Page 209 of 408

Rijden
Trap om krachtig te accelereren(bijvoorbeeld voor eeninhaalmanoeuvre) het gaspedaal metkracht in, tot voorbij het zware punt.
Tijdelijk zelf schakelen
U kunt tijdelijk zelf schakelen met de flippers
"+"et "-": als het motortoerental het toestaat,
wordt de gevraagde versnelling ingeschakeld.
Met deze functie kunt u anticiperen op
bepaalde ri
jsituaties, zoals het inhalen van een auto of een bocht in de weg.
Als de flippers enige tijd niet meer gebruikt worden, gaat de versnellingsbak weer over opde automatische stand.
Handbediende stand
)Selecteer de stand A .
Automatische bediening
Op het display van het
instrumentenpaneel verschijnen
de aanduiding AUTO
en de
ingeschakelde versnelling.
De versnellingsbak werkt automatisch,
z
onder dat u zelf hoeft te schakelen. De
versnellingsbak kiest voortdurend de meest geschikte versnelling, afhankelijk van de
volgende parameters:
- optimaal brandstofverbruik,
- r
ijstijl,
- profiel van de weg,
- belading van de auto.
)
Selecteer de stand M .
De ingeschakelde versnellingen verschijnenachtereenvolgend op het display van hetinstrumentenpaneel.
Het schakelen naar een andere
versnelling is alleen mogelijk als het motortoerental dit toestaat.
Het is niet noodzakelijk om bij het schakelen het gaspedaal los te laten.
Bij het remmen of het verminderen van
de snelheid schakelt de versnellingsbak
automatisch teru
g, zodat de juiste versnellingis geselecteerd op het moment dat u hetgaspedaal weer intrapt.
Bij krachtig accelereren wordt de hoogste
versnelling niet ingeschakeld als de bestuurder
de flippers achter het stuur niet bedient.
Selecteer tijdens het rijden nooit deneutraalstand N.
Selecteer de neutraalstand N
nooit tijdens het rijden.
De stand kan op elk gewenst moment worden veranderd door de selectiehendel in de stand Aof juist in de stand M
te zetten (al naar gelangwelke stand is ingeschakeld).
Page 210 of 408

Stilzetten van de auto
Storing
Als de aanduiding AUTObij het aanzetten
van het contact gaat knipperen, in combinatie met een geluidssignaal en een melding ophet display, duidt dit op een storing in de
versnellingsbak.
Laat dit zo snel mogelijk controleren door hetCITROËN-netwerk of door een gekwalificeerde
werkplaats.
Selecteer wanneer u de auto metdraaiende motor stilzet altijd deneutraalstand N . Controleer voordat u werkzaamheden onder de motorkap uitvoert altijd of de selectiehendel in de neutraalstand Nstaat en de handrem is aangetrokken.Trek de handrem stevig aan om de auto volledig te blokkeren, behalve wanneer de handrem automatisch wordt bediend.
Voordat u de motor a
fzet, kunt u:
- de selectiehendel in de stand Nzetten om
de neutraalstand te selecteren,
of
- een versnelling ingeschakeld laten. In datgeval kan de auto niet worden verplaatst.
Selecteer de achteruitversnelling (stand R
) Ruitsluitend als de auto volledig stilstaat en de
voet op het rempedaal wordt gehouden.
)Selecteer de stand R.
Als op lage snelheid de achteruitversnelling
wordt ingeschakeld, knipper t het lampje
N
en wordt automatisch de neutraalstand
ingeschakeld. Zet de selectiehendel in de stand
Nen vervolgens weer in de stand Rom de achteruitversnelling in te schakelen.
Trek in beide gevallen altijd de handremaanom de auto volledig stil te zetten (als de
handrem niet in de automatische stand staat
ingesteld).
Achteruitversnelling
Bij het inschakelen van deachteruitversnelling klinkt eengeluidssignaal.
Page 211 of 408

Rijden
Automatische versnellingsbak
Schakelpatroon
Bij de 6 -traps automaat kunt u kiezen uit
automatische bediening, aangevuld met de programma's Sport en Sneeuw. U kunt met deselectiehendel ook handmatig schakelen.
Deze versnellingsbak heeft vier gebruiksmogelijkheden:
- automatisch schakelen
: het schakelen
wordt elektronisch aangestuurd,
- programma Sport
: dit schakelprogramma maakt een meer dynamische rijstijl mogelijk, -programma Sneeuw
: dit schakelprogramma vereenvoudigt het rijden op een ondergrond met weinig grip,
- handmatig schakelen
: deze stand maakthet zelf schakelen met de selectiehendelmogelijk.
1.
Selectiehendel. 2.To ets "S"(Sport).
3.To ets " 7"(Sneeuw).
Selectiehendel
P.Parkeerstand.
- Stilzetten van de auto, met of zonder
aangetrokken parkeerrem.
- Starten van de motor.R.
Achteruitversnelling.
- Achteruitrijden, stilstaande auto, stationair
t
oerental.
N.Neutraalstand.
- Stilzetten van de auto, met aangetrokken
parkeerrem.
-
Starten van de motor.D.
Automatische werking. M+ / -. Zelf schakelen tussen de zesversnellingen. )
Beweeg de selectiehendel kort naar voren
om op te schakelen.
of ) Beweeg de selectiehendel kor t naar
achteren om terug te schakelen.
Weergave op het instrumentenpaneelgpg
Wanneer u de selectiehendel door het schakelpatroon beweegt, verschijnt
het desbetreffende pictogram op het
instrumentenpaneel.
P. Parking (parkeerstand).
R.Reverse (achteruitversnelling). N.
Neutral (neutraalstand). D.Drive (automatisch schakelen).S.
Programma Sport. 7. Programma Sneeuw. w1 t /m 6.
Ingeschakelde versnellingen bijhandmatig schakelen. -.
Ongeldige waarde bij handmatig schakelen.
Page 212 of 408