Page 265 of 436

263
DS4_nl_Chap09_info-pratiques_ed03-2015
Eco-modusDe eco-modus bepaalt de maximale gebruiksduur van een aantal functies om te voorkomen dat de
accu ontladen raakt.
Nadat de motor is afgezet, kunt u een aantal elektrische functies zoals radio, ruitenwissers,
dimlichten, plafonniers, enz. nog in totaal maximaal 30 minuten gebruiken.
Deze tijdsduur kan sterk worden
beperkt als de accuspanning laag is.
Als de accu ontladen is, kan de
motor niet gestart worden (zie de
desbetreffende paragraaf).
Als u op het moment dat de eco-modus
wordt ingeschakeld aan het telefoneren
bent via het navigatiesysteem, wordt de
verbinding na 10
minuten verbroken.
Inschakelen van de
eco-modus
Na deze tijdsduur geeft een melding op het
display aan dat de eco-modus is ingeschakeld.
De actieve functies worden in de ruststand gezet.
Uitschakelen van de
eco-modus
Deze functies worden automatisch weer
ingeschakeld als de motor gestart wordt.
F
S
tart om de functies direct weer te
kunnen gebruiken de motor en laat deze
gedurende enige tijd draaien.
De beschikbare tijd bedraagt het dubbele van
de tijd dat de motor heeft gedraaid.
Deze tijd zal echter altijd tussen de 5
en
30
minuten bedragen.
SpaarfaseDe spaar fase stuurt de elektrische functies van
de auto aan om het ontladen van de accu te
voorkomen.
Tijdens het rijden kunnen in verband met de
laadtoestand van de accu enkele functies
(airconditioning, achterruitverwarming,
...)
tijdelijk worden uitgeschakeld.
Deze functies worden automatisch
ingeschakeld zodra de laadtoestand van de
accu dit toelaat.
Praktische informatie
Page 266 of 436

DS4_nl_Chap09_info-pratiques_ed03-2015
Wisserbladen vervangen
Voordat u een wisserblad
demonteert
F Bedien de ruitenwisserschakelaar binnen één minuut na het afzetten van het contact
om de ruitenwissers naar het midden van
de voorruit te verplaatsen.
Demonteren
F Til de desbetreffende ruitenwisserarm op.
F M aak het wisserblad los en verwijder het.
Monteren
F Breng het nieuwe wisserblad aan en klik het vast.
F
Z
et de ruitenwisserarm voorzichtig terug.
Na het monteren van een
wisserblad vóór
F Zet het contact aan.
F B edien nogmaals de
ruitenwisserschakelaar om de
ruitenwissers in de ruststand te zetten.
Sneeuwscherm*
Plaatsen
F Breng het afneembare sneeuwscherm aan op het onderste gedeelte van de
vo o r b u m p e r.
F
Z
et het scherm vast door de
bevestigingsclips op de omtrek één voor
één aan te drukken.
Verwijderen
F Wip met een schroevendraaier de vier bevestigingsclips één voor één los.
Vergeet niet het sneeuwscherm te
verwijderen:
-
a
ls de buitentemperatuur hoger is
dan 10°C,
-
a
ls de auto moet worden gesleept,
-
b
ij snelheden hoger dan 120 km/h.
Het afneembare sneeuwscherm wordt op het
onderste gedeelte van de voorbumper geplaatst
om een opeenhoping van sneeuw bij de
koelventilator van de radiateur te voorkomen.
* Volgens land van verkoop.
Page 267 of 436

265
DS4_nl_Chap09_info-pratiques_ed03-2015
Allesdragers monteren
Uit veiligheidsoverwegingen en om te
voorkomen dat het dak beschadigd raakt, moet
u voor uw auto goedgekeurde allesdragers
gebruiken.Bevestig bij de montage van de allesdragers
deze uitsluitend op de vier verankeringspunten
op het dakframe. Deze punten zijn niet
zichtbaar als de portieren zijn gesloten.
Ver wijder de beschermplaatjes door deze met
een schroevendraaier los te wippen. Voorkom
dat hierbij de lak beschadigd raakt.
De bevestigingen van de allesdragers zijn
voorzien van een tapeind dat in de opening van
het verankeringspunt moet worden gestoken.
Houd u aan de montagevoorschriften en
de gebruiksvoor waarden die zijn vermeld
in de handleiding die met de allesdragers is
meegeleverd.
Bewaar de beschermplaatjes om deze
na gebruik van de allesdragers weer te
bevestigen. Maximale daklast op de allesdragers,
bij een maximale laadhoogte van 40
cm
(m.u.v. fietsendrager):
-
m
et allesdragers met voeten van
90
mm: 50
kg,
-
m
et allesdragers met voeten van
15 0
mm: 80
kg.
Raadpleeg voor meer informatie
het CITROËN-netwerk of een
gekwalificeerde werkplaats.
Pas bij een belading hoger
dan 40
cm de rijsnelheid aan
de rijomstandigheden aan om
schade aan de allesdragers en de
bevestigingsplaatsen op het dak te
voorkomen.
Raadpleeg de wetgeving van uw land
met betrekking tot het vervoeren van
voor werpen die langer zijn dan de auto. Op bepaalde uitvoeringen zijn
standaard dakrails gemonteerd.
Deze zijn uitsluitend om esthetische
redenen aangebracht. Er mogen geen
dwarsdragers worden gemonteerd op
deze dakrails.
Praktische informatie
Page 268 of 436

DS4_nl_Chap09_info-pratiques_ed03-2015
Slepen van de autoU kunt de auto laten slepen door een andere auto of een andere auto slepen met behulp van het ver wijderbare sleepoog.
Het sleepoog bevindt zich onder de vloerplaat
van de bagageruimte:
F
o
pen de achterklep,
F
t
il de vloerplaat op,
F
b
evestig het koord van de vloerplaat met
de haak aan de steun van de hoedenplank,
F
n
eem het sleepoog uit de houder.
Toegang tot het gereedschap Algemene aanwijzingen
Volg de huidige wetgeving in uw land op.
Controleer of het gewicht van de
trekkende auto hoger is dan van de
auto die wordt gesleept.
Er moet iemand achter het stuur van de
gesleepte auto blijven zitten. Deze persoon
moet beschikken over een geldig rijbewijs.
Gebruik bij het slepen met 4
wielen op de
grond altijd een goedgekeurde sleepstang;
touwen en riemen zijn verboden.
De bestuurder van de slepende auto
moet voorzichtig wegrijden.
Bij het slepen van de auto met
stilstaande motor zijn de rem- en
stuurbekrachtiging uitgeschakeld. Laat uw auto in de volgende gevallen slepen
door een professioneel bergingsbedrijf :
-
a
ls de auto is gestrand op de
autosnelweg,
-
b
ij auto's met vier wielaandrijving,
-
a
ls het niet mogelijk is de versnellingsbak
in de neutraalstand te zetten, het
stuurslot te ontgrendelen of de handrem
los te zetten,
- b ij takelen met slechts twee wielen op de
grond,
-
bij
het ontbreken van een goedgekeurde
sleepstang...
Page 269 of 436

267
DS4_nl_Chap09_info-pratiques_ed03-2015
F Maak het klepje in de voorbumper los door het aan de linkerzijde in te drukken.
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
F
Be
vestig de sleepstang.
Slepen van uw auto Slepen van een andere auto
F Zet de versnellingshendel in de
neutraalstand (stand N bij de
automatische transmissie).
H
et niet opvolgen van dit
voorschrift kan er toe leiden
dat bepaalde componenten
(remsysteem, transmissie...)
beschadigd raken en dat de
rembekrachtiger na het starten
mogelijk niet meer werkt.
F
O
ntgrendel de stuurinrichting en zet de
handrem vrij.
F
S
chakel de alarmknipperlichten van beide
auto's in.
F
R
ijd voorzichtig weg en houd zowel
de snelheid als het af te leggen traject
beperkt. F
M
aak het klepje in de achterbumper los
door het aan de bovenzijde in te drukken.
F
D
raai het sleepoog vast tot de aanslag.
F
Be
vestig de sleepstang.
F
S
chakel de alarmknipperlichten van de
twee auto's in.
F
R
ijd voorzichtig weg en houd zowel
de snelheid als het af te leggen traject
beperkt.
Praktische informatie
Page 270 of 436
DS4_nl_Chap09_info-pratiques_ed03-2015
Trekken van een aanhanger
Wij raden u aan gebruik te maken van
een speciaal door CITROËN geteste
en goedgekeurde trekhaak inclusief
bedrading en deze door het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats te laten monteren.
Als de trekhaak wordt gemonteerd door
een bedrijf dat niet tot het CITROËN-
netwerk behoort, moet de montage
altijd volgens de voorschriften van de
fabrikant worden uitgevoerd.
Uw auto is hoofdzakelijk bedoeld voor het
vervoer van personen en bagage, maar is
tevens geschikt voor het trekken van een
aanhanger. Het rijden met een aanhanger heeft
veel invloed op het rijgedrag van de
auto en vergt daarom extra aandacht
van de bestuurder.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer rijtips voor het trekken van
een aanhanger.
Raadpleeg de desbetreffende rubriek
voor meer informatie over de gewichten
(en aanhangergewichten indien van
toepassing voor uw auto).
Page 271 of 436

269
DS4_nl_Chap09_info-pratiques_ed03-2015
Trekhaak met verwijderbare kogel
Zie de rubriek "Technische gegevens"
voor de maximale kogeldruk en de
maximale aanhangergewichten.
Zie de rubriek "Trekken van
een aanhanger" voor de
veiligheidsadviezen bij het trekken van
een aanhanger.
Houd u aan de ter plaatse geldende
regelgeving.
Presentatie
De kogel van deze af fabriek gemonteerde
trekhaak kan gemakkelijk en snel worden
gemonteerd en verwijderd. Hiervoor is geen
gereedschap nodig. De achter de bumper
gemonteerde trekhaak is volledig aan het
oog onttrokken als de kogel is ver wijderd
en de steun van de trekhaakaansluiting is
weggeklapt.
1.
Bevestigingssteun.
2.
A
fdekkap.
3.
Veiligheidsoog.
4.
W
egklapbare trekhaakaansluiting.
5.
V
erwijderbare kogel.
6.
H
endel voor vergrendeling/ontgrendeling.
7.
V
eiligheidsslot met sleutel.
8.
B
eschermdop voor de hendel.
9.
B
eschermkap voor de kogel.
10.
Opbergtas.A. Vergrendelde stand
De hendel maakt geen contact met de kogel
(vrije ruimte van ongeveer 5 mm).
De groene markering is zichtbaar.
Het slot van de hendel is naar achteren gericht.
B. Ontgrendelde stand
De hendel maakt contact met de kogel.
De groene markering is niet zichtbaar.
Het slot van de hendel is naar voren gericht.
Praktische informatie
Page 272 of 436

DS4_nl_Chap09_info-pratiques_ed03-2015
Vóór het gebruik
Verzeker u ervan dat de kogel correct gemonteerd is. Doe dit door het volgende te
controleren:
-
d
e kogel is correct vergrendeld (stand A ),
-
he
t veiligheidsslot is afgesloten en de sleutel is verwijderd; de hendel kan niet meer
worden bediend,
-
d
e kogel mag absoluut niet in de steun kunnen bewegen: duw en trek eraan om dit te
controleren.
Tijdens het gebruik
Ontgrendel nooit het systeem terwijl een aanhanger is aangekoppeld of een bagageplateau
op de kogel is gemonteerd.
Overschrijd nooit het maximaal toelaatbare treingewicht van de auto.
Controleer voordat u gaat rijden de afstelling van de koplampen.
Raadpleeg voor meer informatie over de afstelling van de koplampen de desbetreffende
rubriek.
Na het gebruik
Als gereden wordt zonder aanhanger of bagageplateau, moet de trekhaakaansluiting
zijn weggeklapt, moet de kogel zijn ver wijderd en moet de afdekkap op de steun zijn
aangebracht. Dit is met name van belang als de kogel het zicht op de kentekenplaat of de
verlichting van de auto belemmert.
Monteren van de kogel
Verwijder de afdekkap van de
bevestigingssteun en controleer of het
bevestigingssysteem in goede staat is. Reinig
indien nodig de steun met een borstel of een
schone doek.
Haal de kogel uit de opbergtas.
Ver wijder de beschermkap van de kogel en de
beschermdop van de hendel.
Berg de afdekkap, de beschermkap en de
beschermdop op in de opbergtas.
Controleer of de kogel correct is ontgrendeld
(stand B ). Zo niet, steek de sleutel dan in het
slot en draai hem linksom om het mechanisme
te ontgrendelen.