4–189
Tijdens het rijden
Achteruitkijkmonitor
OPGELET
De richtlijnen op het scherm zijn vaste lijnen. Deze bewegen niet mee met de draaiing
van het stuurwiel door de bestuurder. Wees altijd voorzichtig en controleer tijdens het
achteruitrijden altijd de ruimte aan de achterzijde van de auto en het omliggende gedeelte
rechtstreeks met uw ogen.
Werking van de achteruitkijkmonitor
De werking van de achteruitkijkmonitor bij het achteruitrijden met de auto varieert
afhankelijk van de verkeers- en wegsituatie en de auto. De hoeveelheid benodigde
stuurbeweging en de timing varieert ook afhankelijk van de omstandigheden, dus controleer
de omgeving rechtstreeks met uw ogen en stuur de auto al naargelang de situatie.
Houd goed rekening met bovenstaande voorzorgsmaatregelen alvorens de
achteruitkijkmonitor te gebruiken.
OPMERKING
Beelden van de achteruitparkeercamera die getoond worden op de monitor zijn
omgekeerde beelden (spiegelbeelden).
1. Zet de keuzehendel in stand R om de display over te schakelen naar de
achteruitkijkmonitordisplay.
2. Controleer de omgeving rondom de auto en rijd achteruit.
(Displayconditie) (Voertuigconditie)
3. Nadat u de parkeerruimte binnen begint te rijden, langzaam achteruit blijven rijden zodat
de afstand tussen de voertuigbreedterichtlijnen en de zijkant van de parkeerruimte aan de
linker- en rechterzijde nagenoeg gelijk zijn.
/ C \ F C A ' ( &