Page 297 of 409

Wat te doen in een noodgeval
20
6
Wat te doen in een noodgeval
Aanhaalmoment wielmoeren:
Stalen velg en lichtmetalen velg:
9 - 11 kgm (65 - 79 lb.ft)
Verwijder het ventieldopje en controleer de bandenspanning als u
de beschikking heeft over een
bandenspanningsmeter. Rijdlangzaam naar het dichtstbijzijndetankstation en breng de band op dejuiste spanning als de
bandenspanning te laag is. Laat watlucht uit de band lopen als de
bandenspanning te hoog is. Plaats
na het controleren van debandenspanning of het op spanning
brengen altijd het ventieldopje. Als
het ventieldopje niet teruggeplaatst
wordt, kan er lekkage ontstaan. Koop
zo snel mogelijk een nieuw
ventieldopje en plaats dit als u een
dopje verloren bent.
Berg het wiel met de lekke band op de juiste plaats op en berg ook de
krik en het gereedschap op hun
oorspronkelijke plaats op. Plaats de krik, de krikslinger, de wielmoersleutel en het
gereedschapsetui zorgvuldig om te
voorkomen dat ze tijdens het rijden
gaan rammelen.OPMERKING
De tapeinden en de wielmoeren
van uw auto zijn voorzien vanmetrische draad. Zorg er bij het verwisselen van een wiel voordat dezelfde moeren gebruiktworden voor het plaatsen - of wanneer de wielen vervangenworden, moeren met dezelfdemetrische draad gebruiktworden. Bij het plaatsen van een niet metrische moer op eentapeind met metrischeschroefdraad of omgekeerd, zal het wiel niet op de juiste manieraan de naaf worden bevestigden zal het tapeind beschadigd raken, waardoor dezevervangen moet worden.
Houd er rekening mee dat demeeste wielmoeren geenmetrisch schroefdraad hebben. Controleer goed het typeschroefdraad voordat u nietoriginele wielmoeren of wielen gaat plaatsen. Neem bij twijfelcontact op met een officiëleHYUNDAI Erkend Reparateur.
WAARSCHUWING -
Tapeinden
Wanneer de tapeinden
beschadigd zijn, kunnen ze hetwiel niet meer goed op zijn
plaats houden. Hierdoor kan het
wiel losraken en een ongeval
veroorzaken, waardoor letselkan ontstaan.
WAARSCHUWING - Onjuiste bandenspanning
reservewiel
Controleer na het plaatsen van
het reservewiel zo spoedig
mogelijk de bandenspanning.Breng de band indien nodig op
de voorgeschreven spanning. Zie
“Velgen en banden” in hoofdstuk8.
Page 298 of 409

621
Wat te doen in een noodgeval
F070301AUN
Belangrijk - gebruik van hetcompacte reservewiel
(indien van toepassing)
Uw auto is uitgerust met een
compact reservewiel. Dit compacte
reservewiel neemt minder ruimte in
beslag dan een reservewiel van
normale afmetingen. Deze band is
smaller dan een conventionele band
en is uitsluitend bedoeld voor tijdelijk
gebruik.
De juiste bandenspanning van het
compacte reservewiel is (420 kPa)(60 psi).
✽✽AANWIJZING
Controleer de bandenspanning
nadat het reservewiel gemonteerd is.
Breng de band indien nodig op de
voorgeschreven spanning.
Neem bij het gebruik van het
compacte reservewiel de volgende
voorzorgsmaatregelen in acht:
Rijd niet harder dan 80 km/h (50 mph); bij een hogere snelheid kan
de band beschadigd raken.
Rijd langzaam genoeg om objecten op de weg te kunnen
ontwijken. Objecten als putdeksels
of afgevallen lading en andere
voorwerpen, kunnen het compacte
reservewiel ernstig beschadigen.
Door het reservewiel te lang te gebruiken, kan de band
beschadigd raken en kunt u de
macht over het stuur verliezen enmogelijk letsel oplopen.
Overschrijd het laadvermogen van de auto niet en overschrijd ook het
draagvermogen van de
reserveband dat op de zijkant van
de band is aangegeven niet.
Rijd niet over objecten heen. De diameter van het compacte
reservewiel is kleiner dan die van
een conventioneel wiel, waardoor
de grondspeling ongeveer 25 mm
(1 inch) kleiner wordt en er snellerschade aan de auto kan ontstaan.
OPMERKING
Als het compacte reservewiel
onder de auto gemonteerd is,moet u extra voorzichtigrijden. Het compactereservewiel moet zo snel mogelijk weer wordenvervangen door een normaleband en velg.
Afgeraden wordt de auto te gebruiken als er meer dan ééncompact reservewielgemonteerd is.
WAARSCHUWING
Het reservewiel is alleen
bestemd voor noodgevallen.
Rijd, wanneer het reservewiel is
gemonteerd, niet harder dan 80
km/h. De originele band dient zo
spoedig mogelijk gerepareerd
of vervangen te worden om
gebreken aan het reservewiel
en ongelukken te voorkomen.
Page 299 of 409

Wat te doen in een noodgeval
22
6
Wat te doen in een noodgeval
Maak geen gebruik van een
wasstraat als het reservewiel
gemonteerd is.
Monteer geen sneeuwketting op het reservewiel. Vanwege dekleinere afmetingen zal een
sneeuwketting niet goed passen.Hierdoor kan schade aan de auto
ontstaan en kan de sneeuwketting
losraken.
Deze band mag niet op de vooras gemonteerd worden als er oversneeuw of ijs gereden moet
worden.
Gebruik dit reservewiel niet onder een andere auto omdat het
speciaal ontworpen is voor uw
auto.
De levensduur van de reserveband is korter dan die van een
conventionele band. Controleer uw
reserveband regelmatig en
vervang een versleten
reserveband door een band met
dezelfde maat, gemonteerd op
dezelfde velg. Het compacte reservewiel moet
niet gebruikt worden onder andere
auto’s en er mogen geenstandaardbanden,
sneeuwkettingen, wieldoppen of
velgringen op de velg van het
compacte reservewiel worden
gemonteerd. Als dat wel gedaan
wordt, kan er schade aan deze
componenten of andere delen vande auto ontstaan.
Gebruik niet meer dan één tijdelijk reservewiel tegelijk onder uw auto.
Trek geen aanhanger met uw auto als het tijdelijke reservewiel isgemonteerd.
Page 300 of 409

623
Wat te doen in een noodgeval
SLEPEN
F080100AFD Slepen
Laat de auto bij voorkeur wegslepen door
een officiële HYUNDAI Erkend
Reparateur of een erkend
bergingsbedrijf. De juiste procedures
voor het slepen zijn noodzakelijk ombeschadigingen aan uw auto te
voorkomen. Wij bevelen het gebruik vandollies aan.
Zie hoofdstuk 5 "Trekken van een aanhanger" voor meer informatie overhet rijden met een aanhanger.
Auto's met vierwielaandrijving moeten
gesleept of vervoerd worden met alle vier
wielen van de grond. Dit kan met behulp
van een bril en dollies of met behulp van
een auto-ambulance. Auto's met tweewielaandrijving mogen
gesleept worden met de achterwielen op
de grond (zonder dollies) en de
voorwielen van de grond.
Als een van de aangedreven wielen of de
wielophanging voor beschadigd is of als
de auto wordt gesleept met de
voorwielen van de grond, plaats dan een
dolly onder de voorwielen.
Als er geen dollies worden gebruikt,
moet de auto worden gesleept met de
voorwielen van de grond.
OXM069028
wielplatform
wielplatform
OPMERKING
4WD-auto's mogen niet worden
gesleept met de wielen op degrond. Dit kan de transmissie en het4WD-systeem ernstig beschadigen.
Page 301 of 409
Wat te doen in een noodgeval
24
6
Wat te doen in een noodgeval
Slepen in noodgevallen zonder dollies:
1. Zet het contact in stand ACC.
2. Zet de transmissie in stand N
(neutraal).
3. Ontgrendel de parkeerrem.
F080200AUN
Afneembare trekhaak (achter)
(indien van toepassing)
1. Open the tailgate, and remove thetowing hook from the tool case.
2. Remove the hole cover pressing the lower part of the cover on the rear
bumper.
3. Plaats het sleepoog door het rechtsom te draaien totdat het volledig vastzit.
4. Verwijder het sleepoog na gebruik en plaats het afdekkapje.
OPMERKING
Als de selectiehendel niet in stand
N wordt gezet, kan dit inwendigeschade in de transmissie tot gevolg hebben.
OCM060013
OPMERKING
Sleep de auto nooit achteruit met de voorwielen op de grond.
Hierdoor kan de auto beschadigdraken.
Sleep de auto nooit met een takelwagen. Gebruik alleen een
auto-ambulance of een bril.
OUN046030
OCM054034
Page 302 of 409

625
Wat te doen in een noodgeval
F080300AFD
Slepen in een noodgeval
Laat de auto bij voorkeur wegslepen
door een officiële HYUNDAI ErkendReparateur of een erkend
bergingsbedrijf.Als dit niet mogelijk is, mag de auto
tijdelijk worden gesleept met een
sleepkabel of -ketting die aan het
sleepoog aan de voor- of achterzijde van
de auto is bevestigd. Wees voorzichtig bij
het slepen van de auto. Laat een ervarenbestuurder in de gesleepte auto achterom te sturen en de remmen te bedienen.
Op deze manier slepen mag alleen op
verharde wegen, over een korte afstand
en met lage snelheid. Bovendien moeten
de wielen, aandrijfassen, transmissie,
stuurinrichting en remmen in orde zijn.
Gebruik de sleepogen niet om een
andere auto weg te slepen die vastzit
in de modder of iets dergelijks waar hij
niet op eigen kracht uit kan komen.
Sleep geen auto’s die zwaarder zijn dan de auto waarmee wordt gesleept.
De bestuurders van beide auto’s dienen goed met elkaar te
communiceren.
OCM060014
OCM060015
Voor
Achter
OPMERKING
Bevestig een sleepkabel alleen
aan de sleepogen.
Als de sleepkabel aan een ander onderdeel van de auto wordtbevestigd, kan dit leiden totbeschadigingen.
Gebruik alleen een sleepkabel of - ketting die speciaal bedoeld isvoor het slepen van auto’s.Bevestig de kabel of ketting goedaan de sleepogen.
Page 303 of 409

Wat te doen in een noodgeval
26
6
Wat te doen in een noodgeval
Controleer voor het slepen of de
sleepogen niet gebroken of op een andere manier beschadigd zijn.
Bevestig de kabel of ketting goed aan de sleepogen.
Voorkom schokbewegingen tijdens het slepen. Sleep met een gelijkmatige
kracht.
Trek niet in de dwarsrichting of in verticale richting aan het sleepoog.Anders kan het sleepoog beschadigd
raken. Trek alleen in de lengterichting
van de auto.
Gebruik een sleepkabel van maximaal5 meter. Bevestig een rode doek in hetmidden.
Rijdt voorzichtig tijdens het slepen om te voorkomen dat de sleepkabel slap
komt te hangen.
OXM069009
WAARSCHUWING
Wees voorzichtig bij het slepen van de auto.
Probeer abrupt accelereren en remmen, alsmede vreemde
manoeuvres te voorkomen, zodatde sleepkabel of -ketting en de
sleepogen niet te zwaar worden
belast. Anders kunnen ze breken,
waardoor ernstig letsel of schadekan ontstaan.
Als er nauwelijks beweging in de auto zit, ga dan niet onnodig door
met slepen. Neem contact op met
een officiële HYUNDAI ErkendReparateur of een deskundig
bergingsbedrijf voor hulp.
Sleep de auto onder een zo recht mogelijke hoek.
Blijf op veilige afstand van de auto tijdens het slepen.
Page 304 of 409

627
Wat te doen in een noodgeval
F080301BUN
Voorzorgsmaatregelen bij slepen ineen noodgeval
Zet het contact in stand ACC, zodat het stuurslot niet kan worden
ingeschakeld.
Zet de transmissie in stand N (neutraal).
Ontgrendel de parkeerrem.
Vanwege de verminderde remwerking, moet het rempedaal krachtiger worden bediend.
Het sturen gaat zwaarder omdat de stuurbekrachtiging niet werkt.
Tijdens een afdaling kunnen de remmen oververhit raken, waardoor de
remwerking afneemt. Stop in dat gevalregelmatig om de remmen af te laten
koelen. F080400AFD
Transportogen (voor vervoer op
een auto-ambulance)
(indien van toepassing)
OCM060016
WAARSCHUWING
Gebruik de ogen aan de voorzijde
van de auto niet voor het slepen.
Deze ogen dienen UITSLUITEND
om de auto tijdens transport vast te
zetten.
Wanneer de transportogen gebruikt
worden om te slepen, kunnen de
ogen of de bumper beschadigd
raken en ontstaat er mogelijkernstig letsel.
OPMERKING - Automatische transmissie
Als de auto gesleept moet worden
met alle wielen op de grond, mag hij
alleen vooruit gesleept worden.Controleer of de transmissie in devrijstand staat. Zorg ervoor dat het stuurslot niet geactiveerd is door
het contact in stand ACC te zetten.Laat een ervaren bestuurder in degesleepte auto achter om te sturen
en de remmen te bedienen.
Laat de auto niet met een snelheid hoger dan 15 km/h en niet verderdan 1,5 km slepen, om ernstigeschade aan de automatische
transmissie te voorkomen.
Controleer, voordat de auto gesleept wordt, onder de auto of deze geenautomatische-transmissievloeistof lekt. Als de auto automatische-
transmissievloeistof lekt moet deauto op een auto-ambulance vervoerd of op een dolly gesleeptworden.