Page 5 of 408
MULTIFUNCTIONELE
DISPLAYSCOMFORT TOEGANG TOT
DE AUTOZICHT
64Monochroom displayC
68 Kleurendisplay enkaartweergave
70Boordcomputer
78 Ventilatie
80Handbediendeairconditioning
82Automatische airconditioningmet gescheiden regeling
87 Achterruitverwarming
88 Voorstoelen
93 Achterbank
94 Stuurwielverstelling
95 Spiegels
100 Sleutel met afstandsbediening
109 Alarm
112Portieren
114 Achterklep
115 Elektrisch bedienbare ruiten
117 Brandstoftank
119 Vulpistoolrestrictie (diesel)
124 Lichtschakelaar
125 Dagrijverlichting
128 Automatische verlichting
129Instapverlichting
130 Koplampen verstellen
131 Meedraaiende koplampen
133 Ruitenwisserschakelaar
13 4 Automatisch wissen
138Plafonniers
139Sfeerverlichting
140 Ver lichting bagageruimte
004004005005002002003003
Page 6 of 408
VEILIGHEID RIJDEN VOORZIENINGEN VEILIG VERVOEREN
VAN KINDEREN
194 Elektrische parkeerrem
202Handbediende parkeerrem
203 Handgeschakelde
versnellingsbak
204Opschakelindicator
205 EGS 6-versnellingsbak
209Automatischeversnellingsbak
213 Hill Start Assist
214Stop & Start
217 Lane Departure Warning System (LDWS)
218 Dode-hoekdetectie
222Snelheidsbegrenzer
224Snelheidsregelaar
226 Parkeerplaatsassistent
228Parkeerhulp
174 Richtingaanwijzers
174 Alarmknipperlichten
175Claxon
175Urgence-oproep of
Assistance-oproep
176Controlesysteem
bandenspanning
178 Hulpsystemen bij hetremmen
179Stabiliteitscontrolesystemen(ESP)
181 Veiligheidsgordels
185 Airbags
162Kinderzitjes
168 ISOFIX-kinderzitjes
171Veiligheidsvoorzieningen
voor kinderen
14 4 Inrichting interieur
15 0Armleuning vóór
155Inrichting van bagageruimte
008008009009006006007007
Page 25 of 408
23In één oogopslag
Controle tijdens het rijden
A.Als u het contact aanzet, geven de segmenten van de brandstofmeter aanhoeveel brandstof er nog in de tank zit.B.Bij een draaiende motor moethet waarschuwingslampje laagbrandstofniveau uitgaan.
C.Als u het contact aanzet, moet demotorolieniveaumeter enkele seconden demelding "OK" of "correct" aangeven.
Ga tanken of vul olie bij als dat nodig blijkt.
Instrumentenpanelen
38
1.Als u het contact aanzet, gaan de oranje en rode controlelampjes branden. 2.
Bij een draaiende motor moeten dezelampjes weer uitgaan.
Raadpleeg de desbetreffende bladzijde als er lampjes blijven branden.
Controlelampjes
43
A.Oproep Urgence.
Schakelaars op centraal
bedieningspaneel
175 , 2 95
B.
Oproep CITROËN-Assistance.
175 , 2 9
5
C. Alarmknipperlichten.
17
4
D.Centrale vergrendeling.
10
7
E.Black panel (zwart scherm).
60
Page 26 of 408
Controle tijdens het rijden
Het branden van een lampje geeft de staat vande desbetreffende functie aan.
Schakelaars aan de zijkant
van het dashboard
179
B.Parkeerhulp uitschakelen.
22
8
C.
Stop & Start-systeem uitschakelen.
21
4
D.Dodehoekbewaking inschakelen.
21
8
E. Lane Depar ture Warning System
inschakelen
217
F
.Interieuralarm uitschakelen.
10
9
A.
ESP/ASR-systeem uitschakelen.
Page 52 of 408

ControlelampjebrandtOorzaakActies / Opmerkingen
Richtingaanwijzer
links
knipper t, met
geluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omlaa
g
beweegt.
Richtingaanwijzer rechts
knipper t, met geluidssignaal. Als u de lichtschakelaar omhoog
beweegt.
Parkeerlichten
permanent. De lichtschakelaar staat in de stand"Parkeerlichten".
Als de dagrijverlichting is uitgeschakeld en de lichtschakelaar in
de stand "AUTO" staat, worden de parkeerlichten ingeschakeld
zodat de kenmerkende verlichtingsvorm van de auto zichtbaar is.
Dimlicht
permanent. De lichtschakelaar staat in de stand"Dimlicht" of in de stand "AUTO"
(bij weinig buitenlicht).
Grootlicht
permanent. Als u de lichtschakelaar naar u toetrekt. Tr e k n ogmaals aan de lichtschakelaar om terug teschakelen naar dimlicht.
Mistlampen vóór
permanent. De mistlampen vóór zijn ingeschakeld. Draai de ring twee standen naar achteren om de
mistlampen vóór uit te schakelen.
Mistachterlichten
permanent. De mistachterlichten zijn
ingeschakeld. Draai de ring naar achteren om de mistachterlichten uit
te schakelen.
Alarmknipperlichten knipper t, met geluidssignaal. De schakelaar voor de
alarmknipperlichten op het dashboard
is ingedrukt. De richtingaanwijzers links en rechts en debijbehorende verklikkerlampjes knipperen tegelijkertijd.
Controlelampjes ingeschakelde functies
De volgende controlelampjes geven aan dat de desbetreffende functie is ingeschakeld.Het lampje kan branden in combinatie met een geluidssignaal en een melding op het multifunctionele display.
Page 104 of 408