Page 9 of 409

Uw auto in één oogopslag
2
2
INTERIEUR, OVERZICHT
1. Knop vergrendelen/ontgrendelen portier
..........................................................4-15
2. Toets inklapbare buitenspiegel* ........4-39
3. Schakelaar spiegelbediening*...........4-38
4. Centrale portiervergrendeling* ..........4-15
5. Blokkeertoets ruitbediening* .............4-23
6. Schakelaar ruitbediening* .................4-20
7. Zekeringkast......................................7-57
8. Koplampverstelling*...........................4-71
9. Schakelaar mistlampen* ...................4-70
10. Schakelaar mistachterlicht* ............4-71
11. Verlichting instrumentenpaneel*......4-41
12. Toets 4WD LOCK* ..........................5-25
13. Toets voertuigstabiliteitsregeling uitschakelen* ...................................5-36
14. Hendel motorkapontgrendeling .......4-24
15. Hendel stuurverstelling ...................4-34
16. Stoel ..................................................3-2
* : indien van toepassing
OCM010001L
B010000ACM
Page 10 of 409

23
Uw auto in één oogopslag
DASHBOARD, OVERZICHT
1. Airbag bestuurder* ..................................3-44
2. Schakelaar verlichting/richtingaanwijzers.................................................................4-67
3. Instrumentenpaneel ................................4-40
4. Schakelaar ruitenwissers en -sproeiers .................................................................4-74
5. Cruise control-schakelaars*....................5-42
6. Contactslot .................................................5-4
7. Stuurwiel ..................................................4-33
8. Digitale klok* ..........................................4-109
9. Audioafstandsbediening* ......................4-121
10. Schakelaar alarmknipperlichten ...........4-66
11. Verwarmings- en ventilatiesysteem* ....4-91
12. Stoelverwarming* ....................................3-9
13. Selectiehendel .......................................5-17
14. Aansteker.............................................4-105
15. Aansluiting ...........................................4-108
16. Houder Smart Key* of asbak* ...5-13/4-106
17. Airbag voorpassagier* ..........................3-44
18. Knop uitstoomopening ..........................4-85
19. Dashboardkastje .................................4-103
20. Parkeerrem*...........................................5-32
21. Remsystem ...........................................5-31
22. Gaspedaal .............................................5-6
* : indien van toepassing
OCM010002L
B020000AFD
Page 11 of 409
Uw auto in één oogopslag
4
2
MOTORRUIMTE
OCM010003
1. Expansievat koelvloeistof ..................7-27
2. Vuldop motorolie ...............................7-25
3. Brandstoffilter ....................................7-34
4. Remvloeistofreservoir .......................7-30
5. Luchtfilter ..........................................7-35
6. Zekeringkast .....................................7-58
7. Minpool accu.....................................7-42
8. Pluspool accu ...................................7-42
9. Radiateurdop ....................................7-28
10. Peilstok motorolie............................7-25
11. Reservoir stuurbekrachtigingsvloeistof
........................................................7-31
12. Sproeierreservoir ............................7-32
* De uiteindelijke motorruimte kan afwijken van de afbeelding.
Page 12 of 409
3
Stoelen / 3-2
Veiligheidsgordels / 3-18
Kinderzitjes / 3-31
Aanvullend veiligheidssysteem / 3-40
Veiligheidssysteem van uw auto
Page 13 of 409
Veiligheidssysteem van uw auto
2
3
Voorstoel
(1) Voorwaartse/achterwaartse richting
(2) Rugleuningverstelling(3) Zittinghoogte (bestuurdersstoel)*(4) Lendesteun (bestuurdersstoel)*
(5) Stoelverwarming* / Stoelverwarming
(met luchtventilatie, bestuurdersstoel)*
(6) Hoofdsteun 2e zitrij
(7) Rugleuning verstellen en neerklappen
(8) Tweevoudig neerklapbaar* (9) Hoofdsteun
(10) Armsteun 3e zitrij*
(11) Neerklappen rugleuning (12) Hoofdsteun
* indien van toepassing
STOELEN
OCM030001E
handmatig
elektrisch
Page 14 of 409

33
Veiligheidssysteem van uw auto
WAARSCHUWING-
Bestuurdersstoel
• Probeer de stoel nooit tijdens het rijden te verstellen. Hierdoor kunt
u de controle verliezen waardoor
een ongeluk met ernstig letsel of
schade het gevolg kan zijn.
Zorg ervoor dat de rugleuning altijd in de normale positie kanstaan.
(Vervolg)
(Vervolg)Als de rugleuning vanwege hinderlijk
geplaatste voorwerpen of andere
oorzaken niet goed vergrendeld kan
worden, kan dit bij een noodstop of
aanrijding ernstig letsel tot gevolghebben.
Zet voor het wegrijden de rugleuning altijd rechtop en
plaats de heupgordel strak en zo
laag mogelijk over de heupen. In
deze positie bent u in geval van
een aanrijding het beste beschermd.
Ga zo ver van het stuurwiel af zitten als mogelijk is zonder dat
dit ten koste gaat van het
bedieningscomfort om onnodig
en wellicht ernstig letsel door de
airbag te voorkomen. Geadviseerd
wordt een minimale afstand van 250
mm tussen uw bovenlichaam en hetstuurwiel.
WAARSCHUWING -
Opklappen van de rugleuning
Zorg ervoor, indien u de rugleuning
weer rechtop zet, dat u deze
vasthoudt en rustig omhoog klapt.
Als u de rugleuning niet vasthoudt
tijdens het omhoog klappen, kan de
rugleuning terugschieten waardooru letsel kunt oplopen.
WAARSCHUWING -
Losliggende voorwerpen
Losliggende voorwerpen in de
voetenruimte van de bestuurder
kunnen de werking van de pedalen
nadelig beïnvloeden en mogelijk
een ongeval veroorzaken. Plaats
niets onder de voorstoelen.WAARSCHUWING -
Verantwoordelijkheid van
de bestuurder voorpassagier
Rijden met de rugleuning van een
stoel neergeklapt, kan bij eenaanrijding leiden tot ernstig letsel.
Als de rugleuning neergeklapt is,
kan de persoon op de
desbetreffende stoel bij een
aanrijding onder de gordel
doorglijden, waardoor de
onderbuik zwaar belast kan
worden. Hierdoor kan ernstig letsel
ontstaan. De bestuurder moet de
passagier erop wijzen tijdens hetrijden de rugleuning altijd zo
rechtop mogelijk te houden.
WAARSCHUWING
Controleer na het afstellen van de
stoel altijd of deze goed is
vergrendeld, door te proberen deze
naar voren of achteren te schuivenzonder de ontgrendelhendel te
gebruiken. Als de bestuurdersstoel
plotseling in beweging komt, kunt u
de controle over de auto verliezen.
Page 15 of 409

Veiligheidssysteem van uw auto
4
3
Afstellen van voorstoel - handmatig
(indien van toepassing)
C010101AUN
Voorwaartse/achterwaartse richting
Verstel de stoel als volgt naar voren of naar achteren:
1. Houd de hendel voor de
langsverstelling aan de voorzijde van
de stoel omhooggetrokken.
2. Schuif de stoel in de gewenste positie.
3. Laat de hendel los en controleer of de stoel vergrendeld is.
Stel de stoel af voordat u gaat rijden en
controleer of de stoel goed vergrendeld
is door te proberen deze handmatig naar
voren of achteren te schuiven. Als de
stoel beweegt, dan is hij niet goed
vergrendeld. C010102AUN
Rugleuning
Stel de rugleuning als volgt af:
1. Leun iets naar voren en trek de hendel
van de rugleuning aan de zijkant van
de stoel naar boven.
2. Leun vervolgens voorzichtig achterover en verstel de rugleuning in
de gewenste positie.
3. Laat de hendel los en zorg ervoor dat de rugleuning vergrendeld is. (De
hendel MOET zijn oorspronkelijke
positie weer innemen om de
rugleuning te vergrendelen.) C010103AUN
Afstellen van de zittinghoogte
(bestuurdersstoel)
(indien van toepassing)
Duw de hendel aan de zijkant van de zitting omhoog of omlaag om de hoogte
van de zitting te veranderen.
• Duw de hendel een aantal maal omlaag om de zitting lager af te stellen.
Trek de hendel een aantal maal omhoog om de zitting hoger af te stellen.
OCM030003OCM030004OCM030002
Page 16 of 409

35
Veiligheidssysteem van uw auto
C010105AFD
Lendensteun (bestuurdersstoel)(indien van toepassing)
De lendensteun kan worden versteld
door de hendel aan de buitenkant van de
rugleuning van de bestuurdersstoel te
bewegen. Door het verdraaien van de
hendel neemt de lendensteun toe of af. Afstellen van voorstoel
- elektrisch
(indien van toepassing)
De voorstoel kan worden afgesteld met
de bedieningsschakelaar aan de
buitenzijde van de zitting. Stel voor het
rijden de stoel af in de juiste stand zodathet stuurwiel, de pedalen en de
schakelaars op het dashboard
gemakkelijk bediend kunnen worden.
OCM030005WAARSCHUWING
De elektrisch verstelbare stoelen
kunnen bediend worden met hetcontact in stand LOCK.
Laat kinderen daarom nooit alleen
achter in de auto.
OPMERKING
Elektrisch verstelbare stoelen worden aangedreven door
elektromotoren. Laat de schakelaar los als de stoel juistafgesteld is. Anders kunnen deelektrische onderdelen
beschadigd raken.
Het verstellen van de stoelen kost behoorlijk veel stroom. Beperkdaarom het verstellen van de
stoelen tot een minimum zolang de motor niet loopt.
Bedien niet meerdere schakelaars tegelijkertijd. Anderskunnen de elektromotoren of
andere elektrische onderdelenbeschadigd raken.