Page 145 of 246

144
Imperiaal/skidrager
Verwijder de imperiaal of de skidra-
ger als deze niet wordt gebruikt.
Deze accessoires verminderen de aero-
dynamica van de auto, waardoor het
brandstofverbruik hoger wordt. Ge-
bruik voor het vervoer van voorwer-
pen die veel ruimte innemen bij voor-
keur een aanhanger.
Stroomverbruikers
Gebruik de elektrische systemen al-
leen als ze nodig zijn. De achterruit-
verwarming, de extra verlichting, de
ruitenwissers, de klimaatregeling ge-
bruiken veel energie en verhogen
daarmee het brandstofverbruik (tot
+25% in het stadsverkeer).De klimaatregeling
De klimaatregeling is een belasting
die veel van de motor vraagt, waar-
door het brandstofverbruik toeneemt
(tot gemiddeld +20%). Gebruik, als
de buitentemperatuur het toelaat, bij
voorkeur het ventilatiesysteem.
Aerodynamische accessoires
Door het gebruik van niet goedge-
keurde aerodynamische accessoires
kan deaerodynamica negatief worden
beïnvloed, waardoor het brandstof-
verbruik toeneemt.RIJSTIJL
Starten
Laat de motor niet warmdraaien
met stationair toerental en ook niet
met een hoog toerental als de auto
stilstaat: onder deze omstandigheden
warmt de motor
veel langzamer op en
nemen het verbruik en de uitstoot van
schadelijke uitlaatgassen toe. Rijd al-
tijd meteen en rustig weg en voorkom
hoge toerental; op deze manier warmt
de motor veel sneller op.
Overbodige handelingen
Trap het gaspedaal niet in als u stil-
staat voor een stoplicht of voordat u
de motor afzet. Gas geven voordat de
motor wordt afgezet of het zoge-
naamde “tussengas” als wordt over-
geschakeld, zijn bij moderne auto’s
geheel overbodig. Hierdoor nemen zo-
wel het brandstofverbruik als de mi-
lieuvervuiling toe.
135-151 Phedra OLA 5-06-2008 11:08 Pagina 144
Page 146 of 246

145
Keuze van de versnellingen
Schakel als het verkeer en de weg
het toelaten de hoogst mogelijke ver-
snelling in. Als een lage versnelling
wordt ingeschakeld om snel te accele-
reren, wordt het brandstofverbruik
hoger.
Als een onjuiste versnelling is inge-
schakeld, nemen ook het brandstof-
verbruik, de uitstoot van schadelijke
stoffen en de slijtage van de motor toe.
Maximum snelheid
Het brandstofverbruik neemt aan-
zienlijk toe als de snelheid hoger
wordt: het is handig om te weten dat
als de snelheid toeneemt van 90 tot
120 km/h het brandstofverbruik on-
geveer 30% toeneemt. Rijd met een zo
gelijkmatig mogelijke snelheid, voor-
kom remmen en optrekken; dit kost
brandstof en verhoogt tegelijkertijd de
uitstoot van schadelijke stoffen in het
uitlaatgas. Het verdient aanbeveling
om rustig te rijden en anticiperend te
rijden, waardoor gevaarlijke situaties
worden voorkomen. Houd een veilige
afstand aan ten opzichte van de auto
die voor u rijdt, zodat krachtig rem-
men wordt voorkomen.Acceleratie
Als krachtig wordt geaccelereerd,
bereikt de motor een hoog toerental,
waardoor het brandstofverbruik en de
uitstoot van schadelijke stoffen toene-
men; trek daarom geleidelijk op.
GEBRUIKSOMSTANDIGHEDEN
Koude start
Bij zeer korte ritten en regelmatig
koud starten bereikt de motor niet de
optimale bedrijfstemperatuur. Hier-
door neemt niet alleen het brandstof-
verbruik toe (van 15 tot aan 30% in
stadsverkeer) maar ook de uitstoot
van schadelijke uitlaatgassen.Verkeerssituatie en conditie van
het wegdek
Als op een drukke weg (bijv. in een
file) wordt gereden, waarbij overwe-
gend lage versnellingen worden ge-
bruikt, of in de stad waar zich veel
verkeerslichten bevinden, is het
brandstofverbruik aanzienlijk hoger.
Bochtige trajecten, bergwegen en een
slecht wegdek dragen eveneens bij
aan een hoger brandstofverbruik.
Stilstaan in het verkeer
Als de auto langere tijd moet stil-
staan (bijv. spoorwegovergangen),
verdient het aanbeveling de motor uit
te zetten.
135-151 Phedra OLA 5-06-2008 11:08 Pagina 145
Page 147 of 246

146
ECONOMISCH EN MILIEUBEWUST
RIJDEN
ONDERHOUD VAN DE
EMISSIEREDUCTIESYSTEMEN
Door de juiste werking van de emis-
siereductiesystemen wordt niet alleen
milieuvriendelijk gereden, maar heeft
ook invloed op het rendement van de
auto. Als deze systemen in een goede
conditie verkeren is dat van grote in-
vloed op een tegelijkertijd ecologische
en economische rit.
De eerste voorzorgsmaatregel is het
zorgvuldig opvolgen van het Gepro-
grammeerd Onderhoud.
Gebruik uitsluitend diesel voor mo-
torvoertuigen (specificatie EN590). Het milieu is een van de uitgangs-
punten geweest bij de ontwikkeling
van de auto. Het is niet voor niets dat
de emissiereductiesystemen boven de
geldende normen presteren.
Niettemin moet door iedereen maxi-
maal met het milieu rekening worden
gehouden.
Bestuurders kunnen, als eenvoudige
regels worden opgevolgd, schade aan
het milieu voorkomen en tegelijkertijd
het brandstofverbruik beperken.
Daarom kunt u in dit Instructie-
boekje diverse handige tips tegenko-
men, die allemaal met het symbool
worden aangegeven.
Het verdient aanbeveling deze tips
zorgvuldig te lezen.Als de motor moeilijk aanslaat, voer
dan geen langdurige startpogingen
uit. Vermijd aanduwen,
aantrekken
of rollend starten op een helling: hier-
door kan de katalysator beschadigen.
Maak voor een noodstart uitsluitend
gebruik van een hulpaccu.
Als de motor tijdens de rit “slecht
draait”, rijd dan verder, waarbij zo
weinig mogelijk van de motor wordt
wendt u zo snel mogelijk tot de
Lancia-
dealer.
Als het lampje brandstofreserve gaat
branden, tank dan zo snel mogelijk
brandstof. Een laag brandstofniveau
kan zorgen voor een onregelmatige
brandstoftoevoer, waardoor de tem-
peratuur van het uitlaatgas hoger
wordt; hierdoor kan de katalysator
ernstig worden beschadigd.
135-151 Phedra OLA 5-06-2008 11:08 Pagina 146
Page 148 of 246

147
Laat de motor voordat u wegrijdt
niet warmdraaien met stationair toe-
rental, behalve als de buitentempera-
tuur zeer laag; ook in dat geval mag
de motor niet langer dan 30 seconden
warmdraaien.Monteer geen andere hitteschilden
en verwijder de bestaande hitteschil-
den op de katalysator en de uitlaat
niet.TREKKEN VAN
AANHANGERS
WAARSCHUWINGEN
Voor het trekken van aanhangwa-
gens of caravans moet de auto uitge-
rust zijn met een trekhaak van een
goedgekeurd type en een geschikte
elektrische installatie.
Bovendien is om schade aan het
elektrische systeem te voorkomen de
auto voorzien van een speciale elek-
tronische regeleenheid voor de aan-
hanger.
De montage van de trekhaak moet
door gespecialiseerd personeel worden
uitgevoerd. Ook moet documentatie
worden overhandigd m.b.t. het rijden
met een aanhanger.
Monteer zonodig speciale en/of ex-
tra spiegels, waarmee wordt voldaan
aan de geldende wegenverkeerswet.
Let er op dat het maximum klim-
vermogen van de auto door het ge-
wicht van een aanhanger wordt be-
perkt. Bovendien wordt de remweg
langer en is meer tijd nodig om in te
halen.
Onder normale bedrijfs-
omstandigheden wordt de
katalysator zeer warm.
Parkeer de auto dus niet boven
brandbaar materiaal (gras, droge
bladeren, dennennaalden enz.):
brandgevaar.
Spuit niets op de kataly-
sator, de lambdasonde en
de uitlaat.
Als deze normen niet in
acht worden genomen,
neemt het risico op brand
toe.
135-151 Phedra OLA 5-06-2008 11:08 Pagina 147
Page 149 of 246
148
Schakel een lage versnelling in tij-
dens het afdalen om te voorkomen dat
u constant moet remmen.
Het gewicht dat de aanhanger op de
trekhaak uitoefent moet worden af-
getrokken van het laadvermogen van
de auto.
Om er zeker van te zijn dat u het
maximum toelaatbaar aanhangerge-
wicht (aangegeven op de typegoed-
keuring) niet overschrijdt, moet er re-
kening mee worden gehouden dat het
maximum betrekking heeft op het to-
tale gewicht van de aanhangwagen of
caravan, inclusief accessoires en de
bagage.
Houdt u aan de snelheidsbeperkin-
gen die voor auto’s met aanhanger
gelden. U mag in ieder geval niet har-
der rijden dan 100 km/h. Het ABS regelt niet het rem-
systeem van de aanhanger.
Rijd dus zeer voorzichtig op
een gladde ondergrond.Wijzig beslist op geen en-
kele wijze het remsysteem
van de auto. Het remsys-
teem van de aanhanger moet ge-
heel onafhankelijk van het hy-
draulische remsysteem van de
auto werken.
135-151 Phedra OLA 5-06-2008 11:08 Pagina 148
Page 150 of 246

149
De prestaties van de winterbanden
nemen aanzienlijk af als de profiel-
diepte minder is dan 4 mm. In dat ge-
val moeten ze worden vervangen.
Door de specifieke eigenschappen
van winterbanden zijn de prestaties
onder normale omstandigheden of als
lang op de snelweg wordt gereden, la-
ger dan die van de standaard gemon-
teerde banden.
Daarom moeten de banden niet ge-
bruikt worden onder omstandigheden
waarvoor ze niet zijn bestemd.
WAARSCHUWINGAls winterban-
den worden gebruikt met een maxi-
mum-snelheidsindex lager dan de
snelheid die de auto kan bereiken
(vermeerderd met 5%), breng dan
goed zichtbaar voor de bestuurder in
het interieur een waarschuwing aan,
waarop de maximum toegestane snel-
heid van de winterbanden is aange-
geven (in overeenstemming met de
EU-richtlijn).WINTERBANDEN
Dit zijn speciaal ontwikkelde banden
voor het rijden op sneeuw en ijs, die
in plaats van de standaard banden
worden gemonteerd.
De winterbanden moeten dezelfde
maat hebben als de standaard gele-
verde banden.
De Lancia-dealerkan u informe-
ren over de meest geschikte band voor
het doel waarvoor u de band wilt ge-
bruiken.Monteer op alle vier de wielen de-
zelfde banden (zelfde merk en profiel)
voor een grotere veiligheid tijdens de
rit en als wordt geremd en voor en
goede bestuurbaarheid.
Keer de draairichting van de banden
niet om.
De maximum snelheid
van winterbanden met de
indicatie “Q” is 160 km/h:
met de indicatie “T” is 190 km/h,
met indicatie “H” is 210 km/h;
houdt u altijd aan de geldende
verkeerswetgeving.
135-151 Phedra OLA 5-06-2008 11:08 Pagina 149
Page 151 of 246

150
SNEEUWKET-
TINGEN
Het gebruik van sneeuwkettingen is
afhankelijk van de geldende wetten
van het land waarin wordt gereden.
De sneeuwkettingen mogen alleen op
de voorwielen gemonteerd worden
(aangedreven wielen).
Gebruik alleen dunne sneeuwkettin-
gen (maximale dikte: 12 mm boven
het profiel van de band).
Wij bevelen u aan sneeuwkettingen
uit het Lancia Lineaccessori-pro-
gramma te gebruiken.
Controleer na enkele meters rijden
of de sneeuwkettingen nog goed ge-
spannen zijn.Wij raden u aan om het
ESP uit te schakelen als
sneeuwkettingen zijn ge-
monteerd.
AUTO LANGERE
TIJD STALLEN
Als de auto langere tijd niet wordt
gebruikt, moeten de volgende voor-
zorgsmaatregelen worden uitgevoerd:
– zet de auto in een overdekte, droge
en zo mogelijk geventileerde ruimte;
– schakel een versnelling in of stand
Pbij uitvoeringen met een automati-
sche versnellingsbak;
– trek de handrem aan;
– maak de gespoten plaatdelen
schoon en behandel ze met een be-
schermende was;
– smeer de rubbers van de ruiten-
wissers voor en achter in met talk-
poeder en laat de wissers los van de
ruit staan;
– zet de ruiten een klein stukje open;
Rijd met beperkte
snelheid als sneeuw-
kettingenzijn ge-
monteerd; rijd niet harder dan 50
km/h. Vermijd kuilen, stoepran-
den of andere obstakels en rijd
geen lange stukken op wegen zon-
der sneeuw, om de auto en het
wegdek niet te beschadigen.
135-151 Phedra OLA 5-06-2008 11:08 Pagina 150
Page 152 of 246

151
– breng de bandenspanning 0,5 bar
boven de normaal voorgeschreven
spanning en controleer de banden-
spanning regelmatig;
– schakel het diefstalalarm niet in;
– maak de minkabel (–) los van de
accu en controleer de acculading. Zo-
lang de auto gestald blijft, moet deze
controle iedere maand worden uitge-
voerd. Laad de accu als de onbelaste
spanning lager wordt dan 12,5V;
– tap het koelsysteem van de motor
niet af;
– dek de auto af met een stoffen of
een ademende kunststof hoes. Ge-
bruik geen dichte kunststof hoes; het
vocht in en op de auto kan dan niet
verdampen.DE AUTO WEER IN GEBRUIK
NEMEN
Voer de volgende handelingen uit als
de auto na een lange periode van stil-
stand weer in gebruik wordt geno-
men:
– neem de auto aan de buitenzijde
(carrosserie) niet droog af;
– controleer visueel of lekkage heeft
plaatsgevonden (van olie, rem- en
koppelingsvloeistof, koelvloeistof
enz.);
– vervang de motorolie en het olie-
filter;
– controleer het niveau van: rem- en
koppelingsvloeistof, motorkoelvloei-
stof;
– controleer het luchtf
ilter en ver-
vang het filter zonodig;
– controleer de bandenspanning en
controleer de banden op beschadigin-
gen, inkepingen of scheuren. Vervang
de banden zonodig;
– controleer de conditie van de aan-
drijfriemen;
– controleer de lading van de accu
en sluit de minkabel (–) aan.
NUTTIGE
ACCESSOIRES
(fig. 1)
Ongeacht de geldende wettelijke
voorschriften, verdient het aanbeve-
ling om aan boord te hebben:
– EHBO-doos met een niet-alcoho-
lische desinfecterend middel, steriele
gaasjes, verbandgaas, pleisters enz.;
– elektrische zaklamp;
– een schaar met stompe punten;
– werkhandschoenen;
– brandblusser.
De beschreven en afgebeelde voor-
werpen zijn opgenomen in het
Lancia Lineaccessori-programma.
fig. 1
L0B0202b
135-151 Phedra OLA 5-06-2008 11:08 Pagina 151