Page 169 of 409

Kenmerken van uw auto
96
4
Buitenthermometer
De huidige buitentemperatuur wordt
weergegeven in hele graden (in
1°C/1°F). Het temperatuurbereik ligttussen -40°C en 60°C (-40°F en 140°F).
wijzigt mogelijk niet onmiddellijk zoals
bij een gewone thermometer. Dit is om
te voorkomen dat de bestuurder erdoor
wordt afgeleid.Luchttoevoertoets
Hiermee kan de stand BUITENLUCHT of
de stand RECIRCULATIE worden
gekozen.
Druk op de desbetreffende toets om de
stand van de luchttoevoer te wijzigen. Stand RECIRCULATIE
In de standRECIRCULATIE wordt delucht uit het
passagierscompartimentdoor het systeemgerecirculeerd en,
afhankelijk van de gekozen
functie, gekoeld of
verwarmd.
Stand BUITENLUCHT In de standBUITENLUCHT stroomt de
lucht van buitenaf in het
passagierscompartiment.
Deze lucht wordt,
afhankelijk van de gekozen
functie, verwarmd of
gekoeld.
✽✽ AANWIJZING
Let op: door langdurig gebruik van de
stand RECIRCULATIE kunnen de
ruiten beslaan en zal de lucht in het
passagierscompartiment muf worden.
Daarnaast kan de lucht in het
passagierscompartiment extreem droog
worden bij langdurig gebruik van de
airconditioning in de stand
RECIRCULATIE.
OCM040153OCM040152
Page 170 of 409

497
Kenmerken van uw auto
Aanjagerschakelaar
De aanjagersnelheid kan worden
ingesteld door de knop in de gewenste
stand te draaien.
Druk om de aanjagersnelheid te wijzigen
op ( ) de toets voor een hogere
snelheid of druk op ( ) de toets voor
een lagere snelheid. Om de
aanjagerregeling uit te schakelen, drukt
u op de toets OFF van de voorste
aanjager.
Airconditioning
Druk op de toets A/C om de
airconditioning in te schakelen (het
controlelampje gaat branden).
Druk nogmaals op de toets om de
airconditioning uit te schakelen.
WAARSCHUWING
Langdurig recirculeren kan leiden tot een verhoogde
luchtvochtigheid in het interieur,
waardoor de ruiten kunnen
beslaan en het uitzicht
belemmerd wordt.
Ga niet slapen in de auto wanneer het
airconditioningssysteem of de
verwarming ingeschakeld is.
Door een afname van de
zuurstofconcentratie en/of de
lichaamstemperatuur kunnen deinzittenden letsel oplopen.
Langdurig recirculeren kan slaperigheid veroorzaken,
waardoor de bestuurder de
controle over de auto kan
verliezen. Schakel daarom zo
veel mogelijk de stand
BUITENLUCHT in.
OCM040154OCM052103
Page 171 of 409

Kenmerken van uw auto
98
4
Stand OFF
Druk op toets OFF om de airconditioning
uit te schakelen. Het is in dat geval nogsteeds mogelijk om de luchtcirculatie en
de luchttoevoer met de toetsen te
bedienen, zolang het contact in standON staat. Airconditioning 3e zitrij
(indien van toepassing)
Airconditioningsysteem 3e zitrij
inschakelen
1. Druk op de toets ON/OFF voor de
airconditioning van de 3e zitrij. Deze
bevindt zich op het bedieningspaneel
van het verwarmings- en
ventilatiesysteem vóór. Stel de
aanjagersnelheid in op de gewenste
snelheid met de aanjagertoets voor de
3e zitrij. (Het controlelampje op de toets
ON/OFF ( ) gaat branden.) 2. Om het airconditioningsysteem van de
3e zitrij uit te schakelen, druk u op de
toets ON/OFF ( ) voor de
airconditioning van de 3e zitrij. Deze
bevindt zich op het bedieningspaneel
van het verwarmings- en
ventilatiesysteem vóór. Of u stelt deaanjagersnelheid in op de stand OFF
met de aanjagertoets van de 3e zitrij(controlelampje op de toets ON / OFF
( ) gaat niet branden).
OCM052099OCM040217
Page 172 of 409

499
Kenmerken van uw auto
Draai de temperatuurknop volledignaar rechts (maximaal verwarmen) en
zet de aanjagerknop op de hoogstesnelheid om maximaal te ontdooien.
Zet de knop voor de luchtcirculatie in stand VERWARMEN/ONTWASEMEN,
wanneer tijdens het ontdooien of
ontwasemen warme lucht in de
voetenruimte gewenst wordt.
Verwijder voor het rijden alle sneeuw en ijs van de voorruit, de achterruit, de
buitenspiegels en alle zijruiten.
Verwijder alle sneeuw en ijs van de motorkap en van de
luchtaanvoeropening in het
paravanrooster om de werking van de
kachel en het ventilatiesysteem te
verbeteren en de kans op het beslaan
van de voorruit te verminderen.
Verwarmings- en ventilatiesysteem, handbediend Verwarmings- en ventilatiesysteem, handbediend
Binnenzijde voorruit ontwasemen
1. Stel de voorste aanjager in op de
gewenste snelheid.
2. Stel de gewenste temperatuur in.
3. Kies stand ( ) of ( ).
4. De stand BUITENLUCHT wordt automatisch geselecteerd. Als deze
stand ( ) geselecteerd is, zal ook
de airconditioning automatisch wordengeselecteerd.
Als de airconditioning en de stand
BUITENLUCHT niet automatisch worden
ingeschakeld, druk dan op de
desbetreffende toetsen.
VOORRUIT ONTDOOIEN EN ONTWASEMEN
WAARSCHUWING -
Voorruitverwarming
Gebruik de standen ( ) of ( )
niet in combinatie met koelen bij
een extreem hoge
luchtvochtigheid. Door het
temperatuurverschil tussen de
buitenlucht en de voorruit, kan de
voorruit plotseling beslaan,
waardoor het zicht wegvalt. Zet in
dat geval de modusselectie in de
stand ( ) en de aanjager op de
laagste stand.
OCM040160
Page 173 of 409
Kenmerken van uw auto
100
4
Buitenzijde voorruit ontdooien
1. Zet de aanjager in de hoogste stand.
2. Stel de temperatuur in op maximaal.
3. Kies stand ( ).
4. Het systeem schakelt de toevoer van
buitenlucht en de airconditioning automatisch in. Automatisch verwarmings- en ventilatiesysteem
Binnenzijde voorruit ontwasemen
1. Zet de aanjagerknop in de gewenste
stand.
2. Stel de gewenste temperatuur in.
3. Druk op de toets voorruitontwaseming () .
4. Op basis van de omgevingstemperatuur zal de
airconditioning automatisch worden
ingeschakeld en zullen de stand
BUITENLUCHT en een hogere
aanjagersnelheid worden gekozen. Als de airconditioning, de stand
BUITENLUCHT en de hogereaanjagersnelheid niet automatisch
worden ingeschakeld, druk dan op de
desbetreffende knoppen.
Als stand ( ) geselecteerd wordt,
wordt de aanjagersnelheid automatisch
verhoogd.
OCM040162OCM040161
Page 174 of 409

4101
Kenmerken van uw auto
Buitenzijde voorruit ontdooien
1. Zet de aanjager in de hoogste stand.
2. Stel de temperatuur in op maximaal.
3. Druk op de toets voorruitontwaseming() .
4. Op basis van de omgevingstemperatuur zal de airconditioning automatisch
worden ingeschakeld en de stand
BUITENLUCHT worden gekozen. Ontwasemfunctie
Om de kans op beslaan van de
binnenkant van de ruit tot een minimum
te beperken, wordt de luchttoevoer of deairconditioning automatisch afgestemd
op omstandigheden als het inschakelen
van stand ( ) of ( ). Voer de
volgende handelingen uit om de
ontwasemfunctie uit te schakelen of te
activeren.
Automatisch verwarmings- en
ventilatiesysteem
1. Zet het contact in stand ON.
2. Druk op de toets voorruitontwaseming ( ) om de stand ONTWASEMEN te
kiezen.
3. Houd de aircotoets (A/C) ingedrukt en druk de luchttoevoertoets (toetsrecirculatie) binnen 3 seconden ten
minste 5 keer in.
Het aircodisplay knippert 3 keer met
intervallen van 0,5 seconde. Dit geeft aan
dat de ontwasemfunctie is uitgeschakeld of
dat is teruggekeerd naar de
geprogrammeerde status.
Als de accu te ver ontladen of losgekoppeld
is geweest en weer opgeladen of
aangesloten wordt, is de ontwasemfunctie
standaard ingeschakeld.
OCM040163OCM040165
Page 175 of 409

Kenmerken van uw auto
102
4
D270000AUN
In deze opbergvakken kunnen kleine
voorwerpen voor bestuurder of
passagiers worden bewaard.
D270100AFD
Opbergvak middenconsole
(indien van toepassing)
In deze opbergvakken kunnen kleine
voorwerpen voor bestuurder of
voorpassagier worden bewaard.
Trek de hendel omhoog om het
opbergvak in de middenconsole teopenen.
Koeling dashboardkastje (indien van toepassing)
Blikjes drank of andere voorwerpen
kunnen warm of koel worden gehouden
m.b.v. de bedieningsknop van de
uitstroomopening in de opbergruimte in
de middenconsole.
1. Schakel de aanjager in.
2. Zet de draaiknop van de luchtverdeling in de stand ( )
3. Draai de bedieningsknop van de uitstroomopening in de opbergruimte in de middenconsole naar de stand"open".
(1) ON (2) OFF
OPBERGVAK
WAARSCHUWING -
Brandbare materialen
Bewaar geen aanstekers of andere
brandbare of explosieve materialen
in de auto. Deze kunnen ontploffen
of vlam vatten wanneer de auto
gedurende lange tijd blootgesteld
staat aan hoge temperaturen.
OPMERKING
Laat geen waardevolle spullen achter in de opbergvakken, omdiefstal te voorkomen.
Houd de deksels van de opbergvakken tijdens het rijden
gesloten. Plaats niet te veel voorwerpen in de opbergvakkenom te voorkomen dat de dekselsniet gesloten kunnen worden.
OCM040224OCM052149
Page 176 of 409
4103
Kenmerken van uw auto
4.Zet de temperatuurregeling op "warm"of "koud".
Als het koel-/warmhoudvak niet wordt
gebruikt, zet dan de bedieningsknop inde gesloten stand.
✽✽ AANWIJZING
Tijdens het gebruik van de koelfunctie
kunnen eventueel aanwezige papieren
beschadigd raken als gevolg van
condensatievocht.
D270200AFD
Dashboardkastje
De klep van het dashboardkastje kan
met de hoofdsleutel vergrendeld en
ontgrendeld worden. (indien vantoepassing) Het dashboardkastje gaat automatisch
als er aan de hendel getrokken wordt.
Sluit het dashboardkastje na gebruik. D270300AUN
Opbergvak voor zonnebril
Druk op het afdekkapje om het
opbergvak langzaam te openen. Plaats
uw zonnebril met de glazen naar boven
gericht in het opbergvak. Druk het
opbergvak dicht.
WAARSCHUWING
Houd het dashboardkastje tijdens
het rijden altijd gesloten om de
kans op letsel in geval van eenaanrijding of bij plotseling remmente verminderen.
OCM040214OCM052130