DS5_nl_Chap03_confort_ed01-2015
Neem voor een optimale werking van de ver warming, ventilatie en airconditioning de
volgende gebruiksadviezen in acht:
F
Le
t erop dat voor een gelijkmatige verdeling van de lucht naar het interieur de
uitstroomopening onder de voorruit, de verschillende luchtkanalen, luchtroosters en
overige uitstroomopeningen alsmede de ventilatieopening in de bagageruimte vrij
blijven.
F
Le
t erop dat de zonnesensor op het dashboard niet wordt afgedekt. Deze sensor dient
voor de regeling van de automatische airconditioning.
F
Ze
t de airconditioning minstens één tot twee keer per maand vijf tot tien minuten aan
om het systeem in per fecte staat te houden.
F
Co
ntroleer regelmatig de staat van het interieur filter en laat de filterelementen periodiek
vervangen (zie de rubriek "Controles").
Wi
j raden u een gecombineerd interieur filter aan. Dankzij het toegevoegde speciale
actieve middel draagt het bij tot een gezuiverde lucht voor de inzittenden en een schoon
interieur (vermindering van allergische reacties, stank en vetaanslag).
F
La
at de airconditioning regelmatig controleren zoals voorgeschreven in het garantie- en
onderhoudsboekje, om het systeem in perfecte staat te houden.
F
Ge
bruik de airconditioning niet als deze niet koelt en raadpleeg het CITROËN-netwerk
of een gekwalificeerde werkplaats.
Om het brandstofverbruik te verminderen kunt u de airconditioning uitschakelen (toets A /C)
ter wijl de automatische stand ingeschakeld blijft. Als in deze stand de ruiten beginnen te
beslaan, kunt u de airconditioning tijdelijk inschakelen om de ruiten te ontwasemen.
Bij een zware belasting van de motor (trekken van een aanhanger op een steile helling bij
een hoge buitentemperatuur) kan de airconditioning tijdelijk worden uitgeschakeld voor een
optimale trekkracht van de motor.
Gebruiksadviezen voor de verwarming, ventilatie en airconditioning
Als de auto lange tijd in de zon heeft
gestaan en de temperatuur in het
interieur hoog is opgelopen, zet dan de
ruiten enige tijd open.
Zorg ervoor dat de aanjagersnelheid
voldoende hoog is ingesteld, zodat de
lucht in het interieur goed ververst wordt.
Het airconditioningssysteem is chloorvrij
en is niet schadelijk voor de ozonlaag.
Condensvorming door de
airconditioning kan ertoe leiden dat zich
een klein plasje water onder de auto
vormt. Dit is een normaal verschijnsel.
Als u geen concessies wilt doen aan het
thermische comfort, start dan de motor
of laat deze permanent draaien door op
de toets ECO OFF te drukken.
253
DS5_nl_Chap09_verifications_ed01-2015
Roetfilter (diesel)
Als het roetfilter vervuild is, wordt
u hierop geattendeerd door het
tijdelijk branden van dit lampje in
combinatie met een melding op het
multifunctionele display.
Ga om het roetfilter te regenereren, zodra
de omstandigheden het toelaten, met een
snelheid van minimaal 60
k
m/h rijden tot
het lampje dooft.
Als het lampje blijft branden is het minimum
brandstofadditiefniveau bereikt: raadpleeg
de paragraaf "Niveau brandstofadditief".
Bij een nieuwe auto kunt u de
eerste paar keer dat het roetfilter
geregenereerd wordt een brandlucht
ruiken; dit is volkomen normaal.
Als langdurig met zeer lage snelheid
wordt gereden of de motor langdurig
stationair draait, kan bij gasgeven
soms rook uit de uitlaat waargenomen
worden. Dit heeft geen invloed op de
prestaties en heeft geen gevolgen voor
het milieu.
Laat de filters periodiek vervangen
volgens de in het onderhoudsschema
van de fabrikant aangegeven
intervallen.
Luchtfilter en interieurfilter
Laat bij het olie verversen tevens het
oliefilter vervangen.
Raadpleeg het onderhoudsschema
van de fabrikant voor het
vervangingsinterval van dit
onderdeel.
Oliefilter
Als de omgeving (veel stof...) en het gebruik
(veel stadsverkeer...) daartoe aanleiding
geven, moeten de filters twee keer zo vaak
worden vervangen
.
Een verstopt interieur filter kan de prestaties
van de airconditioning verstoren en
onaangename geuren veroorzaken.
Handgeschakelde versnellingsbak
De versnellingsbak is onderhoudsvrij
(olie verversen niet noodzakelijk).
Raadpleeg het onderhoudsschema
van de fabrikant voor de periodieke
onderhoudscontrole.
Elektronisch gestuurde versnellingsbak
De versnellingsbak is onderhoudsvrij
(olie verversen niet noodzakelijk).
Raadpleeg het onderhoudsschema
van de fabrikant voor het interval van
de niveaucontrole.
Automatische transmissie
De automatische transmissie is
onderhoudsvrij (olie verversen niet
noodzakelijk).
Raadpleeg het onderhoudsschema
van de fabrikant voor het interval van
de niveaucontrole.
Onderhoud
1
1
1
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
297
DS5_nl_Chap11c_SMEGplus_ed01-2015
Niveau 1Niveau 2 Niveau 3 Aanwijzingen
Navigatie
Secundaire pagina Traffic-berichten Op de route
De keuzes voor de meldingen en het
filtergebied instellen.
Rondom auto
Op bestemming
Omleiden
Afwijken over een afstand van
Route herberekenen
Afsluiten Uw keuzes opslaan.
Navigatie
Secundaire pagina Config. kaart Richting
Noorden boven
De weergave en de richting van de kaart
kiezen.
Rijrichting boven
In perspectief
Kaarten
Kenmerk Kaartkleur "dag"
Kaartkleur "nacht"
Dag-/nachtst. automat.
Bevestigen De instellingen opslaan.
Navigatie
Secundaire pagina Instellingen Rekencriteria
De keuzes vastleggen en het stemvolume en
het opnoemen van straatnamen selecteren.
Spraak
Waarschuwing!
Opties traffic
Bevestigen
Uw keuzes opslaan.
Audio en telematica
11
23
24
25
32
DS5_nl_Chap11c_SMEGplus_ed01-2015
Instellen
waarschuwingsmeldingen
Risicozones / Gevarenzones
Druk op Navigatie om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de secundaire pagina.
Selecteer " Instellingen ".
Selecteer " Waarschuwing! ".
U kunt nu de melding voor Risicogebieden
inschakelen en vervolgens kiezen voor:
-
"
Geluidssignaal"
-
"A
lleen waarschuw. bij navi."
-
"A
lleen snelheidswaarschuw."
-
"S
nelheidsbeperking weergeven"
-
"T
ijd": u kunt de tijd tussen het moment
van de melding en het passeren van de
Risicogebieden instellen.
Selecteer " Bevestigen ".Deze waarschuwings- en weergavefuncties
zijn alleen beschikbaar als de
Risicogebieden vooraf zijn gedownload en
in het systeem zijn geïnstalleerd.
Verkeer
Verkeersinformatie
Weergave van berichten
Druk op Navigatie om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de secundaire pagina.
Selecteer " Traffic-berichten ".
Stel de filters "Op de route ",
" Rondom ",
" Op bestemming " in om een
meer gedetailleerd overzicht van
meldingen te krijgen.
Druk nogmaals op de knop om het filter
ongedaan te maken.
11
3133
303
DS5_nl_Chap11c_SMEGplus_ed01-2015
Selecteer de melding in de
weergegeven lijst.
Selecteer het vergrootglas om
gesproken berichten te ontvangen.
Filters instellen
Druk op Navigatie om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk op de secundaire pagina.
Selecteer " Instellingen ".
Selecteer " Info-opties ".
Selecteer:
-
" N
ieuwe berichten melden ",
-
" Sp
raakweergave berichten ",
Ver fijn vervolgens het gebied van
het filter.
Selecteer " Bevestigen ".
Wij adviseren een filtergebied van:
-
20 k
m in de stad,
-
50 k
m op de snelweg.
Een via het GPS-navigatiesysteem
ontvangen TMC-bericht (Trafic Message
Channel) is informatie met betrekking tot
de verkeersomstandigheden die in real
time wordt ontvangen.
De functie TA (Traffic Announcement)
geeft voorrang aan het luisteren naar
verkeersberichten. Om te worden geactiveerd
moet deze functie een radiozender die deze
berichten uitzendt, goed kunnen ontvangen.
Zodra een verkeersbericht wordt uitgezonden,
wordt de geluidsbron die op dat moment wordt
weergegeven automatisch onderbroken en wordt
het verkeersbericht weergegeven. Zodra het
verkeersbericht is afgelopen, wordt de weergave
van de oorspronkelijke geluidsbron hervat.
Verkeersberichten beluisteren
Druk op Navigatie
om de
hoofdpagina weer te geven.
Druk vervolgens op de secundaire
pagina.
Selecteer " Instellingen ".
Selecteer " Spraak".
Schakel " Verkeer (TA) " in
of uit.
Audio en telematica
381
DS5_nl_Chap12_index-recherche_ed01-2015
Parkeerhulp achter .......................................13 9
P arkeerhulp vóór ........................................... 14
0
Parkeerlichten
............................... 14 4
, 147, 15 0,
213 -215, 217, 218
Passagiersairbag uitschakelen
.................... 19
1
Plafonniers
...............................
.....................159
Portieren ontgrendelen
................................... 61
P
ortieren openen
...................................... 5
2, 54
Portieren sluiten
...............................
.........53, 55
Portieren vergrendelen
................................... 61
R
adio
...............
.......................310, 311, 314, 353
Radiozender
...............................
............310, 311
RDS
................
............................................... 311
Regelmatig onderhoud
................................... 14
R
egeneratie roetfilter
.................................... 25
3
Reinigen (adviezen)
...................................... 23
4
Rembekrachtigingsysteem
........................... 18 4
R
emblokken
.................................................. 25
4
Remlampje
...................................................... 2
7
Remlichten
...............................
.....................218
Remmen
................
.................................. 2 7, 2 5 4
Remschijven .................................................. 254
Remvloeistofniveau
...................................... 249R
eservewiel
..............................
............
204, 205
Richtingaanwijzers
........ 1
50, 182, 213, 216, 218
Riem
................................................................ 87
R
ijadviezen
.....................................................
98
R
ijstrookcontrolesystemen
...........................
18
4
Risicozones (update)
.................................... 3
01
Roetfilter
...............................
.................
251, 253
Ruitbediening
.................................................. 66
R
uitensproeier achter
...................................
15
6
Ruitensproeiers ............................................. 250
R uitensproeiers vóór..................................... 15 6
Ruitensproeiervloeistofniveau
...................... 25
0
Ruitenwisser achter
...................................... 15
6
Ruitenwisserbladen (vervangen)
......................................... 15
8, 228
Ruitenwissers
.................................. 22
, 155, 157
Ruitenwisserschakelaar
......................... 155
-157
Schakelen automatische versnellingsbak ....11 0
Schakelen elektronisch bediende versnellingsbak
.......................................... 10
9
SCR (Selective Catalytic Reduction)
............ 25
5
SCR-systeem
...............................
...........30, 255
Selectiehendel elektronisch gestuurde versnellingsbak
................................... 11
4 , 2 5 3
Serienummer auto
........................................ 2
78
Sfeerverlichting
...............................
..............160
Sjorogen
................
.......................................... 87
Skiluik
.............................................................. 86
S
lepen van een auto
..................................... 2
29
Sleutel
...............
......................52, 54, 55, 59, 60
Sleutel met afstandsbediening
..................... 10 0
S
neeuwkettingen
...............................
...........212 Tankbeveiliging
.............................................
24
3
Technische gegevens
........... 2
66, 267, 269, 272
Telefoon
...............
.................332, 334, 336-338
Tijd instellen
...............................
...38, 39, 42, 47
TMC (verkeersinformatie)
............................. 3
02
Touchscreen
....................................... 38
, 45, 46
Touchscreen (Menu's)
.................... 4
3, 285, 289
Trekhaak
....................................................... 2
31
Ontwasemen achter
........................................
95
On
twasemen voor
...........................................
95
O
pbergvakken
...............................
......
82, 85 - 87
Opschakelindicator
....................................... 11
8
Snelheidsbegrenzer
..............................
13
1, 13 3
Snelheidsregelaar
................................. 13
1, 13 6
Spaarfase
...............................
.......................
227
Startblokkering, elektronische
................ 60
, 10 0
Starten ........................................................... 225
Starten van de auto.................. 99, 101, 110, 114 Stickers
...............
..........................................
234
Stickerset
..............................
........................
234
Stilzetten van de auto
.............. 9
9, 101, 110, 114
Stoelen verstellen
..................................... 7
2, 73
Stoelverwarming
............................................. 76
S
toelverwarming, schakelaars
.......................
76
St
op & Start
................................
4
9, 92, 95, 121,
224, 241, 244, 252
Streaming audio Bluetooth
...... 3
14, 316, 359, 361
Stuurbekrachtigingsvloeistofniveau
............. 24
9
Stuurslot
...............
.........................................
10 0
Stuurverstelling
...............................
................
81
Stuurwiel (verstellen)
...................................... 81
S
upervergrendeling
........................................
56
Sy
nchroniseren afstandsbediening
................
59
Trefwoordenregister