BEDIENINGSKNOPPEN
: Om de schermpagina en de betreffende opties naar boven te
doorlopen of om de weergegeven waarde te verhogen fig. 8.
SET/: kort indrukken om het menu te openen en/of naar het
volgende scherm te gaan of de keuze te bevestigen. Lang indrukken
om naar het standaardscherm terug te keren.: om het weergegeven menu en de betreffende opties naar
beneden te doorlopen of om de weergegeven waarde te verlagen.
BELANGRIJK De knoppen
en
activeren verschillende
functies, afhankelijk van de volgende situaties:
❒zorgen binnen het menu voor het naar beneden en naar boven
doorlopen van de opties;
❒zorgen tijdens instellingen voor het verhogen en verlagen van de
waarden.
SETUP-MENUHet menu bestaat uit een serie opties die gekozen kunnen worden met
de knoppen "
"en"
", waarna verschillende keuze- en
instellingsmogelijkheden (Setup) worden geboden.
Sommige opties hebben een submenu. Het menu wordt geactiveerd
door de knop SET/
kort in te drukken.
Het menu bestaat uit de volgende opties:
❒MENU
❒PIEP SNELHEID
❒SENSOR KOPLAMPEN (voor bepaalde uitvoeringen/markten)
❒REGENSENSOR (voor bepaalde versies/markten)
❒ACTIVERING TRIP B
❒STEL UUR (tijd) IN
❒STEL DATUM IN
❒EERSTE PAGINA (voor bepaalde versies/markten)
❒ZIE RADIO
❒AUTOCLOSE
❒MEETEENHEID
❒TAAL
❒GELUIDSSTERKTE WAARSCHUWINGEN (zoemervolume)
❒GELUIDSSTERKTE TOETSEN
❒PIEP VEILIGHEIDSGORDELS/CONTROLEZOEMER
❒SERVICE
❒AIRBAG/PASSAGIERSAIRBAG
❒"DAYTIME RUNNING LIGHTS"
fig. 8
A0K0339
21WEGWIJS IN UW
AUTOVEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
OpmerkingOnder bijzonder extreme klimaatomstandigheden wordt
aanbevolen het gebruik van de Start&Stop-functie te beperken om te
voorkomen dat de compressor continu wordt in- en uitgeschakeld,
waardoor de ramen snel beslaan en vochtophoping plaatsvindt, met
een onaangename geur in het interieur als gevolg.
OpmerkingBij actieve Start&Stop-functie (motor afgezet bij
voertuigsnelheid nul), wordt de automatische recirculatiefunctie met
lucht van buitenaf uitgeschakeld om de kans op beslagen ruiten te
verminderen (vermits de compressor is uitgeschakeld).EXTRA VERWARMING(voor bepaalde uitvoeringen/markten)
Hiermee kan het interieur op koude dagen sneller worden verwarmd.
De extra verwarming schakelt automatisch uit nadat de gewenste
comfortsituatie is bereikt.
Automatische dual-zone klimaatregeling
(voor bepaalde versies/markten)
De extra verwarming wordt automatisch ingeschakeld afhankelijk van
externe weersomstandigheden en met gestarte motor.
Handmatige klimaatregeling
De extra verwarming wordt automatisch ingeschakeld als knop A naar
het rode gebied gedraaid wordt en de ventilator op minstens de 1
e
snelheid is ingesteld.
BELANGRIJK De extra verwarming werkt alleen bij lage
buitentemperatuur en motorkoelvloeistoftemperatuur. De extra
verwarming wordt niet ingeschakeld als de accuspanning laag is.
BUITENVERLICHTINGLINKER HENDELDe linker hendel fig. 39 bedient de meeste soorten buitenverlichting.
De buitenverlichting kan alleen worden ingeschakeld met de
contactsleutel in de stand MAR.
Bij inschakeling van de buitenverlichting, worden het
instrumentenpaneel en verschillende bedieningselementen op het
dashboard verlicht.DAGVERLICHTING (DRL)"Daytime Running Lights"
Met de sleutel in de stand MAR en de ring A fig. 39 in de stand
gedraaid, gaat de dagverlichting automatisch aan. De andere
lampen en de binnenverlichting blijven uit.fig. 39
A0K0099
64
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER