Page 73 of 436
71
DS4_nl_Chap02_ouvertures_ed03-2015
Storing in en resetten van
de afstandsbediening
Raadpleeg zo snel mogelijk het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats als
de storing niet is verholpen.
Na het losnemen en weer aansluiten van de
accukabels, het vervangen van de batterij
van de afstandsbediening of een storing in de
afstandsbediening kan de auto niet meer met
de afstandsbediening ontgrendeld, vergrendeld
en gelokaliseerd worden.
F
S
teek de noodsleutel (geïntegreerd in de
afstandsbediening) in het slot om de auto
te ontgrendelen. F
O
pen het deksel van de armleuning vóór.
● Til de bekleding op aan de lip en ver wijder
de
bekleding.
● Plaats de elektronische sleutel in de lezer.
F
Z
et het contact aan door op de knop
" START/STOP " te drukken.
De elektronische sleutel werkt nu weer.
Vergeet niet, nadat u de geresette
elektronische sleutel uit de lezer hebt
genomen, de bekleding terug te leggen op de
bodem van de armleuning.
Toegang tot de auto
Page 74 of 436

DS4_nl_Chap02_ouvertures_ed03-2015
Gooi de lege batterijen van de afstandsbediening niet weg: ze bevatten metalen die schadelijk zijn voor het milieu.
Lever lege batterijen in bij een speciaal verzamelpunt.
Sleutels, afstandsbediening, elektronische sleutel verloren
Ga met het kentekenbewijs van de auto, uw legitimatiebewijs en indien mogelijk de sticker met de sleutelcode naar het CITROËN-netwerk.
Het CITROËN-netwerk kan de speciale code van de sleutel en de transponder opzoeken en een nieuwe sleutel bestellen.
Afstandsbediening
De radiografische afstandsbediening is een systeem met een groot bereik. Het is raadzaam om niet met de knop van de afstandsbediening
te spelen om te voorkomen dat de portieren per ongeluk ontgrendeld worden.
Druk nooit op de knoppen van uw afstandsbediening buiten het bereik en het zicht van uw auto. De afstandsbediening kan dan onbruikbaar
worden en moet in dat geval opnieuw worden gesynchroniseerd.
De afstandsbediening kan niet functioneren als de sleutel in het contactslot zit, zelfs als het contact uitstaat.
Vergrendelen van de auto
Het rijden met vergrendelde portieren kan in geval van nood de toegang tot het interieur belemmeren.
Neem uit veiligheidsover wegingen (kinderen in de auto) de sleutel met afstandsbediening of de elektronische sleutel mee als u de auto
verlaat, zelfs al is dit voor korte duur.
Elektrische storingen
De elektronische sleutel van het Keyless entry and start-systeem werkt in sommige gevallen niet correct in de nabijheid van elektronische
apparatuur: telefoon, laptop, sterke magnetische velden, ...
Diefstalbeveiliging
Breng geen wijzigingen aan in de elektronische startblokkering; dit kan tot storingen leiden.
Vergeet niet aan het stuur wiel te draaien om het stuurslot te activeren.
Bij het aanschaffen van een gebruikte auto
Laat uw sleutels door het CITROËN-netwerk in het elektronische geheugen van de auto opslaan, zodat u er zeker van kunt zijn dat de in uw
bezit zijnde sleutels de enige zijn waarmee de auto kan worden gestart.
Page 75 of 436
73
DS4_nl_Chap02_ouvertures_ed03-2015
Vergrendelen
F Druk op deze knop om de auto te vergrendelen.
Het rode lampje van de knop gaat branden.
Knop centrale vergrendeling
Deze knop biedt de mogelijkheid om gelijktijdig de portieren en de achterklep van binnenuit te
vergrendelen of te ontgrendelen.
Als een van de portieren is geopend,
werkt de centrale vergrendeling van
binnenuit niet.
Ontgrendelen
F Druk nogmaals op deze knop om de auto te ontgrendelen.
Het rode lampje van de knop gaat uit.
Als de auto van buitenaf is vergrendeld,
werkt deze knop niet.
F
G
ebruik in dat geval de
afstandsbediening of de sleutel om
de auto te ontgrendelen of trek aan
de portiergreep aan de binnenzijde
om het portier te openen.
Toegang tot de auto
Page 76 of 436

DS4_nl_Chap02_ouvertures_ed03-2015
Deze functie zorgt ervoor dat de portieren en de achterklep automatisch en gelijktijdig worden vergrendeld vanaf een wagensnelheid van 10 km/h.
Automatisch vergrendelen van de portieren
WerkingInschakelen/Uitschakelen
U kunt de functie desgewenst permanent
inschakelen of uitschakelen.
F
D
ruk als het contact is aangezet op deze
knop tot er een geluidssignaal klinkt en er
een melding ter bevestiging verschijnt.
De automatische centrale vergrendeling werkt
niet als een van de portieren of de achterklep
is geopend.
Ver voer van lange of grote
voor werpen
Wanneer u wilt rijden met geopende
achterklep, dient u op de schakelaar
van de centrale vergrendeling
te drukken om de portieren te
vergrendelen. Wanneer u dit niet
doet, hoort u elke keer dat u de
10
km/h overschrijdt de vergrendeling
"terugspringen", met de bijbehorende
bovenstaande waarschuwingen.
Wanneer u nogmaals op de schakelaar van
de centrale vergrendeling drukt, wordt de auto
weer ontgrendeld.
Bij snelheden boven 10
km/h is dit
ontgrendelen slechts tijdelijk. De status van de functie blijft nadat het contact
is afgezet opgeslagen in het geheugen.
U zult de vergrendeling horen
"terugspringen", en op het
instrumentenpaneel gaat dit lampje branden,
in combinatie met een geluidssignaal en een
waarschuwingsmelding.
Page 77 of 436

75
DS4_nl_Chap02_ouvertures_ed03-2015
Alarm*Dit systeem beveiligt uw auto tegen inbraak en diefstal. Het systeem bestaat uit de volgende typen beveiliging:
- uitwendige beveiliging
Dit systeem houdt de te openen
carrosseriedelen van de auto in de gaten.
Het alarm gaat af als iemand een portier, de
achterklep of de motorkap probeert te openen.
- interieurbeveiliging
Dit systeem treedt in werking als er
bewegingen in het interieur worden
waargenomen.
Het alarm gaat af als er een ruit wordt
ingeslagen, als iets of iemand de auto
binnendringt of als iets of iemand in de auto
beweegt.
- wegsleepbeveiliging
Dit systeem treedt in werking als er
veranderingen in de wagenhoogte worden
waargenomen.
Het alarm gaat af als de auto wordt opgetild,
verplaatst of aangestoten.
Automatische beveiligingsfunctie
Dit systeem treedt in werking als iemand
probeert het alarm te saboteren.
Het alarm gaat af als iemand probeert de accu,
de bedieningseenheid of de kabels van de
sirene uit te schakelen of te beschadigen. Raadpleeg het CITROËN-netwerk of
een gekwalificeerde werkplaats alvorens
u wijzigingen aan het alarmsysteem
aanbrengt.
* Volgens land van verkoop.
Toegang tot de auto
Page 78 of 436

DS4_nl_Chap02_ouvertures_ed03-2015
Vergrendelen van de auto met
volledig ingeschakeld alarm
Inschakelen
F Zet het contact af en verlaat de auto.
F V ergrendel de auto met de
afstandsbediening.
of
F
V
ergrendel de auto met het Keyless entry
and start-systeem. Het alarmsysteem is geactiveerd: het
verklikkerlampje van de knop knippert één keer
per seconde en de richtingaanwijzers gaan
gedurende ongeveer 2
seconden branden.
De uitwendige beveiliging wordt 5
seconden
nadat de auto is vergrendeld, geactiveerd.
De interieur- en wegsleepbeveiliging worden
45 seconden nadat de auto is vergrendeld,
geactiveerd.
Uitschakelen
F Druk op de ontgrendelknop van de afstandsbediening.
of
F
O
ntgrendel de auto met het Keyless entry
and start-systeem.
Het alarmsysteem wordt uitgeschakeld; het
verklikkerlampje van de knop gaat uit en
de richtingaanwijzers knipperen gedurende
ongeveer 2
seconden.
Als de auto automatisch opnieuw
wordt vergrendeld (als binnen
30
seconden een van de portieren of
de achterklep niet is geopend), wordt
het alarmsysteem niet automatisch
ingeschakeld. Ontgrendel in dat geval
de auto en vergrendel hem vervolgens
met de afstandsbediening of het
Keyless entry and start-systeem:
het alarmsysteem is dan weer
ingeschakeld.
Indien een portier of de achterklep niet goed
is gesloten, wordt de auto niet vergrendeld,
maar worden de uitwendige beveiliging, de
interieurbeveiliging en de wegsleepbeveiliging
na 45
seconden wel ingeschakeld.
Page 79 of 436

77
DS4_nl_Chap02_ouvertures_ed03-2015
Schakel de interieur- en wegsleepbeveiliging uit
om te voorkomen dat het alarm onnodig wordt
ingeschakeld als bijvoorbeeld:
-
e
en huisdier in de auto wordt
achtergelaten,
-
e
en ruit op een kier blijft staan,
-
d
e auto wordt gewassen,
-
e
en wiel wordt ver wisseld,
-
d
e auto wordt gesleept,
-
d
e auto op een boot wordt vervoerd.
Vergrendelen van de auto
met alleen de uitwendige
beveiliging ingeschakeld
Uitschakelen van de interieur- en
wegsleepbeveiliging
F Zet het contact af en druk binnen 10 seconden op de knop tot het
verklikkerlampje blijft branden.
F
V
erlaat de auto.
F
V
ergrendel de auto onmiddellijk met de
afstandsbediening of het Keyless entry and
start-systeem.
Alleen de uitwendige beveiliging wordt
ingeschakeld; het verklikkerlampje van de knop
zal één keer per seconde knipperen.
De interieur- en wegsleepbeveiliging worden
uitsluitend uitgeschakeld als deze procedure elke keer
na het afzetten van het contact wordt uitgevoerd.
Opnieuw inschakelen van de
interieur- en wegsleepbeveiliging
F Schakel de uitwendige beveiliging uit door de auto met de afstandsbediening
of het Keyless entry and start-systeem te
ontgrendelen.
H
et verklikkerlampje van de knop gaat uit.
F
S
chakel alle beveiligingen weer in door
de auto met de afstandsbediening of
het Keyless entry and start-systeem te
vergrendelen.
H
et verklikkerlampje van de knop gaat
opnieuw één keer per seconde knipperen.
Toegang tot de auto
Page 80 of 436

DS4_nl_Chap02_ouvertures_ed03-2015
Afgaan van het alarm
Als het alarm afgaat, treedt de sirene in
werking en knipperen de richtingaanwijzers
gedurende dertig seconden.
Als het alarm voor de 11
e keer afgaat, worden
de alarmsystemen uitgeschakeld.
Als het verklikkerlampje van de knop snel
knippert bij het ontgrendelen van de auto met
de afstandsbediening of het Keyless entry
and start-systeem, is het alarm tijdens uw
afwezigheid afgegaan. Het lampje stopt met
knipperen als het contact wordt aangezet.
Storing afstandsbediening
Om de alarmsystemen uit te schakelen:
Vergrendelen van de auto
zonder het alarm in te
schakelen
F Vergrendel de auto of schakel de supervergrendeling in met de sleutel
(geïntegreerd in de afstandsbediening) in
het slot van het bestuurdersportier.
F
o
ntgrendel de auto met de sleutel
(geïntegreerd in de afstandsbediening) in
het slot van het bestuurdersportier,
F
o
pen het portier; het alarm gaat af,
F
z
et het contact aan: het alarm stopt en het
verklikkerlampje van de knop gaat uit.
Storing
Als bij het aanzetten van het contact het
verklikkerlampje van de knop blijft branden,
duidt dit op een storing in het systeem.
Laat dit controleren door het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.