122
EOBD-SYSTEEM
Het EOBD (European On Board
Diagnosis) van de auto voldoet aan de
EU 98/69 richtlijn (EURO 3).
Dit systeem voert doorlopend diag-
noses uit van de componenten van de
auto die verband houden met de
emissie van uitlaatgassen; bovendien
wordt de bestuurder geattendeerd,
door het branden van het lampje /
en de mededeling op het display van
het infotelematica-systeem CON-
NECT Nav+, op de veroudering van
de componenten.
Het doel is:
– de werking van het systeem con-
troleren;
– een storing signaleren waardoor de
emissie van schadelijke stoffen toe-
neemt boven de, in de Europese regels
vastgelegde, normen;
– signaleren dat versleten compo-
nenten moeten worden vervangen.
Het systeem beschikt verder nog
over een diagnosestekker waarop spe-
ciale apparatuur aangesloten kan
worden; in dat geval is het mogelijkom de opgeslagen storingscodes en
een aantal parameters uit te lezen, die
bedoeld zijn voor de diagnose en de
werking van de motor. Deze controle
kan ook worden uitgevoerd door de
politie.
Als, als het contactslot in
stand M wordt gedraaid,
het lampje /niet gaat
branden of als tijdens de rit het
lampje continu of knipperend gaat
branden, wendt u dan zo snel mo-
gelijk tot de Lancia-dealer. De
werking van het lampje /kan
met speciale apparatuur door de
politie gecontroleerd worden.
Houdt u aan de wetgeving van het
land waarin u rijdt.
WAARSCHUWINGNa het verhel-
pen van de storing moet de Lancia-
dealerzorgen voor een complete con-
trole van het systeem, tests uitvoeren
op een rollenbank en, zo nodig, een
proefrit maken waarbij ook een lan-
gere afstand wordt afgelegd.
BANDENSPANNINGS
CONTROLESYSTEEM
TPMS (indien
aanwezig)
De auto kan zijn uitgerust met een
bandenspanningscontrolesysteem
TPMS (Tyre Pressure Monitoring Sys-
tem). Dit systeem bestaat uit een sen-
sor die met een radiofrequentie werkt
en zich de velg in de band van elk
wiel bevindt; deze sensor stuurt in-
formatie over de spanning van iedere
band naar de regeleenheid.
WAARSCHUWINGDe regeleen-
heid controleert de bandenspanning
van de vier banden op de auto en niet
van het reservewiel. Controleer
daarom altijd als de bandenspanning
wordt gecontroleerd ook de banden-
spanning van het reservewiel.
WAARSCHUWINGLet goed op als
de bandenspanning wordt gecontro-
leerd of hersteld. Een te hoge spanning
benadeelt het weggedrag, maakt de
trillingen van de wielophanging en wielen
heftiger en vermindert de levensduur
van de banden.
066-134 Phedra OLA 5-06-2008 11:04 Pagina 122