Page 89 of 436

87
DS4_nl_Chap03_confort_ed03-2015
Elektrisch verstelbare
bestuurdersstoel
Verstelling in lengterichting
F Duw de schakelaar naar voren of naar achteren om de gewenste stand te
verkrijgen.
Hoogte- en hoekverstelling van
de zitting
F Duw de achterzijde van de schakelaar omhoog of omlaag om de gewenste hoogte te verkrijgen.
F Duw de voorzijde van de schakelaar omhoog of omlaag om de gewenste hoek
te verkrijgen.
Rugleuningverstelling
F Duw de schakelaar naar voren of naar
achteren om de gewenste hoek te
verkrijgen.
De elektrische instellingen kunnen tot 1
minuut na het afzetten van het contact worden
uitgevoerd.
Zet het contact aan om de elektrische verstelling weer te activeren.
Zorg er bij het verstellen van de stoel naar achteren voor dat het schuiven van de stoel niet wordt verhinderd door personen of hinderlijke voor werpen
op de vloer achter de stoel om te voorkomen dat de stoel wordt geblokkeerd. Onderbreek het schuiven van de stoel meteen als dit het geval is.
Comfort
Page 90 of 436

DS4_nl_Chap03_confort_ed03-2015
Bediening stoelverwarming
Bij draaiende motor is de stoelver warming voor
beide voorstoelen afzonderlijk regelbaar.
F
M
et de draaiknop naast de voorstoel kan
de stoelverwarming ingeschakeld worden
en kan een verwarmingsstand worden
geselecteerd:
0 : Uit.
1 : Laag.
2 : Gemiddeld.
3 : Hoog.
Aanvullende instellingen
Hoogte- en hoek van de
hoofdsteun
F Trek de hoofdsteun omhoog om hem hoger
te zetten.
F
D
ruk gelijktijdig op de pal A en op de
hoofdsteun om deze lager te zetten.
F
B
eweeg om de hoek van de hoofdsteun te
verstellen de onderzijde van de hoofdsteun
naar voren of naar achteren. Voor de veiligheid is het frame van de
hoofdsteun gekarteld om te voorkomen
dat de hoofdsteun zakt in het geval van
een aanrijding.
De juiste stand van de hoofdsteun is
als de bovenzijde van de hoofdsteun
zich ter hoogte van de bovenzijde
van het hoofd bevindt.
Verwijderen van de hoofdsteun
F Druk op de pal A en trek de hoofdsteun
omhoog om hem te verwijderen.
F
S
teek om de hoofdsteun terug te zetten
de pennen van de hoofdsteun recht in
de openingen van de rugleuning en druk
gelijktijdig de pal A in tot de hoofdsteun op
zijn plaats blijft.
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn
verwijderd. De hoofdsteunen moeten
zijn geplaatst en correct zijn afgesteld.
Page 91 of 436
89
DS4_nl_Chap03_confort_ed03-2015
Lendensteun handmatig
verstellen
F Draai aan de knop om de lendensteun in de gewenste stand te zetten.
Elektrisch verstelbare
lendensteun
F Druk de schakelaar naar voren of naar achteren in om de lendensteun naar wens
in te stellen. Deze functie zorgt voor een massage ter
hoogte van de lendenen en werkt alleen bij
draaiende motor.
F
D
ruk op de schakelaar om de functie in te
schakelen.
Het controlelampje in de schakelaar gaat
branden en de massagefunctie wordt 60 minuten
ingeschakeld. Gedurende deze tijd wordt de
massage in 6
cycli van 10 minuten uitgevoerd
(6
minuten massage, gevolgd door 4 minuten rust).
Na 1
uur wordt de massage automatisch
uitgeschakeld. Het controlelampje in de
schakelaar gaat uit.
Uitschakelen
U kunt de massagefunctie op elk gewenst
moment uitschakelen door de schakelaar in te
drukken. De beweging wordt afgemaakt tot de
lendensteun weer in de ruststand staat.
Massagefunctie
Comfort
Page 92 of 436

DS4_nl_Chap03_confort_ed03-2015
Opslaan van zitposities in
het geheugen
Dit systeem slaat de elektrische instellingen
van de bestuurdersstoel en de buitenspiegels
op. U kunt twee standen opslaan en later
oproepen met de toetsen aan de zijkant van de
bestuurdersstoel.
Opslaan van een zitpositie
Met de toetsen M / 1 / 2
F Zet het contact aan.
F Z et uw stoel en de buitenspiegels in de
gewenste stand.
F
D
ruk op de toets M en vervolgens binnen
4
seconden op de toets 1 of 2.
E
en geluidssignaal geeft aan dat de
zitpositie is opgeslagen.
Oproepen van een opgeslagen zitpositie
Contact aan of draaiende motor
F Druk op de toets 1 of 2 om de
desbetreffende zitpositie op te roepen.
E
en geluidssignaal geeft aan dat de
opgeslagen zitpositie is ingenomen.
Het opslaan van een andere stand
annuleert de vorige, in het geheugen
opgeslagen stand. U kunt de beweging onderbreken door
op de toets M
, 1
of 2 te drukken of
door een van de schakelaars van de
stoelverstelling te bedienen.
U kunt een zitpositie niet oproepen
tijdens het rijden.
Het opvragen van een opgeslagen
zitpositie is tot 45
seconden na het
afzetten van het contact mogelijk.
Page 93 of 436

91
DS4_nl_Chap03_confort_ed03-2015
AchterbankU kunt de rugleuning van de achterbank in delen (1/3 - 2/3) neerklappen om de bagageruimte te vergroten. De zitting bestaat uit één deel en kan niet opgeklapt worden.
F Schuif de desbetreffende voorstoel indien nodig naar voren.
F
L
eg de veiligheidsgordel tussen de
buitenste en de middelste hoofdsteun om
te voorkomen dat deze klem komt te zitten
als u de rugleuning weer opklapt.
F
Z
et de hoofdsteunen in de laagste stand.
Neerklappen van de rugleuning van de achterbank
F Trek de hendel 1 naar voren om de
rugleuning 2 te ontgrendelen.
F
K
lap de rugleuning 2 op de zitting. F
Z
et de rugleuning 2 rechtop en vergrendel
deze.
F
C
ontroleer of de rode markering bij de
hendel 1 niet meer zichtbaar is.
F
L
eg de veiligheidsgordel terug aan de
zijkant van de rugleuning.
Terugplaatsen van de rugleuning van de achterbank
Let erop dat bij het terugplaatsen van
de rugleuning van de achterbank de
veiligheidsgordels niet klem komen te zitten.
Comfort
Page 94 of 436
DS4_nl_Chap03_confort_ed03-2015
De hoofdsteunen hebben een gebruiksstand
(hoog) en een ingeklapte stand (laag).
De hoofdsteunen kunnen ook worden
verwijderd.
Verwijderen van een hoofdsteun:
F
o
ntgrendel de rugleuning met de hendel 1 ,
F
k
antel de rugleuning 2 enigszins naar
voren,
F
t
rek de hoofdsteun omhoog tot aan de
aanslag,
F
d
ruk vervolgens de pal A in.
Hoofdsteunen achter
Ga nooit rijden als de hoofdsteunen zijn
verwijderd; de hoofdsteunen moeten
zijn geplaatst en correct zijn afgesteld.
Stuurwielverstelling
F Zorg dat de auto stilstaat en trek aan de hendel om het stuurwiel te ontgrendelen.
F
V
erstel het stuur wiel in hoogte en diepte
voor een optimale zithouding.
F
D
ruk de hendel goed vast om het stuur wiel
te vergrendelen.
Voer deze handelingen om
veiligheidsredenen uitsluitend uit bij
stilstaande auto.
Page 95 of 436

93
DS4_nl_Chap03_confort_ed03-2015
Spiegels
De verstelbare buitenspiegels zorgen voor
het benodigde zicht naar achteren bij een
inhaalmanoeuvre of het parkeren van de
auto. De buitenspiegels kunnen ook worden
ingeklapt voor het parkeren in een smalle straat.
Ontwaseming - ontdooiingVerstellen
F Zet de knop A naar links of rechts om de
desbetreffende spiegel te selecteren.
F
D
uw de knop B in de 4 richtingen om de
spiegel af te stellen.
F
Z
et de knop A weer in het midden.
Buitenspiegels
Uit veiligheidsover wegingen moet u de
spiegels zo afstellen dat de dode hoek
minimaal is.
Inklappen
F Van buitenaf: vergrendel de auto met de afstandsbediening of de sleutel.
F
V
anuit het interieur: trek bij aangezet
contact de schakelaar A vanuit de
middelste stand naar achteren.
Als de buitenspiegels zijn ingeklapt met behulp
van de schakelaar A, worden ze niet automatisch
uitgeklapt als de auto wordt ontgrendeld. Trek
nogmaals de schakelaar A naar achteren om de
buitenspiegels uit te klappen.Als uw auto voorzien is van
spiegelver warming, kunt u deze
inschakelen door op de toets van de
achterruitverwarming te drukken.
Zie de paragraaf "Ontwaseming - Ontdooiing
achterruit".
De achterruitverwarming werkt uitsluitend bij
draaiende motor.
De waargenomen objecten in de
buitenspiegels lijken verder af dan ze in
werkelijkheid zijn.
Hiermee moet rekening worden gehouden om
de afstand ten opzichte van achteropkomend
verkeer goed in te schatten.
Comfort
Page 96 of 436

DS4_nl_Chap03_confort_ed03-2015
Uitklappen
F Van buitenaf: ontgrendel de auto met de afstandsbediening of de sleutel.
F
V
anuit het interieur: trek bij aangezet
contact de schakelaar A vanuit de
middelste stand naar achteren.
Het automatisch in- en uitklappen
van de buitenspiegels kan worden
gedeactiveerd door het CITROËN-
netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Indien nodig kunnen de buitenspiegels
handmatig worden ingeklapt.
Automatisch kantelen
buitenspiegels bij het
achteruitrijden
De buitenspiegels kunnen bij het achteruit
inparkeren naar de grond worden gericht.
Programmeren
F Schakel bij draaiende motor de achteruitversnelling in.
F
S
electeer en verstel achtereenvolgens de
linker en rechter buitenspiegel.
De ingestelde standen worden direct
opgeslagen.
Inschakelen
F Schakel bij draaiende motor de achteruitversnelling in.
F
B
eweeg de schakelaar A naar rechts of
links om de desbetreffende buitenspiegel
te selecteren.
De geselecteerde buitenspiegel wordt in de
geprogrammeerde stand gericht.
Uitschakelen
F Haal de versnellingsbak uit de achteruitversnelling en wacht tien seconden.
of
F
Ze
t de schakelaar A in de middelste stand.
De buitenspiegel keert terug naar de
oorspronkelijke stand.
De buitenspiegel keert ook terug naar de
oorspronkelijke stand:
-
z
odra sneller wordt gereden dan 10 km/h,
-
a
ls de motor wordt afgezet.