❒druk kortstondig op de SET/
knop om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de knop om terug te keren naar
het hoofdmenu zonder op te slaan.
❒houd de SET/
knop nogmaals ingedrukt om terug te keren naar
het standaardscherm of het hoofdmenu in functie van waar men
zich bevindt.
Meeteenheid (Meeteenheid instellen)Met deze functie kunnen de eenheden worden ingesteld via drie
submenu’s: “Afstanden”, “Verbruik” en “Temperatuur“.
Ga als volgt te werk om de meeteenheid in te stellen:
❒druk kort op de SET/
knop om de drie submenu's weer te
geven;
❒druk op de knop ""of"
" om de drie submenu's te
doorlopen;
❒nadat het te wijzigen submenu is gekozen, kort op de SET/
knop drukken;
❒wanneer het submenu “Afstanden” wordt gekozen, druk kortstondig
op de SET/
knop om “km” of “mi” op het display weer te
geven, in functie van wat eerder is ingesteld;
❒druk op de knop "
"of"
" om te kiezen;
❒wanneer het submenu “Verbruik ” wordt gekozen, druk kortstondig
op de SET/
knop om “km/l”, “l/100km” of “mpg” op het
display weer te geven, in functie van wat eerder is ingesteld;
Wanneer “km” is ingesteld, wordt het brandstofverbruik in km/l of
l/100km op de display weergegeven.Wanneer “mi” is ingesteld, wordt het brandstofverbruik in “mpg" op
de display weergegeven.
❒druk op de knop "
"of"
" om te kiezen;
❒wanneer het submenu “Temperatuur” wordt gekozen, druk op de
SET/
knop om °C of °F op het display weer te geven, in functie
van wat eerder is ingesteld;
❒druk op de knop "
"of"
" om te kiezen;
Wanneer de gewenste instellingen zijn uitgevoerd, druk kortstondig op
de SET/
knop om terug te keren naar het menuscherm of druk
langdurig op de knop om terug te keren naar het hoofdmenu zonder
op te slaan.
Druk nogmaals langdurig op de SET/
knop om terug te keren naar
het standaardscherm of het hoofdmenu in functie van waar men zich
bevindt.
Taal (Taal instellen)De meldingen op de display kunnen in de volgende talen worden
weergegeven: Italiano, English, Deutsch, Português, Español, Français,
Nederlands, Türk en Português Brasileiro.
Ga als volgt te werk om de gewenste taal in te stellen:
❒druk kortstondig op de SET/
knop: op het display begint de
voorheen ingestelde "taal" te knipperen;
❒druk op de knop "
"of"
" om te kiezen;
❒druk kort op de SET/
knop om terug te keren naar het
menuscherm of druk langdurig op de knop om terug te keren naar
het standaardscherm zonder op te slaan.
26
WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLEN
ONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER
Droog de minder zichtbare delen (bijv. randen van portieren,
motorkap, koplampranden) zorgvuldig, aangezien in deze zones
water makkelijker kan stagneren. Was de auto nooit als hij in de zon
heeft gestaan of als de motorkap nog warm is: de glans van de lak
kan afnemen.
De kunststof carrosseriedelen moeten op dezelfde wijze als de rest van
de auto gewassen worden.
Schoonmaakmiddelen verontreinigen het milieu. Was
daarom de auto op een plaats waar het afvalwater direct
wordt opgevangen en gezuiverd.Om de esthetische eigenschappen van de lak te behouden,
mogen er geen schuur- en/of poetsproducten voor het
reinigen van de auto worden gebruikt.
BELANGRIJK
Parkeer de auto zo min mogelijk onder bomen: de hars die uit de
bomen druppelt, maakt de lak mat en vergroot de kans op
roestvorming.
Vogelpoep moet zo snel en zo goed mogelijk verwijderd worden,
omdat hierin bijzonder agressieve zuren aanwezig zijn.Ruiten
Gebruik specifieke schoonmaakmiddelen en schone, zachte doeken
om krassen en beschadigingen te voorkomen.
BELANGRIJK Veeg het binnenoppervlak van de achterruit voorzichtig
met een doek af, en volg hierbij de richting van de elektrische
weerstandsdraden om de achterruitverwarming niet te beschadigen.
Koplampen
Gebruik een zachte, vochtige doek die in water met een specifiek
autowasmiddel is gedrenkt.
BELANGRIJK Gebruik nooit aromatische stoffen (bijv. benzine) of
ketonen (bijv. aceton) om de plastic lampglazen van de koplampen te
reinigen.
BELANGRIJK Als de auto met een drukreiniger wordt gewassen, moet
de straal op minstens 20 cm van de koplampen worden gehouden.
Motorruimte
Spuit de motorruimte na het winterseizoen zorgvuldig uit: hierbij mag
de waterstraal niet rechtstreeks op de elektronische regeleenheden
of op de motoren van de ruitenwissers worden gericht. Laat deze
werkzaamheden uitvoeren door een gespecialiseerd bedrijf.
BELANGRIJK Voor het uitspuiten van de motorruimte moet de
contactsleutel in de stand STOP staan en de motor koud zijn.
Controleer na het reinigen of de verschillende beschermingen (bijv.
rubberen doppen en kappen) niet verwijderd of beschadigd zijn.
208WEGWIJS IN UW
AUTO
VEILIGHEID
STARTEN EN RIJDEN
NOODGEVALLENONDERHOUD EN
ZORG
TECHNISCHE
GEGEVENS
ALFABETISCH
REGISTER