Page 25 of 393

23
308_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Laadstroom
accu * permanent.
Er is een storing in het
laadstroomcircuit van de accu
(vervuilde of losgeraakte
accuklemmen, aandrijfriem dynamo
niet correct gespannen of gebroken...). Het lampje moet bij het starten van de motor uitgaan.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
* Volgens land van bestemming.
Veiligheidsgordel(s)
niet vastgemaakt /
weer losgemaaktpermanent
of knippert in
combinatie met een
geluidssignaal. Een van de veiligheidsgordels is niet
vastgemaakt of weer losgemaakt.
Trek aan de gordel en klik de gesp vast in de
gesphouder.
Airbags tijdelijk. Het lampje brandt gedurende enkele
seconden en dooft als het contact
wordt aangezet. Het lampje moet doven zodra de motor wordt gestart.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats als dit niet het geval is.
permanent. Er is een storing in een van de
airbags of de pyrotechnische
gordelspanners. Laat dit controleren door het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
1
Instrumentenpaneel
Page 26 of 393

24
Motoroliedrukpermanent. Er is een storing in de motorsmering. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Parkeer de auto, zet het contact af en raadpleeg
het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Bandenspanning
te laag permanent, in
combinatie met een
geluidssignaal en een
melding. De bandenspanning van een of
meerdere wielen is te laag.
Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
De controle dient bij voorkeur bij koude banden te
worden uitgevoerd.
Elke keer nadat u een of meer banden op spanning
hebt gebracht en na het verwisselen van een of meer
wielen, moet u het systeem resetten.
Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over het
bandenspanningscontrolesysteem
.
+ knippert en brandt
vervolgens permanent,
in combinatie met
het verklikkerlampje
Service.Er zit een storing in de functie: de
bandenspanning wordt niet meer
gecontroleerd.
Controleer zo snel mogelijk de bandenspanning.
Laat het systeem controleren door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Controlelampje
StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Instrumentenpaneel
Page 27 of 393

25
308_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Voet op het
rempedaalpermanent.
Het rempedaal moet worden
ingetrapt. Bij de automatische transmissie moet u bij een
draaiende motor en voordat u de parkeerrem vrijzet
het rempedaal intrappen om de selectiehendel vanuit
stand P in een andere stand te kunnen zetten.
Als u de handrem vrijzet zonder het rempedaal in te
trappen, zal dit verklikkerlampje blijven branden.
Voet op het
koppelingspedaalpermanent.
In de STOP-stand van het Stop &
Start-systeem wordt de motor niet
gestart als u het koppelingspedaal
slechts gedeeltelijk intrapt. Trap bij een auto met een handgeschakelde
versnellingsbak het koppelingspedaal volledig in zodat
de motor gestart kan worden.
Controlelampje
StatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Een of meer
portier en
geopend
permanent, in combinatie
met een melding die
het desbetreffende
carrosseriedeel
aangeeft, bij een
snelheid lager dan
10
km/h.Een portier of de achterklep is niet
goed gesloten. Sluit het desbetreffende carrosseriedeel.
permanent, in combinatie
met een melding die
het desbetreffende
carrosseriedeel aangeeft
en een geluidssignaal, bij
een snelheid hoger dan
10
km/h.
Pictogram in het display van
het instrumentenpaneelStatus Oorzaak Acties / Opmerkingen
1
Instrumentenpaneel
Page 28 of 393

26
AdBlue®
(BlueHDi-
dieselmotor) permanent zodra het
contact is aangezet,
in combinatie met een
geluidssignaal en een
melding van het aantal
kilometers dat u nog
kunt rijden. De actieradius ligt tussen de 600
en
2400 km.Laat het AdBlue®-reservoir snel bijvullen of neem
contact op met het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
+ knippert, in combinatie
met het branden van
het verklikkerlampje
SERVICE, een
geluidssignaal en een
melding van het aantal
kilometers dat u nog
kunt rijden.De actieradius ligt tussen de 0
en
600
km. Laat het AdBlue
®-reservoir zo snel mogelijk bijvullen
om storingen te voorkomen of neem contact op
met het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
knippert, in combinatie
met het branden van
het verklikkerlampje
SERVICE, een
geluidssignaal en een
melding dat starten
niet is toegestaan. Het AdBlue
®-reservoir is leeg:
het starten van de motor wordt
geblokkeerd door het wettelijk
verplichte startblokkeringssysteem. Om de motor te kunnen starten moet
u het AdBlue®-
reservoir laten bijvullen of contact opnemen met
het PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Het vloeistofreservoir moet worden bijgevuld met
minimaal 3,8
liter AdBlue
®.
Pictogram in het display van
het instrumentenpaneelStatus Oorzaak Acties / Opmerkingen
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor het bijvullen of voor meer informatie over AdBlue
® en het SCR -systeem.
Instrumentenpaneel
Page 29 of 393

27
308_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
Pictogram in het
display van het
instrumentenpaneelStatus
Oorzaak Acties / Opmerkingen
+
+
SCR-
emissieregelsysteem
(BlueHDi-
dieselmotor)permanent zodra het contact
is aangezet, in combinatie
met het branden van het
verklikkerlampje SERVICE
en het verklikkerlampje
zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een
melding.Er is een storing in het SCR-
emissieregelsysteem. Deze waarschuwing verdwijnt zodra de uitstoot
van uitlaatgassen weer aan de normen voldoet.
knippert zodra het contact
is aangezet, in combinatie
met het branden van het
verklikkerlampje SERVICE
en het verklikkerlampje
zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een
melding met betrekking tot
de actieradius. Na bevestiging van de storing in
het emissieregelsysteem kunt u
maximaal 1100
km afleggen voordat
het systeem het starten van de motor
blokkeert. Raadpleeg zo snel mogelijk h et PEU G EOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om
storingen te voorkomen
.
knippert zodra het contact
is aangezet, in combinatie
met het branden van het
verklikkerlampje SERVICE
en het verklikkerlampje
zelfdiagnose motor, een
geluidssignaal en een
melding. U hebt de actieradius overschreden
die is toegestaan na de
bevestiging van de storing in het
emissieregelsysteem: het starten van
de motor wordt geblokkeerd door het
startblokkeringssysteem.
Neem verplicht
contact op met het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats om de
motor weer te kunnen starten.
1
Instrumentenpaneel
Page 30 of 393

28
Koelvloeistoftemperatuurmeter
Als bij draaiende motor de wijzer zich bevindt
in:
- zone A, is de temperatuur in orde,
-
zone B, is de temperatuur te
hoog. Het waarschuwingslampje
maximumtemperatuur en het
waarschuwingslampje STOP
gaan branden, in combinatie
met een geluidssignaal en een
waarschuwingsmelding op het display.
Stop zo snel mogelijk op een veilige plaats.
Wacht enkele minuten voordat u de motor
afzet.
Raadpleeg het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats. De temperatuur en de druk in het koelcircuit
beginnen na enkele minuten rijden te stijgen.
Om koelvloeistof bij te vullen:
F
w
acht tot de motor is afgekoeld,
F
d
raai de dop iets los om de druk te laten
dalen,
F
v
erwijder vervolgens de dop,
F
v
ul bij tot aan het merkteken "MA XI".
Wees voorzichtig bij het bijvullen
van de koelvloeistof: kans op
brandwonden. Vul niet bij tot boven het
maximumniveau (aangegeven op het
reservoir).
Meters
Onderhoudsindicator
De onderhoudsindicator geeft aan hoeveel
kilometer u nog ver wijderd bent van de
eerstvolgende onderhoudsbeurt volgens het
onderhoudsschema van de fabrikant.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is meer dan 3000 km
Als het contact wordt aangezet, verschijnt er
geen onderhoudsinformatie op het display. Deze termijn wordt berekend op basis van
de laatste reset van de onderhoudsindicator
en is afhankelijk van het aantal afgelegde
kilometers en de verstreken tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt.
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met dieselmotor
heeft de mate van vervuiling van de motorolie
ook invloed op de berekening (volgens land van
bestemming).
Instrumentenpaneel
Page 31 of 393

29
308_nl_Chap01_instruments-de-bord_ed01-2016
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is 1000 tot 3000 km
5 seconden na het aanzetten van het contact,
v erdwijnt de sleutel ; de teller geeft de
kilometerstand aan.
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is overschreden
5 seconden na het aanzetten van het contact
t reedt de kilometerteller weer in werking en
blijft de sleutel branden .
Als het contact wordt aangezet, gaat gedurende
5
seconden de sleutel knipperen
om aan te
geven dat de onderhoudswerkzaamheden zo
spoedig mogelijk uitgevoerd moeten worden.
Voorbeeld: u hebt de afstand tot de
eerstvolgende onderhoudsbeurt met 300
km
overschreden.
Als het contact wordt aangezet, geeft het display
gedurende 5
seconden het volgende aan:
De afstand tot de eerstvolgende
beurt is minder dan 1000
km
5 seconden na het aanzetten van het contact
t reedt de kilometerteller weer in werking en
blijft de sleutel branden om aan te geven
dat er binnenkort onderhoudswerkzaamheden
uitgevoerd moeten worden.
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met dieselmotor
wordt deze waarschuwing, zodra het contact
is aangezet, gecombineerd met het permanent
branden van het verklikkerlampje Service.
Voorbeeld:
de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 900
km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display gedurende 5
seconden het volgende
aan:
Als het contact wordt aangezet, gaat
gedurende 5
seconden de onderhoudssleutel
branden. De kilometerteller geeft de
resterende kilometers tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt aan.
Voorbeeld: de afstand tot de eerstvolgende
onderhoudsbeurt bedraagt 2800
km.
Als het contact wordt aangezet, geeft het
display gedurende 5
seconden het volgende
aan :
1
Instrumentenpaneel
Page 32 of 393

30
Bij de berekening van de resterende
hoeveelheid af te leggen kilometers kan
ook de factor tijd worden meegewogen,
afhankelijk van de rijgewoontes van de
bestuurder.
De sleutel kan dus ook gaan branden
als het interval in tijd sinds de laatste
onderhoudsbeurt, zoals vermeld in het
onderhoudsschema van de fabrikant, is
overschreden.
Bij de BlueHDi-uitvoeringen met
dieselmotor kan de sleutel ook eerder
gaan branden, afhankelijk van de
kwaliteit van de motorolie (volgens land
van bestemming).
De afname van de kwaliteit van
de motorolie is afhankelijk van de
rijomstandigheden van de auto.
Op 0 zetten van de
o nderhoudsindicator
Als u na deze handeling de accu wilt
loskoppelen, vergrendel dan de auto
en wacht minimaal 5
minuten. Het op
0
zetten van de onderhoudsindicator zal
anders niet worden opgeslagen.
Opnieuw weergeven van de
onderhoudsinformatie
U kunt op elk moment de onderhoudsinformatie
weergeven.
F
D
ruk op de knop voor nulstelling van de
dagteller.
D
e onderhoudsinformatie wordt enkele
seconden weergegeven en verdwijnt
vervolgens weer.
De onderhoudsindicator moet na elke
onderhoudsbeurt op 0
gezet worden.
Als u zelf het onderhoud van uw auto uitvoert:
F
zet
het contact af,
F
d
ruk op de resetknop van de dagteller en
houd deze ingedrukt,
F
z
et het contact aan; de kilometerteller
begint terug te tellen,
F
l
aat de knop los als het display "=0"
aangeeft; de sleutel verdwijnt.
Instrumentenpaneel