4–85
Tijdens het rijden
Schakelaars en regelaars
Voorruitenwissers
Schakel de ruitenwissers in door de hendel
omhoog of omlaag te drukken.
Met intervalruitenwisser
Schakelaarstand
Bediening van de
ruitenwissers
Nr. Type A Type B
Eén enkele wiscyclus
(mist)
Intervalwerking
Lage snelheid
Hoge snelheid
Ruitenwissers met regelbare
intervalwerking
Zet de hendel in de intervalstand en kies
de intervaltijd door de ring te draaien.
INT ring
Met automatische ruitenwisserregeling
Schakelaarstand
Bediening van de
ruitenwissers
Nr. Type A Type B
Eén enkele wiscyclus
(mist)
Automatische regeling
Lage snelheid
Hoge snelheid
Automatische ruitenwisserregeling
Wanneer de ruitenwisserhendel in de stand
staat, tast de regensensor de
hoeveelheid regenval op de voorruit af en
schakelt deze de ruitenwissers automatisch
in of uit (uit—interval—lage snelheid—
hoge snelheid).
/ C \ F C A ' ( &