Page 249 of 436

247
DS4_nl_Chap09_info-pratiques_ed03-2015
Lampen dimlicht vervangen
(uitvoering met halogeenlampen)
F Trek aan de borglip om de beschermkap te verwijderen.
F
M
aak de stekker los.
F
D
ruk de veren uit elkaar om de lamp te
kunnen verwijderen.
F
T
rek de lamp uit de fitting en vervang de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Sluit bij het monteren uiterst zorgvuldig
de beschermkap om ervoor te zorgen
dat de lampunit goed wordt afgedicht.
Lampen grootlicht vervangen
(uitvoering met halogeenlampen
t y p e 1)
F Trek aan de borglip om de beschermkap te verwijderen.
F
M
aak de stekker los.
F
K
nijp de veren in om de lamp te kunnen
verwijderen.
F
V
erwijder de lamp en vervang hem.
Voer het monteren uit in de omgekeerde volgorde.
Lampen grootlicht vervangen
(uitvoering met halogeenlampen
type 2)
F Trek aan de borglip om de beschermkap te
verwijderen.
F
M
aak de stekker los.
F
V
erwijder de lamp en vervang hem.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Praktische informatie
Page 250 of 436

DS4_nl_Chap09_info-pratiques_ed03-2015
Lampen dagrijverlichting /
parkeerlichten vervangen
(bij uitvoeringen met
halogeenlampen type1)
F Trek aan de borglip om de beschermkap te verwijderen.
F
N
eem de stekker los.
F
D
raai de fitting een kwart omwenteling en
verwijder het geheel.
F
T
rek de lamp uit de fitting en vervang de
lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Geïntegreerde zijknipperlichten
vervangen
F Steek ter hoogte van het midden van het zijknipperlicht een platte schroevendraaier
tussen het zijknipperlicht en de voet van de
buitenspiegel.
F
W
ip het zijknipperlicht met de platte
schroevendraaier los.
F
N
eem de stekker van het zijknipperlicht los.
Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Een nieuw zijknipperlicht is verkrijgbaar bij
het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats
Lampen dagrijverlichting /
parkeerlichten vervangen
(bij uitvoeringen met
halogeenlampen type2
of
xenonlampen)
Raadpleeg voor het vervangen van dit type
LED-lampen het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Page 251 of 436
249
DS4_nl_Chap09_info-pratiques_ed03-2015
Lamp van de zijverlichting (LED)
vervangen
Raadpleeg voor het vervangen van dit type
LED-lampen het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Lampen van mistlampen
vervangen (bij uitvoeringen met
halogeenlampen)
F Steek een platte schroevendraaier in het gaatje van de bumperstrip.
F
W
ip de strip voorzichtig los.
F
V
er wijder de beide schroeven van de
mistlamp en neem deze uit de behuizing.
F
N
eem de stekker van de fitting los.
F
D
raai de fitting een kwart omwenteling en
verwijder het geheel.
F
T
rek de lamp uit de fitting en vervang de
lamp. Voer het monteren uit in de omgekeerde
volgorde.
Voor het vervangen van deze lampen
kunt u ook het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats raadplegen.
Praktische informatie
Page 252 of 436

DS4_nl_Chap09_info-pratiques_ed03-2015
1. Remlichten (P21/5W).
2. Parkeerlichten (leds) *.
3.
R
ichtingaanwijzers (PY21W,
amberkleurig) .
4.
A
chteruitrijlichten (P21W).
5.
M
istachterlichten (P21W).
Achterlichten
Amberkleurige lampen zoals de
richtingaanwijzers, moeten vervangen
worden door lampen met dezelfde
specificaties en kleur.
De lichten op de achterklep hebben,
met uitzondering van de lichtstroken,
geen functie en zijn uitsluitend om
esthetische redenen aangebracht.
Lampen van remlichten, achteruitrijlichten en richtingaanwijzers vervangen
Deze drie lampen kunnen van buitenaf worden vervangen:
F
o
pen de achterklep,
F
v
er wijder het rooster in de bekleding aan
de desbetreffende zijkant,
F
d
raai de twee moeren met een dop of
pijpsleutel 10
los en ver wijder de moeren
met de hand,
F
n
eem de stekker van de lamp los,
F
v
erwijder de lampunit voorzichtig door deze
in een rechte beweging naar u toe te trekken,
F
v
erwijder de schuimrubber afdichting,
F
k
lik de twee kleine secundaire stekkers los, F
h
oud de twee borglippen van elkaar en trek
de fitting los,
F
d
raai de lamp een kwart slag en vervang
de lamp.
Voer het monteren uit in de omgekeerde volgorde.
Druk de lichtunit goed in de steungoot in de
lengteas van de auto.
Draai de moeren goed genoeg vast om te
zorgen voor een goede afdichting.
Draai ze echter niet al te vast, omdat de
achterlichtunit dan zou kunnen barsten.
* led: lichtgevende diode.
Page 253 of 436
251
DS4_nl_Chap09_info-pratiques_ed03-2015
Lichtgeleiders / parkeerlichten
vervangenVervangen van de
kentekenplaatverlichting (W5W)Lamp derde remlicht vervangen
(LED's)
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats om dit type
LED-verlichting te vervangen.
Neem voor het vervangen van dit type lamp
met leds contact op met het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Open de achterklep tot halver wege om het
vervangen te vergemakkelijken.
F
S
teek een kleine schroevendraaier in
een van de buitenste openingen van het
lampglas.
F
D
uw de schroevendraaier naar buiten.
F
V
erwijder het lampglas.
F
V
ervang de defecte lamp.
Druk het glaasje vast in de houder.
Praktische informatie
Page 254 of 436
DS4_nl_Chap09_info-pratiques_ed03-2015
Lampen van mistachterlichten
vervangen
Deze lampen zijn te vervangen vanaf de
buitenkant van de achterbumper:
F
s
teek uw hand onder de bumper,
F
v
erdraai de lamphouder een kwartslag en
trek deze naar u toe,
F
v
erdraai de lamp een kwartslag en
vervang deze.
Verricht voor het monteren de handelingen in
omgekeerde volgorde. Raak de uitlaat niet aan indien u de
lamp kort na het afzetten van het
contact vervangt; dit met het oog op
mogelijke brandwonden.
Page 255 of 436
253
DS4_nl_Chap09_info-pratiques_ed03-2015
Zekering vervangen
De tang voor het verwijderen van zekeringen
is bevestigd aan de binnenzijde van het deksel
van de zekeringkast in het dashboard:
F
t
rek het deksel eerst rechtsboven en dan
linksboven los,
F
v
erwijder het deksel en keer het om,
Toegang tot het gereedschap
F neem de steun los waarop aan de achterzijde de tang is bevestigd.
Praktische informatie
Page 256 of 436

DS4_nl_Chap09_info-pratiques_ed03-2015
Montage van elektrische
accessoires
Bij het ontwerp van het elektrische
circuit van uw auto is reeds rekening
gehouden met de montage van zowel de
standaarduitrusting als eventuele opties.
Raadpleeg het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats voordat
u andere elektrische voorzieningen of
accessoires in de auto monteert of laat
monteren.
CITROËN is niet aansprakelijk voor
kosten die voortvloeien uit storingen
veroorzaakt door het monteren
van extra accessoires die niet door
CITROËN aanbevolen en geleverd
worden, en niet volgens haar
voorschriften zijn gemonteerd. Dit geldt
met name als het totale stroomverbruik
van alle extra accessoires meer dan
10
milliampère bedraagt.
Voordat u een zekering vervangt, dient u
F
d
e oorzaak van de storing te achterhalen
om deze te verhelpen,
F
s
troomverbruikers uit te schakelen,
F
d
e auto stil te zetten met het contact uit,
F
d
e defecte zekering te achterhalen
met behulp van de zekeringtabel en de
schema's op de volgende bladzijden.
Vervangen van een zekering
Goed Defect
Het vervangen van een zekering door
een andere dan in de volgende tabellen
genoemd, kan tot ernstige storingen
leiden. Raadpleeg het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats. Tang
Voor ingrepen aan een zekering geldt:
F
g
ebruik een speciale tang om de zekering
uit de zekeringkast te ver wijderen en te
controleren of het smeltdraadje van de
zekering intact is,
F
v
ervang een defecte zekering altijd door
een zekering met dezelfde stroomsterkte
(zelfde kleur): een afwijkende
stroomsterkte kan storingen veroorzaken
(brand).
Mocht de storing kort na het vervangen
van de zekering terugkeren, laat dan de
elektrische uitrusting controleren door het
CITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.