auto te vergrendelen.
Zorg ervoor dat het sluiten van de ruiten
niet gehinderd wordt door voorwerpen
of personen.
Let met name op in de auto aanwezige
kinderen wanneer u de ruiten sluit.
F
D
ruk binnen vijf seconden nogmaals op
deze knop om de supervergrendeling van
de auto in te schakelen.
Vuil (vocht, stof, modder, zout, ...) op de binnenzijde van de portiergreep kan de detectie
negatief beïnvloeden.
Als na het reinigen van de binnenzijde van de portiergreep met een doek de detectie niet
verbetert, raadpleeg dan het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Plotseling contact met water (waterstraal, hogedrukspuit, ...) kan door het systeem worden
beschouwd als een verzoek om ontgrendelen van de auto.F
D ruk binnen vijf seconden nogmaals op de
portiergreep of op de vergrendelschakelaar
op de achterklep (rechts) om de
supervergrendeling in te schakelen.
Toegang tot de auto
Page 63 of 393

61
308_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Achterklep
F Ontgrendel de auto met de afstandsbediening, druk op deze
knop en open de achterklep.
Openen met de "Keyless
entry and start"-
afstandsbediening
F Druk op deze knop; de auto
wordt ontgrendeld.
Openen met de sleutel
Standaard wordt de auto volledig ontgrendeld.
Deze instelling kan worden uitgevoerd via
het menu "Rijhulpsysteem" en vervolgens
"Configuratie auto" en "Toegang auto".
Volledig ontgrendelen
Selectief ontgrendelen
F Druk op deze knop; de
achterklep wordt ontgrendeld.
Druk op deze toets om aanvullende
informatie weer te geven.
F
D
ruk op de schakelaar voor het openen en
open de achterklep.
F
D
ruk op de schakelaar voor het openen en
open de achterklep. F
D
ruk op de schakelaar voor het openen
ter wijl de elektronische sleutel zich in
het detectiegebied A bevindt en open
vervolgens de achterklep.
Openen met het Keyless
entry and start-systeem
Standaard is de volledige ontgrendeling
geactiveerd.
Deze instelling kan worden uitgevoerd via
het menu "Rijhulpsysteem" en vervolgens
"Configuratie auto" en "Toegang auto".
Selectieve ontgrendeling Volledige ontgrendeling
2
Toegang tot de auto
Page 64 of 393

62
308_nl_Chap02_ouvertures_ed01-2016
Als de ontgrendeling van alleen de achterklep
is geactiveerd:
F
D
ruk, als de elektronische sleutel zich in de
detectiezone A bevindt, op de knop voor
het openen van de achterklep om alleen
de achterklep te ontgrendelen en beweeg
vervolgens de achterklep omhoog.
Het ontgrendelen wordt gesignaleerd door het
gedurende enkele seconden snel knipperen
van de richtingaanwijzers.
Druk op deze toets om aanvullende
informatie weer te geven.
Sluiten
F Trek de achterklep omlaag met behulp van een van de handgrepen aan de
binnenzijde.
Als de achterklep niet goed is gesloten (het
slot heeft twee standen), wordt bij draaiende
motor of tijdens het rijden (snelheid hoger
dan 10
km/h) gedurende enkele seconden een
melding weergegeven.
Noodbediening
F Klap de achterbank naar voren om bij het slot in de bagageruimte te komen,
F
S
teek een kleine schroevendraaier in de
opening A van het slot om de achterklep te
ontgrendelen.
F
V
erplaats de nok naar rechts.
Vergrendeling na het sluiten
Wanneer de achterklep weer wordt gesloten,
wordt deze weer vergrendeld als het probleem
niet is verholpen.Hiermee kan bij een lege accu of een eventuele
storing in het systeem van de centrale
vergrendeling de achterklep mechanisch
ontgrendeld worden.
F
D
ruk, als de sleutel zich in de detectiezone
A bevindt, op de vergrendelingsknop van
de achterklep om de auto te vergrendelen.
Het vergrendelen wordt gesignaleerd door het
gedurende enkele seconden knipperen van de
richtingaanwijzers.
Vergrendelen met Keyless
entry and start
Ontgrendelen
Toegang tot de auto