Page 169 of 260

167
301_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2016
De (+) klem loskoppelen
F trek de hendel A zo ver mogelijk omhoog
om d e accupoolklem B te ontgrendelen.
Weer aansluiten van de (+) klem
F Plaats de geopende accupoolklem B op de
pluspool (+) van de accu.
F
Dru
k verticaal op de accupoolklem om
deze goed tegen de accu aan te drukken.
F
Zet d
e accupoolklem vast door de hendel A
omlaag te bewegen.
Forceer de hendel niet door erop te
duwen, aangezien de accupoolklem
niet kan worden vergrendeld als deze
niet correct is geplaatst; herhaal de
procedure.
Loskoppelen van de accu
Als u de auto gedurende langere tijd niet gaat
gebruiken, koppel dan de 12V-accu los. op
dez
e manier blijft het laadniveau van de accu
voldoende om de motor weer te starten.
Voer de volgende handelingen uit alvorens de
accu los te koppelen:
F
slui
t alle te openen carrosseriedelen
(portieren, kofferdeksel, ruiten),
F
sch
akel alle stroomverbruikers (autoradio,
ruitenwissers, verlichting enz.) uit,
F
zet h
et contact uit en wacht vier minuten.
u ho
eft slechts de klem van de pluspool (+) los
te nemen.
Na het weer aansluiten van de
accukabels
Zet na het weer aansluiten van de accu het
contact aan en wacht 1 minuut alvorens de
motor te starten, zodat de elektronische
systemen geïnitialiseerd kunnen worden.
Mochten er zich na deze handeling kleine
storingen blijven voordoen, raadpleeg dan het
P
euge
ot
-ne
twerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek voor het
zelf opnieuw initialiseren van de elektronische
systemen zoals:
-
de sl
eutel met afstandsbediening,
-
de da
tum en de tijd,
-
de vo
orkeuzezenders.
Accupoolklem met snelsluiting
tijdens de rit die volgt op het de eerste
ke er starten van de motor, werkt het
Stop & Start-systeem mogelijk niet.
In dat geval werkt de functie pas
weer als de auto gedurende een
bepaalde periode, die afhankelijk is
van de omgevingstemperatuur en de
laadtoestand van de accu (maximaal
8
uu
r), niet is gebruikt.
9
Praktische informatie
Page 170 of 260

168
301_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2016
De eco-mode bepaalt de maximale
gebruiksduur van een aantal functies om te
voorkomen dat de accu ontladen raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een
aantal elektrische functies zoals het audio-
en telematicasysteem, de ruitenwissers,
dimlichten, plafonniers, ... nog in totaal
maximaal 30
mi
nuten gebruiken.
eco-mode
Inschakelen van de eco-mode
Als deze tijd is verstreken, geeft een melding
op het display aan dat de eco-mode is
ingeschakeld en worden de actieve functies in
de ruststand gezet.
Als u op het moment dat de eco-mode wordt
ingeschakeld aan het telefoneren bent, kan het
gesprek nog gedurende ongeveer 10
mi
nuten
worden voortgezet via de handsfree set van uw
autoradio.
Uitschakelen van de eco-
mode
De functies worden automatisch weer
ingeschakeld als de motor gestart wordt.
F
Sta
rt om de functies direct weer te kunnen
gebruiken de motor en laat deze minstens
5
mi
nuten draaien.
Als de accu ontladen is, kan de
motor niet gestart worden (zie de
desbetreffende paragraaf).
Spaarfase
De spaar fase stuurt de elektrische functies van
de auto aan om het ontladen van de accu te
voorkomen.
tijd
ens het rijden kunnen in verband met de
laadtoestand van de accu enkele functies
(airconditioning, achterruitverwarming,
..
.)
tijdelijk worden uitgeschakeld.
Deze functies worden automatisch
ingeschakeld zodra de laadtoestand van de
accu dit toelaat.
Praktische informatie
Page 171 of 260
169
301_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2016
Wisserbladen vervangen
Voordat u een wisserblad
demonteert
F Bedien de ruitenwisserschakelaar binnen
één minuut na het afzetten van het contact
om de ruitenwissers naar het midden van
de voorruit te verplaatsen.
Demonteren
F til de desbetreffende ruitenwisserarm op.
F Maa k het wisserblad los en verwijder het.
Monteren
F Breng het nieuwe wisserblad aan en klik
het vast.
F
Zet
de ruitenwisserarm voorzichtig terug.
Na het monteren van een
wisserblad vóór
F Zet het contact aan.
F Bed ien nogmaals de
ruitenwisserschakelaar om de
ruitenwissers in de ruststand te zetten.
9
Praktische informatie
Page 172 of 260

170
301_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2016
Slepen van de auto
Toegang tot het gereedschap
Het sleepoog bevindt zich onder de vloerplaat
van de bagageruimte:
F
open
het kofferdeksel,
F
til d
e vloerplaat op en ver wijder deze,
F
neem
het sleepoog uit de houder.
Algemene aanwijzingen
Volg de huidige wetgeving in uw land op.
Controleer of het gewicht van de trekkende auto hoger is dan van de auto die wordt gesleept.
er moe
t iemand achter het stuur van de gesleepte auto blijven zitten. Deze persoon moet
beschikken over een geldig rijbewijs.
gebr
uik bij het slepen met 4
wi
elen op de grond altijd een goedgekeurde sleepstang;
touwen en riemen zijn verboden.
De bestuurder van de slepende auto moet voorzichtig wegrijden.
Bij het slepen van de auto met stilstaande motor zijn de rem- en stuurbekrachtiging
uitgeschakeld.
Laat uw auto in de volgende gevallen slepen door een professioneel bergingsbedrijf:
-
als d
e auto is gestrand op de autosnelweg,
-
bij a
uto's met vier wielaandrijving,
-
als h
et niet mogelijk is de versnellingsbak in de neutraalstand te zetten, het stuurslot te
ontgrendelen of de handrem los te zetten,
-
bij t
akelen met slechts twee wielen op de grond,
-
bij he
t ontbreken van een goedgekeurde sleepstang...
u ku
nt de auto laten slepen door een andere auto.
Praktische informatie
Page 173 of 260
171
301_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2016
Slepen van uw autoSlepen van een
andere auto
F Maak het klepje in de voorbumper los door
op h
et linker gedeelte van het klepje te
drukken.
F
Dra
ai het sleepoog vast tot de aanslag.
F
Beves
tig de sleepstang. Zet de versnellingsbak in de
neutraalstand (stand N
bij auto's met een
elektronisch gestuurde versnellingsbak of
een automatische transmissie).
Als dit voorschrift niet wordt opgevolgd,
kunnen bepaalde onderdelen
(remsysteem, aandrijving,
..
.) beschadigd
raken en werkt de rembekrachtiger na het
starten van de motor mogelijk niet meer.
F ontgre ndel de stuurinrichting door
de sleutel in het contact één stand te
verdraaien en zet de parkeerrem vrij.
F
Scha
kel de alarmknipperlichten van beide
auto's in.
F
Rij
d voorzichtig weg en houd zowel
de snelheid als het af te leggen traject
beperkt. Deze manier van slepen is strikt
verboden (kans op beschadiging van
uw auto).
9
Praktische informatie
Page 174 of 260
172
301_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2016
trekken van een aanhanger
Wij raden u aan gebruik te maken van
een speciaal door Peugeot ge teste
en goedgekeurde trekhaak inclusief
bedrading en deze door het P
eug
eot
-
net
werk of een gekwalificeerde
werkplaats te laten monteren.
Als de trekhaak wordt gemonteerd door
een bedrijf dat niet tot het P
eug
eot
-
net
werk behoort, moet de montage
altijd volgens de voorschriften van de
fabrikant worden uitgevoerd.uw aut
o is hoofdzakelijk bedoeld voor het
vervoer van personen en bagage, maar is
tevens geschikt voor het trekken van een
aanhanger. Het rijden met een aanhanger heeft
veel invloed op het rijgedrag van de
auto en vergt daarom extra aandacht
van de bestuurder.
Praktische informatie
Page 175 of 260

173
301_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2016
Adviezen
Gewichtsverdeling
F Verdeel het gewicht in de caravan/
aanhanger gelijkmatig, plaats zware
voor werpen zo dicht mogelijk bij de as en
houd u aan de toegestane kogeldruk.
Door een geringere luchtdichtheid nemen
de prestaties van de motor af als men op
grotere hoogte boven de zeespiegel komt.
trek b
oven de 1000
m 10
% van het maximale
aanhangergewicht af en herhaal dit voor elke
volgende 1000
m.
Zijwind
F Houd er rekening mee dat de
zi jwindgevoeligheid van de auto groter is.
Koeling
Het trekken van een aanhanger op
een helling veroorzaakt een hogere
koelvloeistoftemperatuur.
De koelventilator wordt elektrisch bediend en is
niet afhankelijk van het motortoerental.
F
Pas u
w snelheid aan om het toerental te
beperken.
Het maximale aanhangergewicht is
afhankelijk van het hellingspercentage en de
buitentemperatuur.
Let in elk geval goed op de aanwijzing van de
koelvloeistoftemperatuurmeter.
F
Als
het waarschuwingslampje
van de koelvloeistoftemperatuur
gaat branden in combinatie met
het waarschuwingslampje STOP ,
stop dan zo snel mogelijk en zet
de motor af.
Remmen
Het trekken van een aanhanger verlengt de
remweg.
Bij een lange afdaling is het, om te voorkomen
dat de remmen oververhit raken, raadzaam om
op de motor af te remmen.
Banden
F Controleer de bandenspanning van de auto
en d e aanhanger en breng deze indien
nodig op de juiste waarde.
Verlichting
F Controleer de verlichting van de
aan hanger.
Raadpleeg de rubriek "
tech
nische gegevens"
voor de gewichten en aanhangergewichten die
voor uw auto van toepassing zijn.
De parkeerhulp wordt automatisch
uitgeschakeld als bij het aankoppelen
van een aanhanger een originele
P
eug
eot
-tr
ekhaak wordt gebruikt.
9
Praktische informatie
Page 176 of 260
174
301_nl_Chap09_info-pratiques_ed01-2016
Sneeuwscherm(en)*
Afneembaar scherm dat op het onderste gedeelte van de voorbumper wordt geplaatst om een opeenhoping van sneeuw bij de koelventilator van de radiateur te voorkomen.
Afhankelijk van de uitvoering is uw auto voorzien van één of twee schermen.
Plaatsen
F Breng het desbetreffende scherm aan op
het onderste gedeelte of op het gedeelte
linksboven van de voorbumper.
F
Zet h
et scherm vast door de
bevestigingsclips op de omtrek één voor
één aan te drukken.
Verwijderen
F Wip met een schroevendraaier de
be vestigingsclips één voor één los.
*
Af
hankelijk van het land van verkoop. Vergeet niet het sneeuwscherm (of de
sneeuwschermen) te verwijderen bij:
-
een buitentemperatuur hoger dan 10°C,- het trekken van een aanhanger,
- een w agensnelheid hoger dan
120
km/h
.
Praktische informatie