Page 289 of 436

287
DS4_nl_Chap10_verifications_ed03-2015
Niveaus controleren
Controleer deze niveaus regelmatig en respecteer de voorwaarden zoals vermeld in het onderhoudsschema van de fabrikant. Vul indien nodig bij, tenzij anders aangegeven.Laat in het geval van een sterk gedaald niveau het desbetreffende circuit controleren door het CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde werkplaats.
Motorolieniveau
Het is normaal dat u tussen twee onderhoudsbeurten
door olie moet bijvullen. CITROËN adviseert u om
elke 5000
km het olieniveau te controleren en, indien
nodig, olie bij te vullen.
Het motorolieniveau kan bij aangezet
contact worden gecontroleerd
via de motorolieniveaumeter op
het instrumentenpaneel (volgens
uitvoering) of met de oliepeilstok.
Let bij werkzaamheden onder de
motorkap goed op, want bepaalde
delen van de motor kunnen zeer heet
zijn (kans op brandwonden) en de
motorventilateur kan ieder moment
aanslaan (zelfs bij afgezet contact).
Controle met de oliepeilstok
F Kijk waar de oliepeilstok zich bevindt in de
motorruimte van uw auto.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de benzine- of
dieselmotor.
F
T
rek aan het gekleurde uiteinde om de
oliepeilstok volledig uit de schacht te
trekken.
F
V
eeg de peilstok af met een schone, niet
pluizende doek.
F
S
teek de oliepeilstok weer volledig in de
schacht en trek hem er weer uit om het
oliepeil te controleren: het oliepeil is correct
als het tussen de merktekens A en B ligt.
A = MA XI
B = MINI Als u ziet dat het oliepeil boven het merkteken
A of onder het merkteken B ligt, star t de
motor dan niet
.
-
A
ls het oliepeil boven het merkteken MAXI
ligt (kans op motorschade), neem dan
contact op met het CITROËN-netwerk of
met een gekwalificeerde werkplaats.
-
A
ls het oliepeil lager is dan het merkteken
MINI , vul dan altijd motorolie bij.
De controle van het motorolieniveau is
alleen betrouwbaar als de auto op een
horizontale ondergrond staat en de motor
ten minste 30
minuten niet heeft gedraaid.
Eigenschappen van de olie
Controleer voordat u olie bijvult of ververst of
de motorolie die u wilt gebruiken overeenkomt
met de door de fabrikant aanbevolen motorolie
voor uw auto en motoruitvoering.
Onderhoud
Page 290 of 436

Stuurbekrachtigingsvloeistofniveau
Het stuurbekrachtigingsvloeistofniveau
dient zich zo dicht mogelijk bij het
merkteken "MA XI" te bevinden. Draai
bij koude motor de dop open om het
niveau te controleren.
Remvloeistofniveau
Remvloeistof ver versen
Raadpleeg het onderhoudsschema van
de fabrikant voor het voorgeschreven
verversingsinterval.
Type remvloeistof
Gebruik de door de fabrikant voorgeschreven
remvloeistof.Het remvloeistofniveau dient zich
zo dicht mogelijk bij het merkteken
"MA XI" te bevinden. Controleer
indien dit niet het geval is of de
remblokken van uw auto zijn
versleten.
Motorolie bijvullen
F Kijk waar de olievuldop zich bevindt in de
motorruimte van uw auto.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de benzine- of
dieselmotor.
F
D
raai de dop van de vulopening.
F
G
iet de olie voorzichtig in de opening om
morsen op motoronderdelen te voorkomen
(dit kan brand veroorzaken).
F
W
acht enkele minuten en controleer
vervolgens nogmaals het oliepeil met de
peilstok.
F
V
ul indien nodig nog olie bij.
F
D
raai nadat u het oliepeil nogmaals hebt
gecontroleerd de dop zorgvuldig op de
vulopening en steek de peilstok weer in de
schacht.
Na het bijvullen zal de olieniveaumeter op het
dashboard bij het aanzetten van het contact na
30
minuten de juiste waarde aangeven.
Olie ver versen
Raadpleeg het onderhoudsschema van de
fabrikant voor het verversingsinterval voor uw
auto.
Maak om een verminderde betrouwbaarheid
van de motor en de emissieregeling te
voorkomen nooit gebruik van additieven in de
motorolie.
Page 291 of 436

289
DS4_nl_Chap10_verifications_ed03-2015
Koelvloeistofniveau
Het koelvloeistofniveau dient zich
zo dicht mogelijk bij het merkteken
"MA XI" te bevinden, maar mag
beslist niet hoger zijn.
Type koelvloeistof
Gebruik de door de fabrikant voorgeschreven
koelvloeistof.Als uw auto voozien is van
koplampsproeiers en u wilt het niveau
controleren of bijvullen, parkeert u de
auto en zet u de motor af.
Niveau vloeistof ruitensproeiers/
koplampsproeiers
De koelventilator kan ook nog gaan
draaien nadat de motor is afgezet:
houd daarom voor werpen en kleding
uit de buur t van de ventilator.
Als de motor warm is, wordt de temperatuur van
de koelvloeistof geregeld door de koelventilator.
Wacht bovendien alvorens werkzaamheden
aan het koelsysteem uit te voeren ten minste
1
uur nadat de motor gedraaid heeft, omdat het
koelsysteem onder druk staat.
Draai om brandwonden te voorkomen de dop
eerst 2 omwentelingen los om de druk te laten
dalen. Ver wijder, als de druk eenmaal gedaald
is, de dop en vul koelvloeistof bij. F
O
pen de motorkap en plaats de
motorkapsteun.
F
V
er wijder de dop van het
ruitensproeiervloeistofreservoir.
F
K
nijp de pipet af om te voorkomen dat er
lucht inkomt.
F
V
er wijder de pipet uit het reservoir en lees
via de doorzichtige buitenkant het niveau
af.
F
V
ul indien nodig het niveau bij.
F
P
laats de dop terug op het reservoir en
sluit de motorkap.
Gegevens van de vloeistof
Voor een optimale reiniging en om bevriezing
te voorkomen, mag nimmer water worden
gebruikt voor het verversen of bijvullen van de
vloeistof.
Wij raden u aan 's winters vloeistof op basis
van ethanol of methanol te gebruiken.
Onderhoud
Page 292 of 436
Additiefniveau
(dieseluitvoering met
roetfilter)
Bijvullen
Het reservoir moet snel worden bijgevuld door
het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Afgewerkte producten
Vermijd langdurig huidcontact met
afgewerkte olie en andere vloeistoffen.
De meeste van deze vloeistoffen
zijn bijtend en schadelijk voor de
gezondheid.
Gooi afgewerkte olie en andere
vloeistoffen niet in het riool, in het water
of op de grond.
Deponeer afgewerkte olie in de
daarvoor bestemde containers
bij het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Afhankelijk van de displayuitvoering, wordt het
minimumniveau als volgt weergegeven:
-
p
ermanent branden van het
lampje van het roetfilter ter wijl er
een geluidssignaal klinkt en er
een melding verschijnt over het
te lage additiefniveau,
of
-
p
ermanent branden van het
servicelampje terwijl er een
geluidssignaal klinkt en er een
melding verschijnt over het te
lage additiefniveau.
Page 293 of 436

291
DS4_nl_Chap10_verifications_ed03-2015
Controles
Luchtfilter en interieurfilter
Oliefilter
Raadpleeg, tenzij anders aangegeven, het onderhoudsschema van de fabrikant dat betrekking heeft op de motoruitvoering van uw auto voor het controleren van bepaalde onderdelen.Laat de controles eventueel uitvoeren door het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.Laat de filters periodiek vervangen
volgens de in het onderhoudsschema
van de fabrikant aangegeven
intervallen.
Laat bij het olie verversen tevens het
oliefilter vervangen.
Raadpleeg het onderhoudsschema
van de fabrikant voor het
vervangingsinterval van dit
onderdeel.
Deze sticker, die hoort bij het Stop &
Start-systeem, geeft aan dat er een
speciale 12V-loodaccu is gebruikt die
alleen losgekoppeld en/of vervangen
mag worden door het CITROËN-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
12V-accu
Raadpleeg voordat u de accukabels losneemt
de rubriek "12V-accu" voor meer informatie
over de te nemen voorzorgsmaatregelen.
De accu is onderhoudsvrij.
Niettemin is het raadzaam om
regelmatig te controleren of de
accupolen en -klemmen schoon zijn,
vooral bij warm weer en in de winter.
Als de omgeving (veel stof...) en het gebruik
(veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding
geven, moeten de filters twee keer zo vaak
worden vervangen.
Een verstopt interieur filter kan de prestaties
van de airconditioning verstoren en
onaangename geuren veroorzaken.
Onderhoud
Page 294 of 436

Roetfilter (diesel)
De eerste keren dat bij een nieuwe auto
het roetfilter geregenereerd wordt, kunt
u een brandlucht ruiken. Dit is volstrekt
normaal.
Als langdurig met zeer lage snelheid
wordt gereden of de motor langdurig
stationair draait, kan bij gasgeven
soms rook uit de uitlaat waargenomen
worden. Dit heeft geen invloed op de
prestaties en heeft geen gevolgen voor
het milieu.
Handgeschakelde versnellingsbak
De versnellingsbak is onderhoudsvrij
(olie verversen niet noodzakelijk).
Raadpleeg het onderhoudsschema
van de fabrikant voor de periodieke
onderhoudscontrole.Afhankelijk van de displayuitvoering, wordt het
verstopt raken van het roetfilter als volgt weergegeven:
- tijdelijk branden van het servicelampje terwijl er een
geluidssignaal klinkt en er
een bericht verschijnt dat het
roetfilter verstopt dreigt te
raken.
-
p
ermanent branden van het
roetfilterlampje ter wijl er een
geluidssignaal klinkt en er een
bericht verschijnt dat het roetfilter
verstopt dreigt te raken
of
Ga om het roetfilter te regenereren, zodra de
omstandigheden het toelaten, met een snelheid
van minimaal 60
km/h rijden tot het lampje
uitgaat.
Als het lampje blijft branden, raadpleeg dan het
hoofdstuk over het additiefniveau.
Automatische
transmissie
De automatische transmissie is
onderhoudsvrij (olie verversen niet
noodzakelijk).
Raadpleeg het onderhoudsschema
van de fabrikant voor het interval van
de niveaucontrole.
Page 295 of 436

293
DS4_nl_Chap10_verifications_ed03-2015
Elektrische parkeerrem
Dit systeem hoeft niet apart
gecontroleerd te worden. Als er
zich toch een probleem voordoet,
laat het systeem dan controleren
door het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.Gebruik uitsluitend door CITROËN
aanbevolen producten of
gelijkwaardige kwaliteitsproducten.
Om de werking van belangrijke
organen als het remsysteem te
optimaliseren, selecteert en biedt
CITROËN specifieke producten aan.
Na het wassen kan er zich een
laagje vocht of onder winterse
omstandigheden ijs vormen op de
remschijven en remblokken: de
remwerking kan daardoor afnemen.
Rem een paar keer lichtjes om de
remmen vocht- en ijsvrij te maken.
Staat van remschijven
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats voor
informatie over het controleren van
de slijtage van de remschijven.
Handrem
Als de handrem een te grote slag
heeft of als het systeem minder goed
werkt, moet de handrem, zelfs tussen
twee onderhoudsbeurten door,
worden afgesteld.
Remblokken
De slijtage van de remblokken is
sterk afhankelijk van de rijstijl, vooral
bij stadsverkeer en veel korte ritten.
Hierdoor kan het noodzakelijk blijken
om de remblokken vaker, tussen
twee onderhoudscontroles door, te
laten controleren.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de elektrische
parkeerrem.
Als het remsysteem vrij is van lekkages, duidt
een te laag remvloeistofniveau erop dat de
remblokken versleten zijn.
Laat het systeem controleren door het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Onderhoud
Page 296 of 436

Als het AdBlue®-reservoir leeg is, zorgt
een wettelijk verplicht systeem ervoor
dat de motor niet opnieuw kan worden
gestart.
Als het SCR-systeem niet goed werkt,
stoot uw auto te veel schadelijke
stoffen uit, waardoor hij niet meer aan
de Euro 6-emissienorm voldoet.
Neem bij een storing in het SCR-
systeem zo snel mogelijk contact
op met het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats:
na 1100
km wordt een systeem
geactiveerd dat het opnieuw starten
van de motor blokkeert.
Additief AdBlue® en SCR-systeem
voor BlueHDi-dieselmotoren
Om het milieu zo min mogelijk te belasten en
om aan de nieuwe Euro 6 -norm te voldoen,
heeft CITROËN ervoor gekozen zijn auto's
met dieselmotor te voorzien van een systeem
waarbij het roetfilter (FAP) wordt gecombineerd
met een SCR-systeem (Selective Catalytic
Reduction) voor de behandeling van de
uitlaatgassen zonder dat de prestaties
veranderen of het brandstofverbruik toeneemt.
SCR-systeem
Met behulp van het additief AdBlue®, dat ureum
bevat, zet een katalysator tot 85% van de
stikstofoxides (NOx) om in stikstof en water,
stoffen die onschadelijk zijn voor de gezondheid
en het milieu.
Het additief AdBlue® bevindt zich in een
specifiek reservoir onder de bagageruimte,
aan de achterzijde van de auto. Het reservoir
heeft een inhoud van 17
liter, goed voor een
actieradius van ongeveer 20.000
km voordat
een waarschuwingssysteem u meldt dat u
met de resterende hoeveelheid additief nog
maximaal 2400
km kunt rijden.
Om ervoor te zorgen dat het SCR-systeem
goed blijft werken, wordt bij elke periodieke
onderhoudscontrole aan uw auto in het
CITROËN-netwerk of bij een gekwalificeerde
werkplaats het reservoir van het additief
AdBlue
® bijgevuld.
Als u ver wacht tussen twee periodieke
onderhoudscontroles meer dan 20.000
km te
rijden, raden wij u aan het reservoir tussentijds
te laten bijvullen door het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats.