Page 217 of 393

215
308_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
Brandstof voor
benzinemotoren
De uitvoeringen met benzinemotor kunnen
rijden op biobrandstoffen die voldoen aan de
huidige en toekomstige Europese richtlijnen en
verkrijgbaar zijn bij tankstations.
Brandstof voor
dieselmotoren
De dieselmotoren zijn geschikt voor
biobrandstoffen die aan de huidige en
toekomstige Europese richtlijnen voldoen en
die aan de pomp getankt kunnen worden:Alleen het gebruik van dieseladditieven
die voldoen aan de norm B715000
is
toegestaan.
Alleen brandstofadditieven die voldoen
aan de norm B715001
mogen worden
gebruikt. Het gebruik van elk ander type (bio)
brandstof (zuivere of verdunde
plantaardige of dierlijke olie, stookolie
...) is nadrukkelijk verboden (kans
op schade aan de motor en het
brandstofcircuit).
-
B
enzine die voldoet aan de
norm EN228
en is gemengd
met een biobrandstof
die voldoet aan de norm
EN15376. -
D
iesel die voldoet aan de
richtlijn EN590
gemengd met
biobrandstof die voldoet aan
de richtlijn EN14214
(met
een gehalte aan methyl-
estervetzuren van 0
tot 7%),
-
D
iesel die voldoet aan de
richtlijn EN16734
gemengd
met biobrandstof die voldoet
aan de richtlijn EN14214
(met
een gehalte aan methyl-
estervetzuren van 0
tot 10%),
-
P
araffinehoudende diesel
die voldoet aan de richtlijn
EN15940
gemengd met
biobrandstof die voldoet aan
de richtlijn EN14214
(met
een gehalte aan methyl-
estervetzuren van 0
tot 7%).De brandstof B20
of B30 die
voldoet aan de richtlijn
EN16709
is ook geschikt voor
de dieselmotor van uw auto.
Maar als deze brandstof, ook al
is het slechts incidenteel, wordt
gebruikt, moeten de bijzondere
onderhoudsvoorschriften (voor
"Zware rijomstandigheden") strikt
worden nageleefd.
Neem voor meer informatie contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Reizen naar het buitenland
Bepaalde brandstoffen kunnen de
motor beschadigen. In bepaalde
landen kan het nodig zijn een
specifieke brandstofsoort te
gebruiken (specifiek octaangetal,
specifieke commerciële benaming
enz.) om de goede werking van de
motor te garanderen.
Neem voor meer informatie contact op
met uw dealer.
7
Praktische informatie
Page 218 of 393

216
308_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
Sneeuwkettingen
Onder winterse omstandigheden verbeteren sneeuwkettingen de tractie en het remgedrag van de auto.Uitsluitend de voor wielen mogen van
sneeuwkettingen worden voorzien.
Een noodreservewiel mag niet worden
voorzien van een sneeuwketting.
Houd u altijd aan de ter plekke
geldende regelgeving over het gebruik
van sneeuwkettingen en de maximaal
toegestane snelheid.
Rijd niet met sneeuwkettingen op een
sneeuwvrij gemaakte weg om schade
aan de banden en het wegdek te
voorkomen. Als uw auto is voorzien van
lichtmetalen velgen, controleer dan of
de ketting en de bevestigingen de velg
niet raken.
Gebruik uitsluitend kettingen die geschikt zijn
voor het type velg van uw auto.
Het gebruik van sneeuwsokken is eveneens
mogelijk.
Neem voor meer informatie contact op met het
PEUGEOT-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Montagetips
F Als u onder weg sneeuwkettingen moet
monteren, zet de auto dan langs de kant
van de weg stil op een vlakke ondergrond.
F
T
rek de handrem aan en plaats eventueel
wielblokken voor of achter de wielen om te
voorkomen dat de auto wegglijdt.
F
M
onteer de sneeuwkettingen, volg daarbij
de aanwijzingen van de fabrikant.
F
R
ijd langzaam weg en rijd een klein stukje
met een snelheid van maximaal 50
km/h.
F
Z
et de auto stil en controleer of de
kettingen correct gespannen zijn.
Maat van de af
fabriek gemonteerde banden Type sneeuwketting
195/65
R15 schakel 9
mm
205/55
R16
2 2 5 /4 5
R17
225/40
R18 K-Summit K23
235/35
R19 Polaire Grip 70
Het is bijzonder raadzaam voor vertrek
het monteren van de sneeuwkettingen
te oefenen; doe dit op een vlakke en
droge ondergrond.
Praktische informatie
Page 219 of 393
217
308_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
Sneeuwscherm
Zorg dat de motor is afgezet en de
ventilateur stil staat als er handelingen
aan het sneeuwscherm worden
uitgevoerd. Voor het plaatsen en
verwijderen wordt geadviseerd contact
op te nemen met het PEUGEOT-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Plaatsen
F Breng het scherm aan op het bovenste gedeelte van het luchtrooster in de
vo o r b u m p e r.
F
D
ruk op het scherm om de
bevestigingsclips vast te zetten.
Verwijderen
F Gebruik een schroevendraaier als hefboom om de bevestigingsclips één voor één los
te maken.
Vergeet niet het sneeuwscherm te
verwijderen:
-
a
ls de buitentemperatuur hoger is
dan 10°C (bijvoorbeeld 's zomers),
-
a
ls de auto moet worden gesleept,
-
b
ij snelheden hoger dan 120 km/h.
Het afneembare sneeuwscherm wordt op het onderste gedeelte van de voorbumper geplaatst om
een opeenhoping van sneeuw bij de koelventilateur van de radiateur te voorkomen.
7
Praktische informatie
Page 220 of 393

218
308_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
Trekken van een aanhanger
Wij raden u aan gebruik te maken van
een speciaal door PEUGEOT geteste
en goedgekeurde trekhaak inclusief
bedrading en deze door het PEUGEOT-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats te laten monteren.
Als de trekhaak wordt gemonteerd door
een bedrijf dat niet tot het PEUGEOT-
netwerk behoort, moet de montage
altijd volgens de voorschriften van de
fabrikant worden uitgevoerd.
Uw auto is hoofdzakelijk bedoeld voor het
vervoer van personen en bagage, maar is
tevens geschikt voor het trekken van een
aanhanger.
Sneeuwscherm
Bij het trekken van een aanhanger dient het
sneeuwscherm te zijn verwijderd, indien uw
auto hiermee is uitgerust.
Raadpleeg daarvoor het PEUGEOT-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.
Het rijden met een aanhanger heeft
veel invloed op het rijgedrag van de
auto en vergt daarom extra aandacht
van de bestuurder.
De afsluitplaat bevindt zich achter het
onderste luchtrooster. Raadpleeg de desbetreffende
rubriek voor meer informatie over de
gewichten
(en aanhangergewichten
indien van toepassing voor uw auto).
Trekhaak GTi
Uw auto is niet geschikt voor de
montage van een trekhaak. Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer rijtips voor het trekken van
een aanhanger.
Houd u aan de maximaal toegestane
aanhangergewichten. U kunt ze
vinden op het kentekenbewijs of in de
technische gegevens van uw auto.
Praktische informatie
Page 221 of 393

219
308_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
De eco-mode bepaalt de maximale gebruiksduur van een aantal functies om te voorkomen dat de
accu ontladen raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een aantal elektrische functies zoals het audio- en
telematicasysteem, de ruitenwissers, dimlichten, plafonniers, ... nog in totaal maximaal 40 minuten
gebruiken.
Eco-mode
Inschakelen van de
eco-mode
Een melding op het display van het
instrumentenpaneel geeft aan dat de eco-mode
is ingeschakeld en worden de actieve functies
in de ruststand gezet.
Als u op het moment dat de eco-mode wordt
ingeschakeld aan het telefoneren bent, kan het
gesprek nog gedurende ongeveer 10
minuten
worden voortgezet via de handsfree set van uw
autoradio.
Uitschakelen van de
eco-mode
De functies worden automatisch weer
ingeschakeld als de motor gestart wordt.
Start om de functies direct weer te kunnen
gebruiken de motor en laat deze draaien:
-
m
inder dan tien minuten om de functies
ongeveer vijf minuten te kunnen gebruiken,
-
m
eer dan tien minuten om de functies
ongeveer dertig minuten te kunnen
gebruiken.
Neem de tijd die nodig is voor het starten van
de motor in acht om een juiste lading van de
accu te garanderen.
Vermijd het herhaaldelijk en continu starten van
de motor om de accu bij te laden.
Als de accu ontladen is, kan de motor niet
gestart worden.
Spaarfase
De spaar fase stuurt de elektrische functies van
de auto aan om het ontladen van de accu te
voorkomen.
Tijdens het rijden kunnen in verband met de
laadtoestand van de accu enkele functies
(airconditioning, achterruitverwarming,
...)
tijdelijk worden uitgeschakeld.
Deze functies worden automatisch
ingeschakeld zodra de laadtoestand van de
accu dit toelaat.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de 12V-accu .
7
Praktische informatie
Page 222 of 393

220
308_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
"Multimedia"
Multimediasteun, handsfree set, DVD-speler,
rijhulpsystemen, voertuigvolgsysteem, ...
Accessoires
Een ruime keuze aan accessoires en originele onderdelen wordt u aangeboden door het PEUGEOT-netwerk.
Deze accessoires en onderdelen zijn volledig aangepast aan uw auto, zijn voorzien van een artikelnummer en beschikken over de garantie van
P E U G E O T.
"Transportoplossingen"
Kunststof bak bagageruimte, bagagenet,
allesdragers, fietsendrager voor bevestiging
op de trekhaak, fietsendrager voor bevestiging
op de allesdragers, skidrager, dakkoffer,
trekhaakkabelset...
De trekhaak moet door het PEUGEOT-netwerk
of door een gekwalificeerde werkplaats worden
gemonteerd.
Ombouwsets
Het is mogelijk om sets te bestellen genaamd
"Entreprise" voor het ombouwen van een
bedrijfsauto naar een personenauto en
omgekeerd.
"Styling"
Lichtmetalen velgen van 15 tot 18 inch,
s ierdoppen voor velgen, dorpellijsten,
pookknoppen, ...
"Ligne S": 16
en 17 inch lichtmetalen
velgen, carrosserieset, stickers, buiten- en
binnenspiegelkappen, pookknop, dorpellijsten,
matten*, …
"Comfort"
Windgeleiders, zonneschermen opzij
en zonnescherm achter, aansteker,
bagagestoppers, kledinghanger
voor bevestiging aan de hoofdsteun,
middenarmsteun vóór, opbergruimte
onder hoedenplank, parkeerhulp voor en
achter, gestileerde spatlappen, ruitfolie,
indelingssysteem bagageruimte, ...
*
O
m te voorkomen dat de pedalen blijven
hangen:
-
c
ontroleer of de mat goed op zijn plaats
ligt en goed is bevestigd,
-
l
eg nooit meerdere matten boven op
elkaar.
"Veiligheid"
Inbraakalarm, graveren van ruiten, wielbouten
met slot, zitverhogingen en kinderzitjes,
alcolholtest, verbandtrommel, gevarendriehoek,
veiligheidsvest, lokalisatiesysteem gestolen
auto, bandenreparatieset, sneeuwkettingen,
sneeuwsokken, mistlampen vóór, hondenrek, ...
"Bescherming"
Matten*, stoelhoezen geschikt voor
stoelen met zij-airbags, spatlappen,
zijstootlijsten, stootlijsten voor de bumpers,
bumperbeschermers, dorpellijst voor de
bagageruimte, mat voor de bagageruimte, ...
Praktische informatie
Page 223 of 393

221
308_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
Het monteren van elektrische apparatuur
of accessoires die niet onder een
artikelnummer in het assortiment van
PEUGEOT voorkomen, kan leiden tot
storingen in het elektronisch systeem van
uw auto en een verhoogd stroomverbruik
veroorzaken.
Neem contact op met een
vertegenwoordiger van het merk
PEUGEOT om u te laten informeren over
het assortiment uitrustingen en accessoires
voorzien van een artikelnummer.
Installeren van
radiocommunicatiezenders
Voordat u radiozenders met
buitenantenne als uitrusting
achteraf monteert, kunt u bij het
PEUGEOT-netwerk de technische
gegevens (frequentieband, maximaal
uitgangsvermogen, positie antenne,
specifieke installatievoorschriften) van
de voor montage geschikte zenders
opvragen, conform de Richtlijn
Elektromagnetische Compatibiliteit
(2004/104/EG).Afhankelijk van de lokale wetgeving
kan de aanwezigheid van bepaalde
veiligheidsuitrusting verplicht zijn:
veiligheidsvesten, gevarendriehoeken,
alcoholtests, een set reservelampen,
reservezekeringen, een brandblusser,
een verbandtrommel, spatlappen aan
de achterzijde van de auto.
U kunt bij het PEUGEOT-netwerk ook
terecht voor het aanschaffen van producten
voor reiniging, onderhoud (interieur en
exterieur), waaronder de ecologische
producten uit het gamma "TECHNATURE",
en bijvullen (ruitensproeiervloeistof, ...),
lakstiften en spuitbussen met de kleur die
exact overeenkomt met die van uw auto
en producten voor navullen (flacon voor
bandenreparatieset...), ...
7
Praktische informatie
Page 224 of 393
222
308_nl_Chap07_info-pratiques_ed01-2016
Wisserbladen vervangen
F Bedien de ruitenwisserschakelaar binnen één minuut na het afzetten van het contact
om de ruitenwissers naar het midden van
de voorruit te verplaatsen.
Demonteren
F Til de desbetreffende ruitenwisserarm op.
F M aak het wisserblad los en verwijder het.
Monteren
F Breng het nieuwe wisserblad aan en klik het vast.
F
Z
et de ruitenwisserarm voorzichtig terug.
Na het monteren van een
wisserblad vóór
F Zet het contact aan.
F B edien nogmaals de
ruitenwisserschakelaar om de
ruitenwissers in de ruststand te zetten.
Voordat u een wisserblad
demonteert
Het bevestigen van een drager aan de
achterklep is niet toegestaan.
Fietsendrager /
accessoires
Praktische informatie