Page 105 of 418

103
DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Om bij aangezet contact of draaiende motor
de parkeerrem vrij te zetten, trapt u het
rempedaal in, trekt u aan de hendel A in en
laat u deze vervolgens weer los.
De vrijgezette toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:
Handmatig vrijzetten
- het uitgaan van het
v erklikkerlampje parkeerrem en het
verklikkerlampje
P op d
e hendel A,
-
de m
elding "Parkeerrem
vrijgezet".
Als u aan de hendel A trekt zonder het
rempedaal in te trappen, wordt de parkeerrem
niet vrijgezet en verschijnt een melding op het
instrumentenpaneel.
Controleer voordat u de auto verlaat of
de verklikkerlampjes van de parkeerrem
op het instrumentenpaneel en op de
hendel A constant branden.
Wanneer de auto stilstaat en u bij draaiende of
afgezette motor de parkeerrem wilt aantrekken,
trekt
u aan de hendel A .
Handmatig aantrekken
De aangetrokken toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:
-
het
branden van het
verklikkerlampje parkeerrem en het
verklikkerlampje P op de hendel A ,
-
de m
elding "Parkeerrem
aangetrokken".
Wanneer u het bestuurdersportier opent bij
draaiende motor ter wijl de parkeerrem niet is
aangetrokken, klinkt er een geluidssignaal en
verschijnt er een melding op het display (behalve
bij auto's met automatische transmissie, als de
selectiehendel in de stand P (Park) staat).
Het extra stevig aantrekken van de parkeerrem is
noodzakelijk in de volgende omstandigheden:
- wanneer een caravan of aanhanger aan
d
e auto is gekoppeld en de automatische
bediening is geactiveerd, terwijl u de
parkeerrem handmatig bedient,
-
wa
nneer de hellingcondities vermoedelijk
zullen variëren ter wijl de auto stilstaat
(bijvoorbeeld wanneer de auto vervoerd wordt
op een boot of trailer, of bij slepen).
U kunt, indien nodig, de parkeerrem extra
stevig aantrekken
. Dit gebeurt door de
hendel A langer te bedienen, tot de melding
"Parkeerrem maximaal aangetrokken" op het
display verschijnt en er een geluidsignaal klinkt.
In het geval van een aangekoppelde
aanhanger, wanneer de auto beladen is of op
een steile helling staat, dient u de parkeerrem
extra stevig aan te trekken, bij het parkeren
de voor wielen naar de stoeprand te sturen en
een versnelling in te schakelen.
Na het extra stevig aantrekken van de
parkeerrem duurt het langer voordat de
parkeerrem weer is vrijgezet.
Extra stevig aantrekken
Rijden
Page 106 of 418

DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Controleer voordat u de auto verlaat of
de verklikkerlampjes van de parkeerrem
op het instrumentenpaneel en op de
hendel A constant branden.
Laat kinderen nooit alleen in de auto
wanneer het contact is aangezet:
ze zouden de parkeerrem kunnen
vrijzetten.
Automatisch aantrekken,
motor afgezet
- het branden van het
verklikkerlampje parkeerrem
en het verklikkerlampje P op de
hendel A ,
-
de m
elding "Parkeerrem
aangetrokken".
Wanneer de auto stilstaat en u de motor
afzet, wordt de parkeerrem automatisch
aangetrokken
.
De aangetrokken toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:
Automatisch vrijzetten
De elektrische parkeerrem wordt automatisch
geleidelijk vrijgezet bij het wegrijden :
F
Hand
geschakelde versnellingsbak :
trap het koppelingspedaal volledig in
en schakel de eerste versnelling of de
achteruitversnelling in; geef gas en laat
het koppelingspedaal opkomen tot de
parkeerrem wordt vrijgezet.
F
Ele
ktronisch gestuurde
versnellingsbak : selecteer de stand A , M
of R en geef gas.
F
Au
tomatische versnellingsbak : selecteer
de stand D , M of R en geef gas.
De vrijgezette toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:
-
het
doven van het verklikkerlampje
parkeerrem en het
verklikkerlampje
P op d
e hendel A,
-
de
melding "Parkeerrem vrijgezet".
Geef, wanneer de auto stilstaat met draaiende
motor, niet onnodig gas, omdat u dan het risico
loopt dat de parkeerrem wordt vrijgezet.Controleer voordat u de auto verlaat of
de verklikkerlampjes van de parkeerrem
op het instrumentenpaneel en op de
hendel A constant branden.
Wanneer de auto stilstaat met draaiende motor,
dient u de auto tegen wegrollen te beveiligen
door de parkeerrem handmatig
aan te trekken.
Trek daarvoor aan de hendel A .
De aangetrokken toestand van de parkeerrem
wordt aangegeven door:
-
het
branden van het
verklikkerlampje parkeerrem en het
verklikkerlampje P op de hendel A ,
-
de
melding "parkeerrem
aangetrokken".
Wanneer u het bestuurdersportier opent om
uit te stappen ter wijl de parkeerrem niet is
aangetrokken, klinkt er een geluidssignaal
en verschijnt er een melding op het display
(behalve bij auto's met automatische
versnellingsbak, als de selectiehendel in de
stand P (Park) staat).
Stilzetten van de auto,
draaiende motor
Page 107 of 418

105
DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Noodremfunctie
De noodremfunctie mag uitsluitend in
uitzonderlijke gevallen worden gebruikt.Bij een storing aan het ESP, aangegeven
door het branden van dit verklikkerlampje,
kan de stabiliteit bij het remmen niet
worden gegarandeerd.
In dat geval moet de bestuurder er zelf
voor zorgen dat de auto stabiel blijft door
afwisselend aan de hendel A
te trekken
en deze weer los te laten.
Wanneer het rempedaal niet werkt
of bij uitzonderlijke situaties (bijv.
wanneer de bestuurder onwel wordt),
kan de auto worden gestopt door aan
de hendel A te trekken en deze vast
te houden.
Het ESP-systeem zorgt ervoor dat de auto stabiel
blijft wanneer de noodremfunctie actief is.
In geval van een storing aan het systeem
van de noodremfunctie verschijnt de melding
"Parkeerrem defect".
Bijzondere omstandigheden
Om een goede werking en dus uw
veiligheid te waarborgen, kan de
parkeerrem maximaal acht keer achter
elkaar worden aangetrokken en vrijgezet.
Bij overmatig gebruik wordt u
gewaarschuwd door de melding
"Storing parkeerrem" en een knipperend
verklikkerlampje. Onder bepaalde omstandigheden (starten
van de motor...) kan de kracht waarmee de
parkeerrem is aangetrokken automatisch
worden aangepast. Dit is normaal.
Trap wanneer u de auto enkele centimeters
wilt verplaatsen zonder de motor te starten
bij aangezet contact het rempedaal in
en zet de parkeerrem vrij door aan de
hendel A te trekken en deze vervolgens
weer los te laten . Als de parkeerrem
volledig is vrijgezet, gaan het lampje op de
hendel A en het verklikkerlampje op het
instrumentenpaneel uit en wordt de melding
"Parkeerrem vrijgezet" weergegeven.
Rijden
Page 108 of 418

DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Storingen
Als het storingslampje van de elektrische parkeerrem gaat branden in combinatie met één of meer verklikkerlampjes uit de onderstaande tabel, zet de
auto dan stil op een vlakke en horizontale ondergrond, schakel een versnelling in, plaats indien nodig een wielblok en zet het contact af. Neem zo snel
mogelijk contact op met het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde werkplaats.Situaties Gevolgen
Weergave van de melding " Storing parkeerrem" en branden van de
volgende verklikkerlampjes: -
De
automatische bediening is uitgeschakeld.
-
De H
ill Start Assist is niet beschikbaar.
-
De
elektrische parkeerrem kan alleen handmatig worden bediend.
Weergave van de melding " Storing parkeerrem" en branden van de
volgende verklikkerlampjes: -
De e
lektrische parkeerrem kan alleen handmatig worden vrijgezet
door het rempedaal in te trappen en aan de hendel te trekken.
-
De H
ill Start Assist is niet beschikbaar.
-
De a
utomatische bediening en het handmatig aantrekken van de
parkeerrem blijven mogelijk.
Weergave van de melding " Storing parkeerrem" en branden van de
volgende verklikkerlampjes: -
De
automatische bediening is uitgeschakeld.
-
De H
ill Start Assist is niet beschikbaar.
Page 109 of 418

107
DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
SituatiesGevolgen
Om de elektrische parkeerrem aan te trekken:
F
pa
rkeer de auto en zet het contact uit,
F
trek de hendel ten minste 5 seconden uit tot de parkeerrem is aangetrokken,F zet het contact aan en controleer of de verklikkerlampjes van de
e lektrische parkeerrem gaan branden.
Het aantrekken van de parkeerrem duurt langer dan normaal.
Om de elektrische parkeerrem vrij te zetten:
F
zet h
et contact aan,
F
houd de hendel ongeveer 3 seconden aangetrokken en laat de hendel weer los.Als het controlelampje van de elektrische parkeerrem knippert of als
de verklikkerlampjes niet gaan branden als het contact wordt aangezet,
werken deze procedures niet. Parkeer de auto op een vlakke ondergrond
en laat het systeem controleren door het CITROËN-netwerk of door een
gekwalificeerde werkplaats.
en/of
knipperend.
Weergave van de melding "
Storing parkeerrem" en branden van de
volgende verklikkerlampjes: -
Al
leen de functies automatisch aantrekken bij het afzetten van de
motor en automatisch vrijzetten bij het wegrijden zijn beschikbaar.
-
He
t handmatig aantrekken/vrijzetten van de elektrische parkeerrem
is niet mogelijk en de dynamische noodremfunctie is niet
beschikbaar.
en/of
knipperend.
Weergave van de melding "Storing accu" .-
Ze
t de auto zo snel mogelijk stil (rekening houdend met het overige
verkeer) en beveilig de auto tegen wegrollen (plaats indien nodig een
wielblok achter een wiel).
-
Tr
ek de elektrische parkeerrem aan alvorens de motor af te zetten.
Rijden
Page 110 of 418

DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Hill Start Assist
Dit systeem houdt bij het wegrijden op een
helling uw auto ongeveer 2 seconden op
zijn plaats. In die tijd kunt u uw voet van het
rempedaal naar het gaspedaal verplaatsen.
Deze functie is alleen actief:
-
al
s de auto volledig stilstaat met het
rempedaal ingedrukt,
-
bi
j bepaalde hellingcondities,
-
al
s het bestuurdersportier is gesloten.
De Hill Start Assist kan niet worden
uitgeschakeld.
Als de auto bergopwaar ts stilstaat, wordt
deze even op zijn plaats gehouden wanneer
u het rempedaal loslaat:
-
als
bij de handgeschakelde versnellingsbak
de eerste versnelling of de neutraalstand is
ingeschakeld,
-
als
bij de elektronisch gestuurde
versnellingsbak de stand A of M is
ingeschakeld,
-
als
bij de automatische transmissie de
stand D of M is ingeschakeld.Werking
Als de auto bergafwaar ts stilstaat en de
achteruitversnelling ingeschakeld is, wordt
de auto even op zijn plaats gehouden
wanneer u het rempedaal loslaat.
Verlaat de auto niet in de korte periode
dat u de Hill Start Assist gebruikt.
Als u de auto moet verlaten ter wijl de
motor draait, trek de parkeerrem dan
handmatig aan en controleer of het
verklikkerlampje van de parkeerrem en
het lampje P op de hendel (elektrische
parkeerrem) permanent branden.
Storing
Bij een storing in de Hill Start Assist gaan
deze verklikkerlampjes branden. Raadpleeg
het CITROËN-netwerk of een gekwalificeerde
werkplaats om het systeem te laten controleren.
Page 111 of 418
109
DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Schakel de achteruitversnelling alleen in als
de auto stilstaat en de motor stationair draait.
Voor uw veiligheid en om het starten van
de motor te vergemakkelijken: zorg dat
de versnellingshendel altijd in de vrijstand
staat en trap het koppelingspedaal in.
Handgeschakelde 6-versnellingsbak
F Beweeg de versnellingshendel zo ver
mogelijk naar rechts om de 5e of de
6e versnelling in te schakelen.
Inschakelen van de 5e of de
6e versnelling
Inschakelen van de
achteruitversnelling
F Trek de ring onder de pookknop omhoog
en beweeg de versnellingshendel eerst
naar links en dan naar voren. Doet u dit niet, dan kan de
versnellingsbak zwaar beschadigd
raken (per ongeluk inschakelen van
de
3e of 4e versnelling).
Rijden
Page 112 of 418

DS5_nl_Chap04_conduite_ed01-2015
Weergave op het instrumentenpaneel
Wanneer u de selectiehendel door het
schakelpatroon beweegt, verschijnt
het desbetreffende pictogram op het
instrumentenpaneel.
P
Par
king (parkeerstand)
R
Re
verse (achteruitversnelling)
N
Neu
tral (neutraalstand)
D
Dr
ive (automatisch schakelen)
S
P
rogramma Sport
T
P
rogramma Sneeuw
1 t /m 6
Ing
eschakelde versnelling bij
handmatig schakelen
-
On
geldige waarde bij handmatig schakelen
Bij de automatische 6 -versnellingsbak kunt u
kiezen uit het comfort van de automatische
bediening, aangevuld met de programma's
Sport en Sneeuw, of het plezier van het
handmatig schakelen.
Deze versnellingsbak heeft twee
gebruiksmogelijkheden:
-
au
tomatisch schakelen
: het schakelen
wordt elektronisch aangestuurd, aangevuld
met het programma Sport voor een meer
dynamische rijstijl of het programma
Sneeuw voor gemakkelijker rijden op een
ondergrond met weinig grip,
-
ha
ndmatig schakelen
: in deze stand kan
de bestuurder zelf schakelen.
Automatische versnellingsbak
1. Selectiehendel.
2. To
e t s "T" (Sneeuw) .
3.
To
e t s "S" (Spor t) .
4.
Sc
hema met de standen van de
selectiehendel.
Schakelpatroon Standen van de
selectiehendel
P. Parkeerstand.
- St
ilzetten van de auto, met of zonder
aangetrokken parkeerrem.
-
St
arten van de motor.
R.
A
chteruitversnelling.
-
Ac
hteruitrijden, stilstaande auto, stationair
toerental.
N.
Ne
utraalstand.
-
St
ilzetten van de auto, met aangetrokken
parkeerrem.
-
St
arten van de motor.
D.
Au
tomatische werking.
M.+ / -
Ze
lf schakelen tussen de zes
versnellingen.
F
Be
weeg de selectiehendel kort naar voren
om op te schakelen.
of
F
Be
weeg de selectiehendel kort naar
achteren om terug te schakelen.