Page 185 of 663

4–25
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Meters en tellers
Type A
Type B
Stuurwielschakelaar (Met multi-informatiedisplay)
(Zonder multi-informatiedisplay) Instrumentengroep
Snelheidsmeter ................................................................................................... pagina 4-26
Kilometerteller, dagteller en dagtellerkeuzeschakelaar ..................................... pagina 4-26
Toerenteller ........................................................................................................ pagina 4-27
Motorkoelvloeistoftemperatuurmeter ................................................................ pagina 4-28
Brandstofmeter ................................................................................................... pagina 4-28
Instrumentenpaneelverlichting ........................................................................... pagina 4-29
Buitentemperatuurdisplay .................................................................................. pagina 4-30
Display van afstelbare snelheidsbegrenzer ........................................................ pagina 4-31
Display van ingestelde rijsnelheid van kruissnelheidsregelaar .......................... pagina 4-31
Boordcomputer en INFO schakelaar.................................................................. pagina 4-31
Multi-informatiedisplay en INFO schakelaar .................................................... pagina 4-35
Page 186 of 663

4–26
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Snelheidsmeter
De snelheidsmeter geeft de rijsnelheid van
de auto aan.
Kilometerteller, dagteller en
dagtellerkeuzeschakelaar (Zonder
multi-informatiedisplay)
Door het indrukken van de
keuzeschakelaar kan de displayaanduiding
beurtelings veranderd worden van
kilometerteller naar dagteller A naar
dagteller B en vervolgens terug naar
kilometerteller wanneer een van deze
wordt getoond. De gekozen functie zal dan
op de display worden aangegeven.
Druk op de
keuzeschakelaar Druk op de
keuzeschakelaar
Druk op de
keuzeschakelaar Kilometerteller
Dagteller A
Dagteller B
Keuzeschakelaar
OPMERKING
Wanneer het contact op ACC of uit
gezet wordt, kunnen de kilometerteller
of dagtellers niet getoond worden,
echter in de volgende gevallen kunnen
gedurende een periode van ongeveer
10 minuten door het indrukken van de
keuzeschakelaar de dagtellers onbedoeld
overgeschakeld of op nul teruggesteld
worden:
Nadat het contact vanuit ON op uit is
gezet.
Nadat het bestuurdersportier geopend
is.
Kilometerteller
De kilometerteller geeft de totale door de
auto afgelegde afstand aan.
Dagteller
De dagteller registreert de totale afgelegde
afstand van twee ritten. De ene rit wordt
geregistreerd in dagteller A en de andere in
dagteller B.
Dagteller A bijvoorbeeld kan de afstand
vanaf het punt van vertrek registreren en
dagteller B kan het punt registreren waar
de brandstoftank gevuld is.
Wanneer dagteller A wordt gekozen, zal
wanneer de keuzeschakelaar binnen één
seconde opnieuw wordt ingedrukt naar
dagteller B overgeschakeld worden.
Wanneer dagteller A wordt gekozen,
verschijnt TRIP A op de display. Wanneer
dagteller B wordt gekozen, verschijnt
TRIP B.
Page 187 of 663

4–27
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
De dagteller registreert de totale door
de auto afgelegde afstand, totdat de
meter weer op nul teruggesteld wordt.
Zet de meter terug op “0.0” door de
keuzeschakelaar één seconde of langer
ingedrukt te houden. Gebruik deze meter
voor het meten van reisafstanden en voor
het berekenen van het brandstofverbruik.
OPMERKING
(Voertuigen met type B/type C
audio)
Als de brandstofverbruikgegevens
worden teruggesteld met behulp
van de brandstofverbruikmonitor,
of dagteller A wordt teruggesteld
met behulp van de dagteller
wanneer de functie die de
brandstofverbruikmonitor
aan de dagteller koppelt is
ingeschakeld, worden de
brandstofverbruikgegevens en
dagteller A gelijktijdig teruggesteld.
Zie Brandstofverbruikmonitor op
pagina 4-103 .
Enkel door de dagtellers worden
tienden van kilometers geregistreerd.
De registratie van de dagteller wordt
gewist, wanneer:
De stroomtoevoer wordt
onderbroken (zekering is
doorgeslagen of accu is
losgekoppeld).
De gereden afstand 9999,9 km
overschrijdt.
Toerenteller
De toerenteller geeft het motortoerental
in duizenden omwentelingen per minuut
(omw/min) aan.
OPGELET
Laat de motor niet met de naald van
de toerentalmeter in de RODE ZONE
draaien.
Dit kan ernstige motorschade tot gevolg
hebben.
* 1 Het bereik varieert afhankelijk van het
type meter.*
1 Gestreepte zone
*
1 Rode zone
OPMERKING
Wanneer de naald van de toerenteller in
de GESTREEPTE ZONE komt, toont
dit de bestuurder dat de versnelling
overgeschakeld moeten worden alvorens
de naald in de RODE ZONE komt.
Page 188 of 663

4–28
Tijdens het rijden
Instrumentengroep en display
Motorkoelvloeistoftemperatuurmeter
(Zonder multi-informatiedisplay)
Geeft de motorkoelvloeistoftemperatuur
aan.
OPGELET
Als het waarschuwingslampje voor
hoge motorkoelvloeistoftemperatuur
(rood) gaat branden, bestaat de kans
op oververhitting. Parkeer de auto
onmiddellijk op een veilige plaats en
neem de juiste maatregelen. Als u met
de auto blijft doorrijden, kan dit schade
aan de motor veroorzaken.
Zie Oververhitting op pagina 7-26 .
OPMERKING
Tijdens normaal rijden stabiliseert de
motorkoelvloeistoftemperatuur bij
100 °C of lager en geeft de meter een
bereik aan van minder dan 100 °C.
Als de belasting van de
motor toeneemt en de
motorkoelvloeistoftemperatuur hoger
wordt dan 100 °C, geeft de meter de
motorkoelvloeistoftemperatuur aan.
Brandstofmeter (Zonder multi-
informatiedisplay)
De brandstofmeter geeft bij benadering de
in de brandstoftank resterende hoeveelheid
brandstof aan wanneer het contact op ON
wordt gezet. Het wordt aanbevolen de tank
voor meer dan 1/4 gevuld te houden.
Vo l
1/4 Vol
Leeg
Als het waarschuwingslampje voor
laag brandstofpeil gaat branden of het
brandstofpeil erg laag is, de tank zo
spoedig mogelijk bijvullen.
Zie Waarschuwingsindicatie/
waarschuwingslampjes op pagina 4-46 .
Page 189 of 663