*Bepaalde modellen.4–77
Tijdens het rijden
Schakelaars en regelaars
Thuiskomstverlichtingsysteem *
Bij bediening van de hendel schakelt
het thuiskomstverlichtingsysteem de
koplampen (dimlicht) in.
Wanneer aan de hendel wordt getrokken
terwijl het contact op ACC of OFF staat,
wordt het dimlicht van de koplampen
ingeschakeld.
Nadat de portieren zijn gesloten en er
een bepaalde tijd is verstreken gaan de
koplampen uit.
OPMERKING
De tijd totdat de koplampen doven
nadat alle portieren gesloten zijn kan
gewijzigd worden.
Zie Gebruikersinstellingen op pagina
9-16 .
Als gedurende 3 minuten na het
trekken aan de hendel geen verdere
bediening plaatsvindt, zullen de
koplampen doven.
De koplampen doven als nogmaals
aan de hendel wordt getrokken
terwijl de koplampen branden.
Vertrekverlichtingsysteem *
Het vertrekverlichtingsysteem schakelt
de verlichting in wanneer op afstand van
de auto de ontgrendelschakelaar van de
sleutel wordt ingedrukt.
Wanneer de contactschakelaar en de
koplampschakelaar in de hieronder
aangegeven stand staan, gaan de
koplampen branden wanneer de
ontgrendeltoets op de zender wordt
ingedrukt en de auto het zendersignaal
ontvangt. Nadat er een bepaalde tijd is
verstreken gaan de koplampen uit (30
seconden).
Contactschakelaar: uit
Koplampschakelaar: of
Wanneer het vertrekverlichtingsysteem
wordt ingeschakeld, gaat de volgende
verlichting branden.
Dimlichten, positielampen, lampen van
achterlichten, kentekenplaatverlichting
Ontgrendeltoets
Vergrendeltoets
/ C \ F C A ' ( &