Page 105 of 663

3–21
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
Veranderen van de instelling van
de automatische vergrendel-/
ontgrendelfunctie met gebruik van
de portiervergrendelschakelaar (Met
portiervergrendelschakelaar)
Het automatisch vergrendelen of
ontgrendelen van de portieren, het
kofferdeksel en de afsluitklep van de
brandstofvuldop kan ingesteld worden
door het selecteren van een van de functies
uit onderstaande tabel en het gebruik van
de portiervergrendelschakelaar op het
binnenste portierpaneel.
OPMERKING
Voor uw auto is functie nummer
3 in onderstaande tabel de
standaardinstelling.
Er zijn enkel in totaal zes
automatische vergrendel-/
ontgrendelinstellingen
beschikbaar voor voertuigen
met automatische transmissie
en drie voor voertuigen met
handgeschakelde versnellingsbak.
Druk de ontgrendelzijde van
de portiervergrendelschakelaar
het juiste aantal malen in,
overeenkomstig het nummer van
de geselecteerde functie. Als de
schakelaar bij een voertuig met
automatische transmissie per ongeluk
zevenmaal of bij een voertuig met
handgeschakelde versnellingsbak
viermaal wordt ingedrukt, wordt de
procedure geannuleerd. Voer in dit
geval de procedure opnieuw vanaf
het begin uit.
Functienummer Functie *1
1 De automatische
portiervergrendelfunctie is
uitgeschakeld.
2 Bij een rijsnelheid van ongeveer
20 km/h of meer worden beide
portieren, het kofferdeksel
en de afsluitklep van de
brandstofvuldop automatisch
vergrendeld.
3
(Fabrieksinstelling)
Bij een rijsnelheid van ongeveer
20 km/h of meer worden beide
portieren, het kofferdeksel
en de afsluitklep van de
brandstofvuldop automatisch
vergrendeld. Beide portieren, het
kofferdeksel en de afsluitklep
van de brandstofvuldop worden
ontgrendeld wanneer het contact
van ON op uit wordt gezet.
4 (Alleen voertuigen met
automatische transmissie)
Wanneer het contact op ON
staat en de keuzehendel vanuit
de parkeerstand (P) in een
willekeurige andere schakelstand
wordt gezet, worden beide
portieren, het kofferdeksel
en de afsluitklep van de
brandstofvuldop automatisch
vergrendeld.
5 (Alleen voertuigen met
automatische transmissie)
Wanneer het contact op ON
staat en de keuzehendel vanuit
de parkeerstand (P) in een
willekeurige andere schakelstand
wordt gezet, worden beide
portieren, het kofferdeksel
en de afsluitklep van de
brandstofvuldop automatisch
vergrendeld.
Wanneer de keuzehendel in de
parkeerstand (P) wordt gezet
terwijl het contact op ON staat,
worden beide portieren, het
kofferdeksel en de afsluitklep
van de brandstofvuldop
automatisch ontgrendeld.
Page 106 of 663

3–22
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
Functienummer Functie *1
6 (Alleen voertuigen met
automatische transmissie)
Bij een rijsnelheid van ongeveer
20 km/h of meer worden beide
portieren, het kofferdeksel
en de afsluitklep van de
brandstofvuldop automatisch
vergrendeld.
Wanneer de keuzehendel in de
parkeerstand (P) wordt gezet
terwijl het contact op ON staat,
worden beide portieren, het
kofferdeksel en de afsluitklep
van de brandstofvuldop
automatisch ontgrendeld.
*1 Overige instellingen voor de automatische
portiervergrendelfunctie zijn beschikbaar bij
een deskundige reparateur, bij voorkeur een
of ¿ ciële Mazda reparateur. Raadpleeg voor
bijzonderheden een deskundige reparateur, bij
voorkeur een of ¿ ciële Mazda reparateur. Zie
Gebruikersinstellingen op pagina 9-10 .
Instellingen kunnen gewijzigd worden met
behulp van onderstaande procedure.
1. Parkeer het voertuig op een veilige
plaats. Beide portieren moeten gesloten
blijven.
2. Zet het contact op ON.
3. Houd de vergrendelzijde van de
portiervergrendelschakelaar ingedrukt
binnen 20 seconden nadat u het contact
op ON hebt gezet en let er op dat
ongeveer acht seconden daarna een
pieptoon klinkt.
4. Zie de tabel voor de instelling
van de automatische vergrendel-/
ontgrendelfunctie en bepaal het
functienummer voor de gewenste
instelling. Druk de ontgrendelzijde
van de portiervergrendelschakelaar
hetzelfde aantal malen in als het
geselecteerde functienummer (Bijv.
Als u functie 2 selecteert, druk dan de
ontgrendelzijde van de schakelaar enkel
2 maal in). 5. Drie seconden nadat de
functieinstelling is veranderd, wordt
het geselecteerde functienummer door
een overeenkomstige hoeveelheid
pieptonen aangegeven. (Bijv.
Functienummer 3 = 3 pieptonen)
(Voertuigen met handgeschakelde
versnellingsbak)
Druk 2 maal
Druk 3 maal Huidige functienummer
Functienummer 1
Functienummer 2
Functienummer 3
Druk 4 maal Druk eenmaal op de ontgrendelzijde
van de vergrendelschakelaar
Instelling annulerenInstelling annuleren
Functie ingesteld (het
aantal pieptonen dat wordt
gegeven is hetzelfde als
het geselecteerde
functienummer)
Druk op de
vergrendelzijde van de
vergrendelschakelaar
Wacht 3 seconden
Page 107 of 663

3–23
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
(Voertuigen met automatische
transmissie)
Druk eenmaal op de ontgrendelzijde
van de vergrendelschakelaar
Druk 2 maal
Druk 3 maal Huidige functienummer
Functienummer 1
Functienummer 2
Druk 4 maal Functienummer 3
Druk 5 maal Functienummer 4
Druk 7 maal Functienummer 5
Druk 6 maal
Functienummer 6
Instelling annulerenInstelling annuleren
Functie ingesteld
(het aantal pieptonen
dat wordt gegeven is
hetzelfde als het
geselecteerde
functienummer) Druk op de
vergrendelzijde van de
vergrendelschakelaar
Wacht 3 seconden
OPMERKING
De portieren kunnen tijdens het
maken van de instelling niet
vergrendeld of ontgrendeld worden.
De procedure kan geannuleerd
worden door de vergrendelzijde van
de portiervergrendelschakelaar in te
drukken.
Vergrendelen, ontgrendelen met de
portiervergrendelknop
Bediening vanaf de binnenzijde
(Met portiervergrendelschakelaar)
Voor het vergrendelen van een
portier vanaf de binnenzijde, de
portiervergrendelknop omlaag drukken.
Voor ontgrendelen de
portiervergrendelknop naar buiten trekken.
Hiermee worden de overige portiersloten
niet bediend.
(Zonder portiervergrendelschakelaar)
Beide portieren, het kofferdeksel en
de afsluitklep van de brandstofvuldop
worden automatisch vergrendeld
wanneer de portiervergrendelknop van
het bestuurdersportier wordt ingedrukt.
Deze worden beide ontgrendeld wanneer
de portiervergrendelknop van het
bestuurdersportier omhoog getrokken
wordt.
Vergrendelen
Ontgrendelen
Page 108 of 663
3–24
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
OPMERKING
De rode indicatie wordt zichtbaar
wanneer de portiervergrendelknop
ontgrendeld wordt.
Rode indicatie
Bediening vanaf de buitenzijde
Voor het vanaf de buitenzijde
vergrendelen van het passagiersportier
met behulp van de portiervergrendelknop,
de portiervergrendelknop in de
vergrendelstand drukken en het portier
sluiten (vasthouden van de portierkruk in
de openstand is niet nodig).
Hiermee worden de overige portiersloten
niet bediend.
Portiervergrendelknop
OPMERKING
Wanneer u de portieren op deze manier
vergrendelt:
Let erop de sleutel niet in de auto
achter te laten.
De portiervergrendelknop van
het bestuurdersportier kan niet
worden gebruikt terwijl het
bestuurdersportier open is.
Page 109 of 663

3–25
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
Kofferdeksel
WAARSCHUWING
Sta nooit toe dat iemand in de
kofferruimte meerijdt:
Toestaan dat iemand in de kofferruimte
meerijdt is gevaarlijk. Tijdens
plotseling afremmen of een botsing
bestaat de kans dat de persoon die in
de kofferruimte meerijdt ernstig of
dodelijk letsel oploopt.
Rijd niet met het kofferdeksel geopend:
Uitlaatgassen in het interieur van
een auto zijn gevaarlijk. Wanneer het
kofferdeksel tijdens het rijden open
staat, worden er uitlaatgassen in
het interieur gezogen. Dit gas bevat
CO (koolmonoxide), dat kleurloos,
geurloos en bijzonder giftig is; dit gas
kan bewusteloosheid en verstikking
veroorzaken. Bovendien kunnen in
het geval van een open kofferdeksel de
inzittenden bij een botsing naar buiten
geslingerd worden.
OPGELET
Verwijder alle opeenhoping
van sneeuw en ijs alvorens de
kofferruimte te openen. Anders
bestaat de kans dat de kofferruimte
onder het gewicht van de sneeuw
en het ijs dichtklapt en letsel
veroorzaakt.
Wees voorzichtig bij het openen/
sluiten van de kofferruimte tijdens
harde wind. Als de kofferruimte
wordt getroffen door een zware
windstoot, kan deze plotseling
dichtklappen en letsel veroorzaken.
Open de kofferruimte volledig en let
er op dat deze open blijft staan. Als
het kofferdeksel slechts gedeeltelijk
geopend wordt, kan dit door trilling
of een windvlaag dichtklappen en
letsel veroorzaken.
Bij het in- of uitladen van bagage in
de kofferruimte, de motor stopzetten.
Anders zou u zich kunnen branden
door de hitte van het uitlaatgas.
Page 110 of 663

3–26
Alvorens te gaan rijden
Portieren en sloten
*Bepaalde modellen.
Openen en sluiten van het
kofferdeksel
Openen van het kofferdeksel
Gebruik van de
interieurontgrendelknop
*
Duw de ontgrendeltoets in.
De functie van de interieurontgrendelknop
kan worden uitgeschakeld door de
portieren te vergrendelen met behulp
van de zender, hulpsleutel of een
verzoekschakelaar om te voorkomen
dat een indringer vanuit het interieur het
kofferdeksel kan openen.
Voor het activeren van de functie van de
interieurontgrendelknop, de portieren
ontgrendelen met behulp van de zender,
hulpsleutel of een verzoekschakelaar of
het contact op ON zetten.
OPMERKING
De functie van de
interieurontgrendelknop kan
niet worden uitgeschakeld door
de portieren met behulp van de
portiervergrendelschakelaar/
portiervergrendelknop te vergrendelen.
Zie Vergrendelen, ontgrendelen met de
portiervergrendelschakelaar op pagina
3-20 .
Zie Vergrendelen, ontgrendelen met
de portiervergrendelknop op pagina
3-23 .
Gebruik van de elektrische bediende
kofferdekselopener
(Met interieurontgrendelknop)
Wanneer u de sleutel bij zich heeft kan ook
het kofferdeksel worden geopend.
Druk de elektrische bediende
kofferdekselopener in en til het
kofferdeksel nadat het slot vrijgezet is
omhoog.
(Zonder interieurontgrendelknop)
Ontgrendel de portieren en het
kofferdeksel, druk vervolgens de
elektrische bediende kofferdekselopener in
en til het kofferdeksel vervolgens nadat het
slot vrijgezet is omhoog.
Page 111 of 663