Page 105 of 393

103
308_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Plafonniers
1. Plafonnier vóór
2. Kaartleeslampjes vóór
Plafonnier vóór - achter
F Druk bij aangezet contact op de desbetreffende schakelaar.
Kaartleeslampjes vóór -
achter
In de stand "interieurverlichting permanent
ingeschakeld", blijft de interieurverlichting
afhankelijk van de omstandigheden
gedurende een bepaalde tijd branden:
-
b
ij afgezet contact: ongeveer
10
minuten,
-
i
n de eco-mode: ongeveer
30
seconden,
-
b
ij draaiende motor: onbeperkt.
In deze stand gaat de
interieurverlichting geleidelijk branden:
Permanent uit.
Permanent aan.
-
a
ls de auto wordt ontgrendeld,
-
a
ls de elektronische sleutel uit de lezer
wordt verwijderd,
-
a
ls een portier wordt geopend,
-
a
ls op de vergrendelingsknop van de
afstandsbediening wordt gedrukt om de
auto te lokaliseren.
De interieurverlichting gaat geleidelijk uit:
-
a
ls de auto wordt vergrendeld,
-
a
ls het contact wordt aangezet,
-
3
0
seconden na het sluiten van het laatste
portier. Zorg ervoor dat er geen voor werpen in
contact zijn met de plafonniers.
Afhankelijk van de uitvoering van uw
auto kunt u de plafonnier ook in- of
uitschakelen door op deze toets te
drukken.
3.
P
lafonnier achter
4.
K
aartleeslampjes achter
3
Ergonomie en comfort
Page 106 of 393
104
308_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Sfeerverlichting
De gedempte interieurverlichting verbetert het zicht in de auto als deze zich in een donkere
omgeving bevindt.De lichtsterkte van de sfeerverlichting kan
worden ingesteld via de secundaire pagina van
het menu " Rijhulpsysteem ".
F
S
electeer het menu " Configuratie auto ".
F
V
ink de regel "Sfeerverlichting " aan.
Als het buiten donker is, gaat de verlichting van
de binnenhandgrepen van de voorportieren
automatisch branden als de parkeerlichten
worden ingeschakeld.
De sfeerverlichting gaat automatisch uit als de
parkeerlichten worden uitgeschakeld.
Inschakelen
Ver lic hting
beenruimte
De werking is gelijk aan die van de plafonniers.
De lampen gaan branden zodra één van de
portieren wordt geopend.
Inschakelen
Druk op het "
vergrootglas " om de
lichtsterkte te regelen.
Ergonomie en comfort
Page 107 of 393

105
308_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2016
Spiegels
F Zet de knop A naar links of rechts om de desbetreffende spiegel te selecteren.
F
D
uw de knop B in de 4 richtingen om de
spiegel af te stellen.
F
Z
et de knop A weer in het midden.
De verstelbare buitenspiegels zorgen voor
het benodigde zicht naar achteren bij een
inhaalmanoeuvre of het parkeren van de auto.
De buitenspiegels kunnen ook worden
ingeklapt voor het parkeren in een smalle
straat.
Ontwaseming - ontdooiing
Buitenspiegels
Deze functie kunt u inschakelen door
bij draaiende motor op de toets van
de achterruitverwarming te drukken.
Stel om veiligheidsredenen de spiegels zo
af dat de dode hoek zo klein mogelijk is.
De waargenomen objecten in de
buitenspiegels lijken verder af dan ze in
werkelijkheid zijn.
Hiermee moet rekening worden
gehouden om de afstand ten opzichte
van achteropkomend verkeer goed in te
schatten. Het automatisch in- en uitklappen
van de buitenspiegels kan worden
gedeactiveerd door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Uitklappen
F Van buitenaf: ontgrendel de auto met de
elektronische sleutel of met het "Keyless
entry and start"-systeem.
F
V
anuit het interieur: trek bij aangezet
contact de schakelaar A vanuit de
middelste stand naar achteren.
Inklappen
F Van buitenaf: vergrendel de auto met de elektronische sleutel of met het "Keyless
entry and start"-systeem.
F
V
anuit het interieur: trek bij aangezet
contact de schakelaar A vanuit de
middelste stand naar achteren.
Als de buitenspiegels zijn ingeklapt met behulp
van de schakelaar A, worden ze niet automatisch
uitgeklapt als de auto wordt ontgrendeld. Trek
nogmaals de schakelaar A naar achteren om de
buitenspiegels uit te klappen.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het
ontwasemen en ontdooien van de
achterruit . Indien nodig kunnen de buitenspiegels
handmatig worden ingeklapt.
Verstellen
4
Verlichting en zicht
Page 108 of 393
106
308_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2016
Binnenspiegel
De binnenspiegel is voorzien van een antiverblindingsstand waardoor de spiegel donkerder wordt
en de bestuurder minder hinder ondervindt van bijvoorbeeld de zon en van de koplampen van
achteropkomend verkeer.
Handmatige binnenspiegel
Verstellen
F S tel de spiegel af als deze in de dagstand
staat.
Zodra de achteruitversnelling wordt
ingeschakeld, wordt de spiegel in de
dagstand gezet voor een maximaal
zicht naar achteren.
Dag-/nachtstand
F
T
rek aan het hendeltje om de spiegel in de
nachtstand te zetten.
F
D
uw het hendeltje naar voren om de
spiegel terug te zetten in de dagstand.
"Elektrochromatische"
binnenspiegel
Dankzij een sensor die de hoeveelheid licht die
vanaf de achterzijde van de auto op de spiegel
valt meet, gaat de binnenspiegel geleidelijk en
automatisch over van de dag- in de nachtstand.
Verlichting en zicht
Page 109 of 393

107
308_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2016
Lichtschakelaar
HoofdverlichtingAanvullende verlichting Automatische functies
Onder bepaalde weersomstandigheden
(lage temperatuur, vochtigheid) kan zich
een laagje condens aan de binnenzijde
van de koplampen en de achterlichten
vormen; dit verdwijnt enkele minuten na
het ontsteken van de koplampen.
Met de lichtschakelaar kunt u de verlichting en signalering van de auto selecteren en inschakelen.
Uw auto is voorzien van verschillende
verlichtingsfuncties:
-
p
arkeerlicht: om gezien te worden,
-
d
imlicht: voor een optimaal zicht zonder
medeweggebruikers te verblinden,
-
g
rootlicht: voor een optimaal zicht op
wegen zonder ander verkeer,
-
d
agrijverlichting vóór: voor een betere
zichtbaarheid van uw auto overdag. Uw auto is voorzien van aanvullende verlichting
voor specifieke rijomstandigheden:
-
m
istachterlichten: voor een optimale
zichtbaarheid van achteren bij mist,
-
m
istlampen vóór: voor extra zicht bij mist
en voor een optimale verlichting van
kruispunten en tijdens parkeermanoeuvres. Het verlichtingssysteem van uw auto heeft
verschillende extra automatische functies die
afzonderlijk kunnen worden ingesteld:
-
f
ollow me home-verlichting (via de
afstandsbediening),
-
instapverlichting,
-
dagrijverlichting,
-
a
utomatische verlichting.
Programmeren
Bepaalde functies kunnen worden ingesteld:
-
f ollow me home-verlichting (op afstand),
-
instapverlichting.
Reizen naar het buitenland
Halogeenkoplampen
Wanneer u uw auto gaat gebruiken in een
land waarin het verkeer aan de andere
kant van de weg rijdt, moet de afstelling
van de koplampen worden gewijzigd om te
voorkomen dat tegemoetkomend verkeer
wordt verblind.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Led-koplampen
De led-koplampen zijn zo ontworpen dat
de afstelling niet gewijzigd hoeft te worden
als u de auto gaat gebruiken in een land
waarin het verkeer aan de andere kant van
de weg rijdt.
4
Verlichting en zicht
Page 110 of 393
108
308_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2016
Zonder automatische
inschakeling
Met automatische inschakeling Selecteren van de stand van de
hoofdverlichting
Draai aan de ring om het symbool van de gewenste
stand tegenover het merkteken te zetten.
Lichten uit (afgezet contact) /
dagrijverlichting vóór (draaiende motor).
Automatische verlichting.
Alleen parkeerlicht.
Dimlicht of grootlicht.
Grootlichtschakelaar
Als de verlichting is uitgeschakeld of wanneer
alleen de parkeerlichten zijn ingeschakeld, kunt
u een lichtsignaal geven door de hendel naar u
toe te trekken.
Verklikkerlampje
Een verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel geeft aan dat de
geselecteerde verlichting is ingeschakeld. Trek de hendel naar u toe om over te schakelen
van dim- naar grootlicht en terug.
Verlichting en zicht
Page 111 of 393

109
308_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2016
MistverlichtingMistlampen vóór en
mistachterlicht
Als de verlichting automatisch wordt
uitgeschakeld (uitvoeringen met automatische
verlichting) of als het dimlicht handmatig wordt
uitgeschakeld, blijven de mistverlichting en de
parkeerlichten branden.
F
D
raai de ring naar achteren om de
mistverlichting uit te schakelen.
De parkeerlichten worden dan ook
uitgeschakeld.
Alleen mistachterlicht
Het dimlicht of het grootlicht moet zijn
ingeschakeld.
F
D
raai de ring naar voren om het
mistachterlicht in te schakelen.
Wanneer de verlichting automatisch wordt
uitgeschakeld (uitvoeringen met de stand
AUTO), gaat het mistachterlicht uit.
F
D
raai de ring naar achteren om het
mistachterlicht uit te schakelen. De mistlampen vóór en het mistachterlicht
werken als de parkeerlichten of de dimlichten
zijn ingeschakeld (handmatig of in de stand
AUTO).
Verdraai de ring:
F
é
én stand naar voren om de mistlampen
vóór in te schakelen,
F
t
wee standen naar voren om de
mistachterlichten in te schakelen,
F
é
én stand naar achteren om de
mistachterlichten uit te schakelen,
F
t
wee standen naar achteren om de
mistlampen vóór uit te schakelen.
4
Verlichting en zicht
Page 112 of 393

110
308_nl_Chap04_eclairage-et-visibilite_ed01-2016
Bij helder of regenachtig weer,
zowel overdag als 's nachts,
zijn de mistlampen vóór en de
mistachterlichten verblindend voor
medeweggebruikers en daarom niet
toegestaan.
U moet zelf inschatten wanneer u de
mistlampen moet inschakelen, omdat
mogelijk de lichtsterktesensor van
de automatische verlichting ondanks
eventueel aanwezige mist toch
voldoende licht kan constateren.
Vergeet niet de mistlampen uit te zetten
zodra ze niet meer nodig zijn.Uitschakelen van de
verlichting bij afzetten van
het contact
Als u het contact afzet, worden alle
lichten automatisch uitgeschakeld,
behalve als de automatische "follow me
home"-verlichting is geactiveerd.
Aanzetten van de
verlichting na afzetten van
het contact
Om de verlichting weer aan te zetten,
draait u de ring A in de stand "0"-
lichten gedoofd, en kiest u vervolgens
de door u gewenste stand.
Als het bestuurdersportier wordt
geopend, klinkt er een geluidssignaal
om aan te geven dat de verlichting nog
brandt.
De verlichting gaat vanzelf na enige tijd
uit; hoe lang dit duurt is afhankelijk van
de laadtoestand van de accu (overgang
naar eco-modus).
Verlichting overdag vóór
(LED-verlichting)
Bij het starten van de motor wordt deze
verlichting automatisch ingeschakeld als de
lichtschakelaar in de stand " 0" of " AUTO " staat.
Verlichting en zicht