
129
308_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Zijairbags
Activering
De zijairbags worden aan de desbetreffende
zijde opgeblazen bij een ernstige zijdelingse
aanrijding binnen (een gedeelte van) de
impactzone opzij, loodrecht op de lengteas
van de auto en vanaf de buitenzijde richting de
binnenzijde van de auto.
De zijairbag wordt opgeblazen tussen het
bovenlichaam van de inzittende voorin en het
desbetreffende portierpaneel. Indien uw auto is uitgerust met zijairbags,
beschermen deze de bestuurder en de
voorpassagier bij een ernstige zijdelingse
aanrijding om de kans op letsel aan het
bovenlichaam, tussen de buik en het hoofd, te
verkleinen.
De zijairbags zijn aangebracht in het frame van
de rugleuning, aan de portierzijde.De window-airbags helpen de bestuurder
en passagiers (uitgezonderd de middelste
passagier achter) te beschermen bij een
ernstige zijdelingse aanrijding, om de kans
op letsel aan de zijkant van het hoofd te
verkleinen.
De window-airbags zijn aangebracht in de
stijlen en in de hemelbekleding.
Activering
De window-airbag wordt gelijktijdig met
de zijairbag aan de desbetreffende zijde
opgeblazen bij een ernstige zijdelingse
aanrijding binnen (een gedeelte van) de
impactzone opzij (
B), waarbij de krachten
loodrecht op de lengterichting van de auto en
vanaf de buitenzijde richting de binnenzijde van
de auto worden uitgeoefend.
De window-airbag wordt opgeblazen tussen de
inzittenden voor en achter en de ruiten. Bij een lichte zijdelingse aanrijding of
bij over de kop slaan kan het zijn dat de
airbags niet worden geactiveerd.
Bij een aanrijding van achteren of een
frontale aanrijding worden de zij- en
window-airbags niet geactiveerd.Als dit waarschuwingslampje
gaat branden raadpleeg dan altijd
het PEUGEOT-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om het
systeem te laten controleren.
Storing
Window-airbags
De kans bestaat dat de airbags bij een ernstige
aanrijding niet worden geactiveerd.
5
Veiligheid

130
308_nl_Chap05_securite_ed01-2016
Maak er een gewoonte van om normaal
rechtop in de voorstoelen te zitten.
Draag altijd een correct afgestelde
veiligheidsgordel.
Zorg dat er zich niets bevindt tussen
de airbag en de inzittenden (kinderen,
huisdieren, objecten...) en bevestig niets in
de buurt van de airbags of in het gebied waar
de airbags afgaan. Dit kan de inzittende bij
het afgaan van de airbag ver wonden.
Verander niets aan de oorspronkelijke
uitvoering van uw auto, voer met name geen
wijzigingen door aan de onderdelen in de
directe nabijheid van de airbags.
Laat na een aanrijding of diefstal van uw
auto de airbagsystemen controleren.
Werkzaamheden aan airbagsystemen
mogen uitsluitend door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats worden uitgevoerd.
Zelfs als alle bovenstaande voorschriften
worden nageleefd, blijft de kans bestaan
op letsel of lichte brandwonden aan het
hoofd, de borst of de armen als de airbag
wordt geactiveerd. De airbag wordt namelijk
zeer snel opgeblazen (binnen enkele
milliseconden) en loopt vervolgens even
snel leeg, waarbij de warme gassen via de
daarvoor bestemde openingen naar buiten
stromen.Zijairbags
Bedek de stoelen uitsluitend met daarvoor
goedgekeurde stoelhoezen, die in
combinatie met actieve zijairbags gebruikt
kunnen worden. Voor informatie over de
stoelhoezen die geschikt zijn voor uw auto
kunt u zich wenden tot het PEUGEOT-
netwerk.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor
meer informatie over de accessoires.
Bevestig nooit iets aan de rugleuning van de
stoelen (kleding...): dit zou bij het afgaan van
de airbags kunnen leiden tot verwondingen
aan armen of borstkas.
Ga niet onnodig dicht tegen het
portierpaneel zitten.
Airbags vóór
Houd het stuur wiel niet aan de spaken
vast en laat uw handen niet op het
stuurwielkussen rusten.
De voorpassagier mag zijn voeten niet op
het dashboard laten rusten.
Rook niet in de auto. Als de airbag afgaat,
kunnen brandende sigaretten of een pijp
brandwonden of ander letsel veroorzaken.
Ver wijder het stuur wiel nooit, maak geen
gaten in de stuur wielbekleding en sla er niet
op.
Bevestig geen voor werpen of stickers op
het stuur wiel of op het dashboard. Deze
kunnen bij het afgaan van de airbags letsel
veroorzaken.
Houd u aan de volgende veiligheidsvoorschriften voor een maximale effectiviteit van de airbags:
Window-airbags
Bevestig nooit iets op de hemelbekleding;
dit zou bij het afgaan van de window-airbags
kunnen leiden tot hoofdletsel.
Demonteer nooit de handgrepen van het dak
(indien aanwezig); deze maken deel uit van
de bevestiging van de window-airbags. De portierpanelen van de voorportieren
bevatten de zijdelingse schoksensoren van
de auto.
Schade aan het portier of het uitvoeren van
werkzaamheden (wijzigingen of reparaties)
die niet aan de voorschriften voldoen, kan
ertoe leiden dat deze sensoren niet meer
goed werken - In dat geval werken de zij-
airbags mogelijk niet!
Laat werkzaamheden aan de voorportieren
uitsluitend uitvoeren door het PEUGEOT-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Veiligheid

383
308_nl_Chap11_index-alpha_ed01-2016
Veiligheidsgordels ..........................124 -126, 137
Veiligheidsvoorzieningen
v
oor kinderen
....................... 1
27, 131-13 3, 13 8,
140, 142, 143, 145
Ventilatie
...............
........................10, 91-94, 99
Ventilatieroosters
............................................ 91
Vergrendelen ................................................... 65
Verkeersinformatie (TA)
........................ 3
29, 363
Verkeersinformatie (TMC)
............................ 32
8
Verklikkerlampje remsysteem
......................... 21
V
erklikkerlampjes
..................... 1
3 -15, 17, 18, 20
Verklikkerlampje SCR-systeem
......................27
Verklikkerlampje service
.................................19
Verklikkerlampjes (status)
.........................15, 20
Verklikkerlampje stop
...................................... 18
Verklikkerlampje voorgloeien (diesel)
............15
Verlichting
....................................... 14, 104, 107
Verlichting bagageruimte
................................88
Verlichting overdag
......................108, 110, 252,
253, 255, 256
Versnellingshendel
......................................... 10
Verversen
...................................................... 228
Vervoer van lange voorwerpen
...................... 86
V
ervuiling van het roetfilter (diesel)
..............231
Verwarming
...............................
....10, 91, 93, 94
Voorruitverwarming
...................................... 11
7
Voor stoelen
............................................... 73 -75
VW
Z
Waarschuwing bij kans op aanrijding ...........19 0
Waarschuwingssignaal sleutel in contact ....150
Weergave van de afstand in tijd tot de voorligger
.................................................... 187
Wiel demonteren
...............................
............248
Wiel monteren
............................................... 248
Wiel verwisselen
................................... 246, 247
Window-airbags
.................................... 12 9, 13 0
WIP Sound
.................................................... 359
Zekeringen
................................... 262, 264, 266
Zekeringen vervangen
.................262, 264, 266
Zekeringkast motorruimte
............................. 26
6
Zij-airbags
............................................. 12 9, 13 0
Zijknipperlicht
................................................ 256
Zijspots
.................................................. 113 , 2 5 6
Zijverlichting
...............................
...................113
Zonnescherm (panoramadak)
...................... 10
2
Zuinig rijden
.................................................... 10
Tankbeveiliging ...............................
.............. 214
Technische gegevens
........... 275, 278, 281, 285
Te laag brandstofniveau
......................... 2 2, 213
Telefoon
........................................ 346-348, 370
Temperatuurregeling ....................................... 95
Tijdelijke bandenspanning (met set)
............. 239
Tijd instellen
............................................... 47- 4 9
TMC (verkeersinformatie)
............................. 328
Toevoer van buitenlucht
.................................. 99
Touchscreen
..... 3
8, 40, 42, 44, 45, 47, 173, 211
Touchscreen (Menu's)
................. 295, 300, 301
Trekhaak
............................................... 1 4 7, 2 1 8
Uitschakelen airbag passagier
............. 1
2 7, 1 3 4
Uitschakelen ESP
......................................... 123
Updaten risicozones
..................................... 327
USB
................................................. 85, 312, 368
USB-aansluiting
........................ 82, 85, 312, 366
USB-poort
............................................. 312, 3 6 6
U
T
.
Index