Page 81 of 436

79
DS4_nl_Chap02_ouvertures_ed03-2015
1. Schakelaar ruitbediening bestuurderszijde.
2.
S
chakelaar ruitbediening
passagierszijde. -
h
andmatig
F
D
uw of trek de schakelaar tot het zware
punt. De ruit stopt zodra de schakelaar
wordt losgelaten.
- a utomatisch
F D uw of trek de schakelaar voorbij het
zware punt. Als u de schakelaar hebt
losgelaten, opent of sluit de ruit volledig.
F
B
edien de schakelaar opnieuw om het
openen of sluiten te stoppen. Nadat u het contact hebt afgezet, kunnen
de ruiten nog ongeveer 45
seconden
worden bediend, tenzij binnen deze
45
seconden een portier wordt geopend
en de auto wordt vergrendeld.
Probeer de ruit aan passagierszijde, wanneer
deze niet met het bedieningspaneel van het
bestuurdersportier kan worden bediend, te
bedienen met het bedieningspaneel van het
portier aan passagierszijde, en omgekeerd.
Elektrisch bedienbare ruitenDe ruiten zijn voorzien van een beveiliging tegen beknellen.
Eentraps
ruitbediening
U hebt twee mogelijkheden:
Om defect raken van de motoren van
de ruitbediening te voorkomen, treedt
wanneer een ruit tien keer in korte tijd
volledig wordt geopend en gesloten
een beveiliging in werking die alleen
het sluiten van de ruit toestaat.
Als de ruit in dat geval wordt gesloten,
zal de ruitbediening na ongeveer
40
minuten weer beschikbaar zijn.
Toegang tot de auto
Page 82 of 436

DS4_nl_Chap02_ouvertures_ed03-2015
Beveiliging tegen beknellen
Als de ruit sluit en tegen een obstakel stuit,
stopt de ruit en gaat deze gedeeltelijk weer
open.
Resetten
Als een ruit niet automatisch kan worden
gesloten, moet de ruitbediening worden
gereset:
F
t
rek de schakelaar omhoog tot de ruit stopt
met bewegen,
F
l
aat de schakelaar los en trek hem opnieuw
omhoog totdat de ruit volledig is gesloten,
F
h
oud de schakelaar na het sluiten nog
ongeveer 1
seconde vast,
F
d
ruk op de schakelaar om de ruit
automatisch te openen,
F
d
ruk als de ruit volledig is geopend
nogmaals op de schakelaar en houd deze
nog ongeveer 1
seconde vast.
Tijdens deze handelingen is de beveiliging
tegen beknellen uitgeschakeld.
Als de ruit (bijvoorbeeld bij vorst) niet
wil sluiten, voer dan als de ruit weer
opent het volgende uit:
F
d
ruk op de schakelaar tot de ruit
volledig is geopend,
F
t
rek vervolgens direct de
schakelaar omhoog tot de ruit
volledig is gesloten,
F
h
oud de schakelaar na het sluiten
nog ongeveer 1
seconde vast.
Tijdens deze handelingen is
de beveiliging tegen beknellen
uitgeschakeld. Als er tijdens het bedienen van de
ruit iets tussen de ruit en de sponning
bekneld raakt, moet u de ruit meteen
weer openen. Druk daarvoor op de
desbetreffende schakelaar.
Als u als bestuurder de ruit aan
passagierszijde bedient, zorg er dan
voor dat niets het correcte sluiten van
de ruit verhindert.
Zorg ervoor dat de passagiers op de
juiste manier gebruik maken van de
elektrische ruitbediening.
Houd met name kinderen goed in de
gaten om te voorkomen dat ze zich
tijdens het bedienen van de ruit kunnen
bezeren.
Let op inzittenden en/of personen in de
buurt van de auto tijdens het sluiten van
de ruiten met de elektronische sleutel of
het "Keyless entry and start"-systeem.
Neem bij het verlaten van de auto, zelfs
voor een korte duur, altijd de sleutel uit
het contact.
Page 83 of 436

81
DS4_nl_Chap02_ouvertures_ed03-2015
Portieren
Openen
Van buitenaf
F Ontgrendel de auto of houd de elektronische sleutel van het Keyless entry
and start-systeem in het detectiegebied en
trek aan de portiergreep.
Van binnenuit
F Trek aan de binnenportiergreep van een portier; de auto wordt dan volledig
ontgrendeld.
Sluiten
Als een portier niet goed is gesloten:
-
b
ij draaiende motor of tijdens
het rijden (snelheid lager
dan 10
km/h) gaat dit lampje
branden in combinatie met een
waarschuwingsmelding die
enkele seconden verschijnt,
-
t
ijdens het rijden (snelheid hoger
dan 10
km/h) klinkt bovendien een
geluidssignaal gedurende enkele
seconden.
Als het selectief ontgrendelen is
geactiveerd en één keer op de
ontgrendelknop van de afstandsbediening
wordt gedrukt, kan alleen het
bestuurdersportier worden geopend. Als het selectief ontgrendelen is
geactiveerd:
-
w
ordt bij het openen van het
bestuurdersportier alleen het
bestuurdersportier ontgrendeld
(als de auto nog niet volledig
ontgrendeld was).
-
w
ordt bij het openen van een
van de andere portieren de auto
volledig ontgrendeld.
Toegang tot de auto
Page 84 of 436

DS4_nl_Chap02_ouvertures_ed03-2015
Achterklep
Afhankelijk van de configuratie worden alle
portieren of alleen de achterklep ontgrendeld.Selectieve ontgrendeling
Standaard is de volledige ontgrendeling
geactiveerd.
Deze instelling kan worden uitgevoerd via het
menu's "Rijden" en vervolgens "Configuratie
auto" en "Toegang auto" .
Als de ontgrendeling van alleen de achterklep
is geactiveerd:
F
D
ruk, ter wijl de elektronische sleutel zich in
de detectiezone A bevindt, op de knop voor
het openen van de achterklep om alleen
de achterklep te ontgrendelen en open
vervolgens de achterklep.
Druk op deze toets om aanvullende
informatie weer te geven. F
T
rek de achterklep omlaag met behulp van
een van de handgrepen aan de binnenzijde.
Sluiten
Openen
Volledige ontgrendeling
F Druk na het ontgrendelen van alle portieren
of de achterklep of ter wijl de elektronische
sleutel van het keyless entry and start-
systeem zich in het detectiegebied A
bevindt op de schakelaar voor het openen
van de achterklep en open vervolgens de
achterklep. Als de achterklep niet goed is gesloten:
-
g
aat bij draaiende motor of
tijdens het rijden (snelheid
lager dan 10 km/h), dit
verklikkerlampje branden en
wordt gedurende enkele seonden
een waarschuwingsmelding
weergegeven.
-
k
linkt tijdens het rijden, als de snelheid
hoger is dan 10 km/h, ook nog een
geluidssignaal gedurende enkele
seconden.
Het ontgrendelen wordt gesignaleerd door het
gedurende enkele seconden snel knipperen
van de richtingaanwijzers.
Page 85 of 436
83
DS4_nl_Chap02_ouvertures_ed03-2015
Hiermee kan bij een lege accu of een eventuele
storing in het systeem van de centrale
vergrendeling de achterklep mechanisch
ontgrendeld worden.
Noodbediening
Ontgrendelen
F Klap de achterbank naar voren om bij het slot in de bagageruimte te komen.
F
S
teek een kleine schroevendraaier in de
opening A van het slot om de achterklep te
ontgrendelen.
F
V
erplaats de nok naar links.
Vergrendeling na het sluiten
Wanneer de achterklep weer wordt gesloten,
wordt deze weer vergrendeld als het probleem
niet is verholpen.
Toegang tot de auto
Page 86 of 436
DS4_nl_Chap03_confort_ed03-2015
Comfort
003
Page 87 of 436
DS4_nl_Chap03_confort_ed03-2015
Page 88 of 436
DS4_nl_Chap03_confort_ed03-2015
Vo or stoelen
Handmatig verstellen
In lengterichting
F Til de beugel op en schuif de stoel in de gewenste stand.
F
L
aat de beugel los; de stoel wordt in de
desbetreffende stand vergrendeld.
Hoogte van de stoel
F Trek de hendel omhoog of duw deze omlaag tot de gewenste stand bereikt is.
Hoek van de rugleuning
F Verdraai de knop om de rugleuning te verstellen.
Verstel omwille van de veiligheid de stoelen alleen als de auto helemaal stilstaat.
Zorg er bij het verstellen van de stoel naar achteren voor dat het schuiven van de stoel niet wordt verhinderd door personen of hinderlijke
voor werpen op de vloer achter de stoel om te voorkomen dat de stoel wordt geblokkeerd. Onderbreek het schuiven van de stoel meteen als dit
het geval is.