Page 121 of 260

119
MtQatt m’ghandek thalli tifel/tifla marbut f’siggu dahru lejn l-Airbag attiva, ghaliex tista’ tikkawza korriment serju jew anke mewt lit-tifel/tifla
NLPlaats NooIt een kinderzitje met de rug in de rijrichting op een zitplaats waar van de AIRBAg is I NgeSCH AKeLD. B ij het afgaan van de
airbag kan het KIND LeVeNSgeVA A RLIJK geWoND R A KeN
NoInstaller ALDRI et barnesete med ryggen mot kjøreretningen i et sete som er beskyttet med en frontal AKtIVeRt KoLLI SJoNSPute,
BAR Net ri sikerer å bli DRePt el ler HARDt SK ADet.
PLNIGDY nie instalować fotelika dziecięcego w pozycji "tyłem do kierunku jazdy" na siedzeniu wyposażonym w CZOŁOWĄ PODUSZKĘ POWIETR ZNĄ w st anie AK T Y WNYM. Mo że to do prowadzić do ŚM IERCI DZ IECK A lu b sp owodować u ni ego PO WA ŻNE OB R A ŻENIA CIAŁ
A.
PtNuNCA instale um sistema de retenção para crianças de costas para a estrada num banco protegido por um AIRBAg fr ontal ACtIVA Do.
Est a in stalação po derá pr ovocar FE RIMENTOS GR AVES ou a MO RTE da CR IANÇA.
RoNu instalati NICIoDAtA un sistem de retinere pentru copii, dispus cu spatele in directia de mers, pe un loc din vehicul protejat cu AIRBAg
fr ontal ACtIVAt. Ace asta ar putea provoca MoARteA CoPILuLuI sau R ANIReA lui gR AV A.
RuВО ВСЕХ СЛУЧА ЯХ ЗАПРЕЩАЕТСЯ использовать обращенное назад детское удерживающее устройство на сиденье, защищенном ФУ НКЦИОНИРУЮЩЕЙ ПО ДУШКОЙ БЕ ЗОПАСНОСТИ, ус тановленной пе ред эт им си деньем. Это мо
жет
пр
ивести
к ГИ
БЕЛИ
РЕ
БЕНК А
ил
и
НА
НЕСЕНИЮ
ЕМ
У
СЕ
РЬЕЗНЫХ
ТЕ
ЛЕСНЫХ
ПО
ВРЕЖ ДЕНИЙ
SKNIKDY neinštalujte detské zádržné zariadenie orientované smerom dozadu na sedadlo chránené AKTIVOVANÝM čelným AIRBAGOM. Mohlo by dô jsť k SM RTEĽNÉMU al ebo VÁ ŽNEMU PO R ANENIU DI EŤAŤA.
SLNIKOLI ne nameščajte otroškega sedeža s hrbtom v smeri vožnje, če je VARNOSTNA BLA ZINA pred sprednjim sopotnikovim sedežem AKTIVIR ANA. Ta kšna na mestitev la hko po vzroči SM RT OT ROK A al i HU DE PO ŠKODBE.
SRNIK ADA ne koristite dečje sedište koje se okreće unazad na sedištu zaštićenim AKTIVNIM VA ZDUŠNIM JASTUKOM ispred njega, jer mogu nastupiti SMRt il i oZB ILJNA PoVReDA Dete tA.
SVPassagerarkrockkudden fram MÅSte vara avaktiverad om en bakåtvänd bilbarnstol installeras på denna plats. Annars riskerar barnet att
DÖDAS eller SK ADAS ALLVARLIgt.
tRKESİNLKLE HAVA YASTIĞI AKTİF olan ön koltuğa yüzü arkaya dönük bir çocuk koltuğu yerleştirmeyiniz. Bu ÇOCUĞUN ÖLMESİNE veya ÇOK AĞ IR YA R ALANMASINA se bep ol abilir.
301_nl_Chap08_securite-enfants_ed01-2016
8
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Page 122 of 260
120
301_nl_Chap08_securite-enfants_ed01-2016
Door Peugeot aanbevolen kinderzitjes
Groep 0+: vanaf de geboor te tot 13 kg
L1
"RÖ
M
eR Bab
y-Safe Plus"
Wordt met de rug in de rijrichting geplaatst.
Groep 2
en 3
: van 15
to
t 36
kg
L4
"
KLIPPAN
opti
ma"
Vanaf 22 kg (vanaf ongeveer 6 jaar): gebruik alleen de zitverhoging.
L5
"RÖ
M
eR KIDFIX
"
Kan aan de IS
oFIX
-verankeringen van de auto worden bevestigd.
Het kind wordt beschermd door de veiligheidsgordel.
P
eug
eot
le
vert een reeks kinderzitjes met artikelnummer die met een driepunts
veiligheidsgordel kunnen worden vastgemaakt:
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Page 123 of 260

121
301_nl_Chap08_securite-enfants_ed01-2016
Bevestiging kinderzitjes met
veiligheidsgordel
Gewicht van het kind / leeftijdsindicatie
Plaats Minder dan 13
kg
(Categorie 0
(b
) e n 0 +)
tot on
geveer 1
ja
arVan 9
to
t 18
kg
(Categorie 1)
Van 1 tot ongeveer 3 jaar
Van 15 tot 25 kg
(Ca tegorie 2)
Van 3 tot ongeveer 6 jaar
Van 22 tot 36 kg
(Ca tegorie 3)
Van 6 tot ongeveer 10 jaar
Passagiersstoel vóór, zonder
hoogteverstelling (c ) (e) U
UUU
Buitenste zitplaatsen achter (d) UUUU
Middelste zitplaats achter XXXX
(a)
univ
erseel kinderzitje: kinderzitje dat in alle auto's bevestigd kan worden met behulp van de
veiligheidsgordel.
(b)
groe
p 0: vanaf de geboorte tot 10
kg
. Reiswiegen en autobedjes mogen niet op de
passagiersplaats voorin worden vervoerd.
(c)
Raa
dpleeg de huidige wetgeving in uw land alvorens een kinderzitje op deze plaats te bevestigen.
(d)
Als u e
en kinderzitje met de rug of met het gezicht in de rijrichting op de zitplaats achter
bevestigt, schuif dan de voorstoel naar voren en zet vervolgens de rugleuning rechtop om
voldoende ruimte over te laten voor het kinderzitje en de benen van het kind.
(e)
Als e
en kinderzitje met de rug in de rijrichting op de voorpassagiersstoel is bevestigd, moet de
airbag aan passagierszijde zijn uitgeschakeld. Het kind kan anders bij het activeren van de
airbag levensgevaarlijk gewond raken . Als een kinderzitje met het gezicht in de rijrichting op
de voorpassagiersstoel is bevestigd, moet de airbag aan passagierszijde ingeschakeld blijven.
Conform de
euro
pese wetgeving geeft dit overzicht de mogelijkheden weer met betrekking tot het bevestigen, met een veiligheidsgordel, van een
universeel gehomologeerd kinderzitje (a) , gerangschikt naar het gewicht van het kind en de plaats in de auto:
Ver wijder de hoofdsteun en berg
hem op alvorens een kinderzitje met
een rugleuning te bevestigen op een
passagiersstoel. Plaats de hoofdsteun
terug zodra het kinderzitje is verwijderd.
U
:
Zitplaats geschikt voor de bevestiging van een
universeel gehomologeerd kinderzitje met een
veiligheidsgordel, zowel voor het vervoeren met de
rug in de rijrichting als met het gezicht in de rijrichting.
X: Zitplaats die niet geschikt is voor het plaatsen van een
kinderzitje uit de aangegeven gewichtscategorie.
8
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Page 124 of 260

122
301_nl_Chap08_securite-enfants_ed01-2016
De onjuiste bevestiging van een kinderzitje
brengt de veiligheid van het kind in gevaar bij
een aanrijding.
Controleer of er geen veiligheidsgordel of
gesp van de veiligheidsgordel onder het
kinderzitje zit; dat zou de stabiliteit van het
zitje in gevaar kunnen brengen.
Zorg ervoor dat de veiligheidsgordels of het
tuigje van het kinderzitje, zelfs bij korte ritten,
worden vastgemaakt waarbij de speling ten
opzichte van het lichaam van het kind zoveel
mogelijk moet worden beperkt.
Zorg er bij het bevestigen van het kinderzitje
met de veiligheidsgordel voor dat de
veiligheidsgordel correct tegen het kinderzitje
is gespannen en dat de gordel het kinderzitje
stevig op zijn plaats houdt. Schuif de
passagiersstoel, wanneer deze versteld kan
worden, indien nodig naar voren.
Laat bij de achterzitplaatsen altijd voldoende
ruimte tussen de voorstoel en:
-
het k
inderzitje "met de rug in de
rijrichting",
-
de vo
eten van het kind in het kinderzitje
"met het gezicht in de rijrichting".
Schuif daartoe de voorstoel naar voren en zet
de rugleuning ervan, indien nodig, rechter op.
Adviezen
Laat uit veiligheidsoverwegingen:
- gee n kinderen zonder toezicht achter in
een auto,
-
noo
it een kind of een dier in een auto
achter wanneer alle ruiten gesloten zijn
en de auto in de zon staat,
-
de sl
eutels nooit binnen bereik van de
kinderen achter in de auto.
gebr
uik de kindersloten om te voorkomen
dat de portieren en de portierruiten achter
per ongeluk geopend worden.
Zorg er voor dat de portierruiten achter niet
verder dan voor 1/3 deel geopend worden.
Plaats zonneschermen om uw jonge
kinderen tegen de zon te beschermen.
Zorg er voor een optimale bevestiging
van het kinderzitje "met het gezicht in de
rijrichting" voor dat de rugleuning van het
zitje zo dicht mogelijk tegen de rugleuning
van de stoel van de auto aan zit of er zelfs
tegenaan drukt.
Verwijder de hoofdsteun alvorens een
kinderzitje met een rugleuning te plaatsen op
een passagiersstoel.
Berg de hoofdsteun zorgvuldig op om te
voorkomen dat de hoofdsteun door de auto
vliegt bij krachtig afremmen. Plaats de
hoofdsteun terug zodra het kinderzitje is
verwijderd.
Kinderen voorin
De regelgeving met betrekking tot het
vervoer van kinderen op de passagiersstoel
vóór is per land verschillend. Raadpleeg de
in uw land geldende regelgeving.
Schakel de airbag vóór aan passagierszijde
uit zodra een kinderzitje met de rug in de
rijrichting op de voorpassagiersstoel wordt
geplaatst.
Het kind kan anders bij het afgaan van de
airbag levensgevaarlijk gewond raken.
Plaatsen van een stoelverhoger
Het bovenste gedeelte van de
veiligheidsgordel moet over de schouder van
het kind liggen zonder de hals te raken.
Controleer of de heupgordel goed over de
bovenbenen van het kind ligt.
P
eug
eot
be
veelt aan een stoelverhoger
met rugleuning te gebruiken voorzien
van een gordelgeleider ter hoogte van de
schouder.
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Page 125 of 260

123
301_nl_Chap08_securite-enfants_ed01-2016
uw auto voldoet aan de nieuwste ISOFIX-normen.De hieronder aangegeven zitplaatsen zijn
uitgerust met de voorgeschreven ISoFIX-
bevestigingen:
ISoFIX-bevestigingen
- twee bevestigingsringen A , di e zich tussen
de rugleuning en de zitting van de zitplaats
bevinden, aangegeven met een merkteken,
Kinderzitje vastmaken aan de toP te tHeR:- haal de riem van het kinderzitje naar de
achterzijde van de rugleuning van de stoel en
zorg ervoor dat de riem goed in het midden ligt,
- open het afdekkapje van de toP tetHeR,- maak de haak van de bovenste riem vast aan de
ring B,
- trek de bovenste riem strak.
Volg nauwkeurig de
montagevoorschriften in de handleiding
die bij het kinderzitje is geleverd.
Raadpleeg het schema voor meer informatie
over de mogelijkheden van het plaatsen van
IS
oFIX
-kinderzitjes in uw auto.
-
één bevestigingsring B onder een afdekkapje boven
aan de achterzijde van de rugleuning, TOP TETHER
genoemd, voor de bevestiging van de bovenste riem.
De pl
aats hiervan wordt aangegeven met een merkteken.
elke zitplaats is voorzien van drie bevestigingsringen:
Aan de toP te tHeR kan d e bovenste riem
van een kinderzitje (indien aanwezig) worden
vastgemaakt. Dit systeem beperkt het naar
voren kantelen van het kinderzitje bij een
frontale aanrijding.
De IS
oFIX
-bevestigingen zorgen voor een
veilige, degelijke en snelle montage van het
kinderzitje in uw auto.
De ISOFIX-kinderzitjes beschikken over
twee sloten die eenvoudig aan de twee
bevestigingsringen A kunnen worden verankerd.
Sommige kinderzitjes zijn bovendien voorzien
van een bovenste bevestigingsriem die kan
worden vastgemaakt aan de bevestigingsring B .Als u een kinderzitje op de buitenste
zitplaats rechts achter monteert, beweeg de
veiligheidsgordel van de middelste zitplaats
achter dan eerst naar het midden van de auto,
zodat de gordel na het monteren van het zitje
nog probleemloos kan worden gebruikt.
Bij een onjuist geplaatst kinderzitje is
de bescherming van het kind bij een
aanrijding niet meer gewaarborgd.
8
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Page 126 of 260
124
301_nl_Chap08_securite-enfants_ed01-2016
ISoFIX-kinderzitjes aanbevolen door Peugeot en
geh omologeerd voor uw auto
Volg bij het plaatsen van de kinderzitjes de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van het zitje. "RÖMER Baby- Safe Plus" met basis "Baby- Safe Plus ISOFIX" (lengtecategorie: E
)
Groep 0+: vanaf de geboor te tot 13
kg
D
it zitje dient te worden geplaatst met de rug in de rijrichting met behulp van een IS
oFIX
-basis, die
wordt bevestigd aan de ringen A .
De basis is voorzien van een in hoogte verstelbare steun die op de vloer van de auto rust.
Dit kinderzitje kan ook worden bevestigd met een veiligheidsgordel. In dat geval wordt het zitje zonder basis met de driepuntsgordel op de zitplaats van de auto bevestigd.
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Page 127 of 260
125
301_nl_Chap08_securite-enfants_ed01-2016
"RÖMER Duo Plus ISOFIX" (lengtecategorie: B1)
Groep 1: van 9
to
t 18
kg
D
it zitje wordt uitsluitend met het gezicht in de rijrichting geplaatst.
Het wordt verankerd aan de ringen A en, met de bovenste riem, aan de ring B , de
top teth
er.
Drie standen: rechtop, ruststand en ligstand.
Dit kinderzitje kan ook worden gebruikt op zitplaatsen die niet zijn voorzien van IS
oFIX
-bevestigingspunten.
In dat geval moet het zitje met de driepuntsveiligheidsgordel op de stoel van de auto worden bevestigd.
Stel de voorstoel zo af dat de voeten van het kind de rugleuning niet kunnen raken.
Volg bij het plaatsen van de kinderzitjes de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van het zitje.
8
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen
Page 128 of 260

126
301_nl_Chap08_securite-enfants_ed01-2016
"Baby P2C Midi" met ISOFIX-basis (lengtecategorie: D, C, A, B, B1)
Groep 1: 9
to
t 18
kg
D
it zitje dient te worden geplaatst met de rug in de rijrichting met behulp van een IS
oFIX
-basis, die
wordt bevestigd aan de ringen A .
De basis is voorzien van een in hoogte verstelbare steun die op de vloer van de auto rust. Dit zitje kan ook met het gezicht in de rijrichting worden geplaatst.Dit zitje kan niet worden bevestigd met een veiligheidsgordel.
We adviseren u het zitje voor kinderen tot 3
ja
ar met de rug in de rijrichting te plaatsen.
Volg bij het plaatsen van de kinderzitjes de gebruiksaanwijzing van de fabrikant van het zitje. FAIR G 0/1
S me
t RWF A of FWF A ISOFIX-basis
(gewichtsklasse C voor de versie "met de rug in de rijrichting", gewichtsklasse A voor de versie "met het gezicht in de rijrichting")
Groep 0+ en 1: van de geboor te tot 18
kg
W
ordt "met de rug in de rijrichting" voor kinderen met een gewicht tot 18
kg e
n "met het gezicht in de
rijrichting" voor kinderen met een gewicht tussen 13
en 1
8
kg g
eplaatst met behulp van een IS
oFIX
-
basis dat aan de ogen A wordt bevestigd.
gebr
uik "met de rug in de rijrichting" de IS
oFIX
-basis type A (RWF) en "met het gezicht in
de
ri
jrichting" de IS
oFIX
-basis type A (FWF).
er zij
n 6
ve
rschillende standen mogelijk.
Dit kinderzitje kan ook "met het gezicht in de rijrichting" worden bevestigd op zitplaatsen die niet zijn voorzien van IS
oFIX
-bevestigingen.
Het is in dat geval verplicht het kinderzitje met de normale driepuntsveiligheidsgordel op de zitplaats van de auto te bevestigen.
Veiligheidsvoorzieningen voor kinderen