Page 4 of 418
001
DS5_nl_Chap00a_sommaire_ed01-2015
Inhoudsopgave
6
14
376CONTROLE TIJDENS
HET RIJDENSymbolen
veiligheidswaarschuwing
aanvullende informatie
adviezen met betrekking tot de bescherming van het milieu.
18 Instrumentenpaneel
19
V
erklikkerlampjes
32
M
eters
37
R
egelknoppen
38
Klok
je
39
Mo
nochroom display C
43
T
ouchscreen
48
B
oordcomputer
ECO-RIJDEN
OVE
R ZICHT
TREFWOORDENREGISTER
Page 5 of 418

002003004
DS5_nl_Chap00a_sommaire_ed01-2015
COMFORT
TOEGANG TOT
DE AUTO RIJDEN
72 Voor stoelen
77
Ac
hterbank
80
Sp
iegels
81
St
uurwielverstelling
82
Vo
orzieningen voorin
86
Vo
orzieningen achter
87
Vo
orzieningen van de
bagageruimte
88
Ge
varendriehoek (opbergen)
89
Ver
warming en ventilatie
91
Au
tomatische airconditioning
met gescheiden regeling
95
On
twasemen - Ontdooien
vóór
95
A
chterruitverwarming 98 R
ijadviezen
99
St
arten - afzetten van de motor
102
El
ektrische parkeerrem
108
Hi
ll Start Assist
109
H
andgeschakelde
versnellingsbak
110
A
utomatische
versnellingsbak
114
El
ektronisch gestuurde
versnellingsbak
118
Sc
hakelindicator
119
C
ontrolesysteem
bandenspanning
121
Stop
& Start
125
Lan
e Departure Warning
System (LDWS)
126
D
odehoekbewaking129 He
ad-up display
131
Snel
heden opslaan
133
S
nelheidsbegrenzer
136
Snel
heidsregelaar
139
P
arkeerhulp
141
Ac
hteruitrijcamera
52 El
ektronische sleutel -
afstandsbediening
54
Ke
yless entry and start
61
Cen
trale vergrendeling
62
A
chterklep
63
A
larm
66
El
ektrisch bedienbare ruiten
68
Co
ckpit roof
Page 12 of 418

Head-up display 129 -130
Instrumentenpaneel
18
, 37-38
-
che
ck / onderhoudsindicator
/
dagteller
-
dimmer dashboardverlichting / black panelVerklikkerlampjes 1 9-31
Meters 32- 36
Elektrische parkeerrem
10
2-107
Stuurslot / starten/afzetten van de motor
met de START/STOP-knop
99
-101
Klokje
3
8
Alarmknipperlichten
1
82
Cockpit
Plafonniers 159-160
Pictogrammendisplay veiligheidsgordels / frontairbag passagierszijde
18
9, 192
Binnenspiegel
81
V
er warming / ventilatie
89
-90
Automatische airconditioning met gescheiden regeling
91
-94
Ontwasemen / ontdooien
95
U
SB-box / Jack-aansluiting
82
, 85
Zekeringen dashboard
22
1-222
Handgeschakelde zesversnellingsbak 109
Automatische versnellingsbak 11
0-113
Elektronisch gestuurde versnellingsbak
1
14-117
Schakelindicator
1
18
Hill Start Assist
10
8 Autoradio/ Bluetooth
349
-375
Monochroom display C
39
- 42
Datum/tijd instellen
42
C
onfiguratie van de auto
40
- 41
Touchscreen
28
5-348
Kleurendisplay
4
3- 47
Datum/tijd instellen
47
C
onfiguratie van de auto
45
M
otorkapontgrendeling
2
44
Ruitbediening achter
66
-67
12V-aansluiting
82,
83
DS5_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2015
Page 14 of 418
Cockpit
Automatische schakeling grootlicht/dimlicht 1 49-150
Lane Departure Warning System
12
5
Interieurbeveiliging alarmsysteem
6
3-65
Ruitbediening voor/achter
66
- 67
Elektrische kinderbeveiliging
17
8
Centrale vergrendeling
61
O
penen van de brandstoftankklep
24
1
Openen van de achterklep
62
Pa
rkeerhulp
13
9-140
ESP-/ASR-systeem
1
86 -187
Stop & Start
12
1-124
of
D odehoekbewaking
12
6 -128
Rijen drukschakelaars (zijkant)
Urgence-oproep met lokalisering 183, 282-283
Assistance-oproep met lokalisering
18
3, 282-283
Cockpit roof
68
- 69
Head-up display
12
9 -130 Buitenspiegels
8
0
Koplampverstelling
1
52
Rijen drukschakelaars (midden)
DS5_nl_Chap00b_vue-ensemble_ed01-2015
Page 20 of 418

DS5_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Instrumentenpaneel benzine-diesel
1. Toerenteller (x 1000 t /min of rpm),
schaalverdeling afhankelijk van de
motoruitvoering (benzine of diesel).
2.
Br
andstofniveaumeter.
3.
K
oelvloeistoftemperatuurmeter.
4.
An
aloge snelheidsmeter (km/h of mph).
5.
Aan
wijzingen van de snelheidsregelaar of
de snelheidsbegrenzer. A. Di
mmer dashboardverlichting en verlichting
bedieningselementen.
B.
- Ko
rt indrukken: weergave van
achtereenvolgend de onderhoudsinformatie,
de actieradius van het additief AdBlue en het
logboek met waarschuwingsmeldingen.
- La
ng indrukken: resetten van de
onderhoudsindicator of de dagteller
(afhankelijk van de context).
6. Sch
akelindicator of weergave positie
selectiehendel en ingeschakelde versnelling
(elektronisch gestuurde versnellingsbak of
automatische transmissie).
7.
Di
splay van het instrumentenpaneel:
kilometertellers, onderhoudsindicator,
motoroliepeilmeter*, actieradius van het
additief AdBlue van het SCR-systeem*,
waarschuwingsmeldingen, boordcomputer,
geluidsbron waarnaar wordt geluisterd,
navigatie-aanwijzingen*.
8.
Di
gitale snelheidsmeter (km/h of mph).
Meters en displays Bedieningstoetsen
Bij het aan- en afzetten van het contact
slaat de wijzer van de snelheidsmeter
volledig uit en gaan alle segmenten van
de tellers kort branden.
* Volgens uitvoering.
Page 21 of 418

19
DS5_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
Verklikkerlampjes
Zodra de motor wordt gestart, moeten deze
lampjes weer uitgaan.
Als het lampje blijft branden, controleer dan
voordat u gaat rijden welke functie het betreft.
Bijbehorende waarschuwingen
Sommige verklikkerlampjes kunnen gaan
branden in combinatie met een geluidssignaal
en een melding op het display van het
instrumentenpaneel.
Verklikkerlampjes kunnen constant branden of
knipperen. Sommige verklikkerlampjes kunnen op
twee manieren oplichten: permanent of
knipperend.
Aan de manier van oplichten in
combinatie met de werkingsfase van de
auto valt af te lezen of er sprake is van
een normale situatie of een storing.
Raadpleeg de onderstaande tabellen
voor meer informatie.
De verklikkerlampjes geven de bestuurder
informatie over de werking van een
systeem (ingeschakeld of uitgeschakeld) of
waarschuwen de bestuurder in het geval van
een storing (waarschuwingslampje).
Bij het aanzetten van het contact
Als het contact wordt aangezet, gaan
bepaalde waarschuwingslampjes op het
instrumentenpaneel en/of op het display van het
instrumentenpaneel enkele seconden branden.
Controle tijdens het rijden
Page 22 of 418

DS5_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Richtingaanwijzer
links knippert, met
geluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omlaag
beweegt.
Richtingaanwijzer
rechts knippert, met
geluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omhoog
beweegt.
Parkeerlichten permanent. De lichtschakelaar staat in de stand
"Parkeerlichten".
Dimlicht permanent. De lichtschakelaar staat in de stand
" D imlic ht ".
Grootlicht permanent. Als u de lichtschakelaar naar u toe
trekt. Trek aan de lichtschakelaar om terug te schakelen
naar dimlicht.
Mistlampen vóór permanent. De mistlampen vóór zijn ingeschakeld
met de ring van de lichtschakelaar. Draai de ring van de lichtschakelaar twee standen
naar achteren om de mistlampen vóór uit te
schakelen.
Raadpleeg voor meer informatie over de lichtschakelaar de desbetreffende rubriek. Automatische
schakeling
grootlicht/
dimlicht
permanent.
U hebt de lichtschakelaar naar u toe
getrokken en de toets is ingedrukt.
Het controlelampje van de toets
brandt. De camera op de binnenspiegel geeft al of niet
toestemming voor het overschakelen van het
grootlicht naar het dimlicht, afhankelijk van de
buitenverlichting en de verkeerssituatie.
Trek de lichtschakelaar naar u toe om het dimlicht
weer in te schakelen.
Verklikkerlampjes ingeschakelde functies
De volgende verklikkerlampjes op het instrumentenpaneel en/of op het display van het instrumentenpaneel geven aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld.
Page 24 of 418

DS5_nl_Chap01_controle-de-marche_ed01-2015
ControlelampjeStatusOorzaak Acties / Opmerkingen
Automatische
ruitenwissers permanent.
De ruitenwisserschakelaar is naar
beneden bewogen. De automatische stand van de ruitenwissers vóór is
geactiveerd.
Beweeg om de automatische stand van de
ruitenwissers te deactiveren de hendel omlaag of zet
de hendel in een andere stand.
Airbag aan
passagierszijde permanent op het
display van de
verklikkerlampjes voor
de veiligheidsgordels
en de airbag vóór aan
passagierszijde. De schakelaar in het dashboardkastje
staat in de stand "
ON".
De passagiersairbag vóór is
geactiveerd.
Plaats in dit geval geen kinderzitje
met de rug in de rijrichting op de stoel
van de voorpassagier. Zet de schakelaar in de stand "OFF"
om de
passagiersairbag vóór uit te schakelen.
In dit geval kunt u een kinderzitje met de rug in de
rijrichting plaatsen.
Stop & Star t permanent. Het Stop & Start-systeem heeft
de motor in de STOP-stand gezet
(verkeerslicht, stopbord, opstopping,
e n z .) . Het lampje gaat uit en de motor wordt automatisch
gestart (START-stand) als u wilt wegrijden.
knippert enkele
seconden en gaat
dan uit. De STOP-stand is nu niet
beschikbaar.
of
De motor wordt automatisch in de
START-stand gezet. Raadpleeg voor meer informatie over de
bijzonderheden van de STOP- en START-stand de
rubriek "Stop & Start".