Page 9 of 271
Seite 9Opmerkingen9
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 964 - VI/15
Page 10 of 271
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 964 - VI/15
Page 11 of 271
Overzicht
Overzichten van toetsen, schakelaars en
schermweergaven dienen hier ter eerste kennismaking. Daarnaast leert u snel de principes van de verschillende
bedieningsmogelijkheden kennen.Online Edition for Part no. 01 40 2 963 964 - VI/15
Page 12 of 271
BedieningsorganenUitrusting van de autoIn dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
Rondom het stuurwiel
1Zonneschermen 462Ruitbediening 443Buitenspiegelbediening 574Dashboardkastje aan de bestuurders‐
zijde 170
RijhulpsystemenWaarschuwing veranderen van
rijbaan 123Intelligent Safety 113Waarschuwing rijbaan verla‐
ten 1215VerlichtingSeite 12OverzichtBedieningsorganen12
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 964 - VI/15
Page 13 of 271

Mistlamp 102Mistachterlicht 102Licht uit
Dagrijlicht 100Stadslicht 98Dimlicht 98Automatische verlichtingsrege‐
ling 99
Adaptieve bochtverlichting 100
Grootlichtassistent 100Instrumentenverlichting 1026Stuurkolomschakelaar, linksRichtingaanwijzers 72Grootlicht, lichtsignaal 72Grootlichtassistent 100Parkeerlicht 99Boordcomputer 927Toetsen op stuurwiel, linksSnelheidsbegrenzer 124Snelheid oproepen 141, 135Snelheidsregeling aan/uit, onder‐
breken 141Actieve snelheidsregeling aan/uit,
onderbreken 135Afstand verkleinen 135Afstand vergroten 135Tuimelschakelaar voor snelheidsrege‐
ling 141, 1358Instrumentenpaneel 819Toetsen op stuurwiel, rechtsEntertainmentbronVolumeSpraakinvoer 25TelefoonGekartelde knop voor selectielijsten 9110Stuurkolomschakelaar, rechtsRuitenwisser 73Regensensor 74Ruiten en koplampen reini‐
gen 7411Motor starten/afzetten en contact
in-/uitschakelen 68Automatische start-stop-func‐
tie 6912Claxon, gehele vlak13Stuurwielverwarming 6014Stuurwiel verstellen 59Seite 13BedieningsorganenOverzicht13
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 964 - VI/15
Page 14 of 271
15Motorkap ontgrendelen 211
Rondom de middenconsole
1Control Display 162Ventilatie 1633Waarschuwingsknipperlichtin‐
stallatie 230Centrale vergrendeling 384Dashboardkastje 1705Radio/cd/multimedia6Klimaatregeling 1587Controller met toetsen 178Parkeerrem 719Park Distance Control PDC 144
Achteruitrijcamera 147
Parkeerassistent 153
Surround View 147Side View 15010Rijbelevingsschakelaar 131Dynamische stabiliteitscontrole
DSC 12911Steptronic versnellingsbak keuzehen‐
del 76Seite 14OverzichtBedieningsorganen14
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 964 - VI/15
Page 15 of 271
Handgeschakelde versnellingsbak keuze‐
hendel 76
Rondom de dakhemel
1Intelligente noodoproep 2302Glazen dak, elektrisch 463Controlelampje passagiersair‐
bag 1064Leeslampjes 1025Interieurverlichting 102Seite 15BedieningsorganenOverzicht15
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 964 - VI/15
Page 16 of 271

iDriveUitrusting van de auto
In dit hoofdstuk worden alle standaard, lands‐
pecifieke en speciale uitrustingen beschreven
die in de modelserie aangeboden worden. Er
worden daarom ook uitrustingen beschreven
die in een auto, bijv. vanwege de landspeci‐
fieke of gekozen speciale uitrusting niet be‐
schikbaar zijn. Dat geldt ook voor veiligheidsre‐
levante functies en systemen. Bij gebruik van
deze functies en systemen moeten de in het
land geldende voorschriften worden nage‐
leefd.
Principe iDrive omvat de functies van een groot aantal
schakelaars. Deze functies kunnen derhalve op
een centrale plaats worden bediend.
WAARSCHUWING
De bediening van geïntegreerde informa‐
tiesystemen en communicatieapparatuur tij‐
dens het rijden kan de aandacht van het ver‐
keer afleiden. U kunt de controle over de auto
verliezen. Er bestaat gevaar voor ongevallen.
De systemen en apparatuur alleen bedienen
als de verkeerssituatie het toelaat. Zo nodig
stoppen en de systemen resp. apparatuur bij
stilstaande auto bedienen.◀Overzicht
bedieningselementen
Bedieningselementen1Control Display2Controller met toetsen en, afhankelijk van
de uitrusting, met touchpad
Control Display
Aanwijzingen
▷Voor het reinigen van het Control Display
onderhoudsaanwijzingen in acht nemen.▷Geen voorwerpen in het gebied voor het
Control Display neerleggen, het Control
Display kan anders worden beschadigd.▷Bij zeer hoge temperaturen aan de Control
Display, bijvoorbeeld door intensieve zon‐
nestralen, kan de helderheid verminderen
of kan het Control Display volledig worden
uitgeschakeld. Bij verlaging van de Tempe‐
ratuur, bijvoorbeeld door schaduw of air‐
conditioning, worden de normale functies
weer hersteld.
Inschakelen
1.Contact inschakelen.2.Controller indrukken.Seite 16OverzichtiDrive16
Online Edition for Part no. 01 40 2 963 964 - VI/15