Page 97 of 393

95
308_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
De airconditioning werkt doeltreffend
in elk jaargetijde, mits de ruiten zijn
gesloten.
Airconditioning aan/uit
Aan
Uit
De airconditioning werkt niet als de
regeling voor de luchtopbrengst is
uitgeschakeld.F
D
ruk op deze toets. Het
verklikkerlampje gaat branden.
Het systeem stelt u in staat:
-
d
e temperatuur in het interieur 's zomers te
verlagen,
-
i
n de winter bij temperaturen boven 3°C
beslagen ruiten snel te ontwasemen.
F
D
ruk nogmaals op deze toets.
Het verklikkerlampje gaat uit.
Als de airconditioning is uitgeschakeld, kunnen
onaangename verschijnselen optreden (vocht,
beslagen ruiten). Om sneller koele lucht te verkrijgen kunt u
gedurende enige tijd de recirculatiestand
inschakelen. Schakel daarna de toevoer van
buitenlucht weer in.
Automatische airconditioning met
gescheiden regeling (Touchscreen)
Dit airconditioningssysteem werkt bij draaiende
motor, maar de aanjager en bedieningsfuncties
zijn ook beschikbaar bij aangezet contact.
Het inschakelen van de airconditioning,
de temperatuur van de lucht die uit de
ventilatieroosters en uitstroomopeningen
stroomt, de luchtopbrengst en de luchtverdeling
in het interieur worden automatisch geregeld,
afhankelijk van de temperatuur in het interieur
en de ingestelde temperatuur.Temperatuurregeling
De bestuurder en voorpassagier kunnen de
temperatuur afzonderlijk instellen. F
D
ruk op een van deze toetsen
om de waarde te verhogen.
De weergegeven waarde heeft betrekking
op een comfortniveau en niet op een exacte
temperatuur.
Het is raadzaam het verschil tussen de
instellingen links en rechts niet meer dan 3
te
laten bedragen.
Druk op de toets van het menu
" Airconditioning
" om de pagina
met de bedieningsfuncties van de
airconditioning op het scherm weer
te geven. F
D
ruk op een van deze toetsen
om de waarde te verlagen.
3
Ergonomie en comfort
Page 98 of 393

96
308_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Om bij koud weer en koude motor de
toevoer van koude lucht in het interieur
te beperken, wordt de luchtopbrengst
geleidelijk vergroot tot de gewenste
comfortwaarde is bereikt.
Als de temperatuur in de auto bij het
instappen veel lager of hoger is dan
de ingestelde waarde, heeft het geen
zin om voor een optimale temperatuur
de ingestelde waarde te wijzigen. Het
systeem compenseert automatisch het
temperatuurverschil.
De intensiteit is uitsluitend gekoppeld aan
de stand AUTO. Als de stand AUTO echter
wordt uitgeschakeld, blijft het lampje van de
geselecteerde intensiteit branden.
Als de intensiteit wordt gewijzigd ter wijl de
stand AUTO is uitgeschakeld, wordt de stand
AUTO hierdoor niet ingeschakeld.
Als het lampje van de toets brandt, werkt
het airconditioningssysteem automatisch:
afhankelijk van het geselecteerde
comfortniveau zorgt het systeem voor een
optimale temperatuur, luchtopbrengst en
luchtverdeling in het interieur. F
D
ruk op de toets "AUTO"
om
het automatische programma
van de airconditioning in of uit te
schakelen.
Automatisch programma "comfort"
Druk om de door het groene lampje
aangegeven ingestelde intensiteit te wijzigen
op de toets van de gewenste intensiteit:
"Soft": voor een aangenaam
comfort en een zo laag mogelijk
geluidsniveau, aangezien de
aanjagersnelheid beperkt wordt.
"Normaal": voor het beste
compromis tussen thermisch
comfort en een laag geluidsniveau
(standaardinstelling).
"Fast": voor een doeltreffende en
dynamische luchttoevoer.
De intensiteit van het automatische
programma "comfort" kan worden
ingesteld op de secundaire pagina
van het menu " Airconditioning
".
Ergonomie en comfort
Page 99 of 393

97
308_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
U kunt de luchtverdeling in het interieur regelen
met behulp van deze drie toetsen.
Regeling luchtopbrengst
Vermijd het te lang rijden met een
uitgeschakelde aanjager om te
voorkomen dat de ruiten beslaan of de
luchtkwaliteit vermindert.
Regeling luchtverdeling
F Druk op een van deze toetsen om de aanjagersnelheid te
verhogen of te verlagen.
Het symbool van de luchtopbrengst
(ventilator) wordt afhankelijk van de ingestelde
luchtopbrengst geleidelijk opgevuld.
Door de luchtopbrengst tot het minimum te
verminderen, schakelt u de aanjager uit.
Naast de ventilator wordt " OFF" weergegeven. Voorruit.
Voeten van de inzittenden. Middelste ventilatieroosters en
zijventilatieroosters.
Door het indrukken van een toets wordt de
desbetreffende functie in- of uitgeschakeld.
Als de functie is ingeschakeld, brandt het
lampje van de toets. Voor een gelijkmatige
luchtverdeling in het interieur kunnen de drie
functies gelijktijdig worden geactiveerd.
Handmatig instellen
Het is mogelijk één of meer functies van de
airconditioning handmatig in te stellen, terwijl
de overige functies door het systeem geregeld
blijven:
-
luchtopbrengst,
-
luchtverdeling. F
D
ruk nogmaals op de toets
"AUTO" om het automatische
programma "comfort" weer in te
schakelen.
Zodra u een instelling wijzigt, gaat het lampje
van de toets "
AUTO" uit.
In de stand AUTO zijn de lampjes van deze drie
toetsen gedoofd.
3
Ergonomie en comfort
Page 100 of 393

98
308_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Functie "Mono"
Het comfortniveau aan passagierszijde kan
worden aangepast aan het comfortniveau aan
bestuurderszijde (monozone).
Op de secundaire pagina van het menu
"Airconditioning ":
F
D
ruk op deze toets om de functie
"Mono" in of uit te schakelen.
H
et lampje van de toets brandt
als de functie is ingeschakeld.
De functie wordt automatisch uitgeschakeld
als de passagier de toetsen voor de
temperatuurregeling aan passagierszijde
gebruikt.
Dit systeem maakt het mogelijk om:
-
i
n de zomer de temperatuur in het interieur
te verlagen,
-
i
n de winter, bij temperaturen hoger dan
3°C, de ruiten sneller te ontwasemen.
Uitschakelen Inschakelen
Airconditioning AAN/UIT
De airconditioning functioneert, als
de ruiten gesloten zijn, optimaal in
elk seizoen.
Functie "ventilatie bij
aangezet contact"
Als het contact is aangezet, kunt u
gebruikmaken van het ventilatiesysteem
en via het menu " Airconditioning " de
luchtopbrengst en luchtverdeling in het
interieur regelen.
Deze functie is gedurende enkele minuten
beschikbaar, afhankelijk van de laadtoestand
van de accu.
Als deze functie wordt ingeschakeld, blijft de
airconditioning uitgeschakeld.
Met de toetsen van de temperatuurregeling
kunt u profiteren van de restwarmte van de
motor om het interieur op te warmen.
F
D
ruk op de toets A/C om het
airconditioningssysteem in te schakelen.
Als het lampje onder de toets brandt, is de
airconditioning ingeschakeld.
De airconditioning werkt niet als de regeling
voor de luchtopbrengst is uitgeschakeld.
F
D
ruk de toets "A /C " nogmaals in om het
airconditioningssysteem uit te schakelen.
Als het lampje onder de toets gedoofd is, is de
airconditioning uitgeschakeld.
Ergonomie en comfort
Page 101 of 393
99
308_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Toevoer van buitenlucht/luchtrecirculatie
Door de toevoer van buitenlucht wordt
voorkomen dat de voorruit en de zijruiten
beslaan.
De recirculatiestand dient om de luchttoevoer
af te sluiten bij stank en stofoverlast.Schakel zo snel mogelijk de toevoer van
buitenlucht weer in om te voorkomen
dat de luchtkwaliteit in het interieur
achteruitgaat en de ruiten beslaan.
U kunt deze stand bovendien tijdelijk
gebruiken om sneller warme of koele
lucht te verkrijgen. F
D
ruk op deze toets om de lucht in
het interieur te laten recirculeren.
Het verklikkerlampje gaat
branden.
F
D
ruk nogmaals op de toets om de toevoer
van buitenlucht weer in te schakelen. Het
verklikkerlampje gaat uit.
3
Ergonomie en comfort
Page 102 of 393

100
308_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Ontwasemen - Ontdooien voorruit en zijruiten
Deze opdruk op het bedieningspaneel geeft aan in welke stand de knoppen moeten
staan om de voorruit en de zijruiten snel te ontwasemen of te ontdooien.
Met handbediende
airconditioning
Bij auto's met een Stop & Start-
systeem geldt dat zolang de
voorruitontwaseming in werking is, de
STOP-functie niet beschikbaar is.
Met handbediende airconditioning
of automatische airconditioning
met gescheiden regeling
F Zet de knoppen van de aanjagersnelheid, de temperatuur en de luchtverdeling
in de met de desbetreffende opdruk
weergegeven stand.
F
S
chakel de airconditioning in door de toets
"A /C " in te drukken; het verklikkerlampje in
de toets gaat branden. F
D ruk op deze toets om de
voorruit en de zijruiten snel te
ontwasemen of te ontdooien.
(met touchscreen)
Het systeem werkt volledig automatisch
en regelt de luchttemperatuur, de
aanjagersnelheid, de luchttoevoer en stelt de
luchtverdeling zodanig in dat de voorruit en de
zijruiten zo snel mogelijk schoon worden.
F
D
ruk nogmaals op deze toets of op
"AUTO" om deze functie uit te schakelen.
Het systeem keert terug naar dezelfde
instellingen als die van vóór het uitschakelen.
Ergonomie en comfort
Page 103 of 393
101
308_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Ontwaseming - Ontdooiing achterruit
AanUit
F Druk op deze toets om de
achterruit en de buitenspiegels
(afhankelijk van de uitvoering) te
ontwasemen.
Het verklikkerlampje van de toets
gaat branden. De achterruitverwarming wordt automatisch
uitgeschakeld om onnodig stroomverbruik te
voorkomen.
De achterruitverwarming werkt
uitsluitend bij draaiende motor.
Schakel, zodra de omstandigheden
het toelaten, de achterruit- en
buitenspiegelverwarming uit omdat een
geringer stroomverbruik leidt tot een
verlaging van het brandstofverbruik. F
U k
unt de achterruitver warming
ook eerder uitschakelen door
nogmaals op de toets te drukken.
Het verklikkerlampje van de toets
gaat uit.
3
Ergonomie en comfort
Page 104 of 393

102
308_nl_Chap03_ergonomie-et-confort_ed01-2016
Panoramadak
F Druk op het achterste gedeelte van de schakelaar, tot aan het zware punt.
De beweging van het zonnescherm stopt zodra
u de schakelaar loslaat.
Elektrisch bedienbaar zonnescherm
F Druk op het voorste gedeelte van de schakelaar, tot aan het zware punt.
De beweging van het zonnescherm stopt zodra
u de schakelaar loslaat.
Beveiliging tegen beknellen
Als het zonnescherm tijdens de
beweging tegen een obstakel stuit,
moet u de bewegingsrichting van het
scherm omdraaien. Gebruik hiervoor de
schakelaar.
Het elektrisch bedienbare zonnescherm verbetert het thermische comfort en dempt geluiden.
U kunt ook tot voorbij het zware punt
op de schakelaar drukken of aan de
schakelaar trekken: het zonnescherm
gaat dan volledig open of dicht nadat u
de schakelaar hebt losgelaten.
Als u de schakelaar nogmaals
bedient, stopt de beweging van het
zonnescherm. Zet altijd het contact af als u de auto,
zelfs al is het maar voor een korte tijd,
verlaat.
Als de bestuurder het zonnescherm
bedient, moet hij er zeker van zijn
dat niets de beweging van het
zonnescherm kan hinderen.
De bestuurder moet ervoor zorgen dat
de passagiers het zonnescherm op de
juiste wijze bedienen.
Let op kinderen in de auto wanneer u
het zonnescherm bedient.
Openen
Sluiten
Ergonomie en comfort