4–129
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
*Bepaalde modellen.
Achteruitrijwaarschuwingssysteem (RCTA) *
Het achteruitrijwaarschuwingssysteem (RCTA) is bedoeld om de bestuurder tijdens het
achteruitrijden te assisteren bij het controleren van het gebied aan de achterzijde van de auto
aan beide kanten door de bestuurder te waarschuwen voor de aanwezigheid van voertuigen
die vanaf de achterzijde naderen.
Het achteruitrijwaarschuwingssysteem (RCTA) bespeurt voertuigen die tijdens het
achteruitrijden uit een parkeerruimte vanaf de linker- en rechterzijde van de auto naderen
en waarschuwt de bestuurder voor mogelijk gevaar met behulp van de dodehoekmonitor
(BSM) waarschuwingslampjes en de waarschuwingszoemer.
Detectiegebieden
Uw auto
Werking van achteruitrijwaarschuwingssysteem (RCTA)
1. Het achteruitrijwaarschuwingssysteem (RCTA) functioneert wanneer de
versnellingshendel (handgeschakelde versnellingsbak) of de keuzehendel (automatische
transmissie) in de achteruitstand (R) gezet wordt.
2. Als er de kans bestaat op een botsing met een naderend voertuig, gaat het
dodehoekmonitor (BSM) waarschuwingslampje knipperen en wordt tegelijkertijd de
waarschuwingszoemer geactiveerd.
4–130
Tijdens het rijden
i-ACTIVSENSE
WAARSCHUWING
Controleer altijd visueel de directe omgeving alvorens daadwerkelijk uw auto in de
achteruit te zetten:
Het systeem is enkel bedoeld om u bij het achteruitrijden te helpen op achteropkomende
voertuigen te controleren. Als gevolg van bepaalde beperkingen ten aanzien van
de werking van dit systeem, bestaat de kans dat het dodehoekmonitor (BSM)
waarschuwingslampje niet of met vertraging knippert alhoewel er zich een voertuig
achter uw auto bevindt. Neem het als bestuurder altijd tot uw verantwoordelijkheid te
controleren op achteropkomend verkeer.
OPMERKING
In de volgende gevallen gaat het dodehoekmonitor (BSM) OFF indicatielampje
branden en wordt de werking van het systeem stopgezet. Laat de auto zo spoedig
mogelijk door een of ¿ ciële Mazda dealer inspecteren als het dodehoekmonitor (BSM)
OFF indicatielampje blijft branden.
Er heeft zich een probleem in het systeem voorgedaan, inclusief de dodehoekmonitor
(BSM) waarschuwingslampjes.
Er is een grote afwijking ontstaan in de montagepositie van een radarsensor (achter).
Er heeft zich een grote hoeveelheid sneeuw of ijs verzameld op de achterbumper
nabij een radarsensor (achter).
Rijden gedurende langere perioden op met sneeuw bedekte wegen.
De temperatuur in de buurt van de radarsensoren is buitengewoon hoog als gevolg
van het langdurig rijden op hellingen tijdens de zomer.
De accuspanning is afgenomen.