Page 4 of 436
DS4_nl_Chap00a_sommaire_ed03-2015
Inhoudsopgave
TOEGANG TOT DE AUTO
60 Sleutel met afstandsbediening
66
K
eyless entry and start
75
Alarm
79
E
lektrisch bedienbare ruiten
81
Portieren
82
Achterklep
CONTROLE TIJDENS
HET RIJDEN
18 Instrumentenpanelen
20
Toerenteller
21
Controlelampjes
35
Meters
39
H
andmatige CHECK
42
P
ersoonlijke voorkeuren
43
M
onochroom display C
47
Touchscreen
52
B
oordcomputer
Symbolen
veiligheidswaarschuwing
aanvullende informatie
adviezen met betrekking tot de
bescherming van het milieu.
002
0 016 OVER ZICHT
14 E
C
O
-R
IJDEN
42
0
TREFWOORDENREGISTER
Page 12 of 436

DS4_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed03-2015
Cockpit
Instrumentenpanelen 18-20
Controlelampjes 21-34
Meters/tellers
35-38
Handmatige check
3
9
Regelknoppen
4
0-42
- dagteller
- r egelknop dashboardverlichting / black panel
-
p
ersoonlijke styling klokken en displays
Koplampverstelling 134
Buitenspiegels
93-94
Ruitbediening
7
9-80
Zekeringen dashboard
2
53-256
Motorkap openen
2
84 Monochroom display
4
3- 46
Pictogrammendisplay veiligheidsgordels/ frontairbag passagier
1
72-173, 177
Achteruitrijcamera
226
Handgeschakelde versnellingsbak
1
99
Automatische transmissie
20
0-203
Handrem
19
2-197, 198
Binnenspiegel
95
Plafonnier
142
Ventilatie / ver warming
9
6 -98
Handbediende airconditioning
9
9-100, 105
Automatische airconditioning
10
1-104, 105
Achterruitverwarming
106
Autoradio
3
91- 418
Datum / tijd instellen 4 6
Touchscreen 4 7-51, 321-390
Datum / tijd instellen
5
1
Sfeerverlichting
143
Contactslot / Starten met de sleutel
18 6 -188
Contact / Starten met de START/STOP- knop
18
6, 189 -191
Page 20 of 436

DS4_nl_Chap01_controle-de-marche_ed03-2015
Instrumentenpaneel met kleurinstelling - Type 1
1. Toerenteller (x 1000 t /min of rpm).
2. O pschakelindicator of stand van de
selectiehendel en ingeschakelde
versnelling bij een automatische
transmissie.
3.
A
naloge snelheidsmeter (km/h of mph).
4.
I
nstellingen van snelheidsregelaar of
snelheidsbegrenzer
5.
D
igitale snelheidsmeter (km/h of mph).
6.
Motorolieniveaumeter*.
Meters en displays Toetsen
7. Onderhoudsindicator (
km of mijl) vervolgens,
kilometerteller.
B
eide functies worden bij het aanzetten
van het contact na elkaar weergegeven.
N
iveau lichtsterkte (tijdens het instellen).
8.
D
agteller (km of mijl)
9.
B
randstofmeter en bijbehorend
waarschuwingslampje
minimumbrandstofniveau.
10.
A
ctieradius (km of mijl) met de resterende
hoeveelheid brandstof (a) of additief
AdBlue en met betrekking tot het SCR-
systeem (b) . A. "
COLOR Meters" (kleur van meters):
achtergrondkleur van meters naar eigen
wens instellen.
B.
"
COLOR Displays" (kleur van displays):
achtergrondkleur van displays naar eigen
wens instellen.
C.
L
ichtsterkteregeling (beschikbaar in de
nachtstand).
D.
R
esetten van onderhoudsindicator of
dagteller.
*Volgens uitvoering.
Page 21 of 436
19
DS4_nl_Chap01_controle-de-marche_ed03-2015
1. Toerenteller (x 1.000 t /min of rpm).
2. S chakelindicator of stand van de
selectiehendel en ingeschakelde
versnelling bij een automatische
transmissie.
3.
S
nelheidsmeter (km/h of mph).
4.
C
entraal display.
5.
B
randstofmeter en waarschuwingslampje
minimumbrandstofniveau
Meters en displays
6. Dagteller (km of mijl).
7. O nderhoudsindicator (bij naderen of
overschrijden van voorgeschreven
onderhoud),
k
ilometerteller (km of mijl).
Toetsen
Instrumentenpaneel met kleurinstelling - Type 2
A. "COLOR Meters" (kleur van meters): achtergrondkleur van meters naar eigen
wens instellen.
B.
"
COLOR Displays" (kleur van displays):
achtergrondkleur van displays naar eigen
wens instellen.
C.
L
ichtsterkteregeling (beschikbaar in
nachtstand).
D.
H
andmatige check (controle van functies
en weergave van de waarschuwingen).
R
esetten van onderhoudsindicator of
dagteller.
Controle tijdens het rijden
Page 22 of 436

DS4_nl_Chap01_controle-de-marche_ed03-2015
Centraal display en bediening van instrumentenpaneel type 2
Weergavezones
1. Instellingen van de snelheidsregelaar of snelheidsbegrenzer.
2.
M
otorolieniveaumeter*.
Onderhoudsindicator.
A
ctieradius met de resterende hoeveelheid
additief AdBlue en met betrekking tot het
SCR-systeem (BlueHDi-dieselmotor).
Boordcomputer.
D
e geluidsbron waar naar geluisterd wordt.
H
erhaling van de navigatieaanwijzingen.
E
xtra weergave van de wagensnelheid.
Bediening
Met behulp van een toets op het uiteinde
van de ruitenwisserschakelaar kunt u de
verschillende beschikbare functies weergeven
(boordcomputer, de geluidsbron waar naar
geluisterd wordt, navigatieaanwijzingen, enz.). Dichtbij het maximumtoerental: schakel door
naar een hogere versnelling als de streepjes
van de toerenteller gaan knipperen.
Toerenteller
Bij het aan- en afzetten van het contact
slaat de wijzer van de snelheidsmeter
volledig uit en gaan alle segmenten van
de toerenteller en de brandstofmeter
kort branden.
* Volgens uitvoering.
Op het display kunnen ook tijdelijk
waarschuwingsmeldingen of
informatieberichten worden getoond.
Page 23 of 436
21
DS4_nl_Chap01_controle-de-marche_ed03-2015
De controlelampjes waarschuwen de
bestuurder in het geval van een storing
(waarschuwingslampje) of geven hem
informatie over de werking van een systeem
(ingeschakeld of uitgeschakeld).
Controlelampjes
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan sommige
waarschuwingslampjes enkele seconden
branden.
Zodra de motor wordt gestart, moeten deze
lampjes weer uitgaan.
Als het lampje blijft branden, controleer dan
voordat u gaat rijden welke functie het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen
Sommige lampjes gaan branden (permanent
of knipperend) in combinatie met een
geluidssignaal en een melding op het
multifunctionele display of het centrale display
van het instrumentenpaneel type 2.
Controle tijdens het rijden
Page 24 of 436

DS4_nl_Chap01_controle-de-marche_ed03-2015
Waarschuwingslampjes
Als een van de volgende lampjes bij een
draaiende motor of onder het rijden gaat
branden, wijst dit op een storing in het
desbetreffende systeem en moet de bestuurder
actie ondernemen.
Het lampje brandt op het instrumentenpaneel
of op het centrale display van het
instrumentenpaneel type 2.Indien uw auto voorzien is van een display, gaat een waarschuwingslampje altijd branden
in combinatie met een aanvullende melding om u te helpen bij het opsporen van de storing.
Raadpleeg indien nodig het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Controlelampje brandtOorzaak Acties / Opmerkingen
STOP permanent, alleen
of in combinatie
met een ander
waarschuwingslampje,
een geluidssignaal en
een melding op het
display. Dit waarschuwingslampje brandt
bij een ernstige storing in het
remsysteem, de stuurbekrachtiging,
het motoroliecircuit of het koelcircuit.
Zet de auto zo snel mogelijk op een veilige plaats stil,
want de motor kan onder het rijden afslaan.
Zet het contact af en neem contact op met het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats
Te h o g e
koelvloeistoftemperatuurpermanent.
De temperatuur van de koelvloeistof
is te hoog. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Wacht met het eventueel bijvullen van de koelvloeistof
tot de motor is afgekoeld.
Als het probleem zich blijft voordoen, raadpleeg
dan het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats.
Motoroliedruk permanent. Er is een storing in de motorsmering. Zet de auto zo snel mogelijk stil op een veilige plaats.
Parkeer de auto, zet het contact af en raadpleeg het
CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Page 27 of 436

25
DS4_nl_Chap01_controle-de-marche_ed03-2015
Servicetijdelijk, in combinatie
met een melding. Er zijn één of meer kleine
storingen gedetecteerd waarbij
geen specifiek verklikkerlampje
gaat branden. Identificeer de oorzaak van de storing met behulp van de
melding op het display.
Bepaalde storingen kunt u zelf verhelpen, zoals een
geopend portier of een roetfilter dat verstopt dreigt te
raken (rijd om het roetfilter te regenereren, zodra de
omstandigheden dit toelaten, met een snelheid van
minimaal 60
km/h totdat het verklikkerlampje dooft).
Raadpleeg in andere gevallen, zoals een storing in het
controlesysteem bandenspanning, het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
permanent, in
combinatie met een
melding.
Er zijn één of meer ernstige storingen
gedetecteerd waarbij geen specifiek
verklikkerlampje gaat branden.Identificeer de oorzaak van de storing met behulp van
de melding op het display en raadpleeg het CITROËN-
netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
permanent, in combinatie
met het knipperen en
vervolgens blijven branden
van de onderhoudssleutel.Het onderhoudsinterval is
overschreden. Alleen bij BlueHDi uitvoeringen met dieselmotor.
Laat het onderhoud aan uw auto zo snel mogelijk
uitvoeren.
Controlelampje
brandtOorzaak Acties / Opmerkingen
Roetfilter
(Diesel)
permanent, in combinatie
met een geluidssignaal
en het bericht "Kans
op verstopping van het
ro et f ilter ".Geeft aan dat het roetfilter
verstopt begint te raken. Ga als de omstandigheden het toelaten het roetfilter
regenereren door met een snelheid van meer dan
60
km/h te rijden tot het lampje dooft.
permanent, in combinatie
met een geluidssignaal en
het bericht Additiefniveau
roetfilter te laag.Geeft aan dat het minimumniveau
van het brandstofadditief is
bereikt.Laat het additiefreservoir zo snel mogelijk bijvullen door
het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.
Controle tijdens het rijden