Page 97 of 288
BAGAGERUIMTEDe ontgrendeling van de bagageruimte gebeurt elektrisch en kan niet
worden ontgrendeld wanneer de auto rijdt.OPENENIndien ontgrendeld kan de achterklep van buitenaf geopend worden
met het elektrische embleem fig. 70 tot de klik van het ontgrendelen
wordt gehoord of met behulp van de
knop op de
afstandsbediening.
Wanneer de achterklep wordt geopend, knipperen de
richtingaanwijzers twee keer en gaat de bagageruimteverlichting
branden. Wanneer de achterklep wordt gesloten, gaat de verlichting
automatisch uit. De verlichting gaat ook uit wanneer de bagageruimte
een paar minuten open wordt gelaten.Achterklep van binnenuit openen in geval van nood
Ga als volgt te werk:
❒verwijder de achterste hoofdsteunen en klap de zittingen volledig
om (zie de paragraaf "Bagageruimte uitbreiden");
❒druk op de hendel A fig. 71;
fig. 70
A0K0068
fig. 71
A0K0069
93WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 98 of 288
SLUITENLaat de achterklep zakken en druk in de buurt van het slot totdat het
vastklikt.
Op de binnenkant van de achterklep zijn hendels B fig. 72 voorzien
waarmee de achterklep makkelijk kan worden gesloten.
BELANGRIJK Controleer of u in het bezit van de sleutels bent voordat
de achterklep wordt gesloten. De achterklep wordt namelijk
automatisch vergrendeld.
INITIALISATIE BAGAGERUIMTEBELANGRIJK Als de accu werd losgekoppeld of als een zekering is
doorgebrand, dan moet de vergrendeling van de achterklep opnieuw
worden geïnitialiseerd. Ga hiervoor als volgt te werk:
❒sluit alle portieren en de achterklep;
❒Druk op de knop
van de afstandsbediening;
❒Druk op de knopvan de afstandsbediening.
fig. 72
A0K0181
94
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 99 of 288
BAGAGERUIMTE UITBREIDENDe bagageruimte kan deels (1/3 of 2/3) of helemaal worden
uitgebreid door de achterbank te scheiden. Zie voor het uitbreiden van
de bagageruimte de beschrijvingen in de paragrafen “Hoedenplank
verwijderen” en “Achterbank neerklappen”.
Hoedenplank verwijderen
Ga als volgt te werk:
❒haak de twee trekkoorden B fig. 73 los A door de oogjes C uit de
steunpennen te verwijderen;
❒maak de pennen A fig. 74 buiten de hoedenplank vrij en verwijder
de hoedenplank B door hem naar buiten te trekken;
❒na verwijdering kan de hoedenplank dwars in de bagageruimte of
tussen de leuningen van de voorstoelen en de omgeklapte zittingen
van de achterbank worden geplaatst (bij volledig uitgebreide
bagageruimte).
fig. 74
A0K0182
fig. 73
A0K0070
95WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 100 of 288

Achterbank neerklappenGa als volgt te werk:
❒zet de hoofdsteunen helemaal omhoog, druk op beide knoppen A
en B fig. 75 aan de zijkanten van de twee steunen, en verwijder
de hoofdsteunen door ze omhoog te trekken;
❒plaats de veiligheidsgordels opzij en controleer of ze goed gestrekt
en niet verdraaid zijn;
❒gebruik de hendel A fig. 76 om het linker of het rechter gedeelte van
de rugleuning vrij te maken en breng de rugleuning op het zitkussen
(wanneer de hendel A is opgetild, is een rode streep B zichtbaar).Achterbank terugzetten
Plaats de veiligheidsgordels opzij en controleer of ze goed gestrekt en
niet verdraaid zijn.
Zet de eerder neergeklapte rugleuning omhoog tot de klik van het
vergrendelmechanisme wordt gehoord. Controleer visueel of het rode
streepje op de hendel A fig. 76 niet meer zichtbaar is. Deze rode
streep geeft aan dat de rugleuning niet is vergrendeld.
Monteer al laatste de hoofdsteunen in hun behuizingen.
fig. 75
A0K0065
fig. 76
A0K0110
96
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 101 of 288

LADING VASTZETTENIn de bagageruimte zijn twee bevestigingen A fig. 77 voor kabels
aanwezig waarmee de vervoerde lading stevig vastgezet kan worden.
Er zijn tevens twee van deze bevestigingen op de achterste dwarsbalk
B aanwezig.BELANGRIJK Aan elke bevestiging mag een lading van maximaal 100
kg worden vastgezet.
Een zware lading die niet is vastgezet kan ernstig
letsel tijdens een ongeval veroorzaken.Als in een gebied wordt gereden waar weinig
tankstations aanwezig zijn en men benzine in een
tankje wil meenemen, moet dit overeenkomstig de
geldende voorschriften en in een goedgekeurd tankje gebeuren
dat op passende wijze met de bevestigingen is verankerd.
Bedenk echter wel dat op deze manier het risico op brand bij een
ongeval toeneemt.
BAGAGEHAKENIn de bagageruimte zijn ook bagagehaken aanwezig.BAGAGENET(voor bepaalde versies/markten)
Dit is van nut voor een correcte schikking van de lading en/of voor het
vervoer van lichte materialen. Het bagagenet is beschikbaar in het
Alfa Romeo Lineaccessori-assortiment.
fig. 77
A0K0169
97WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 102 of 288

MOTORKAPOPENENGa als volgt te werk:
❒trek de hendel A fig. 78 in de richting van de pijl;
❒verplaats de hendel B in de richting van de pijl en til de motorkap
op.
BELANGRIJK Het openen van de motorkap wordt vergemakkelijkt door
twee gasveren op de zijkant. Demonteer de gasveren nooit en
begeleid de motorkap tijdens het openen.
BELANGRIJK Controleer of de ruitenwissers zich in de ruststand
bevinden en niet actief zijn alvorens de motorkap op te tillen.
SLUITENLaat de motorkap tot op ongeveer 20 cm van de motorruimte zakken
en laat hem dan vallen. Controleer of de motorkap goed gesloten is
(niet alleen met de beveiliging vergrendeld) door te proberen hem op
te tillen. Als de motorkap niet perfect gesloten is, open hem dan
opnieuw en herhaal de handeling. Probeer de motorkap niet te sluiten
door erop te drukken.
BELANGRIJK Controleer altijd of de motorkap goed vergrendeld is om
te voorkomen dat deze tijdens het rijden opent.
De volgende plaat wordt aangebracht in de motorruimte fig. 79:
Voor de rijveiligheid moet de motorkap tijdens het
rijden altijd perfect gesloten zijn. Controleer dus altijd
of de motorkap goed gesloten en vergrendeld is.
Mocht men tijdens het rijden merken dat de motorkap niet goed
vergrendeld is, stop dan onmiddellijk en sluit de motorkap op de
correcte manier.Verricht deze handelingen uitsluitend bij stilstaande
auto.
fig. 78
A0K0116
fig. 79
A0K1520
98
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 103 of 288
IMPERIAAL/SKIDRAGERDe bevestigingspunten A fig. 80 zijn aangegeven in de figuur en zijn
alleen bereikbaar met geopende portieren.
In het Alfa Romeo Lineaccessori assortiment is speciaal voor deze auto
een imperiaal/skidrager opgenomen.
Controleer na een korte rit of de schroeven van de
bevestigingspunten nog goed zijn vastgedraaid.Overschrijd nooit het maximum toegestane draagvermogen
(zie hoofdstuk "Technische gegevens").
Verdeel de lading gelijkmatig en houd bij het rijden
rekening met een verhoogde zijwindgevoeligheid.De wettelijke voorschriften betreffende de maximale
afmetingen moeten altijd worden gerespecteerd.
fig. 80
A0K0117
99WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Page 104 of 288

KOPLAMPENLICHTBUNDEL AFSTELLENEen goede afstelling van de koplampen is belangrijk voor het comfort
en de veiligheid van de bestuurder en alle overige weggebruikers.
Dit wordt bovendien geregeld door specifieke voorschriften van
de wegenverkeerswetgeving.
De koplampen moeten juist gericht zijn om de beste zichtcondities voor
uzelf en de anderen te garanderen, terwijl met ingeschakelde
koplampen wordt gereden. Raapleeg het Alfa Romeo Servicenetwerk
voor het controleren en eventueel afstellen.HOOGTEREGELING KOPLAMPENDe hoogteregeling werkt met de contactsleutel in de stand MAR en
ingeschakelde dimlichten.
Koplampverstelling
Druk op de
knoppen of
fig. 81. De ingestelde stand wordt op
de display getoond.
Stand 0
een of twee personen op de voorstoelen.
Stand 1
4 personen.
Stand 2
4 personen + bagage in bagageruimte.
Stand 3
bestuurder + maximum toegestane lading volledig in de
bagageruimte.
BELANGRIJK Controleer de afstelling van de koplampen telkens als het
gewicht van de vervoerde lading verandert.
BELANGRIJK Als de auto is uitgerust met Bixenon koplampen, wordt
de hoogte elektronisch geregeld, en derhalve zijn de
en
knoppen niet aanwezig.
MISTLAMPEN AFSTELLEN(voor bepaalde versies/markten)
Raapleeg het Alfa Romeo Servicenetwerk voor het controleren en
eventueel afstellen.KOPLAMPAFSTELLING IN HET
BUITENLANDDe dimlichten zijn afgesteld voor gebruik in het land waar de auto
oorspronkelijk is gekocht. Als gereden wordt in landen waar op de
andere weghelft wordt gereden, moeten, om verblinding van
tegenliggers te voorkomen, delen van de koplamp worden afgedekt
overeenkomstig de wegenverkeerswetgeving van het betreffende land.
fig. 81
A0K0339
100WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER